Base description which applies to whole site

4.3 Beleidsartikel 3 Taakuitvoering landstrijdkrachten

Algemene doelstelling

De landstrijdkrachten leveren operationeel gerede grondgebonden expeditionaire capaciteit voor nationale en internationale operaties.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang en samenstelling van de landstrijdkrachten en van de mate van gereedheid van grondgebonden eenheden. Voor de grondgebonden capaciteit van de krijgsmacht is het Commando Landstrijdkrachten (CLAS) verantwoordelijk voor het operationeel gereedstellen en in stand houden van de eenheden. De landstrijdkrachten zijn inzetbaar voor zowel expeditionaire als voor nationale taken.

Beleidsconclusie

Het CLAS heeft een bijdrage geleverd aan de drie hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan belangrijke onderdelen van het ambitieniveau van Defensie. Het CLAS heeft in 2014 met diverse onderdelen deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties. De meeste aandacht ging uit naar de grote missies in Mali (MINUSMA) en Afghanistan (Resolute Support). Daarnaast is het nodige personeel uitgezonden ten behoeve van een aantal kleinere missies, zoals de EUTM in Somalië en UNMISS in Sudan. De langdurige inzet van de Patriots in Turkije kon niet langer worden voortgezet. Dit besluit is in 2014 aan de Kamer gecommuniceerd. Daarnaast is zowel gegarandeerde als niet-gegarandeerde capaciteit beschikbaar gesteld voor de uitvoering van structurele nationale taken en bijstand en steunverlening zowel in Nederland als in het Caribische deel van het Koninkrijk. In dit kader heeft de explosieven opruimingsdienst circa 2000 ruimingen uitgevoerd.

Het CLAS heeft niet volledig kunnen voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. Een groot aantal systemen kent al langdurig een lage materiële gereedheid. Ook de situatie bij de (gevechts)ondersteunende eenheden levert beperkingen op voor de inzetbaarheidsdoelstellingen. De tekortkomingen op dit gebied betreffen onder meer bevoorradings- & transportbataljons, CIS, medische ondersteuning en personele capaciteit voor ondersteuning van missies (National Support Element)

Binnen de organisatie van de CLAS werden de voorbereidingen getroffen om de 13e gemechaniseerde brigade om te vormen tot een gemotoriseerde brigade. Deze operatie zal in 2015 een vervolg krijgen. Het CLAS is als eerste krijgsmachtdeel gemigreerd naar het ERP-systeem. De lessen die hieruit zijn getrokken, zijn meegenomen bij de migratie van de andere krijgsmachtdelen. Het effect van de migratie van het CLAS was in 2014 onder meer zichtbaar in de verbeterde realisatie van het materiele exploitatiebudget. Er zijn meer verplichtingen aangegaan voor het inlopen van de achterstanden bij reservedelen voor wapensystemen.

Indicatoren operationele doelstelling

De operationele doelstellingen waaraan het CLAS conform de begroting moet voldoen, zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede (OG) eenheden en voortzettingsvermogen. In onderstaande matrix is per organieke eenheid de realisatie afgezet tegen de doelstellingen.

Realisatie doelstellingen CLAS 2014

Organieke component

Totaal aantal eenheden

Operationeel gerede

(OG) eenheden

(inclusief inzet)

Voortzettingsvermogen

Doelstelling

Realisatie

Doelstelling

Realisatie

NLD deel staf HRF HQ

1

1

1

0

0

NLD deel CIS Battalion

1

1

1

0

0

NLD deel Staff Support Battalion

1

1

1

0

0

Staf

3

1

1

2

2

Verkenningseskadron

2

1

0

1

2

ISTAR Module

5

2

2

3

3

CIMIC Support Element

4

2

2

2

2

Psyops Support Element

4

2

1

2

3

Hoofdkwartier OOCL

1

1

0,5

0

0,5

Staf

1

1

1

0

0

Patriot Fire Unit

3

1

3

2

0

AMRAAM peloton

2

1

0

1

2

Stinger peloton

3

2

0

1

3

Commandotroepencompagnie

4

1,5

2

2,5

2

Gemechaniseerd bataljon

4

1

0

3

4

Luchtmobiel bataljon

3

1

1

2

2

PzH/Mortier batterij

3

2

0

1

3

Pantsergeniecompagnie

4

1

1

3

3

Luchtmobiel geniepeloton

3

1

0

2

3

CIS compagnie

3

1

0

2

3

ROLE 1 Medical Treatment Facility

22

12

7

10

15

Cybercommando

1

1

0

0

1

Staf vuursteuncommando

1

1

0

0

1

Staf geniebataljon

3

1

1,5

2

1,5

Constructiecompagnie

2

1

1

1

1

Brugmodule

2

1

1

1

1

CBRN compagnie

2

1

0,3

1

1,7

EODD ploeg

48

20

31

28

17

Bataljonsstaf National Support Element

2

1

0

1

2

Bataljonsstaf Geneeskundig bataljon

1

0,25

0

0,75

1

Compagniestaf NSE

8

3

1,6

5

6,4

Transportcompagnie

4

2

1

2

3

Zware transportcompagnie

1

0,5

0

0,5

1

Clustercompagnie

2

1

0,5

1

1,5

Dienstencompagnie

1

0,5

0,25

0,5

0,75

Bevoorradingscompagnie

3

1

0

2

3

Herstelpeloton

11

5

3

6

8

ROLE 2 Medical Treatment Facility

4

2

0

2

4

NATRES Bataljon

3

3

3

0

0

Toelichting

Inzet

Gedurende het jaar hebben eenheden van het CLAS deelgenomen aan diverse crisisbeheersingsoperaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 1 Inzet. Het CLAS heeft aan alle inzetopdrachten voldaan.

Operationele gereedheid

Niet alle eenheden van het CLAS hebben kunnen voldoen aan de doelstellingen zoals verwoord in de begroting 2014. De belangrijkste redenen zijn hieronder uiteengezet.

Reorganisaties

Bij een aantal eenheden waren de reorganisaties bij aanvang van 2014 nog niet voltooid. Hierdoor zijn bij OOCL, het geneeskundig bataljon en de herstelpelotons de doelstellingen niet gehaald. Het Cybercommando is gedurende 2014 opgericht.

Materiële inzetbaarheid

Zoals reeds eerder aan de Kamer gemeld, kampte het CLAS in 2014 met achterstanden in de verwerving en tekorten aan reservedelen. Ook het grote aantal missies heeft zijn uitwerking niet gemist op de materiele gereedheid van de middelen en de beschikbaarheid van middelen ten behoeve van oefeningen. Deze combinatie van factoren heeft er voor gezorgd dat bij een aantal eenheden de operationele doelstellingen niet zijn gehaald. De doelstellingen bij het AMRAAM-peloton zijn niet gehaald doordat beschikbare cryptosleutels niet bruikbaar zijn in de daarvoor bestemde dataradio’s en door inzet van personeel bij de Patriot-missie.

Geoefendheid

De geoefendheid bij diverse eenheden van CLAS stond in 2014 onder druk. De belangrijkste oorzaken hiervoor waren de beperkte materiële gereedheid bij een aantal eenheden, de (na-ijleffecten van) reorganisaties of de invoering van nieuwe systemen. Specifiek voor CIS, AMRAAM en Patriot geldt dat door de inzet in Turkije niet het volledige oefenprogramma kon worden doorlopen, waardoor de geoefendheid in de breedte is gedaald.

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Artikel 3 Taakuitvoering Landstrijdkrachten

(bedragen x € 1.000)

Realisatie 2010

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Begroting 2014

Verschil

Verplichtingen

1.349.347

1.261.386

1.273.299

1.175.948

1.290.862

1.105.853

185.009

Uitgaven

1.384.682

1.280.930

1.277.277

1.155.056

1.203.245

1.105.853

97.392

Programma-uitgaven

93.227

76.631

92.598

154.992

139.710

133.670

6.040

Opdracht Gereedstelling en instandhouding Commando LAS

93.227

76.631

92.598

154.992

139.710

133.670

6.040

– waarvan inzet

             

– waarvan gereedstelling

89.408

73.157

89.325

87.150

49.031

52.032

– 3.001

– waarvan instandhouding

3.819

3.474

3.273

67.842

90.679

81.638

9.041

               

Apparaatsuitgaven

1.291.455

1.204.299

1.184.679

1.000.064

1.063.535

972.183

91.352

Staven1

5.857

6.236

7.950

8.098

3.666

13.835

– 10.169

Operationele eenheden Commando LAS 2

1.265.478

1.180.399

1.159.744

991.966

1.059.869

958.348

101.521

Bijdragen aan SSO's3

20.120

17.664

16.985

       
               

Apparaat per uitgavencategorie

1.291.455

1.204.299

1.184.679

1.000.064

1.063.535

972.183

91.352

personele uitgaven

1.026.819

966.045

951.777

931.372

986.631

905.795

80.836

– waarvan eigen personeel

       

939.518

867.504

72.014

– waarvan operationele toelage

       

42.618

38.291

4.327

– waarvan externe inhuur

       

4.495

4.495

materiële uitgaven

264.636

238.254

232.902

68.692

76.904

66.388

10.516

– waarvan bijdragen aan SSO's 4

       

9.151

8.400

751

– waarvan overige exploitatie

       

67.753

57.988

9.765

Apparaatsontvangsten

21.017

21.470

18.346

26.772

21.691

20.523

1.168

1

Formatie van Staf Clas omvat de afdeling Kabinet en Planning & Control.

2

Het Defensiebedrijf Grondgebonden Systemen is in 2012 toegevoegd aan formatie (exploitatie) en in 2013 ook voor de gereedstelling en instandhoudingsbudgetten.

3

Bijdragen aan SSO's zijn in 2013 geconcentreerd bij de ondersteunende diensten DMO en CDC.

4

Shared Service Organisatie Paresto

Toelichting op de financiële instrumenten

De posten met een verschil groter dan € 5,0 miljoen worden hieronder nader toegelicht.

Verplichtingen

De hogere realisatie van de verplichtingen van € 185 miljoen is vooral het gevolg van hogere uitgaven (€ 97,4 miljoen). Deze hogere uitgaven worden hieronder toegelicht.

De overige € 87,6 miljoen hogere verplichtingen zijn het gevolg van een overheveling van verplichtingen van DMO naar het CLAS en van het aangaan van verplichtingen in 2014 met een meerjarige doorwerking naar latere jaren. Deze meerjarige verplichtingen zijn met name voor het inlopen van de achterstanden in de verwerving van reservedelen voor de instandhouding van wapensystemen.

Uitgaven

Programma-uitgaven

De uitgaven voor instandhouding zijn € 9,0 miljoen hoger dan begroot. In 2014 was er sprake van een budgetoverheveling van € 18,5 miljoen voor de onderhoudscontracten van wapensystemen vanuit DMO. Hier staan herschikkingen van het budget binnen de CLAS tegenover van zo’n € 11 miljoen waardoor het instandhoudingsbudget met dit bedrag werd verlaagd.

Apparaatsuitgaven

De apparaatsuitgaven zijn € 91,4 miljoen hoger gerealiseerd dan was begroot. Deze overschrijding komt voor € 80,8 miljoen door hogere personele uitgaven. Het CLAS heeft in totaal € 26,6 miljoen extra uitgegeven als gevolg van de hogere instroom in de ontslagbescherming vanuit het sociaal beleidskader. Hiervan is € 11,1 miljoen gecompenseerd door middel van een budgetoverheveling vanuit de Bestuursstaf. Meer medewerkers dan verwacht hebben gebruik gemaakt van de garantieregeling voor oudere medewerkers kort voor leeftijdsontslag. De vertraging van de reorganisatie bij de Defensie Gezondheidszorg Organisatie (DGO) heeft tot hogere uitgaven geleid bij het CLAS van € 22,7 miljoen. Doordat ook in 2014 nog de herstelpremie aan het ABP moest worden afgedragen is € 8,8 miljoen meer uitgegeven. Daarnaast is er meer uitgegeven aan de operationele toelagen (€ 4 miljoen), door een hogere realisatie van manoefendagen dan gepland. Het CLAS heeft tot slot € 2,4 miljoen uitgekeerd gekregen voor de loonbijstelling ter dekking van de stijging van de sociale lasten. Het resterende verschil (€ 16,3 miljoen) wordt vooral verklaard doordat het instromend personeel hoger is opgeleid en een hogere gemiddelde leeftijd heeft en daardoor hoger wordt ingeschaald. Ook heeft de geplande verjonging van het personeel zich nog niet gematerialiseerd.

De materiële uitgaven zijn € 10,5 miljoen meer dan begroot, wat voornamelijk komt door een interne herverdeling van het budget: € 10 miljoen is overgeheveld van instandhouding naar overige exploitatie en daar gerealiseerd.

Licence