De bijdrage aan het jaarverslag Defensie 2014 is de laatste bijdrage van de zijde van het agentschap DVD. Met ingang van 1 januari 2015 maakt het agentschap onderdeel uit van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dit is vastgelegd met een koninklijk besluit (KB2014002422 d.d. 12 december 2014).
Op 16 januari 2014 hebben de fusiepartners Dienst Vastgoed Defensie en de Rijksgebouwendienst de governance code veiligheid in de bouw ondertekend samen met andere opdrachtgevers en opdrachtnemers in de bouw. Deze governance code heeft tot doel het veiligheidsniveau in de bouwketen te verhogen.
De ondertekening leidde ertoe dat de directie van het Rijkvastgoedbedrijf de sturingsstrategie veiligheid als fundament heeft vastgesteld. Het doel hiervan is veiligheid te borgen voordat besluiten worden genomen op basis van andere afwegingscriteria. In het verlengde hiervan is een programma Sturen op veiligheid gestart. De prioriteiten in dit programma, zoals gegevensbeheer, meldpunt, organisatie en dergelijke moeten de veiligheidsperformance van het Rijksvastgoedbedrijf op een hoger niveau brengen. Zo is bijvoorbeeld een organisatiebreed veiligheidsoverleg ingesteld.
Voor wat betreft veiligheid en gezondheid in het kader van het arbeidsomstandighedenbesluit is in overleg met de inspectie SZW een programma in gang gezet om bewuster met de opdrachtgeversrol om te gaan en zo het veiligheidsniveau in de hele keten te verbeteren.
Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap Dienst Vastgoed Defensie (Bedragen x € 1.000)
1 | 2 | 3=2–1 | ||
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2013 | |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 61.010 | 67.593 | 6.583 | 70.866 |
Omzet inzake programmafacturen instandhouding | 75.588 | 143.332 | 67.744 | 140.267 |
Omzet huisvesting | 9.637 | 5.393 | – 4.244 | 4.508 |
Omzet overige departementen | 1.806 | 1.806 | 1.438 | |
Omzet derden | 1 | |||
Mutatie onderhanden projecten | 2.647 | 2.647 | – 193 | |
Rentebaten | 156 | 156 | 43 | |
Rentebaten huisvestingsactiviteiten | ||||
Vrijval uit voorzieningen | ||||
Bijzondere baten | 1.450 | 1.450 | 2.388 | |
Totaal baten | 146.235 | 222.377 | 76.142 | 219.318 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
– personele kosten | 55.080 | 57.452 | 2.372 | 56.379 |
waarvan eigen personeel | 50.780 | 50.780 | 53.343 | |
waarvan externe inhuur | 4.239 | 4.239 | 3.036 | |
waarvan overige | 2.433 | 2.433 |
| |
– uitbesteding | 2.500 | 1.316 | – 1.184 | 2.512 |
– materiële kosten | 1.639 | 8.232 | 6.593 | 12.702 |
waarvan apparaat ICT | 149 | 149 | 159 | |
waarvan bijdrage aan SSO's | 4.822 | 4.822 | 3.774 | |
waarvan overige | 3.261 | 3.261 | 8.769 | |
– programmagelden instandhouding | 75.588 | 142.583 | 66.995 | 142.261 |
Rentelasten investeringen DVD | 776 | 889 | 113 | 985 |
Rentelasten huisvestingsactiviteiten Defensie | 6.042 | 3.454 | – 2.588 | 2.681 |
Rentelasten rekening-courant | ||||
Afschrijvingskosten | ||||
– materieel | 515 | 472 | – 43 | 631 |
– materieel huisvestingsactiviteiten | 3.595 | 1.905 | – 1.690 | 1.730 |
Overige lasten | ||||
– dotaties voorzieningen | 500 | – 500 | 0 | |
– bijzondere lasten | 497 | 497 | 306 | |
Totaal lasten | 146.235 | 216.800 | 70.565 | 220.187 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 5.577 | 5.577 | – 869 |
Toelichting op de staat van baten en lasten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement is opgebouwd uit het honorarium voor het totale dienstverleningspakket van de DVD. Voor 2014 werd rekening gehouden met een fors lager budget voor het product «instandhouding». De begrote programmagelden dekken nog niet de helft van de daadwerkelijke behoefte af (op basis van vastgestelde normen). Door een reeks budgettaire maatregelen binnen de Defensiebegroting is met de voorjaarsnota het beschikbare budget verhoogd in de richting van deze behoefte.
Omzet inzake programmafacturen instandhouding
De omzet voor programmafacturen instandhouding is de vergoeding die de DVD ontvangt van het moederdepartement voor de kosten van externe partijen die het planmatig en het niet planmatig onderhoud uitvoeren aan het defensie vastgoed. In de opstelling van de ontwerpbegroting was de helft van de instandhoudingsbehoefte budgettair afgedekt binnen de Defensiebegroting als gevolg van bezuinigingen. In een later stadium is het tekort gesuppleerd.
Omzet huisvesting
De omzet huisvesting is de ontvangen tegemoetkoming voor het beschikbaar stellen van investeringen in gebouwen en werken & terreinen voor de «leenfaciliteitprojecten» (afschrijvingen en rente) en de rentebaten over de investeringen van nog niet opgeleverde leenfaciliteitprojecten (inclusief voorfinanciering). Door de vertraging in de uitvoering van de leenfaciliteitprojecten hebben er in 2014 geen opleveringen plaatsgevonden. Er zijn voor projectbetalingen van de leenfaciliteitprojecten in 2014 geen leningen afgeroepen. Per 1 december zijn de leningen afgelost. Dit heeft een verlagend effect op zowel de baten als de lasten van de huisvestingsactiviteiten.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft vooral te maken met de dienstverlening voor Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, Rijksgebouwendienst (RGD).
Mutaties onderhandenprojecten
In de begroting is deze post op nihil gesteld. Omdat er minder projecten zijn afgerond dan verwacht zijn veel uren op onderhanden werk blijven staan. De nadruk heeft door de grote werklast in relatie tot de beschikbare capaciteit op de relatief grote projecten gelegen.
Rentebaten
Over het positief saldo van rekening courant bij het Ministerie van Financiën is in 2014 rentevergoeding ontvangen.
Bijzondere baten
De incidentele baten zijn opbrengsten uit de normale bedrijfsvoering van voorgaande boekjaren. Dit betreft ultimo 2013 onterecht opgenomen transitoria apparaatskosten (€ 0,2 miljoen) en omzet van 2013 (€ 0,2 miljoen).
Voor de dienstverlening van DMO/JIVC zijn de begrote kosten € 0,7 miljoen te hoog ingeschat ten opzichte van de werkelijke inkoopfacturen. Dit heeft geleid tot een afboeking.
Personele kosten
In de begroting werd een volledige vulling van de formatie als uitgangspunt gehanteerd. Dit is 2014 niet realistisch gebleken, mede door toedoen van een tweetal reorganisaties van de DVD in één begrotingsjaar (waaronder de migratie naar het RVB). De onderbezetting is gecompenseerd met inhuur. Hier ligt ook een relatie met de hogere capaciteitsbehoefte ten opzichte van de oorspronkelijke begroting, omdat zoals eerder vermeld de werklast hoger is uitgevallen door de budgettaire toevoegingen aan het instandhoudingsbudget.
Uitbesteding
De kosten voor uitbesteding zijn uiteindelijk lager uitgevallen, mede vanwege de toename van het aantal ingezette externen op de werklocaties (inhuur).
Materiële kosten
In de begroting werd uitgegaan van het herzien verrekenbeleid binnen Defensie. Teneinde de transactiekosten terug te dringen heeft dit beleid als doel geen onderlinge verrekening van dienstverlening meer toe te passen op dienstverlening binnen het departement. De dienstverlening tussen agentschappen werd hiervan later uitgezonderd. Dit betreft vooral de IV/ICT dienstverlening (€ 4,0 miljoen) en huisvesting (€ 2,5 miljoen). Dit is de belangrijkste verklaring van het verschil tussen begroting en realisatie.
Programmagelden instandhouding
De hogere lasten hangen samen met de extra gelden die door het moederdepartement beschikbaar zijn gesteld. De lasten zijn ca. € 0,8 miljoen lager uitgevallen dan de opbrengsten. Dit «programmaresultaat» blijft beschikbaar voor Defensie in het kader van het instandhoudingsprogramma. Hierover zijn in het Protocol van Overdracht inzake de overgang van de DVD naar het Ministerie van BZK afspraken gemaakt.
Rentelasten investeringen DVD
Dit betreft de rentelasten die samenhangen met de financiering van activa die tot het apparaat van de DVD behoren. Het gaat hierbij met name om huisvesting van de DVD.
Rentelasten huisvestingsactiviteiten
Dit betreft de verschuldigde rente voor de leningen ten behoeve van de investeringen inclusief de bouwrente voor de in aanbouw zijnde huisvesting en de opgeleverde gebouwen en terreinen ten behoeve van de krijgsmacht. Voor de verklaring van de daling wordt verwezen naar de toelichting op de omzet huisvesting.
Afschrijvingskosten materieel
Op automatiseringsmiddelen en gebouwen is minder afgeschreven dan voorzien in de begroting. De begroting is uitgegaan dat delen van de gebouwen in aanbouw opgeleverd zouden worden in 2014. De gebouwen zijn echter per 1 december 2014 overgedragen aan het moederdepartement.
Afschrijvingskosten materieel huisvestingsactiviteiten
Door de vertraging in uitvoering van de leenfaciliteitprojecten hebben in 2014 geen opleveringen plaatsgevonden. Er zijn voor de projectbetalingen van de leenprojecten in 2014 geen leningen afgeroepen. Per 1 december 2014 zijn de leningen afgelost in verband met de overdracht van de panden aan het moederdepartement. Dit heeft een verlagend effect gehad op de afschrijvingskosten.
Dotaties voorzieningen
In de begroting werd nog uitgegaan van een bedrag van € 0,5 miljoen. Dit betrof een globale raming van de kosten die samenhangen met herplaatsingen als gevolg van de naderende reorganisatie. In het uitvoeringsjaar 2014 zijn er geen voorzieningen gevormd, met uitzondering van de voorziening voor vermoedelijk oninbare vorderingen, die opgenomen is onder de debiteuren.
Bijzondere lasten
Dit zijn incidentele lasten van de gewone bedrijfsuitoefening uit voorgaande boekjaren.
Het betreft de afboeking van een oninbare vordering (€ 0,2 miljoen), afboeking projectkosten (€ 0,1 miljoen) en te laag opgenomen transitoria ultimo 2013 (€ 0,2 miljoen).
Omzet per productgroep van het moederdepartement, overige departementen en omzet derden
Begroting 2014 | Realisatie 2014 | Verschil realisatie en oorspronkelijke begroting | Realisatie 2013 | |
---|---|---|---|---|
Expertise & Advies | 6.820 | 5.794 | – 1.026 | 7.413 |
Verwerving & Afstoting | 17.300 | 16.791 | – 509 | 15.366 |
Commandantenvoorziening (COVO) | 1.400 | 2.443 | 1.043 | 3.666 |
Instandhouding | 33.400 | 42.219 | 8.819 | 44.770 |
Overig | 2.090 | 2.152 | 62 | 1.090 |
De meerjarige raming van het product «expertise en advies» is neerwaarts bijgesteld als gevolg van de herallocatie van middelen op de defensie begroting.
Het product «commandanten-voorzieningen» heeft een aantal tussentijdse aanvullende opdrachten gekregen. De omzet voor het product «instandhouding» is hoger uitgevallen als gevolg van de eerder genoemde budgetaanpassingen.
Balans per 31 december 2014
Omschrijving | Balans 2014 | Balans 2013 |
---|---|---|
Activa | ||
Materiële activa | ||
– grond en gebouwen | 0 | 104.606 |
– gebouwen in aanbouw | 0 | 40.341 |
– transportmiddelen | 0 | 0 |
– overige | 0 | 134 |
Vlottende activa | ||
Onderhanden projecten | 9.630 | 6.984 |
Debiteuren | 435 | 1.627 |
Vorderingen op moederdepartement | 92 | 796 |
Overlopende activa | 35.184 | 1.809 |
Liquide middelen | 23.629 | 40.103 |
Totaal activa | 68.970 | 196.400 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
– exploitatiereserve | 522 | 1.391 |
– verplichte reserve | 0 | |
– onverdeeld resultaat | 5.577 | – 869 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 142.506 |
Voorzieningen | ||
Crediteuren | 22.276 | 7.990 |
Schulden aan moederdepartement | 725 | 1.002 |
Overlopende passiva | 39.870 | 44.380 |
Totaal passiva | 68.970 | 196.400 |
Toelichting op de balans
Materiële activa
De op de balans van de DVD geactiveerde gebouwen zijn in december 2014 tegen boekwaarde verkocht aan het moederdepartement. Dit betreft niet alleen de geactiveerde en vanuit de leenfaciliteit gefinancierde vastgoeddelen op Woensdrecht, Gilze-Rijen en Schiphol, maar ook de bedrijfspanden van de DVD.
De overige materiële vaste activa bestaan uit communicatiemiddelen, inventaris, automatiseringsmiddelen en ondersteunende middelen. De waarderingsgrondslag is in verband met de overgang naar het RVB gewijzigd. Dit heeft geleid tot afwaardering met een negatief effect van € 0,3 miljoen op het resultaat.
Onderhanden projecten
De stand van de onderhanden projecten is gestegen. In de begroting is deze post op nihil gesteld. Omdat er minder projecten zijn afgerond dan verwacht zijn veel uren op onderhanden werk blijven staan. De nadruk heeft door de grote werklast in relatie tot de beschikbare capaciteit op de relatief grote projecten gelegen.
Debiteuren en vorderingen moederdepartement
Het saldo van de debiteuren inclusief vorderingen moederdepartement bedraagt € 0,5 miljoen (2013: € 2,4 miljoen), inclusief een voorziening voor vermoedelijke oninbare vorderingen op derden van € 0,02 miljoen (2013: € 0,1 miljoen).
Ministerie Defensie | 92 |
B/L-diensten Defensie | 61 |
Ministeries & B/L-diensten niet Defensie | 327 |
Derden | 47 |
Stand 31-dec-2013 | 108 |
Dotatie | 791 |
Ontrekking ivm oninbare vorderingen | – 8 |
Vrijval | – 871 |
Stand 31-dec-2014 | 20 |
In verband met de overgang naar het RVB is de grondslag voor bepaling van de voorziening in 2014 aangepast. Vorderingen binnen de rijksoverheid worden in principe niet voorzien. Op basis van individuele beoordeling kan op balansdatum hiervan worden afgeweken.
Overlopende activa
De post «overlopende activa» bedraagt eind 2014 € 35,2 miljoen (2013: € 1,8 miljoen). De verklaring is deels gelegen in de stijging van het te vorderen programmageld (€ 11 miljoen.) en deels in de stijging van de nog te ontvangen bedragen (€ 24,2 miljoen). De stijging ten opzicht van 2013 wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de laatste 2 weken van 2013 geen inkoopfacturen zijn gescand. De stijging van de nog te ontvangen bedragen wordt tevens veroorzaakt door de vordering op het moederdepartement (€ 17,4 miljoen) inzake de overdracht van de DVD panden.
Ministerie Defensie | 29.590 |
B/L-diensten Defensie | 2 |
Ministeries & B/L-diensten niet Defensie | 197 |
Derden | 5.395 |
Liquide middelen
De daling van de liquide middelen is het gevolg van het feit dat er in december 2014 aanzienlijk meer inkoopfacturen zijn betaald, die niet allemaal doorbelast konden worden aan het moederdepartement.
Eigen vermogen
Het resultaat van € 5,6 miljoen in 2014 wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. In het Protocol van Overdracht inzake de overgang van de DVD naar het Ministerie van BZK zijn afspraken gemaakt over het «programmaresultaat» instandhouding van ca. € 0,8 miljoen, dit blijft voor Defensie beschikbaar in het kader van het instandhoudingsprogramma.
De grens voor het eigen vermogen is voor 2014 maximaal € 11,4 miljoen op basis van de ontwikkeling van het eigen vermogen in relatie tot het plafond van 5 procent van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar. Omdat de grens voor het eigen vermogen in 2014 niet is bereikt, vindt er geen afdracht plaats aan het moederdepartement.
Door schattingsfouten in de transitorische posten Instandhouding ultimo 2013 zijn onterecht kosten ten laste van 2014 gekomen. Hierdoor is het resultaat 2014 € 1,2 miljoen lager uitgevallen. Per saldo heeft dit geen effect op de hoogte van het eigen vermogen ultimo 2014.
Leningen
Stand 31-12-2014 | Stand 31-12-2013 | |
---|---|---|
Leningen bij het Ministerie van Financiën | ||
Vermogensconversielening | 0 | 5.180 |
Investeringsleningen | 0 | 137.326 |
Totaal leningen | 0 | 142.506 |
De leningen zijn aan het eind van 2014 in zijn geheel afgelost door het moederdepartement.
Crediteuren
Het saldo van de crediteuren bedraagt € 22,3 miljoen (2013: € 8,0 miljoen). Doordat in de laatste 2 weken van december 2014 alle gescande inkoopfacturen nog zijn verwerkt en klaar zijn gezet voor betaling is de stand ten opzichte van 2013 aanzienlijk gestegen.
Ministerie Defensie | 725 |
B/L-diensten Defensie | 3.113 |
Ministeries & B/L-diensten niet Defensie | 0 |
Derden | 19.163 |
Schulden aan het moederdepartement
Deze post is gedaald van € 1,0 miljoen eind 2013 naar € 0,8 miljoen eind 2014. De daling wordt veroorzaakt doordat in de vergelijkende cijfers 2013 de baten- en lastendiensten van het moederdepartement zijn opgenomen.
Overlopende passiva
Stand 31-12-2014 | Stand 31-12-2013 | |
---|---|---|
Aflossing leningen Ministerie van Financiën | 0 | 3.119 |
Vooruitontvangen bedragen | 10.403 | 10.225 |
Met betrekking tot huidig boekjaar te betalen bedragen | 26.045 | 27.574 |
Te betalen vakantiegelden | 1.641 | 1.698 |
Betalingen onderweg | 0 | 41 |
Te betalen vakantiedagen | 1.781 | 1.723 |
Totaal overlopende passiva | 39.870 | 44.380 |
De overlopende passiva dalen met € 4,5 miljoen tot € 39,9 miljoen eind 2014 (€ 44,4 miljoen in 2013). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de aflossing van de leningen (€ 3,1 miljoen).
Ministerie Defensie | 15.167 |
B/L-diensten Defensie | 379 |
Ministeries & B/L-diensten niet Defensie | 172 |
Derden | 24.152 |
Kasstroomoverzicht
1 | 2 | 3=2–1 | ||
---|---|---|---|---|
Kasstroomoverzicht | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | |
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2014+ stand depositorekeningen | 46.884 | 40.103 | – 6.781 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 4.050 | – 13.553 | – 17.603 |
Totaal investeringen (-/-) | – 26.415 | – 18.742 | 7.673 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 15.000 | 161.446 | 146.446 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 11.415 | 142.704 | 154.119 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | |||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | |||
Aflossingen op leningen (-/-) | – 18.594 | – 145.625 | – 127.031 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 26.415 | 0 | – 26.415 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 7.821 | – 145.625 | – 153.446 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2014+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 47.340 | 23.629 | – 23.711 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Kasstroom uit operationele activiteiten
De liquiditeit uit operationele activiteiten is met € 17,6 miljoen gedaald ten opzichte van de begroting. Dit wordt met name veroorzaakt door de effecten van de sterke toename van overlopende activa en onderhanden projecten. De toename van de overlopende activa wordt voornamelijk veroorzaakt door de vordering op het moederdepartement (€ 17,4 miljoen) inzake de overdracht van de DVD-panden.
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
De investeringen hebben betrekking op de vanuit de leenfaciliteit gefinancierde projecten Woensdrecht, Gilze-Rijen en Schiphol. Het verschil tussen begroting en realisatie wordt veroorzaakt door de overdracht van de leenprojecten en panden aan het moederdepartement in december 2014. Onder de desinvesteringen is tevens de herwaardering van € 0,8 miljoen opgenomen ten gevolge van de overdracht van de DVD panden aan het moederdepartement.
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
De mutatie in de kasstroom uit financieringsactiviteiten is het gevolg van de aflossing van de leningen in december 2014.
Het rekening courant saldo is ten opzichte van de begroting sterk gedaald. Deze daling is het gevolg van de sterke toename van de overlopende activa en de aflossing van de leningen.
Doelmatigheidsparagraaf
Het beeld voor 2014 wordt incidenteel sterk beïnvloed door een reorganisatie die heeft plaatsgevonden in 2014 en een begrote gereduceerde werklast als gevolg van het budgettekort op het product instandhouding. Er werd daarom toen geen inhuur voorzien. Door ophoging van het budget (voorjaarsnota) is de werklast toch beduidend hoger uitgevallen en daarmee ook de behoefte aan externe capaciteit.
Realisatie | Oorspronkelijke begroting | Verschil | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving generieke deel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2014 | |
Vte'n totaal | 1.008 | 849 | 858,5 | 854,1 | 810 | 44,1 |
– waarvan in eigen dienst | 986 | 847 | 838,5 | 818,0 | 810 | 8,0 |
– waarvan inhuur | 22 | 2 | 20 | 36,1 | 36,1 | |
Servicelevels (norm = 80%) | 81% | 74% | 65% | . | 80% | |
Projecttevredenheid (norm = 90%) | 95% | 98% | 95% | 98% | 90% | 8% |
Productiviteit (omzet per medewerker in K€) | 80,7 | 103,7 | 104,6 | 100,8 | 90 | 10,8 |
Saldo baten/lasten als % van totale baten | – 3,5% | 0,6% | – 0,4% | 2,5% | 0,0% | 2,5% |
Omschrijving specifiek deel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2014 | |
Kostprijzen per productgroep | ||||||
Expertise & Advies | 81,96 | 77,25 | 75,95 | 80,28 | 69 | 11,28 |
Verwerving & Afstoting (excl. COVO) | 69,94 | 71,55 | 70,81 | 74,12 | 69 | 5,12 |
COVO | 53,87 | 63 | 63,45 | 65,68 | 58 | 7,68 |
Instandhouding | 63,97 | 64,59 | 61,3 | 62,08 | 52 | 10,08 |
Gemiddeld | 64,18 | 65,07 | 65,07 | 67,34 | 64 | 3,34 |
Omzet per productgroep | ||||||
Expertise & Advies | 9.059 | 8.562 | 7.413 | 5.794 | 6.821 | – 1.027 |
Verwerving & Afstoting (excl. COVO) | 20.394 | 19.106 | 15.366 | 16.791 | 17.300 | – 509 |
COVO | 1.980 | 2.225 | 3.666 | 2.443 | 1.400 | 1.043 |
Instandhouding | 45.262 | 49.813 | 44.770 | 42.219 | 33.400 | 8.819 |
Beveiliging | 0 | |||||
Overig | 1.090 | 2.152 | 2.090 | 62 |
Vte’n totaal
De vte’n zijn uitgedrukt in de gemiddelde sterkte over het jaar. Het aantal vte’n is voor wat betreft de formatieve bezetting een stabiel gegeven. Extra is de inhuur. Dit houdt verband met de hogere werklast als gevolg van de verdubbeling van het instandhoudingsbudget.
Kostprijzen per productgroep
De gemiddelde kostprijs per productgroep is in 2014 incidenteel gestegen ten opzichte van 2013. Dit is het gevolg van de reorganisatie die in 2014 heeft plaatsgevonden.
Omzet per productgroep
In de omzet Verwerving & Afstoting is de mutatie van het onderhanden werk opgenomen. Deze mutatie is opgelopen omdat er relatief veel (kleine) projecten niet zijn afgerond. De prioriteit is gelegd bij grotere projecten. Op de nog niet afgeronde fasen zijn wel uren geschreven.
Servicelevels
Door systeemtechnische oorzaken enerzijds (servicelevels) en organisatorische onvolkomenheden anderzijds (een tweetal reorganisaties) is dit niet gemeten in 2014.
Projecttevredenheid
In de begroting 2014 was het doel gesteld op 90 procent. Dit is gerealiseerd met een score van 98 procent.
Productiviteit
De productiviteit is het quotiënt van de omzet (inclusief mutatie onderhanden projecten en exclusief programmagelden instandhouding, expertise en advies en huisvestings-activiteiten) en de hiervoor benodigde directe vte’n.