Artikel
Algemene doelstelling
Het stelsel van hoger onderwijs en onderzoek zorgt dat studenten en (wetenschappelijk) personeel hun talenten en onderzoekend vermogen maximaal kunnen ontwikkelen. Het leidt hen op voor een positie op de nationale en internationale arbeidsmarkt die optimaal aansluit bij hun talenten.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel van hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en ambities van individuele studenten en (wetenschappelijk) personeel, en bij de behoefte van de maatschappij.
Financieren: De Minister financiert het stelsel van hoger onderwijs en onderzoek door bekostiging van de onderwijsinstellingen. Mede hierdoor wordt de toegankelijkheid van het hoger onderwijs gewaarborgd.
Stimuleren: De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen via de bekostiging, en de inzet van andere instrumenten, zoals prestatieafspraken, bestuurlijke afspraken, voorlichting en wet- en regelgeving.
Regisseren: De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hoger onderwijs vult de Minister in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving. De kwaliteit van de individuele opleidingen in het hoger onderwijs wordt bewaakt met het accreditatiestelsel. Dit is belegd bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO). De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften en op de recht- en doelmatigheid. Zij ziet ook toe op de kwaliteit van het stelsel van hoger onderwijs, waaronder ook het accreditatiestelsel.
Indicatoren/kengetallen
Doelstelling/indicator | Basiswaarde (jaartal) | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Streefwaarde (jaartal) | Bron | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Ambitieus onderwijs dat alle leerlingen en studenten uitdaagt | ||||||
a) | Alle leerlingen en studenten worden uitgedaagd | ||||||
• | Percentage studenten dat tevreden is over uitdagend onderwijs | (2011) | (2014) | (2015)1 | Studentenmonitor Hoger Onderwijs | ||
hbo: 59% | hbo: 54% | hbo: 54% | |||||
wo: 69% | wo: 65% | wo: 66% | |||||
b) | Vergroten studiesucces | ||||||
• | Bachelor studiesucces (n+1) van herinschrijvers na het eerste jaar | (2011) | (2014) | DUO | |||
hbo: 65,7% | hbo: 60,4% | 60,5% | |||||
wo: 60,9% | wo: 70,4% | 72,8% | |||||
2 | Scholen en instellingen werken met goed opgeleide en professionele leraren en schoolleiders die samen zorgen voor een veilig en ambitieus leerklimaat | ||||||
a) | Vergroten kwaliteit leraren en schoolleiders | ||||||
• | Aandeel leraren met een afgeronde hbo of wo masteropleiding3 | (2011) | (2013) | (2016) | |||
hbo: 66,2% | hbo: 72,2% | 80% | POMO | ||||
3 | Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk en worden aangesproken op hun prestaties | ||||||
• | Studenten-tevredenheid | (2011) | (2014) | Nationale Studenten Enquête (NSE) | |||
hbo: 65,6% | hbo: 69,9% | hbo: 73,3% | |||||
wo: 80,1% | wo: 81,4% | wo: 83,9% | |||||
4 | Aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt verbeteren | ||||||
• | Aandeel afgestudeerden bètatechniek incl. snijvlakopleidingen | (2012) | (2014) | (2015) | (2016) | DUO | |
hbo: 18% | hbo: 19%5 | hbo: 18% | hbo: 19% | ||||
wo: 21% | wo: 22% | wo: 23% | wo: 22% |
De ingezette cultuuromslag bij de instellingen, waarin uitblinken en talentontwikkeling worden gestimuleerd, lijkt in het wo effect te hebben, maar in het hbo nog niet. In het kader van de Strategische Agenda Hoger Onderwijs en Onderzoek 2015–2025 «De waarde(n) van weten», die in juli 2015 is gepresenteerd, zal met de sector in gesprek worden gegaan over de manier waarop hier verdere invulling aan kan worden gegeven, opdat studenten verbetering gaan ervaren.
Hier geen landelijk streefdoel omdat er prestatieafspraken per instelling zijn gemaakt. Zie verder de brief van 21 april 2015 over de voortgang van de prestatieafspraken.
Voor het hbo betreft dit het aandeel docenten met een afgeronde master- of PhD-opleiding. De indicator is gebaseerd op een enquête die maar eenmaal in de twee jaar wordt gehouden. De waarde voor de enquête van 2015 zal begin 2017 beschikbaar zijn.
(aantallen x 1.000) | 2010/11 | 2011/12 | 2012/13 | 2013/14 | 2014/15 | 2015/16 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Ingeschreven studenten (exclusief groen onderwijs) | |||||||
• | hbo voltijd bachelor | 343,9 | 354,3 | 358,5 | 377,1 | 385,6 | 382,7 | |
• | hbo voltijd master | 2,7 | 2,7 | 2,8 | 3,1 | 3,3 | 3,2 | |
• | hbo deeltijd bachelor | 53,7 | 51,3 | 44,6 | 41,9 | 38,0 | 36,3 | |
• | hbo deeltijd master | 10,8 | 9,4 | 8,2 | 8,5 | 8,6 | 8,8 | |
Totaal hbo | 411,1 | 417,7 | 414,1 | 430,5 | 435,5 | 431,0 | ||
• | wo voltijd bachelor | 150,1 | 152,9 | 147,2 | 150,9 | 153,5 | 153,7 | |
• | wo voltijd master | 74,4 | 76,1 | 79,2 | 83,9 | 86,5 | 90,7 | |
• | wo deeltijd bachelor | 5,2 | 4,2 | 2,9 | 2,4 | 2,0 | 1,8 | |
• | wo deeltijd master | 5,6 | 4,8 | 4,0 | 4,0 | 3,7 | 3,4 | |
Totaal wo | 235,3 | 237,9 | 233,3 | 241,2 | 245,7 | 249,7 | ||
Bron: 1 cijferho | ||||||||
2. | Gediplomeerden (exclusief groen onderwijs) | |||||||
• | hbo voltijd bachelor | 50,9 | 53,9 | 49,9 | 52,1 | 55,6 | ||
• | hbo voltijd master | 1,1 | 1,2 | 1,1 | 1,2 | 1,3 | ||
• | hbo deeltijd bachelor | 9,3 | 9,7 | 8,0 | 7,3 | 6,7 | ||
• | hbo deeltijd master | 3,7 | 3,4 | 2,4 | 2,4 | 2,2 | ||
Totaal hbo | 64,9 | 68,2 | 61,4 | 63,1 | 65,8 | |||
• | wo voltijd bachelor | 27,3 | 32,2 | 30,8 | 30,8 | 32,6 | ||
• | wo voltijd master | 32,9 | 37,0 | 33,8 | 35,6 | 37,2 | ||
• | wo deeltijd bachelor | 0,7 | 0,7 | 0,5 | 0,4 | 0,3 | ||
• | wo deeltijd master | 1,8 | 1,9 | 1,4 | 1,3 | 1,4 | ||
Totaal wo | 62,7 | 71,9 | 66,5 | 68,2 | 71,4 | |||
Bron: 1cijferho | ||||||||
(bedragen x € 1.000) | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | ||||
3. | Onderwijsuitgaven per student | |||||||
• | hbo | 6,4 | 6,5 | 6,6 | 6,6 | |||
• | wo | 6,4 | 6,8 | 6,7 | 6,8 | |||
(bedragen x € 1) | 2014/15 | |||||||
4. | Wettelijk collegegeld (hbo en wo voltijd) | 1.906 |
Toelichting:
-
1. De cijfers kunnen iets afwijken van eerder gepubliceerde cijfers vanwege mutaties in inschrijvingsgegevens van voorgaande jaren. Daarnaast zijn bij het wo met terugwerkende kracht ook de vier levensbeschouwelijke instellingen en de transnationale Universiteit Limburg meegeteld.
-
2. Onderwijsuitgaven per student zijn in constante prijzen 2015 (dat wil zeggen gecorrigeerd voor de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling).
Beleidsconclusies
Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals opgenomen in de begroting. Zo is de Strategische Agenda hoger onderwijs en onderzoek «De waarde(n) van weten» verschenen, zijn er flinke stappen gezet in de doorontwikkeling van het accreditatiestelsel, zijn de subsidieregelingen voor de experimenten en de pilots gericht op versterking van de flexibiliteit en vraaggerichtheid van het deeltijd hoger onderwijs (die in 2016 van start gaan) gepubliceerd en zijn de inschrijvingen ontvangen, is het Holland Scholarship ter bevordering van internationale mobiliteit gelanceerd en heeft de eerste tranche van de stimuleringsregeling open en online hoger onderwijs plaatsgevonden. In het beleidsverslag wordt de stand van zaken van deze ontwikkelingen nader beschreven. Er zijn geen grote afwijkingen of een noodzaak tot bijstelling aan het licht gekomen. Wel is in tegenstelling tot de inzet, in de sector Zorg & Welzijn in 2016 geen experiment vraagfinanciering gestart. Er wordt een aanjager aangesteld gericht op uitbreiding van de experimenten naar de sector Zorg & Welzijn in 2017, en ook verdere groei van deelname in de sector Techniek & ICT (zie brief van 22 januari 2016).
In het onderdeel realisatie beleidsdoorlichtingen in het beleidsverslag wordt ingegaan op de beleidsdoorlichting «Prestaties van leerlingen en studenten omhoog».
Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2015 | 2015 | |||
Verplichtingen | 2.503.819 | 2.630.999 | 2.773.137 | 2.961.392 | 2.874.883 | 2.778.940 | 95.943 | ||
Waarvan garantieverplichtingen | 40.000 | 153.459 | 30.850 | 26.789 | 25.983 | 25.983 | |||
Uitgaven | 2.509.283 | 2.543.058 | 2.610.870 | 2.732.897 | 2.811.099 | 2.770.109 | 40.990 | ||
Bekostiging | 2.466.582 | 2.491.890 | 2.568.770 | 2.688.138 | 2.756.130 | 2.720.998 | 35.132 | ||
• | Hoofdbekostiging | 2.466.582 | 2.439.659 | 2.409.651 | 2.518.043 | 2.578.000 | 2.544.885 | 33.115 | |
– | Onderwijsdeel hbo | 2.384.034 | 2.358.218 | 2.333.833 | 2.445.854 | 2.507.785 | 2.474.148 | 33.637 | |
– | Deel ontwerp en ontwikkeling | 69.748 | 68.605 | 68.693 | 69.201 | 70.046 | 69.253 | 793 | |
– | Bekostiging tweede bachelor- en mastergraden in het hbo | 1.219 | 1.303 | 1.097 | |||||
– | Bekostiging experimenten open bestel | 10.705 | 10.611 | 5.456 | 2.537 | ||||
– | Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo | 876 | 922 | 573 | 451 | 169 | 1.484 | – 1.315 | |
• | Prestatiebox | 0 | 52.231 | 159.119 | 170.095 | 178.130 | 176.113 | 2.017 | |
– | Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering | 52.231 | 159.119 | 170.095 | 178.130 | 176.113 | 2.017 | ||
Subsidies | 28.186 | 30.425 | 23.671 | 752 | 3.798 | 375 | 3.423 | ||
– | Regeling bevordering kennisfunctie hogescholen | 12.055 | 22.267 | 19.967 | |||||
– | Regeling stimulering Bèta/techniek | 0 | 2.758 | 0 | 2.758 | ||||
– | Studiekeuze-informatie hoger onderwijs | 2.400 | 2.455 | 2.475 | |||||
– | Overig | 13.731 | 5.703 | 1.229 | 752 | 1.040 | 375 | 665 | |
Opdrachten | 559 | 353 | 91 | 242 | 271 | 100 | 171 | ||
– | Uitbesteding | 559 | 353 | 91 | 242 | 271 | 100 | 171 | |
Bijdragen aan agentschappen | 13.956 | 20.390 | 18.338 | 17.851 | 17.613 | 16.916 | 697 | ||
– | Dienst Uitvoering Onderwijs | 13.956 | 20.390 | 18.338 | 17.851 | 17.613 | 16.916 | 697 | |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 23.616 | 31.096 | 29.529 | 1.567 | ||
– | NWO (Praktijkgericht onderzoek hbo) | 23.616 | 28.696 | 27.154 | 1.542 | ||||
– | NWO (Promotiebeurs voor leraren) | 2.400 | 2.375 | 25 | |||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 0 | 0 | 2.298 | 2.191 | 2.191 | 0 | ||
– | Stichting Studiekeuze 123 | 2.298 | 2.191 | 2.191 | 0 | ||||
Ontvangsten | 3.948 | 8.646 | 6.447 | 2.615 | 1.288 | 1.213 | 75 |
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2015 | 2015 | |||
Verplichtingen | 3.946.917 | 4.028.132 | 4.180.059 | 4.293.686 | 4.235.203 | 4.126.980 | 108.223 | ||
Waarvan garantieverplichtingen | 35.000 | 104.400 | 0 | ||||||
Uitgaven | 3.954.885 | 3.984.999 | 4.065.742 | 4.152.113 | 4.210.383 | 4.139.632 | 70.751 | ||
Bekostiging | 3.888.292 | 3.930.849 | 4.015.082 | 4.115.685 | 4.178.621 | 4.108.307 | 70.314 | ||
• | Hoofdbekostiging | 3.888.292 | 3.904.174 | 3.895.816 | 3.986.790 | 4.042.961 | 3.974.053 | 68.908 | |
– | Onderwijsdeel wo | 1.592.895 | 1.611.971 | 1.588.295 | 1.641.970 | 1.675.277 | 1.628.730 | 46.547 | |
– | Onderzoeksdeel wo | 1.705.386 | 1.706.967 | 1.707.703 | 1.730.563 | 1.750.117 | 1.728.754 | 21.363 | |
– | Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek | 585.754 | 581.042 | 595.447 | 614.257 | 617.567 | 616.569 | 998 | |
– | Bekostiging tweede mastergraden in het wo | 4.257 | 4.194 | 4.371 | |||||
• | Prestatiebox | 0 | 26.675 | 119.266 | 128.895 | 135.660 | 134.254 | 1.406 | |
– | Onderwijskaliteit en studiesucces, en profilering | 26.675 | 119.266 | 128.895 | 135.660 | 134.254 | 1.406 | ||
Subsidies | 39.721 | 26.218 | 22.684 | 10.067 | 4.709 | 4.954 | – 245 | ||
– | Subsidieregeling Sirius programma | 10.929 | 11.543 | 10.302 | 5.443 | 1.726 | 2.407 | – 681 | |
– | Subsidieregeling Huygens Scholarship Programme | 10.351 | |||||||
– | Subsidieregeling Libertas Noodfonds | 1.000 | 765 | 745 | 605 | 265 | 265 | 0 | |
– | 3TU’s samenwerking | 6.066 | 6.000 | 3.500 | 1.500 | ||||
– | Subsidieregeling Programma Akademie assistenten | 954 | 957 | ||||||
– | Toetsing en Toetsgestuurd leren | 2.426 | 2.426 | 2.260 | |||||
– | Overig | 7.995 | 4.527 | 5.877 | 2.519 | 2.718 | 2.282 | 436 | |
Opdrachten | 1.625 | 1.630 | 1.584 | 1.240 | 1.374 | 1.362 | 12 | ||
– | Uitbesteding | 1.625 | 1.630 | 1.584 | 1.240 | 1.374 | 1.362 | 12 | |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 3.270 | 3.986 | 3.878 | 3.769 | 4.032 | 3.673 | 359 | ||
– | Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) | 3.270 | 3.986 | 3.878 | 3.769 | 4.032 | 3.673 | 359 | |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 21.977 | 22.316 | 22.514 | 21.352 | 21.647 | 21.336 | 311 | ||
– | Organisaties excl. NVAO, SKI 123, PBT en SURF | 21.977 | 22.316 | 22.514 | 21.352 | 21.647 | 21.336 | 311 | |
Ontvangsten | 25.117 | 114 | 963 | 10.426 | 592 | 16 | 576 |
Toelichting op de financiële instrumenten
Bekostiging
De bekostiging van het hoger onderwijs en onderzoek bestaat uit de hoofdbekostiging en de middelen voor onderwijskwaliteit en studiesucces en profilering (prestatiebox). De bekostiging is voor het hbo met € 35,1 miljoen en voor het wo met € 70,3 miljoen verhoogd. Dit betreft:
-
– Aanpassing op basis van de nieuwe raming van studentenaantallen (hbo + € 18,9 miljoen en wo + € 30,4 miljoen);
-
– De loon- (werkgeverslasten) en prijsbijstelling 2015 en de toevoeging van de kabinetsbijdrage voor 2015 voor de Loonruimte-overeenkomst publieke sector (in totaal voor het hbo + € 31,2 miljoen en voor het wo + € 37,5 miljoen);
-
– Een intertemporele compensatie (hbo – € 9,4 miljoen en wo – € 1,0 miljoen) om de beschikbare budgetten voor Flexibel hoger onderwijs voor volwassenen in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven;
-
– Diverse kleinere mutaties voor onder andere onderzoek en lerarenbeleid (hbo – € 5,6 miljoen en wo + € 3,4 miljoen).
Hoofdbekostiging
Universiteiten (wo) en hogescholen (hbo) ontvangen bekostiging voor onderwijs en onderzoek. De rijksbijdrage wordt jaarlijks aan de universiteiten en hogescholen toegekend als een lumpsum. De rijksbijdrage is gebaseerd op de WHW. In het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en de Regeling financiën hoger onderwijs zijn de bepalingen, bedragen en percentages opgenomen op basis waarvan de rijksbijdrage wordt berekend.
Onderwijsdeel hbo en wo
Universiteiten en hogescholen ontvangen een rijksbijdrage vanwege onderwijs. De rijksbijdrage is gebaseerd op de nominale studieduur van de opleiding en het volgen en succesvol afronden van één bachelor- en één masteropleiding. Het onderwijsdeel bestaat uit:
-
a. een studentgebonden deel: gebaseerd op het aantal ingeschreven bekostigde studenten en graden (diploma’s), er zijn drie bekostigingsniveaus (laag, hoog en top),
-
b. een onderwijsopslag in bedragen: bedragen op basis van afspraken voor kwaliteit, kwetsbare opleidingen en bijzondere voorzieningen, en
-
c. een onderwijsopslag als percentage.
Deel Ontwerp en ontwikkeling hbo en Onderzoeksdeel wo
Hogescholen ontvangen een rijksbijdrage vanwege ontwerp en ontwikkeling (praktijkgericht onderzoek). Universiteiten ontvangen een rijksbijdrage vanwege het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Het onderzoeksdeel wo is gebaseerd op:
-
a. een studentgebonden deel: gebaseerd op het aantal bekostigde graden,
-
b. een deel promoties: gebaseerd op het aantal promoties leidend tot een proefschrift en het aantal ontwerpcertificaten,
-
c. een voorziening onderzoek in bedragen: bedragen op basis van afspraken over onder andere sectorplannen en zwaartekracht, en
-
d. een voorziening onderzoek in percentages.
Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek
De bekostiging van het onderwijs en onderzoek bij de acht academische ziekenhuizen loopt via de universiteiten. Hier kunnen studenten geneeskunde onderwijs volgen en praktijkervaring opdoen. De rijksbijdrage bestaat uit een deel dat is gebaseerd op het aantal ingeschreven studenten en graden, een procentueel deel en een bedrag vanwege rente en afschrijving (voor huisvesting).
Bekostiging experimenten open bestel hbo
De experimenten open bestel zijn in 2014 afgerond. De eindevaluatie is op 16 januari 2015 aan de Tweede Kamer aangeboden. Bij de experimenten open bestel kwamen niet-bekostigde opleidingen tijdelijk in aanmerking voor bekostiging. Zoals in de brief aan de Tweede Kamer aangegeven, leiden de experimenten open bestel vanwege de beperkte uitkomsten niet tot aanpassingen in de wetgeving. Wel is er aanleiding om verder te experimenteren, met als doel de vraaggerichtheid van het aanbod van met name deeltijdonderwijs verder te versterken. Dit zal gebeuren in de experimenten met vraagfinanciering en de pilots gericht op flexibilisering, die in 2016 van start gaan. Hierbij zullen de lessen uit de experimenten open bestel worden benut.
Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo
De middelen zijn ingezet voor de afwikkeling van de tijdelijke financiering van (eerder goedgekeurde) arbeidsmarktrelevante hbo-masters in prioritaire gebieden.
Prestatiebox
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering hbo en wo
Voor de periode 2013–2016 ontvangen hogescholen en universiteiten prestatiebekostiging op basis van individuele prestatieafspraken (zie ook de Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap «Kwaliteit in verscheidenheid» en de Hoofdlijnenakkoorden OCW-Vereniging Hogescholen en OCW-VSNU). In het Besluit Experiment prestatiebekostiging hoger onderwijs is bepaald hoe de omvang van de prestatiebekostiging per instelling wordt vastgesteld. De afspraken zijn gemaakt op basis van concrete indicatoren.
Subsidies
Subsidieregeling stimulering Bèta/techniek (hbo)
Hiermee wordt de ontwikkeling van drie Centres of Expertise (CoE’s) hbo gefinancierd, naast de zeventien CoE’s waarvan de ontwikkeling gefinancierd wordt uit de middelen voor profilering. De CoE’s, die met cofinanciering van bedrijven en instellingen tot stand komen, zijn gericht op toponderwijs, toponderzoek en innovaties. Uitgangpunt hierbij is 25% financiering uit het werkveld, 25% van onderwijsinstellingen en 50% profileringsbekostiging. Het budget is per saldo met € 2,8 miljoen verhoogd. Dit betreft een naar beleidsartikel 6 (hbo) overgeboekte aandeel van beleidsartikel 4 (mbo) voor de Centra voor innovatief vakmanschap (€ 1,1 miljoen), een intertemporele compensatie binnen beleidsartikel 6 (hbo) gepleegd om de beschikbare budgetten voor het Sectorplan mbo-hbo techniek in overeenstemming te brengen met de beoogde uitgaven (voor 2015 + € 1,6 miljoen) en de loon- (werkgeverslasten) en prijsbijstelling 2015 (+ € 0,1 miljoen).
Subsidieregeling Sirius programma (hbo en wo)
Om meer inzicht te krijgen in de wijze waarop excellentie in het hoger onderwijs gerealiseerd kan worden is tot en met 2011 aan verschillende meerjarige projecten een subsidie toegekend voor de bachelorfase. Daarnaast is in 2010 een subsidie toegekend aan zes universiteiten voor projecten in de masterfase. De projecten werden uitgevoerd in de periode 2008–2014, in 2015 zijn de resultaten beschikbaar gekomen in het overall auditrapport. Uit de eindrapportage van het excellentieprogramma Sirius blijkt dat er een cultuuromslag teweeg is gebracht, naar meer uitdagend en intensief onderwijs, en het draagvlak bij studenten en docenten groot is.
Subsidieregeling Libertas Noodfonds (hbo en wo)
Het Libertas Noodfonds is er voor studenten die niet in hun land van herkomst kunnen (blijven) studeren, omdat vanwege politieke redenen hen het studeren onmogelijk wordt gemaakt of zij daarin ernstig worden belemmerd. In 2015 waren er geen landen aangewezen waarvan ingezetenen een beroep konden doen op het Libertas Noodfonds. De middelen hebben betrekking op de afwikkeling van eerder toegekende financiële steun aan studenten uit Zimbabwe en Wit-Rusland (deze landen waren eerder aangewezen).
Overig (hbo en wo)
Bij dit financiële instrument zijn afzonderlijk voor de sectoren hbo en wo overige toekenningen opgenomen die gelijk dan wel kleiner zijn dan € 1 miljoen.
Opdrachten
Uitbesteding (hbo en wo)
Voor de beleidsontwikkeling worden opdrachten verstrekt voor het uitvoeren van diensten. Het gaat hierbij met name om opdrachten voor beleidsgericht onderzoek.
Bijdrage aan agentschappen
DUO
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor deze begrotingsartikelen.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)
De NVAO is als onafhankelijke, binationale accreditatieorganisatie opgericht door de Nederlandse en Vlaamse overheid en geeft een deskundig en objectief oordeel over de kwaliteit van het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. Het betreft hier de bijdrage die de Nederlandse overheid rechtstreeks aan de NVAO heeft vergoed voor de uitvoering van haar taken.
NWO
Praktijkgericht onderzoek hbo: Van hogescholen wordt verwacht dat zij een centrale rol in de Nederlandse en internationale kennisinfrastructuur vervullen. Voor praktijkgericht onderzoek hebben hogescholen direct toegang tot de competitieve onderzoekgeldstroom voor het hbo: het RAAK-programma (voormalige Regeling bevordering kennisfunctie hogescholen). De middelen voor het RAAK-programma zijn vanaf 2014 ingebed bij NWO. Het budget voor 2015 is met € 1,5 miljoen verhoogd, vanwege bijdragen van de Ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu aan het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA voor het uitvoeren van onderzoek (+ € 1,3 miljoen) en loon- en prijsbijstelling 2015 (+ € 0,2 miljoen).
Promotiebeurs voor leraren: Leraren in het po, vo, mbo en hbo worden in staat gesteld om onderzoek te verrichten dat uitmondt in een proefschrift. De leraren krijgen, met behoud van salaris, vijf jaar lang twee dagen per week vrij om te werken aan onderzoek. Het verstrekken van de beurzen geschiedt via de bekostiging van NWO.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Het betreft hier de (structurele) bekostiging van organisaties die beleidsmatig prioritaire taken uitvoeren, ofwel activiteiten uitvoeren die betrekking hebben op de belangenbehartiging van studenten, ofwel taken uitvoeren die voortkomen uit verdragsrechtelijke verplichtingen.
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen met name terugvorderingen bij instellingen en andere subsidieontvangers als gevolg van eindafrekeningen van toegekende subsidies.
Artikel