Artikel
Algemene doelstelling
Bevorderen van internationale samenwerking en uitwisseling ter ondersteuning en versterking van de kwaliteit van onderwijs, cultuur en wetenschap en ter verdere ontwikkeling van internationale competenties van lerenden, docenten, kunstenaars en wetenschappers.
Rol en verantwoordelijkheid
Stimuleren: Bij het uitvoeren van de algemene doelstelling ligt de nadruk op het zoveel mogelijk stimuleren en ondersteunen van instellingen en burgers om zich op een internationale omgeving te oriënteren. Daartoe zorgt de Minister vanuit haar stelselverantwoordelijkheid voor de benodigde internationaal-bestuurlijke randvoorwaarden, bijvoorbeeld door afspraken te maken over wederzijdse beroepserkenning, kwaliteitszorg en grensverkeer en door de uitwisseling van best practices. De Minister opereert hierbij binnen multilaterale kaders als de Europese Unie, OESO en de Unesco en andere – vaak daarbij aangesloten – organisaties, alsmede via bilaterale contacten, verdragen, Memorandums of Understanding, etc. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van stimuleringsmaatregelen in de vorm van fondsen en beurzen en worden faciliterende en uitvoerende instanties gefinancierd, zoals EP-Nuffic, Neth-ER en het Duitsland Instituut Amsterdam. De bevordering van internationale samenwerking is ondersteunend aan de beleidsdoelstellingen van OCW. De voorgenomen activiteiten zijn dan ook voor een belangrijk deel opgenomen in de betreffende beleidsartikelen.
De internationale activiteiten van OCW geven tenslotte mede-ondersteuning aan de doelstellingen en ambities van het bredere buitenlandse beleid, specifiek op de terreinen van OCW.
Indicatoren/kengetallen
Internationale – ondersteunende – maatregelen laten zich moeilijk vangen in «harde» cijfers en beleidsconclusies. In gevallen waar dit wel mogelijk is, bijvoorbeeld bij de bevordering van in- en uitgaande studiemobiliteit of bij de bevordering van culturele activiteiten in het buitenland, zijn relevante cijfers te volgen op Trends in Beeld en Onderwijs in Cijfers. Uit deze cijfers blijkt bijvoorbeeld dat in het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (wo) het aantal Nederlandse studenten dat naar het buitenland gaat om een volledige studie te behalen is toegenomen. Ook is te zien dat in het primair onderwijs (po) zowel het aantal deelnemende scholen als deelnemende leerlingen dat deelneemt aan vroeg vreemdetalenonderwijs de afgelopen jaren is toegenomen.
Beleidsconclusies
Bij de ten uitvoerlegging van de in de begroting opgenomen voornemens zijn er geen bijzondere ontwikkelingen opgetreden die een aanpassing of afwijking van die voornemens noodzakelijk maakten. Zoals voorgenomen zijn het Europees Platform en Nuffic in 2015 gefuseerd en de nieuwe organisatie heet nu EP-Nuffic.
Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | HGIS realisatie | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2015 | 2015 | 2015 | |||
Verplichtingen | 12.591 | 7.312 | 8.673 | 13.973 | 14.645 | 6.582 | 8.063 | 865 | ||
Uitgaven | 16.543 | 16.215 | 15.704 | 12.330 | 12.669 | 11.235 | 1.434 | 810 | ||
Subsidies | 1.641 | 1.345 | 1.422 | 1.297 | 1.559 | 1.739 | – 180 | 135 | ||
– | Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) | 800 | 732 | 842 | 773 | 724 | 725 | – 1 | ||
– | Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) | 500 | 450 | 450 | 450 | 600 | 600 | 0 | ||
– | Frans-Nederlandse academie (FNA) | 194 | 114 | 20 | 0 | 0 | 0 | |||
– | Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur | 147 | 49 | 130 | 24 | 135 | 364 | – 229 | 135 | |
– | Overige incidentele subsidies | 30 | 100 | 50 | 50 | |||||
Opdrachten | 140 | 283 | 262 | 6 | 359 | 205 | 154 | 0 | ||
– | Beleidsonderzoek en benchmarking | 18 | 143 | 153 | 6 | 33 | 100 | – 67 | ||
– | Incidentele Internationale activiteiten | 122 | 140 | 109 | 22 | 105 | – 83 | |||
– | EU-Voorzitterschap | 304 | 0 | 304 | ||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 14.262 | 14.087 | 13.520 | 10.577 | 10.301 | 8.841 | 1.460 | 225 | ||
– | OCW-vertegenwoordiging in het buitenland | 1.549 | 1.777 | 1.631 | 141 | 135 | 135 | 0 | 135 | |
– | Europees Platform (EP Nuffic) | 5.677 | 5.410 | 5.455 | 4.690 | 3.505 | 3.485 | 20 | ||
– | Nederlandse Taalunie | 3.287 | 3.124 | 3.179 | 3.224 | 4.140 | 2.640 | 1.500 | ||
– | Europa College Brugge | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 | 30 | 0 | ||
– | Unesco | 20 | 40 | 8 | 0 | 20 | – 20 | |||
– | OESO CERI | 74 | 73 | 70 | 67 | 69 | 76 | – 7 | ||
– | Fulbright Center | 408 | 408 | 408 | 388 | 368 | 368 | 0 | ||
– | DCICC | 90 | 90 | 90 | 90 | 90 | 90 | 0 | 90 | |
– | Stichting Ons Erfdeel | 205 | 205 | 185 | 185 | 185 | 185 | 0 | ||
– | Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training | 1.731 | 1.748 | 1.748 | 1.762 | 1.779 | 1.762 | 17 | ||
– | Programma's Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 1.161 | 1.162 | 716 | 0 | 0 | 0 | |||
– | Incidentele EU-programma's en activiteiten | 30 | 20 | 0 | 50 | – 50 | ||||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 500 | 500 | 500 | 450 | 450 | 450 | 0 | 450 | ||
– | Vlaams-Nederlands huis DeBuren (Hoofdstuk V BuZa) | 500 | 500 | 500 | 450 | 450 | 450 | 0 | 450 | |
Ontvangsten | 16 | 41 | 754 | 310 | 113 | 99 | 14 |
Toelichting op de instrumenten
De realisatie van de uitgaven in 2015 ligt € 1,4 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De belangrijkste verhoging is een eenmalige ophoging van het budget van de Nederlandse Taalunie ter bekostiging van de reorganisatiekosten van de Nederlandse Taalunie, Erasmus Taalcentrum en het Instituut voor Nederlandse Lexicologie om zo een omvangrijke bezuiniging te kunnen realiseren. De verplichtingen zijn met € 8,1 miljoen verhoogd. De belangrijkste verhoging van de verplichtingen is ontstaan door de bovengenoemde verhoging van de uitgaven, door het toevoegen van de post EU-Voorzitterschap en door meerjarige verplichtingen, zoals aan Neth-ER en EP-Nuffic, met kasgevolgen in 2016, 2017 en 2018. Bij de toelichting op de financiële instrumenten worden de grootste verschillen nader beschreven.
Subsidies
Duitsland Instituut Amsterdam
Het Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) genereert en verspreidt kennis in Nederland over de ontwikkelingen in Duitsland op het raakvlak van onderwijs, wetenschap en maatschappij. Het instituut doet dat onder meer met behulp van wetenschappelijk onderzoek, onderwijsprojecten en voorlichtingsactiviteiten (cofinanciering met Universiteit van Amsterdam en Deutsche Akademische Austausch Dienst (DAAD)). Daarnaast voert het DIA een pilotprogramma studiemobiliteit uit, dat de samenwerking moet stimuleren tussen Nederlandse en Duitse instellingen van hoger onderwijs, alsook de mobiliteit van Nederlandse studenten naar Duitsland moet vergroten. Hier is sprake van cofinanciering van Duitse zijde (50/50). In totaal is er voor de jaren 2013 t/m 2015 € 0,4 miljoen toegekend voor het actieprogramma Bevordering Onderwijsmobiliteit naar Duitsland. In 2015 heeft een evaluatie plaatsgevonden van het DIA. Het evaluatierapport is positief en adviseert OCW om het DIA in de lucht te houden met een gelijk budget bij gelijkblijvende doelstellingen. OCW herkent zich in de conclusies.
Frans-Nederlandse Academie
De financiering van de Frans-Nederlandse Academie is, conform de subsidietaakstelling, stopgezet.
Neth-ER
Neth-ER is opgericht in 2006 door acht Nederlandse veldorganisaties werkzaam op de gebieden onderzoek, onderwijs en innovatie (onder andere TNO, KNAW, VSNU, MBO-Raad, NWO, Europees Platform). Hun gezamenlijke doel is om de Nederlandse participatie aan de Europese programma’s te vergroten.
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur
Dit betreft middelen gereserveerd voor incidentele activiteiten ter bevordering van de samenwerking op het gebied van cultuur. Er zijn subsidies verstrekt aan de Speciaal Gezant Geletterdheid voor UNESCO en aan het Dutch Centre for International Cultural Cooperation.
Overige incidentele subsidies
Dit betreft middelen gereserveerd voor overige incidentele internationale subsidies. Er zijn subsidies verstrekt aan het Fulbright Center, Stichting News en de Unesco.
Opdrachten
Beleidsonderzoek en benchmarking
Dit betreft middelen ten behoeve van beleidsonderzoek, onder meer naar de effectiviteit van internationalisering en ten behoeve van benchmarking in het kader van de relevante internationale organisaties. In 2015 is beperkt gebruik gemaakt van deze middelen: er is een evaluatie uitgevoerd naar de effectiviteit en efficiëntie van het Duitsland Instituut Amsterdam.
Incidentele internationale activiteiten
Dit betreft middelen gereserveerd voor incidentele activiteiten ter bevordering van de samenwerking welke bij het opstellen van de begroting niet zijn te voorzien. Het betreft in 2015 bijdragen in het kader van de viering van de betrekkingen tussen Nederland en Canada en in het kader van de betrekkingen tussen Nederland en Duitsland.
EU-Voorzitterschap
Van januari t/m juni 2016 is Nederland Voorzitter van de Raad van de EU. In 2015 zijn de voorbereidingen van het EU-voorzitterschap gestart en in december 2015 is de eerste OCW bijeenkomst georganiseerd.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
OCW-vertegenwoordiging
In 2015 betreft het de kosten voor de Permanente Vertegenwoordiging bij de Unesco.
Europees Platform (EP-Nuffic)
Het Europees Platform is in 2015 gefuseerd met Nuffic en heet voortaan EP-Nuffic. EP-Nuffic ondersteunt de internationalisering in het onderwijs. In het primair en voortgezet onderwijs doet EP-Nuffic dit met kennis en kleine financiële bijdrages voor onder meer expertiseontwikkeling en mobiliteit van leerlingen, onderwijzend personeel, voor vroegtijdig vreemdetalenonderwijs, tweetalig onderwijs en internationale uitwisseling.
Nederlandse Taalunie
De Nederlandse Taalunie is de verdragsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen en Suriname samenwerken op het gebied van het Nederlands. De Taalunie is de organisatie die namens de overheden van Nederland en Vlaanderen het taalbeleid vormgeeft. Zij doet daartoe voorstellen aan het Comité van Ministers van de Taalunie. De Taalunie stimuleert ook de uitwerking van door het Comité van Ministers vastgesteld beleid door organisaties te steunen die op veel taalgebonden terreinen werkzaam zijn. Het jaar 2015 heeft sterk in het teken gestaan van de verwerking van een omvangrijke bezuiniging op de Taalunie. Dat heeft geleid tot een reorganisatie van het algemeen secretariaat van de Taalunie en tot bezuinigingen op organisaties die onder de Taalunie ressorteren.
Europa College Brugge
Het Europa College te Brugge is een postuniversitaire opleiding voor onderzoek naar Europese eenwording, gefinancierd door EU en EU-Lidstaten.
Unesco
Dit betreft de deelname aan diverse projecten in het kader van de Unesco.
OESO CERI
OESO CERI betreft de deelname aan diverse onderwijsprojecten en -onderzoeken in het kader van het Centre for Educational Research and Innovation (CERI), onderdeel van de OESO.
Fulbright Center
Het Fulbright Center verzorgt mobiliteitsprogramma’s voor het hoger onderwijs via beurzen voor uitwisseling met de Verenigde Staten (met bijdragen van de Amerikaanse regering).
Cultural Contact Point
Het Cultural Contact Point geeft advies over de subsidieregelingen van het EU-cultuurprogramma en biedt begeleiding bij het doen van een aanvraag. Het is een uitvoerend orgaan ten behoeve van het EU-Cultuurprogramma en ondergebracht bij het Dutch Centre for International Cultural Cooperation (DCICC).
Stichting Ons Erfdeel
De Vlaams-Nederlandse vereniging Ons Erfdeel wil de cultuur van Vlaanderen en Nederland in het buitenland bekend maken en de culturele samenwerking tussen de Nederlandssprekenden bevorderen, onder meer met behulp van het tijdschrift Ons Erfdeel en het Jaarboek The Low Countries.
Nationaal Agentschap Erasmus+
Het Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs en Training is belast met het beheer en de uitvoering in Nederland van het EU programma Erasmus+. Het Agentschap is de opvolger van het voormalige Agentschap Leven Lang Leren.
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
In het jaar 2015 zijn er vanwege een subsidietaakstelling uit 2013 geen nieuwe activiteiten gestart.
Incidentele EU-programma’s en activiteiten
Dit betreft middelen gereserveerd voor incidentele activiteiten en verplichtingen in het kader van de EU en deelname aan EU-programma’s, welke bij het opstellen van de begroting niet zijn te voorzien. In het jaar 2015 zijn geen uitgaven op dit artikelonderdeel gedaan.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Vlaams-Nederlands Huis De Buren
Het Vlaams-Nederlands Huis De Buren is in 2004 opgericht door de Nederlandse en Vlaamse regering als een culturele organisatie en als ruimte voor debat en reflectie (subsidiëring vindt plaats via begrotingshoofdstuk V (Buitenlandse Zaken).
Ontvangsten
De ontvangsten zijn afkomstig van een eindafrekening van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Internationale uitgaven OCW-breed
Het vergroten van internationale mobiliteit en grensoverschrijdende samenwerking tussen instellingen is een inzet die niet alleen plaatsvindt op dit artikel. Veel internationaliseringsbeleid is elders ondergebracht binnen de OCW-begroting. Hieronder is een overzicht opgenomen van de totale internationale uitgaven van OCW per beleidsartikel en daaraan gekoppeld, welk deel daarvan deel uitmaakt van de Homogene groep internationale samenwerking (HGIS), die wordt gecoördineerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | HGIS realisatie | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2015 | 2015 | 2015 | |
Primair onderwijs (artikel 1) | 20.291 | 20.992 | 22.015 | 16.854 | 15.889 | 15.962 | – 73 | |
Voortgezet onderwijs (artikel 3) | 4.660 | 4.631 | 4.179 | 4.083 | 4.174 | 2.947 | 1.227 | |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (artikel 4) | 830 | 1.217 | 1.181 | 820 | 1.457 | 340 | 1.117 | |
Hoger beroepsonderwijs (artikel 6) | 3.453 | 3.453 | 3.453 | 3.155 | 3.155 | 3.155 | 3.155 | |
Wetenschappelijk onderwijs (artikel 7) | 87.582 | 74.813 | 72.759 | 67.727 | 69.410 | 65.787 | 3.623 | 51.688 |
Internationaal beleid (artikel 8) | 16.543 | 16.215 | 15.704 | 12.171 | 12.669 | 11.235 | 1.434 | 810 |
Studiefinanciering (artikel 11) | 55.165 | 63.775 | 68.783 | 73.524 | 83.373 | 70.000 | 13.373 | |
Kunsten (artikel 14) | 19.211 | 18.017 | 12.847 | 12.174 | ||||
Cultureel erfgoed (artikel 14) | 2.129 | 2.578 | 2.336 | 2.399 | ||||
Media (artikel 14 en 15) | 50.306 | 49.891 | 2.140 | 1.849 | ||||
Cultuur (artikel 14) | 14.121 | 13.622 | 499 | 5.393 | ||||
Media (artikel 15) | 152 | 147 | 5 | 0 | ||||
Onderzoek en wetenschappen (artikel 16) | 91.964 | 99.359 | 91.438 | 92.848 | 92.335 | 90.826 | 1.509 | 454 |
Totaal | 352.134 | 354.941 | 296.835 | 287.604 | 296.735 | 274.021 | 22.714 | 61.500 |
Toelichting:
De internationale culturele uitgaven van OCW (Kunsten, Cultureel erfgoed en Media) zijn vanaf 2015 conform de begrotingsartikelen ingedeeld in twee posten van Cultuur(artikel 14) en Media (artikel 15).
De uitgaven op de Homogene groep internationale samenwerking (HGIS) zijn begrepen in de totale realisaties in het jaar 2015.
De beleidsprestaties zijn – waar nodig en relevant – toegelicht bij de betreffende beleidsartikelen.
Voor artikel 11 (Studiefinanciering) geldt dat de bedragen indicaties zijn van de omvang van uitgaven aan internationale studiefinanciering (diplomamobiliteit). Het betreft zowel de relevante als niet-relevante uitgaven voor meeneembare studiefinanciering (dit is uitgaande studentenmobiliteit) en voor inkomende mobiliteit (EU-studenten die een vorm van collegegeldvergoeding krijgen).
Artikel