Base description which applies to whole site

4: BEROEPSONDERWIJS EN VOLWASSENENEDUCATIE

Artikel

Algemene doelstelling

Het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zorgen ervoor dat deelnemers hun talenten maximaal kunnen ontplooien en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Deelnemers worden voorbereid op passend vervolgonderwijs en/of een positie op de arbeidsmarkt die optimaal aansluit bij hun talenten.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor een middelbaar onderwijsstelsel dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele deelnemers en bij de behoeftes van de maatschappij. De bve-sector omvat het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en de volwasseneneducatie. Het middelbaar beroepsonderwijs heeft een belangrijke maatschappelijke en economische functie. Het middelbaar beroepsonderwijs is een belangrijke leverancier van vakmensen voor de arbeidsmarkt. Ook is het een belangrijke schakel tussen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs.

Financieren: De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het middelbaar onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.

Stimuleren: De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van aanvullende bekostiging, subsidies, en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, prestatieafspraken en wet- en regelgeving.

Regisseren: De Minister vult haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.

Indicatoren/kengetallen

Tabel 4.1 Indicatoren

Doelstelling/ Indicator

Basiswaarde

Realisatiewaarde 2013

Realisatiewaarde 2014

Streefwaarde (2015)

Bron

1

De prestaties van leerlingen en studenten gaan omhoog

 

c)

Studiesucces

(2008)

(2012)

   
   

percentage mbo-deelnemers per niveau dat met diploma de instelling verlaat, jaarresultaat per niveau

Niveau 1: 66%

Niveau 1: 71%

Niveau 1: 74%

Niveau 1: 70%

MBO raad; Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2013, Bouwsteen studiesucces, Sectorrapportage; Overzicht 3.4 – Jaarresultaat 2010 – 2013 per opleidingsvariant

Niveau 2: 62%

Niveau 2: 71%

Niveau 2: 72%

Niveau 2: 70%

Niveau 3: 63%

Niveau 3: 67%

Niveau 3: 70%

Niveau 3: 70%

Niveau 4: 65%

Niveau 4: 70%

Niveau 4: 73%

Niveau 4: 70%

Totaal 64%

Totaal: 68%

72%

70%

3

Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk en worden aangesproken op hun prestaties, waarvoor door de overheid heldere normen zijn geformuleerd: verantwoording en toezicht op de prestaties van scholen

 

b)

Prestatieafspraken over het terugdringen van voortijdig schoolverlaten

41.800 (2009)

27.660

25.970

25.000 (2016)

OCW; DUO: VSV-kenner

4

Aansluiting van het onderwijs op de behoeft van de arbeidsmarkt

 

b)

Aandeel mbo gediplomeerden beta-techniek

28% (2011)

26,4%

27,4%

30% (2016)

OCW; DUO BRON bestanden

Tabel 4.2 Kengetallen
 

2010

2011

2012

2013

2014

1

Aantal deelnemers mbo (x 1.000 excl. groen onderwijs)

488,6

477,9

470,9

460,7

453,5

 

bol

327,1

328,1

333,4

346,2

356,1

 

bbl

152,9

142,3

132,5

111,7

96,5

 

dt-bol

8,6

7,5

5,0

2,8

0,9

Bron: OCW-Referentieraming

         

2

Gewogen gemiddelde onderwijsuitgaven per mbo-deelnemer (x € 1.000)

7,3

7,3

7,4

7,6

7,7

Bron: Lumpsum budget/specifieke regelingen en gewogen bekostigingsdeelnemers mbo

Beleidsconclusies

In het beleidsverslag is de stand van zaken van een aantal belangrijke ontwikkelingen beschreven zoals het sluiten van het bestuursakkoord in het mbo en een toekomstgericht middelbaar beroepsonderwijs. In juni is een brief hierover aan de Tweede Kamer gestuurd. Daarnaast is in het beleidsverslag al ingegaan op meerdere beleidsonderwerpen, zoals de regeling kwaliteitsafspraken mbo en de daling van het aantal voortijdig schoolverlaters.

Het wetsvoorstel macrodoelmatigheid mbo is in december aangenomen in de Tweede Kamer, evenals het wetsvoorstel voor de overgang van de wettelijke taken van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven.

Deze twee belangrijke bezuinigingen van het kabinet ter waarde van 200 miljoen liggen op schema.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4.2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1.000)
         

Realisatie

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Verschil

 

20101

2011

2012

2013

2014

2014

2014

Verplichtingen

3.381.434

3.555.445

3.824.455

3.601.266

3.898.698

3.892.744

5.954

Waarvan garantieverplichtingen

6.290

104.200

193.020

38.980

25.160

0

25.160

Uitgaven

3.498.688

3.476.052

3.501.845

3.496.330

3.757.009

3.830.290

– 73.281

               

Bekostiging

 

3.262.317

3.315.750

3.381.288

3.404.283

3.469.233

– 64.950

Hoofdbekostiging

 

2.954.378

3.038.359

3.151.676

3.166.278

3.157.414

8.864

 

Bekostiging roc's/overige regelingen

 

2.852.729

2.934.984

2.981.573

2.995.643

2.987.962

7.681

 

Bekostiging kbb's

 

98.820

100.356

107.981

108.001

106.241

1.760

 

Bekostiging Caribisch Nederland

 

2.829

3.019

3.801

4.313

4.858

– 545

 

Bekostiging vavo

 

0

0

58.321

58.321

58.353

– 32

Prestatiebox

 

0

3.755

3.797

35.420

65.600

– 30.180

 

Taal en Rekenen

 

0

0

0

0

0

0

 

Investeringsfonds mbo (Techniekpact)

 

0

0

0

3.575

25.000

– 21.425

 

VSV

 

0

3.755

3.797

31.845

40.600

– 8.755

Aanvullende bekostiging

 

307.939

273.636

225.815

202.585

246.219

– 43.634

 

Schoolmaatschappelijk werk in het mbo

 

14.017

14.042

13.869

13.922

14.017

– 95

 

Versterken centrale en uniforme toetsing

 

0

1.584

800

0

13.612

– 13.612

 

RMC's

 

31.599

31.885

31.925

0

31.925

– 31.925

 

Plusvoorzieningen overbelaste Jongeren en wijkscholen

 

72

30.450

30.400

30.408

30.400

8

 

Programmagelden regio's

 

44.389

0

19.677

19.458

19.450

8

 

Convenanten met RMC-regio's

 

39.590

60.372

12.230

16.329

17.100

– 771

 

Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2

 

3.788

1.428

2.037

110

1.000

– 890

 

Leerlinggebonden financiering (LGF)

 

38.221

45.012

50.497

18.529

53.615

– 35.086

 

Taal en Rekenen

 

58.313

53.963

52.280

52.600

52.600

0

 

School-ex 2.0

 

0

0

12.100

10.115

12.500

– 2.385

 

Stagebox

 

34.900

34.900

0

0

0

0

 

Innovatiebox regulier

 

43.050

0

0

0

0

0

 

Salarismix mbo Randstadregio's

 

0

0

0

41.114

0

41.114

               

Subsidies

 

51.480

34.575

26.045

238.592

248.036

– 9.444

 

Subsidieregeling praktijkleren

 

0

0

0

197.055

209.000

– 11.945

 

Actieplan Laaggeletterdheid

 

4.000

4.000

2.850

3.715

4.000

– 285

 

Pilots laaggeletterdheid

 

0

2.949

3.950

5.000

5.000

0

 

Sectorplan mbo-hbo techniek

 

400

400

0

0

3.065

– 3.065

 

Netwerkscholen

 

4.500

3.000

3.000

3.500

3.500

0

 

Loopbaanorientatie

 

1.740

3.760

0

700

1.300

– 600

 

Innovatiearrangement

 

10.000

0

0

0

0

0

 

Stageoffensief

 

3.000

0

0

0

0

0

 

Overige projecten

 

27.840

20.466

16.245

28.622

22.171

6.451

               

Opdrachten

 

6.441

6.441

3.016

6.556

4.287

2.269

 

In- en uitbesteding

 

6.441

6.441

3.016

6.556

4.287

2.269

               

Bijdragen aan agentschappen

 

19.549

18.584

18.886

19.123

17.836

1.287

 

Dienst Uitvoering Onderwijs

 

19.549

18.584

18.886

19.123

17.836

1.287

               

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

 

7.646

8.724

7.976

45

5.263

– 5.218

 

College voor Examens

 

411

363

363

45

363

– 318

 

Wet SLOA

 

7.235

8.361

7.613

0

4.900

– 4.900

               

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties/medeoverheden

 

12.756

6.167

5.766

34.526

31.830

2.696

 

Caribisch Nederland

 

12.756

6.167

5.766

2.326

31.830

– 29.504

 

RMC's

 

0

0

0

32.200

0

32.200

               

Bijdragen aan begrotingsfondsen/sociale fondsen

 

115.863

111.604

53.353

53.884

53.805

79

 

Participatiebudget

 

115.863

111.604

53.353

53.884

53.805

79

Ontvangsten

15.190

11.108

14.920

18.860

8.038

0

8.038

1

Door de presentatie van verantwoord begroten zijn de uitgaven voor 2010 niet meer te reconstrueren.

De realisatie van de uitgaven van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie is circa € 73,3 miljoen lager dan oorspronkelijk geraamd. De realisatie van de ontvangsten is € 8 miljoen hoger dan geraamd. De verschillen worden bij de toelichting op de instrumenten verduidelijkt.

Hoofdbekostiging

Toelichting op de instrumenten

Bekostiging roc’s/overige regelingen

Deze middelen zijn bedoeld voor de exploitatie van het middelbaar beroepsonderwijs. De mbo-instellingen hebben een rijksbijdrage ontvangen gebaseerd op de WEB. De verdeling van de middelen heeft plaatsgevonden via verdeelmaatstaven, zoals beschreven in het Uitvoeringsbesluit WEB. Dit jaar is er circa € 8 miljoen aan de lumpsum toegevoegd. Deze middelen worden grotendeels verklaard door een incidentele toevoeging aan de lumpsum voor professionalisering van examenfunctionarissen bij mbo-instellingen.

Bekostiging kbb’s

De 16 kenniscentra (excl. groen onderwijs) hebben middelen ontvangen om hun wettelijke taken uit te voeren, waarmee ze bijdragen aan het primaire proces van het beroepsonderwijs. Hiertoe behoort het ontwikkelen en onderhouden van de kwalificatiestructuur. Tevens werven en accrediteren de kenniscentra leerbedrijven, zorgen ze voor voldoende praktijkplaatsen en bevorderen ze de kwaliteit van de praktijkplaatsen. Het voornemen is om de wettelijke taken van de kenniscentra (inclusief het kenniscentrum Aequor voor groen onderwijs) per 1 augustus 2015 over te hevelen naar de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Eind 2014 is het wetsvoorstel hiervoor door de Tweede Kamer aangenomen.

Bekostiging Caribisch Nederland

In Caribisch Nederland wordt op Bonaire, St. Eustatius en Saba middelbaar beroepsonderwijs aangeboden. Deze middelen zijn bedoeld om de instellingen in Caribisch Nederland via lumpsumbekostiging te financieren voor de studenten die middelbaar beroepsonderwijs volgen. Op de bovenwindse eilanden wordt alleen een beperkt aantal opleidingen op niveau 1 en 2 aangeboden en op Bonaire worden opleidingen verzorgd op alle niveaus (1 t/m 4).

Bekostiging vavo

In het actieplan mbo «Focus op Vakmanschap 2011–2015» is aangekondigd dat het educatie-onderdeel voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) budgetneutraal onder directe aansturing van het Rijk wordt gebracht. Met de Wet van 13 september 2012 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake voortgezet algemeen volwassenenonderwijs en overige educatie (Stb. 2012, 450) heeft dit zijn beslag gekregen. In 2014 heeft op basis van de «Regeling overgangsbekostiging vavo 2013 en 2014» een overgangsbekostiging plaatsgevonden, omdat de benodigde bekostigingsgegevens, vanwege de t-2 systematiek, pas voor het bekostigingsjaar 2015 beschikbaar zijn.

Prestatiebox

Investeringsfonds mbo (Techniekpact)

Het Investeringsfonds, dat in het Techniekpact is aangekondigd, stimuleert publiek-private samenwerking onder de voorwaarde dat dit bijdraagt aan een doelmatige organisatie van het opleidingsaanbod in het middelbaar beroepsonderwijs. Hier is in de periode 2014–2017 € 25 miljoen per jaar voor beschikbaar. Dit bedrag wordt jaarlijks verplicht, maar in tranches uitbetaald. Door een aangepast betalingsritme voor de bijbehorende projecten is een verandering in liquiditeitsbehoefte. Hierdoor wordt in 2014 € 21,4 miljoen doorgeschoven naar latere jaren.

VSV

Mbo-instellingen krijgen een vaste vergoeding en een prestatiebekostiging uit de prestatiebox op basis van geleverde prestaties met betrekking tot de aanpak van vsv.

Er is circa € 9 miljoen minder uitgegeven dan begroot omdat het gaat om een prestatiesubsidie. Als de mbo-instellingen de vastgestelde normen voor het percentage vsv’ers op hun instelling halen, dan ontvangen ze prestatiesubsidie.

Aanvullende bekostiging

Schoolmaatschappelijk werk

Voor schoolmaatschappelijk werk worden jaarlijks middelen aan het mbo-sector ter beschikking gesteld. Met deze middelen kunnen instellingen studenten die dit (tijdelijk) nodig hebben, ondersteuning bieden. Deze gesprekken helpen studenten voorkomende problemen op te lossen en leveren zo een bijdrage aan het terugdringen van de voortijdige schooluitval.

Versterken centrale en uniforme toetsing

In het actieplan mbo «Focus op Vakmanschap 2011–2015» is afgesproken om verder in te zetten op het versterken van centrale en uniforme toetsing in het mbo. De centrale examinering is inmiddels gestart voor Nederlandse taal voor studenten in mbo-4 en de andere niveaus volgen de komende jaren, net als de centrale examens voor rekenen en Engels. Voor onder andere het ontwikkelen van de examens is een deel van de middelen voor versterken centrale en uniforme toetsing overgemaakt naar het College voor Toetsen en Examens en stichting Cito. In 2014 is daarnaast ruim € 8 miljoen toegevoegd aan de lumpsum voor de professionalisering van examenfunctionarissen bij de mbo-instellingen.

RMC’s

In het schooljaar 2012–2013 zijn bijna 89.000 voortijdig schoolverlaters begeleid, een daling van 4% ten opzichte van vorig jaar. Het gaat hierbij zowel om uitvallers uit eerdere jaren (oude vsv’ers) als om jongeren die tijdens het schooljaar 2012–2013 zijn uitgevallen en in begeleiding kwamen (nieuwe vsv’ers). De begrote middelen (€ 32 miljoen) op dit instrument zijn in 2014 overgeboekt naar het instrument bijdrage aan medeoverheden.

Plusvoorziening overbelaste jongeren en wijkscholen/Programmagelden regio’s

Op grond van de «Regeling regionale aanpak» ontvangt iedere rmc-regio subsidie voor een regionaal programma vsv met als doel het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Het regionaal programma vsv omvat ten minste één plusvoorziening ten behoeve van de onderwijsinstellingen en scholen uit die RMC-regio.

Convenanten met RMC-regio’s

In het regeerakkoord – Vrijheid en Verantwoordelijkheid – uit 2010 is afgesproken het aantal voortijdig schoolverlaters verder terug te brengen naar maximaal 25 000 in 2016. Om deze doelstelling te realiseren zijn in 2012 meerjarige prestatiegerichte convenanten afgesloten met scholen en het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs, contactgemeenten van de 39 RMC-regio’s en het Rijk voor de periode 2012–2015. Op basis van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten ontvangen de vo-onderwijsinstellingen een vaste vergoeding en prestatiebekostiging. De inzet van de vsv-middelen in 2014 heeft ertoe geleidt dat het aantal nieuwe vsv’ers is gedaald tot 25.970.

Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2

In het 2014 zijn er alleen nog enkele afrondende betalingen gedaan aan de instellingen in het kader van VM2. In schooljaar 2013–2014 is het laatste zogenaamde borgingscohort VM2 gestart en loopt tot uiterlijk mei 2017. In 2014–2015 zijn scholen gestart nieuwe experimenten als vervolg op VM2, het experiment met de vakmanschapsroute en de technologieroute. Deze scholen, en eveneens de borgingscohorten VM2, ontvangen geen extra vergoeding voor deelname aan het experiment. Deze middelen waren bedoeld voor de projectorganisatie.

Leerlinggebonden financiering (LGF)

Voor de ondersteuning en begeleiding van studenten met een beperking of chronische ziekte kunnen de mbo-instellingen leerlinggebonden financiering (LGF) aanvragen. Op die manier worden ook deze studenten in staat gesteld hun opleiding succesvol af te ronden. Per 1 augustus 2014 is passend onderwijs ingevoerd. Het studiejaar 2013–2014 is daarom het laatste jaar dat instellingen LGF voor een student konden aanvragen. Voor het schooljaar 2013–2014 is voor 9.817 studenten LGF toegekend. Vanaf 1 augustus 2014 (laatste vijf maanden van 2014) is een overgangsbekostiging voor LGF ingeregeld. Vanaf 2015 zijn de LGF-middelen toegevoegd aan de lumpsumbekostiging van de instellingen en dienen instellingen deze middelen in te zetten voor extra ondersteuning aan de studenten voor wie dat nodig is. Door deze aanpassing in de bekostigingssystematiek, van schooljaarbekostiging naar kalenderjaarbekostiging, is er een incidentele meevaller van € 35 miljoen in 2014.

Taal en rekenen

Voor studenten in mbo-4 tellen de resultaten voor de examens Nederlandse taal vanaf het studiejaar 2014–2015 mee voor het behalen van het diploma en vanaf studiejaar 2015–2016 geldt dat ook voor rekenen. Mbo-2 en mbo-3 volgen voor beide onderdelen een jaar later. In 2014 hebben de onderwijstellingen in het kader van de «Regeling intensivering Nederlandse taal en rekenen» een bedrag van € 52,6 miljoen ontvangen, ten behoeve van de verdere intensivering van het taal- en rekenonderwijs en de voorbereiding op de centrale examinering ervan.

School-ex 2.0

Deze aanvullende vergoeding voor het verstrekken van opleidingsadviezen – in de vorm van intake-, ombuigings- en exitgesprekken – is verdeeld over de jaren 2013 en 2014 met € 12,5 miljoen per jaar. Het School-ex 2.0 programma loopt nog door tot en met augustus 2015 (dat is schooljaar 2014–2015). Het eerste schooljaar van het programma is geëvalueerd door ROA (mei 2014) en de instellingen die deelnemen aan het programma zijn op de hoogte gebracht van de conclusies van deze evaluatie. Ook het tweede schooljaar wordt geëvalueerd door ROA. Deze evaluatie wordt verwacht rond de zomer 2015.

De voorlopige conclusies zijn dat exitgesprekken zijn toegenomen en van informeel, formeel zijn geworden binnen de scholen. Op dit moment wordt het School-ex 2.0 programma geëvalueerd. De resultaten worden na de zomer 2015 verwacht.

Salarismix mbo Randstadregio’s

Abusievelijk is door de uitvoeringsorganisatie DUO de regeling salarismix 2015 (€ 41,1 miljoen) al in 2014 uitbetaald aan de mbo-instellingen (zie kamerbrief Technische mutaties jaarafsluiting 2014). Dit wordt door DUO gecorrigeerd.

Subsidies

Voor het stimuleren en realiseren van verscheidene beleidsdoelstellingen worden subsidies verstrekt.

Subsidieregeling praktijkleren

Op 1 januari 2014 is de subsidieregeling praktijkleren in werking getreden, die de afdrachtvermindering onderwijs (AV Onderwijs) vervangt. De eerste gegevens uit de monitor laten zien, dat meer dan 92.000 aanvragen zijn ingediend door ruim 14.000 bedrijven. Daarvan zijn ruim 90.000 aanvragen ingediend voor mbo-bbl leerlingen, ruim 1.200 voor hbo-studenten in de techniek, 673 voor vmbo-leerlingen die een leerwerktraject volgen en tot slot 481 aanvragen voor promovendi. De werkgevers hebben de maximale vergoeding ontvangen van € 2.700 per aangeboden werkplek. Hiermee is er ruim € 196 miljoen van de beschikbare € 205 miljoen uitgekeerd.

Actieplan laaggeletterdheid

Ter ondersteuning van de aanpak van laaggeletterdheid was in 2014 € 4 miljoen beschikbaar ter uitvoering van het «Actieplan Laaggeletterdheid 2012–2015». Hiertoe hebben in 2014 diverse organisaties samengewerkt om laaggeletterdheid te agenderen en de aanpak ervan in die organisaties te borgen.

Pilots laaggeletterdheid

Ter ondersteuning van de uitvoering van de pilots laaggeletterdheid (pilots Taal voor het Leven) was in 2014 € 5 miljoen beschikbaar voor de Stichting Lezen & Schrijven. Hiertoe heeft de Stichting in 2014 diverse activiteiten uitgevoerd die zich hebben gericht op het vinden van laaggeletterden, het vinden van vrijwilligers en docenten en op het sluiten van samenwerkingsallianties in de regio’s gericht op de aanpak van laaggeletterdheid. Uit de evaluatie van de pilots door de Universiteit Maastricht is gebleken dat deelnemers aan taaltrajecten waarbij gebruik wordt gemaakt van de aanpak van Taal voor het Leven meer vooruit gaan in taalbeheersing en maatschappelijke participatie dan in reguliere trajecten waarbij de (les)materialen, wervingsmethoden en vrijwilligers van Taal voor het Leven niet worden gebruikt.

Sectorplan mbo-hbo techniek 2011–2016

Dit betreft middelen voor het sectorplan mbo-techniek en het sectorplan hbo-techniek. Hiermee worden de centers of expertise in het hbo en de centra voor innovatief vakmanschap in het mbo gefinancierd. Deze centra, die met cofinanciering van bedrijven tot stand komen, zijn gericht op toponderwijs, toponderzoek en innovaties in het bedrijfsleven. De middelen uit 2014 zijn door een verandering in liquiditeitsbehoefte in zijn geheel doorgeschoven naar 2015.

Netwerkscholen

De Netwerkschool is in 2011 als experiment gestart op vijf mbo-instellingen. Het algemene doel van dit experiment is het verbeteren van de kwaliteit van het mbo en het verlagen van de kosten. Het idee bestond eruit om het model van de Netwerkschool in te voeren bij scholen en gedurende vier jaren te monitoren hoe het model in de praktijk vorm krijgt, welke elementen werken, wat de effecten hiervan zijn en hoe de innovatie is aangestuurd. Totale kosten van dit experiment waren € 14 miljoen. De middelen waren afkomstig van het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Het experiment is beëindigd op 31 december 2014. In april 2015 verschijnt de eindevaluatie.

Loopbaanoriëntatie

LOB-middelen worden voornamelijk geïnvesteerd in ondersteuning van (v)mbo-scholen zodat zij (aanstaande) mbo-studenten beter kunnen begeleiden bij hun studieloopbaan, studiekeuzes en persoonlijke bewustwording en ontwikkeling. Loopbaanoriëntatie moet het risico op uitval en switchgedrag beperken.

Overige projecten

Hieronder vallen overige projecten en organisaties die subsidies ontvangen. De realisatie is € 6,4 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. De hogere realisatie wordt met name veroorzaakt door overboekingen vanuit andere instrumenten naar het instrument subsidies. Het gaat hier o.a. om een overboeking van middelen voor het versterken centrale en uniforme toetsing van het instrument bekostiging naar het instrument subsidies in het kader van examinering (€ 2,1 miljoen). Daarnaast gaat het o.a. om een overboeking van het instrument ZBO’s/RWT’s naar het instrument subsidies in het kader van ECBO (€ 1,2 miljoen).

Opdrachten

Dit betreft middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken. De realisatie in 2014 is € 2,3 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit komt met name door een overboeking vanuit het instrument bijdrage aan medeoverheden naar het instrument opdrachten. Ten behoeve van Caribisch Nederland zijn er opdrachten verstrekt voor de verbetering van de onderwijskwaliteit en de onderwijshuisvesting. Daarnaast heeft er o.a. een overboeking plaatsgevonden van € 2,3 miljoen naar het instrument ZBO’s/RWT’s. Deze middelen worden verstrekt aan het College voor Examens.

Bijdrage aan agentschappen

DUO

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor dit begrotingsartikel.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

College voor Examens

Er zijn middelen beschikbaar voor het College voor Examens (CvE). Dit is een ZBO dat verantwoordelijk is voor de examens rekenen en taal in het (middelbaar) beroepsonderwijs en staatsexamens Nederlands als tweede taal.

Wet SLOA

Het betreft hier de «Ontwikkeling staatsexamens cito». Deze middelen zijn in zijn geheel overgeboekt naar artikel 3 (voortgezet onderwijs). Dit verklaart grotendeels waarom de realisatie € 5,2 miljoen lager is dan de vastgestelde begroting.

Bijdrage aan medeoverheden

Verbetermiddelen Caribisch Nederland

Aan de openbare lichamen in Caribisch Nederland wordt een bijzondere uitkering verstrekt voor de Sociale Kanstrajecten Jongeren. Ook zijn er voor de samenwerking met Curaçao, Sint Maarten en Aruba middelen beschikbaar gesteld, bestemd voor het stimuleren van studeren in de regio en het bevorderen van voorzieningen in de regio, mede ten behoeve van de inwoners van Caribisch Nederland.

De gerealiseerde opdrachten en subsidies ten behoeve van de verbetering van de onderwijskwaliteit en de onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland zijn onder de desbetreffende instrumenten gerealiseerd (€ 5,3 miljoen). Hierdoor is de realisatie lager. Daarnaast hebben er kasschuiven (€ 23 miljoen) naar latere jaren plaatsgevonden, met name vanwege vertraging in de onderwijshuisvesting.

RMC’s

De bekostiging van de rmc-functie van 39 rmc-regio’s stond begroot op het instrument bekostiging maar is gerealiseerd op dit instrument, omdat de rmc-regio’s een medeoverheid zijn. Het gaat om een bedrag van € 32,2 miljoen.

Bijdrage aan sociale fondsen

Participatiebudget

Sinds 1 januari 2009 maakt het educatiebudget onderdeel uit van het Participatiebudget, een specifieke uitkering voor gemeenten. Het bedrag in 2014 is gelijk aan de bijdrage van OCW aan het Participatiebudget. Gemeenten moeten dit bedrag besteden aan de inkoop van educatieopleidingen bij roc’s.

Ontvangsten

De ontvangsten van € 8 miljoen in 2014 zijn het gevolg van onder andere afrekeningen die betrekking hadden op subsidies en regelingen. Deze afrekeningen worden grotendeels verklaard door een afrekening (€ 5,5 miljoen) van de regeling innovatiearrangement uitgevoerd door het platform beroepsonderwijs.

Artikel

Licence