Base description which applies to whole site

Artikel 1. Raad van State

A. Algemene doelstelling

De Raad van State heeft de taak om als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bij te dragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid van een voldoende begroting en het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenaamde beheersafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1

C. Beleidsconclusies

In het kader van het wetsvoorstel organisatie hoogste bestuursrechtspraak hebben de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 17 december 2015 gezamenlijk besloten de Commissie rechtseenheid bestuursrecht in te stellen. Zij willen advies van de commissie over de vraag hoe de rechtseenheid in het bestuursrecht het beste kan worden gewaarborgd, uitgaande van het wetsvoorstel dat nog twee hoogste bestuursrechters kent: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Hoge Raad. De voorzitter van de commissie is prof. mr. M. Scheltema, regeringscommissaris voor de algemene regels van bestuursrecht. Leden zijn de president van de Hoge Raad, de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak en twee hoogleraren.

Met ingang van 1 januari 2014 is de Afdeling advisering als instantie aangewezen die in Nederland is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de begrotingsregels die in Europa zijn afgesproken. Deze functie vloeit voort uit het Stabiliteitsverdrag dat de lidstaten van de Europese Unie (EU) in 2012 hebben gesloten. De Afdeling advisering heeft in september 2014 voor het eerst de begroting beoordeeld in het licht van de Europese begrotingsafspraken. De beoordeling als toezichthouder moet worden onderscheiden van het traditionele advies over de Miljoenennota dat de Raad van State al decennialang uitbrengt. Vanaf 2015 verschijnt de beoordeling van de ontwerpbegroting aan de Europese begrotingsregels als een apart document bij de Miljoenennota.

Gelet op de essentiële stappen in het nationale begrotingsbeleid en op de praktijk die zich in andere Europese landen ontwikkelt, rapporteert de Afdeling advisering ook in het voorjaar. Op 13 april 2015 heeft de Afdeling advisering voor de eerste keer de voorjaarsrapportage Begrotingstoezicht 2015 gepubliceerd.

De Afdeling advisering

Taak van de Afdeling advisering is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen adviesaanvragen. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.

In de onderstaande tabel zijn de realisaties voor de jaren 2012 – 2014 weergegeven. Voor het jaar 2015 is een vergelijking gemaakt tussen ontwerpbegroting en de realisatie (afgedaan).

Tabel 1.1 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)
 

2012

2013

2014

2015

Ontwerpbegroting

2015

Instroom

514

474

488

575

465

Afhandeling

566

444

492

575

452

Toelichting

De aantallen instroom en afhandeling voor het jaar 2015 zijn in lijn met de trend uit de voorgaande jaren.

De Afdeling bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op de meest doelmatige en kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. Tijdigheid, kenbaarheid en voorspelbaarheid en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten.

De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Ruimtelijke-ordeningskamer, de Algemene kamer en de Vreemdelingenkamer.

In de onderstaande tabel is de realisatie van de afhandeling van zaken door de Afdeling bestuursrechtspraak weergegeven. De gemiddelde doorlooptijden van alle afdoeningen (hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen) zijn weergegeven.

Tabel 1.2 Doorlooptijd in weken
 

Norm doorlooptijd

Realisatie 2014 gemiddelde doorlooptijd

Realisatie 2015 gemiddelde doorlooptijd

Ruimtelijke-ordeningskamer

52

29

29

Algemene kamer

40

30

30

Vreemdelingenkamer

23

13

15

Totaal bestuursrechtspraak

 

21

22

Tabel 1.3 Instroom en afhandeling van zaken van de Afdeling bestuursrechtspraak
(Hoofdzaken en Voorlopige Voorzieningen)
 

2012

2013

2014

2015

2015

2015

 

Afgedaan

Afgedaan

Afgedaan

Ontwerpbegroting

Ingekomen

Afgedaan

Ruimtelijke-ordeningskamer

1.841

1.971

2.215

1.950

1.725

2.258

Algemene kamer

3.717

3.821

3.941

3.800

3.740

3.688

Vreemdelingenkamer

8.060

8.423

6.650

7.880

5.427

5.853

Totaal bestuursrechtspraak

13.618

14.215

12.806

13.630

10.892

11.799

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 Raad van State

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2011

2012

2013

2014

Realisatie 2015

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2015

Verschil 2015

Verplichtingen:

63.806

59.949

59.254

58.577

59.570

59.034

536

                 

Uitgaven:

65.264

59.863

58.990

58.521

59.502

59.034

468

                 

1.3

Raad van State

65.264

59.863

58.990

58.521

59.502

59.034

468

                 

Ontvangsten:

2.858

2.686

2.987

2.560

2.017

1.950

67

E. Toelichting artikelonderdelen

De gerealiseerde uitgaven op het begrotingsartikel van de Raad van State zijn € 0,468 mln. hoger dan de in de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Deze uitgavenstijging is veroorzaakt door de toegenomen kosten ten behoeve van het beheer van systemen die het digitaal werken in het primair proces zullen ondersteunen. Deze uitgaven bestaan uit licentiekosten, eenmalige hardware-uitbreidingen en de externe inhuur van externe beheerspecialisten.

De ontvangen griffierechten zijn lager dan geraamd. Dit is het gevolg van een nieuwe lijn ten aanzien van de vrijstelling van griffierecht bij rechtszoekenden die een inkomen onder een bepaalde grens hebben. De overige ontvangsten waren iets hoger dan geraamd, zodat er per saldo een kleine meevaller in de ontvangsten was.

In de onderstaande tabel wordt de verdeling van de gerealiseerde apparaatsuitgaven weergegeven.

Specificatie apparaatsuitgaven

(bedragen x € 1.000)

Apparaat

2015

Personeel

Eigen personeel

48.600

Externe inhuur

2.133

Overig personeel

560

Materieel

Overig materieel

8.209

Totaal apparaat

59.502

1

Comptabiliteitswet, artikel 19.

Licence