Deze bijlage presenteert de exploitatiesaldi en vermogensposities van de sociale fondsen. De bijlage is bedoeld als achtergrondinformatie bij het jaarverslag. De daadwerkelijke verantwoording van uitgaven en inkomsten van de fondsen vindt plaats via de jaarverslagen van de SVB en het UWV. De cijfers in deze bijlage zijn gebaseerd op informatie van het CPB (CEP 2016) en sluiten niet precies aan op de jaarverslagen van het UWV en de SVB. De reden hiervoor is dat SZW een ander boekhoudstelsel (kas-verplichtingenstelsel) voert dan het UWV en de SVB (baten-lastenstelsel).
Een groot deel van de socialezekerheidsuitgaven loopt via de sociale fondsen. In tabel B2.1 en tabel B2.2 zijn de exploitatierekeningen van de fondsen weergegeven. Zowel de begrote bedragen als de gerealiseerde bedragen zijn weergegeven in prijzen 2015. Het exploitatiesaldo is het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven van een fonds. Naast de premieontvangsten behoren ook de rijksbijdragen en renteontvangsten tot de inkomsten van een fonds. De uitgaven bestaan naast de uitkeringen voornamelijk uit uitvoeringskosten. Daarnaast vinden tussen de fondsen onderlinge betalingen plaats. Het saldo tussen ontvangen en betaalde onderlinge betalingen is voor de sociale fondsen negatief, omdat uit deze fondsen ook premies worden betaald voor de zorgverzekering van uitkeringsgerechtigden. Tegenover de negatieve saldi bij de sociale fondsen staan dus positieve saldi bij de zorgfondsen.
Tabel B2.1 laat zien dat het exploitatietekort van de AOW € 312 miljoen kleiner is dan het bedrag dat bij de opstellng van de begroting 2015 werd geraamd. De uitgaven waren vrijwel gelijk aan de begroting, maar de inkomsten waren € 370 miljoen hoger dan in de begroting werd verwacht. De hogere inkomsten komen uit een stijging van de premie-inkomsten van bijna € 2 miljard. De rijksbijdrage valt daardoor € 1,6 miljard lager uit. Het exploitatie-overschot van de Anw is € 133 miljoen hoger dan in de begroting geraamd. Ook dit komt doordat er meer premie-inkomsten waren. De uitgaven Anw blijven achter bij de raming van de begroting.
Ouderdomsfonds (AOW) | Anw-fonds | |||
---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Begroting | Realisatie | |
Premies | 22.434 | 24.356 | 926 | 1.056 |
Bijdragen van het Rijk | 13.715 | 12.121 | 8 | 8 |
Ontvangen onderlinge betalingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo Interest | – 25 | 17 | 37 | 16 |
Totaal Ontvangsten | 36.124 | 36.494 | 972 | 1.080 |
Uitkeringen / Verstrekkingen | 35.778 | 35.814 | 475 | 452 |
Uitvoeringskosten | 101 | 111 | 11 | 11 |
Betaalde onderlinge betalingen | 720 | 733 | 32 | 31 |
Totaal Uitgaven | 36.599 | 36.657 | 518 | 495 |
Exploitatiesaldo | – 476 | – 164 | 453 | 586 |
In tabel B2.2 laten de (geïntegreerde) arbeidsongeschiktheidsfondsen een exploitatie-overschot zien. Dat overschot is € 130 miljoen hoger dan geraamd bij begroting 2015. De ontvangsten zijn € 136 miljoen hoger dan geraamd. Bij de ontvangsten zijn de premie-inkomsten € 166 miljoen hoger dan verwacht. Dat komt doordat de overdracht aan bedrijven € 152 miljoen lager uitvalt dan verwacht. Daarnaast zijn de bijdragen van het Rijk € 8 miljoen lager dan geraamd. De meeste uitkeringslasten vallen lager uit dan geraamd. De totale uitkeringslasten zijn € 92 miljoen lager dan begroot. De uitvoeringskosten zijn € 54 miljoen hoger dan geraamd.
Het exploitatietekort van de geïntegreerde werkloosheidsfondsen is € 1,5 miljard minder dan geraamd in de begroting 2015. Deze fondsen bestaan uit het AWf, de sectorfondsen (Sfn) en het Ufo. Dit lagere tekort komt doordat de uitgaven in 2015 ruim € 1,3 miljard lager zijn. Dat komt met name doordat de uitkeringslasten van de WW bijna € 1 miljard lager zijn dan geraamd. De premie-inkomsten van het Wgf en Awf zijn lager dan geraamd, respectievelijk € 791 miljoen en € 257 miljoen. Daartegenover staat dat de begrote overdracht van € 1,1 miljard vanuit de sectorfondsen aan het Rijk niet heeft plaatsgevonden. De totale ontvangsten stijgen met € 189 miljoen.
Arbeidsongeschiktheidsfondsen | WW-fondsen | |||
---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Begroting | Realisatie | |
Premies | 11.526 | 11.691 | 7.480 | 7.480 |
Bijdragen van het Rijk | 229 | 221 | 179 | 145 |
Ontvangen onderlinge betalingen | 1.135 | 1.088 | 943 | 989 |
Saldo Interest | – 18 | 7 | – 207 | – 30 |
Totaal Ontvangsten | 12.871 | 13.007 | 8.395 | 8.584 |
Uitkeringen/Verstrekkingen | 10.445 | 10.353 | 8.546 | 7.524 |
Uitvoeringskosten | 414 | 468 | 1.030 | 875 |
Betaalde onderlinge betalingen | 1.681 | 1.724 | 1.665 | 1.555 |
Totaal Uitgaven | 12.540 | 12.545 | 11.240 | 9.954 |
Exploitatiesaldo | 332 | 462 | – 2.845 | – 1.370 |
Vermogensposities
In tabel B2.3 worden de vermogensposities van de vier sociale fondsen vermeld. Hierbij zijn wederom de arbeidsongeschiktheidsfondsen en de werkloosheidsfondsen geïntegreerd weergegeven. Het aanwezige vermogen neemt jaarlijks toe of af met het exploitatiesaldo (zie tabellen B2.1 en B2.2). Zoals reeds aangegeven in de inleiding zijn de cijfers in deze bijlage gebaseerd op informatie van het CPB (CEP 2016). De vermogensposities sluiten daarom niet precies aan op de jaarverslagen van het UWV en de SVB.
Regeling | Feitelijk vermogen ultimo 2014 | Exploitatiesaldo 2015 | Feitelijk vermogen ultimo 2015 | |
---|---|---|---|---|
Realisatie | Begroting | |||
Ouderdomsfonds (AOW) | 713 | – 164 | 550 | 1.119 |
Anw-fonds | 2.757 | 586 | 3.343 | 3.247 |
Arbeidsongeschiktheidsfondsen | 1.190 | 462 | 2.452 | 2.708 |
WW-fondsen | – 11.389 | – 1.370 | – 12.759 | – 14.218 |
Totaal sociale fondsen | – 5.929 | – 486 | – 6.415 | – 7.145 |
De sociale fondsen hebben ultimo 2015 een gezamenlijk vermogen van –/– € 6,4 miljard, dat tekort is € 729 miljoen kleiner dan geraamd in de begroting van 2015. Dit komt met name doordat het exploitatiesaldo van de werkloosheidsfondsen minder negatief is dan verwacht. Het vermogenstekort verslechtert dan ook minder dan verwacht. Dat vermogenstekort leidt overigens niet tot risico’s met betrekking tot de uitbetaling van de uitkeringen. De fondsen maken onderdeel uit van de totale Rijksbegroting en zijn in feite niets anders dan een rekening bij het Ministerie van Financiën. In het geval er een negatief vermogen ontstaat, zoals bij de WW-fondsen, betaalt het UWV hiervoor een rente aan het Ministerie van Financiën. Deze rentelasten daalden overigens flink in 2015. Het Ministerie van Financiën garandeert hiermee dat het UWV altijd over voldoende middelen kan beschikken. Wel maken de exploitatietekorten onderdeel uit van het EMU-saldo in de desbtreffende jaren.