Base description which applies to whole site

Artikel 5: Versterkte kaders voor ontwikkeling

A: Algemene doelstelling

Versterkte kaders voor ontwikkeling door versterkte multilaterale betrokkenheid; de versterking van de cultuur en sportsector in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren; het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederlanden en bijdragen aan migratie en ontwikkeling.

B: Rol en verantwoordelijkheid

De Minister is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • Het bijdragen aan organisaties die een belangrijke systeemfunctie hebben binnen de multilaterale ontwikkelingsarchitectuur.

  • Het plaatsen van structureel circa 75 assistent-deskundigen uit Nederland en ontwikkelingslanden op interessante posities bij multilaterale organisaties.

  • Het verlenen van schuldverlichting in de Club van Parijs, de Wereldbank en de African Development Bank. Het in internationaal verband deelnemen in de kapitaal-aanvullingen van de regionale ontwikkelingsbanken.

  • Het ondersteunen van initiatieven voor versterking van de cultuur en sport sector en voor versterking van het maatschappelijk draagvlak.

  • Het ondersteunen van initiatieven op het vlak van migratie en ontwikkeling.

Stimuleren

  • Het leveren van een bijdrage in relevante fora aan het overleg over de hervorming van de multilaterale ontwikkelingsarchitectuur.

  • Het toezien op de uitvoering door multilaterale organisaties van strategische aanwijzingen die de lidstaten in de VN opstellen.

  • Het bevorderen van meer coherent beleid en samenwerking door multilaterale organisaties op hoofdkantoor- en landenniveau.

  • Het bevorderen dat multilaterale organisaties resultaatgericht werken en hun resultaten zichtbaar maken.

  • Beïnvloeding van de formulering en vaststelling van nieuwe duurzame ontwikkelingsdoelstellingen in het kader van de post 2015 agenda.

  • Het toezien op de uitvoering van een nieuwe ontwikkelingsagenda door multilaterale organisaties.

  • In de betrokken multilaterale instellingen een bijdrage te leveren aan het overleg over schuldhoudbaarheid.

  • Het pleiten voor een gezonde kapitaalpositie van de regionale ontwikkelingsbanken.

  • Het verbinden van culturele en sportieve initiatieven met onderwerpen van internationaal beleid.

  • Het stimuleren dat er rekening wordt gehouden met het belang van ontwikkelingslanden binnen het rijksbrede migratiebeleid.

  • De positieve bijdrage van migratie aan ontwikkeling bevorderen en de negatieve effecten tegengaan.

Regisseren

  • De coördinatie van de rijksbrede multilaterale inzet op het terrein van ontwikkelingssamenwerking.

C: Beleidsconclusies

In 2014 heeft Nederland opnieuw veelvuldig aangedrongen op hervorming van multilaterale organisaties teneinde hun effectiviteit te vergroten. De inzet op de totstandkoming van partnerschappen met de private sector heeft onder meer bij WFP en UNHCR geleid tot enkele interessante initiatieven op dit terrein. Naar aanleiding van de ebola epidemie in West-Afrika heeft Nederland voorts ingezet op versterking van de onderlinge samenwerking van (met name) humanitaire organisaties.

In de post 2015 ontwikkelingsagenda zijn, mede op initiatief van Nederland, de drie elementen van duurzame ontwikkeling opgenomen: sociale, economische en ecologische ontwikkeling. Nederland heeft daarnaast ingezet op opname van doelen voor vrede en veiligheid, gender en SRGR, hetgeen is gelukt.

Op het terrein van migratie en ontwikkeling zijn in 2014 tien nieuwe programma’s gestart. Het gaat hierbij onder meer om programma’s die migranten in Nederland training en coaching aanbieden bij het opzetten van een sociale onderneming in het land van herkomst en een project met als doel vermindering van spanningen tussen Syrische vluchtelingen en gastgemeenschappen in Libanon. Daarnaast zijn vijf nieuwe programma’s gestart ter bevordering van terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit Nederland.

Uit een evaluatie van de NCDO door de IOB blijkt dat de NCDO effectief is in haar kernfuncties van kennisontsluiting en service en daarmee bijdraagt aan maatschappelijke betrokkenheid bij internationale samenwerking. Er is dan ook besloten de subsidierelatie met de NCDO met drie jaar te verlengen. Inzet is daarbij het gefaseerd verzelfstandigen van de platforms OneWorld, SamSam en MyWorld.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 5 Versterkte kaders voor ontwikkeling
(x EUR 1.000)
     

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Vastgestelde begroting 2014

Verschil 2014

Verplichtingen

 

514.319

– 118.106

260.520

425.637

– 165.117

               

Uitgaven:

           
               

Programma-uitgaven totaal

 

301.630

334.920

285.068

79.011

206.057

               
               

5.1

Versterkte multilaterale betrokkenheid

 

206.977

227.589

194.351

189.317

5.034

               
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

           
   

waarvan UNDP

   

27.500

27.500

0

   

waarvan UNICEF

   

19.000

19.000

0

   

waarvan UNIDO

   

1.433

   
   

waarvan middelenaanvulling multilaterale banken en fondsen

   

124.615

124.500

115

   

Kapitaalaanvullingen multilaterale banken en fondsen

   

5.286

0

5.286

   

Speciale multilaterale activiteiten

   

9.261

0

9.261

   

waarvan assistent-deskundigen programma

   

7.256

9.000

– 1.744

               

5.2

Overig armoedebeleid

 

81.327

99.285

82.652

– 119.306

201.958

               
 

Bijdrage (inter) nationale organisaties/subsidies/Opdrachten

           
   

waarvan kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling

   

9.272

7.000

2.272

   

waarvan voorlichting op het terrein van OS

   

14.858

0

14.858

 

Subsidies

           
   

waarvan Prins Claus Fonds

   

3.500

0

3.500

               
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

           
   

waarvan Schuldverlichting

   

47.516

46.200

1.316

   

waarvan Unesco

   

4.433

0

4.433

         

 

nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNP en/of toerekeningen

     

0

– 206.400

206.400

 

koersverschillen

     

3.073

0

3.073

               

5.3

Bijdrage aan migratie en ontwikkeling

 

13.326

8.046

8.065

9.000

– 935

               
 

Subsidies

           
   

diversen

   

2.102

3.100

– 998

               
 

Bijdragen (inter)nationale organisaties

           
   

waarvan UNHCR en IOM

   

4.031

2.800

1.231

               
 

Bijdragen ZBO

           
   

waarvan Dienst terugkeer en vertrek

   

1.931

2.500

– 569

               
 

Ontvangsten

 

51.603

128.321

126.712

86.715

39.997

           

5.20

Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen

 

25.869

59.248

62.426

55.539

6.887

               

5.21

Ontvangsten OS

 

25.734

19.371

64.286

31.176

33.110

               

5.22

Koersverschillen OS

 

0

49.702

0

0

0

E. Toelichting

Verplichtingen

De verlaging van het verplichtingenbudget bestaat uit een saldo van verlagingen en verhogingen. Zoals toegelicht in de Eerste Suppletoire Begroting 2014 is het verplichtingenbudget aanvankelijk verlaagd als gevolg van de kortingen op de bijdragen aan met name een aantal multilaterale instellingen. In de Tweede Suppletoire Begroting 2014 werd het verplichtingenbudget verhoogd vanwege de Nederlandse bijdrage aan de 13e middelenaanvulling van het African Development Fund van de AfDB. Uiteindelijk valt het saldo negatief uit doordat een verwachte verplichting op het gebied van schuldverlichting (IDA17) niet in 2014 is aangegaan.

Uitgaven

Artikel 5.2

De mutatie is met name het gevolg van het parkeerkarakter van dit artikel en is technisch van aard. Wijzigingen in het totale ODA-budget (ten gevolge van BNP-cijfers) evenals aanpassingen in de toerekeningen (onder andere eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen) worden op dit artikel opgevangen. De neerwaartse BNP-bijstelling in 2014 valt in de realisatie weg. Daardoor valt de realisatie op het artikel hoger uit.

Ontvangsten

De meerontvangsten bestaan – zoals toegelicht in de Tweede Suppletoire Begroting 2014 – voor EUR 20 miljoen uit ontvangsten uit restfondsen vanuit trustfunds van de Wereldbank. De overige toename van de diverse ontvangsten OS komt doordat meer restituties op afgeronde OS projecten zijn ontvangen dan eerder geraamd. Het restant van de toename wordt veroorzaakt doordat restituties van garantiebetalingen, door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden uit voorgaande jaren pas in de realisatie op de begroting van BH&OS zijn opgenomen. In eerdere ramingen is hiermee geen rekening gehouden.

Licence