Inleiding
Het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB) is per 1 juli 2014 opgegaan in het Rijksvastgoedbedrijf, maar als baten-lastenagentschap blijven bestaan totdat het Rijksvastgoedbedrijf die status verkreeg. Dat is op 1 januari 2016 gebeurd. De jaarrekening 2015 is dan ook de laatste van het RVOB. Het RVOB hield zich bezig met verkoop, ingebruikgeving en ontwikkeling. De hoofddoelstelling van verkoop en ingebruikgeving was het doelmatig verkopen van overtollig rijksvastgoed en het doelmatig in gebruik geven van rijksvastgoed. De ontwikkelpoot van de dienst opereerde namens het Rijk bij de planvorming van complexe ruimtelijke projecten.
Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RVOB
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | (4) | |
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2014 |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 20.315 | 21.746 | 1.431 | 23.141 |
Omzet overige departementen | 50 | 498 | 448 | 169 |
Omzet derden | 13.541 | 4.070 | – 9.471 | 1.872 |
Waarvan omzet KORV | 11.841 | 0 | – 11.841 | 0 |
Rentebaten | 124 | 169 | 45 | 180 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 108 |
Bijzondere baten | 0 | 266 | 266 | 122 |
Totaal baten | 34.030 | 26.749 | – 7.281 | 25.592 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 33.230 | 22.212 | – 11.018 | 20.623 |
– Personele kosten | 16.590 | 17.821 | 1.231 | 16.066 |
Waarvan eigen personeel | 15.690 | 16.428 | 738 | 14.657 |
Waarvan externe inhuur | 900 | 1.393 | 493 | 1.409 |
– Materiele kosten | 16.640 | 4.391 | – 12.249 | 4.557 |
Waarvan apparaat ICT | 1.400 | 1.261 | – 139 | 1.506 |
Waarvan bijdrage aan SSO's | 750 | 1.200 | 450 | 634 |
Waarvan inkoopwaarde KORV | 10.964 | 0 | – 10.964 | 0 |
Waarvan huisvesting en overige kosten | 2.923 | 1.930 | – 993 | 2.417 |
Waarvan verkoopkosten KORV | 55 | 0 | – 55 | 0 |
Waarvan onderhoud KORV | 548 | 0 | – 548 | 0 |
Rentelasten | 274 | 0 | – 274 | 0 |
Waarvan financiering KORV | 274 | 0 | – 274 | 0 |
Afschrijvingskosten | 356 | 50 | – 306 | 85 |
– Materieel | 331 | 49 | – 282 | 74 |
Waarvan apparaat ICT | 262 | 24 | – 238 | 45 |
– Immaterieel | 25 | 1 | – 24 | 11 |
Overige lasten | 0 | 1.567 | 1.567 | 2.225 |
– Dotaties voorzieningen | 0 | 5 | 5 | 34 |
– Bijzondere lasten | 0 | 1.562 | 1.562 | 2.191 |
Totaal lasten | 33.860 | 23.829 | – 10.031 | 22.933 |
Saldo van baten en lasten | 170 | 2.920 | 2.750 | 2.659 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement is onderverdeeld naar de volgende productgroepen:
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | (4) | |
---|---|---|---|---|
Producten: | Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2014 |
Erfpacht | 902 | 909 | 7 | 1.142 |
Huur | 3.776 | 3.806 | 30 | 4.069 |
Pacht | 1.508 | 1.520 | 12 | 1.660 |
Medegebruik | 1.697 | 1.710 | 13 | 1.728 |
Behandelen zakelijke lasten | 886 | 893 | 7 | 895 |
Onbeheerde nalatenschappen | 924 | 931 | 7 | 1.001 |
Bodemmaterialen | 244 | 246 | 2 | 253 |
Beheerstaken in eigen beheer | 577 | 582 | 5 | 501 |
Verkopen | 6.335 | 6.384 | 49 | 5.295 |
Aankopen | 75 | 76 | 1 | 77 |
Taxatie & Advies | 1.706 | 1.719 | 13 | 1.552 |
Directie Ontwikkeling | 1.685 | 1.698 | 13 | 2.785 |
Inzet bijdrage moeder tbv fusiekosten | 0 | 311 | 311 | 2.183 |
DRV | 0 | 961 | 961 | 0 |
Totaal | 20.315 | 21.746 | 1.431 | 23.141 |
De omzet moederdepartement is opgebouwd op basis van aantal uren*tarief. Het tarief voor 2015 bedroeg € 110. Voor de ontwikkelproducten gelden tarieven voor directeuren, projectleiders en projectondersteuners van respectievelijk € 130, € 112 en € 83. De omzet voor de bijdrage van de moeder ten behoeve van de fusiekosten is bepaald op basis van de omvang van de werkelijke uitgaven.
De begrotingscijfers van de directie Rijksvastgoed zijn in 2015, overgeheveld van beleidsartikel 6 naar artikel 11, de apparaatsuitgaven van het baten-lastenagentschap RVOB. Hiervoor is een bijdrage van de moeder ontvangen van € 1,0 mln.
In 2015 is tevens een extra bijdrage van de moeder ontvangen van € 0,2 mln. ter dekking van de extra loonkosten die voortvloeien uit de nieuwe CAO.
Omzet overige departementen
Hier is de omzet opgenomen voor onderlinge leveringen, zijnde uren van personeel dat is uitgeleend aan de voormalige Rijksgebouwendienst.
Omzet derden
De opbrengst van een deelverkoop op het project Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone van € 2,6 mln. was niet voorzien in de begroting. Voor de ICT-dienstverlening aan Domeinen Roerende Zaken is in 2015 een omzet gerealiseerd van € 0,65 mln. Dit is lager dan de begrote € 1,0 mln. en wordt veroorzaakt door minderwerk. De resterende omzet bestaat uit taxaties, adviezen en uren voor onbeheerde nalatenschappen en de benzineveiling.
Rentebaten
Dit betreft de rente op het deposito.
Bijzondere baten
Als gevolg van een stelselwijziging worden de nog te betalen ambtsjubilea per 2015 niet meer verantwoord onder de nog te betalen bedragen maar als niet uit de balans blijkende verplichtingen. Deze wijziging is in het resultaat verantwoord onder de bijzondere baten. In het kader van de harmonisatie van de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling binnen het Rijksvastgoedbedrijf wordt hiervoor geen schuld meer opgenomen en wordt de mogelijke verplichting toegelicht onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten van € 1,0 mln. van de directie Rijksvastgoed waren niet voorzien in de begroting.
De realisatie van de kosten van de externe inhuur is hoger uitgevallen als gevolg van extra ondersteuning bij het project Hembrugterrein.
Apparaat ICT
De lagere ICT-kosten zijn vooral het gevolg van de werkplekgerelateerde IT-dienstverlening voor het RVOB die aan het einde van het jaar is overgegaan van het RVOB naar SSC-ICT.
Bijdrage aan SSO’s
Inzake de bijdrage aan SSO’s was in de begroting geen rekening gehouden met de DVA-aanrekening inzake P&O dienstverlening.
Huisvesting en overige kosten
De overige materiële kosten zijn veel lager uitgevallen dan begroot, er is minder uitgegeven aan communicatie, externe bureaus en bedrijfsmiddelen.
Afschrijvingskosten
In de begroting voor 2015 is geen rekening gehouden met de gewijzigde activeringsgrens voor de vaste activa die in 2014 is doorgevoerd, daardoor vallen de afschrijvingskosten fors lager uit.
Overige Lasten
De kosten van een deelverkoop op het project Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone bedragen € 1,2 mln.
De fusiekosten 2015 van € 0,3 mln. zijn geheel verantwoord als bijzondere last. Hier tegenover staat de extra omzet moederdepartement. Het resterende bedrag betreft kosten voorgaand boekjaar.
Balans per 31 december 2015
Balans 2015 | Balans 2014 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 0 | 1 |
Materiële vaste activa | ||
Grond en gebouwen | 35 | 43 |
Installaties en inventarissen | 25 | 49 |
Overige materiële vaste activa | 19 | 36 |
Onderhanden werk grondexploitaties | 126.712 | 113.638 |
Vordering op Ministerie van BZK | 86.500 | 81.500 |
Debiteuren | 571 | 1.205 |
Nog te ontvangen | 1.918 | 1.690 |
Liquide middelen | 31.700 | 33.535 |
Totaal activa | 247.480 | 231.697 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
Exploitatie reserve | 1.222 | 674 |
Risicoreserve | 11.549 | 11.549 |
Onverdeeld resultaat | 2.920 | 2.659 |
Voorzieningen | 19 | 80 |
Leningen bij het MvF | 207.692 | 190.211 |
Crediteuren | 17 | 0 |
Nog te betalen | 24.061 | 26.524 |
Totaal passiva | 247.480 | 231.697 |
Toelichting
Activa
Materiële vaste activa
De afschrijvingsbedragen worden berekend vanaf de eerste maand na ingebruikname.
saldo per 1 januari 2015 | 128 | |
Mutaties in de boekwaarde | ||
Afschrijvingen (–/–) | – 49 | |
Investering (+) | 0 | |
Desinvesteringen (–/–) | 0 | |
Overige mutaties (–/–) | 0 | |
– 49 | ||
Saldo per 31 december 2015 | 79 |
In de materiële vaste activa zijn 3 auto’s opgenomen en enkele kantoor- en ICT-voorzieningen.
Onderhanden werk grondexploitaties en Vordering op Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Het onderhanden werk grondexploitaties is eveneens gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, zo nodig gecorrigeerd indien de verwachte opbrengstwaarde lager is.
Saldo per 1 januari 2015 | 113.638 | |
Mutaties | ||
Rente (+) | 5.779 | |
Investeringen (+) | 13.704 | |
Subsidies (–/–) | – 242 | |
Kostprijs Verkopen (–/–) | – 1.167 | |
Afwaardering (–/–) | – 5.000 | |
13.074 | ||
Saldo per 31 december 2015 | 126.712 |
Saldo per 1 januari 2015 | 81.500 | |
Mutatie 2015 | 5.000 | |
5.000 | ||
Saldo per 31 december 2015 | 86.500 |
Het onderhanden werk neemt in 2015 toe met € 19,5 mln. voor rente en investeringen en neemt voor € 0,2 mln. af door ontvangen subsidies. De onderhanden werkpositie is verder afgenomen met € 1,2 mln. door een deelverkoop op het project Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone en voor € 5,0 mln. in verband met een afwaardering voor het project Valkenburg.
Met de brief van de Ministers van Financiën en VROM van 14 november 2008 (Tweede Kamer, 2008–2009, 31 700 XIV, nr. 18) heeft het kabinet kenbaar gemaakt het instrumentarium en de organisatorische inbedding voor deelname aan gebiedsontwikkeling door het Rijk te willen versterken. In het zogeheten Financieel Kader (TK, 2010, 32 275, nr. 1) is beschreven hoe de sturing en beheersing van deze ontwikkelingsprojecten – waar het in de regel gaat om langlopende, complexe projecten met veel (private) partijen, grote marktonzekerheden en mede daardoor financiële risico's – plaatsvindt. Eén van de instrumenten betreft de jaarlijkse waardebepaling van het project om vast te stellen of de balanswaardering wordt terugverdiend bij verkoop van de grond. In verband met de marktontwikkelingen en andere factoren zijn de verwachte kosten voor het project Valkenburg hoger ingeschat en heeft een afwaardering plaatsgevonden van het onderhanden werk van € 5,0 mln. De afwaardering leidt tot het verhogen van de vordering op het moederdepartement, conform de methodiek zoals opgenomen in het Financieel Kader (van € 81,5 mln. naar € 86,5 mln.).
De onderhanden werk positie voor het project Hembrugterrein is opgelopen tot bijna € 18,6 mln. Deze investeringen worden naar verwachting terugverdiend gedurende de looptijd van het project. In overeenstemming met het Financieel Kader wordt voor dit project geen vordering op het moederdepartement opgenomen.
Debiteuren
Het saldo betreft voor € 0,5 mln. een vordering op een derde voor de Bloemendalerpolder. De resterende posten betreffen nog te verrekenen uren tijdelijk beheer met de kas-verplichtingenadministratie (BZK).
Nog te ontvangen
Deze post bestaat onder andere uit € 0,5 mln. nog te ontvangen bijdragen van een derde inzake het project Bloemendalerpolder, € 1,0 mln. nog te verrekenen verhuuropbrengsten met de kas-verplichtingenadministratie (BZK) en € 0,2 mln. nog te verreken uren benzineveiling met de kasverplichtingenadministratie (BZK).
Liquide middelen
Depositorekening | 10.000 |
Rekening-coutant RHB | 21.700 |
Saldo per 31 december 2015 | 31.700 |
Het bedrag op de depositorekening bestaat uit in 2012 vooruitontvangen bijdragen van het Ministerie van Defensie en de gemeente Zaanstad voor het project Hembrugterrein. In 2015 zijn 2 termijnen van het deposito afgelopen (van € 11,0 mln.) en ten gunste van de Rekening-courant RHB geboekt.
Passiva
Eigen Vermogen
De berekening van de maximale exploitatiereserve is gebonden aan de 5%-regel. Deze houdt in dat maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie jaren als exploitatiereserve mag worden aangehouden.
De risicoreserve is gevormd ten behoeve van risico's op projecten (onderhanden werk) die het RVOB voor eigen rekening en risico (gaat) verricht(en) en wordt niet tot de 5%-grens gerekend.
2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|
Saldo per 1 januari 2015 | 12.758 | 15.881 | 14.882 |
Saldo van baten en lasten | 3.123 | 2.659 | 2.920 |
Directe mutaties in het eigen vermogen | |||
Uitkering aan het moederdepartement | 0 | – 3.123 | – 2.111 |
Bijdrage door het moederdepartement | 0 | 0 | 0 |
Overige mutaties | 0 | – 535 | 0 |
Saldo per 31 december 2015 | 15.881 | 14.882 | 15.691 |
Saldo per 1 januari 2015 | 11.549 |
Mutatie 2015 | 0 |
Saldo per 31 december 2015 | 11.549 |
Het eigen vermogen exclusief de risicoreserve van € 11,6 mln. bedraagt per ultimo 2015 € 4,1 mln. Hiervan mag conform de 5%-regel € 1,2 mln. worden aangehouden. Het restant van € 2,9 mln. wordt door het Ministerie van BZK als eigenaar van het RVOB afgeroomd.
Voorzieningen
Bij het RVOB is er op dit moment alleen een voorziening voor wachtgelden.
Omschrijving | stand 01-01-2015 | onttrekking | dotatie | vrijval | stand 31-12-2015 |
---|---|---|---|---|---|
Wachtgelden | 80 | – 66 | 5 | 0 | 19 |
Totaal | 80 | – 66 | 5 | 0 | 19 |
Bij de vorming van de voorziening wachtgelden is rekening gehouden met de totale nominale kosten van voormalig personeel dat gebruik maakt van de wachtgeldregelingen gedurende de afgesproken looptijd.
In verband met de uniformering van de diverse onderdelen binnen het Rijksvastgoedbedrijf is de afspraak gemaakt de voorziening wachtgelden tegen nominale waarde te waarderen en geen correcties te verrichten voor inflatie en kans op overlijden.
Leningen bij het Ministerie van Financiën
Deze post bestaat uit leningen aangegaan voor de uitgaven voor het onderhanden werk. Hieronder valt ook de lening voor de rente die conform afspraken in 2015 wordt bijgeleend.
In uitzondering op de Regeling Agentschappen:
-
• Wordt de rente op de lening in 2015 niet betaald aan het Ministerie van Financiën, maar toegevoegd aan de lening;
-
• Leent het RVOB ten behoeve van investeringen in vlottende activa. De verworven grondposities zijn immers niet bestemd voor de eigen bedrijfsvoering maar te kwalificeren als onderhanden werk. De investeringen betreffen niet alleen de grondverwerving, maar ook de bijkomende kosten voor inzet personeel, de externe plankosten en de eventuele kosten voor tijdelijk beheer van de grond.
Saldo per 1 januari 2015 | 190.211 | |
Mutaties | ||
Beroep op leenfaciliteit (+) | 19.231 | |
Aflossingen op leningen (–/–) | – 1.750 | |
17.481 | ||
Saldo per 31 december 2015 | 207.692 |
In 2015 is € 1,8 mln. afgelost op de lening voor het project Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone.
Nog te betalen
Deze post bestaat onder andere uit in 2012 vooruitontvangen bijdragen van Defensie en de gemeente Zaanstad voor het project Hembrugterrein ten bedrage van € 18,0 mln., € 2,0 mln. betreft terug te betalen plankosten aan BZK voor diverse ontwikkelingsprojecten, € 1,0 mln. betreft het te betalen vakantiegeld en nog niet opgenomen verlofuren per jaareinde, € 1,0 mln. betreft nog te ontvangen facturen van derden, € 0,5 mln. betreft de rekening-courant verhouding met voormalig RGD en € 0,6 mln. betreft te verrekenen beheerskosten met de kas-verplichtingenadministratie (BZK). Als gevolg van een stelselwijziging is hieronder niet meer opgenomen de reservering voor ambtsjubilea (2014: 0,3 mln.). Deze is per 2015 opgenomen onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen.
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
In de balans is geen schuld opgenomen voor de mogelijke verplichting voor jubileumuitkeringen. Ervan uitgaande dat betreffende medewerkers in dienst blijven, is de jubileumverplichting over de periode 2016 tot en met 2019 berekend op € 0,3 mln.
Kasstroomoverzicht over 2015
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2015 + stand depositorekeningen | 18.286 | 33.535 | 15.249 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | – | – 22.746 | – | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – | 23.615 | – | |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 919 | 869 | 1.788 |
Totaal investeringen (–/–) | – 81.244 | – 19.241 | 62.003 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 6.824 | 1.167 | – 5.657 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 74.420 | – 18.074 | 56.346 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | – 188 | – 2.111 | – 1.923 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | – | – | – | |
Aflossingen op leningen (–/–) | – 6.824 | – 1.750 | 5.074 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 81.000 | 19.231 | – 61.769 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 73.988 | 15.370 | – 58.618 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2015 + stand depositorekeningen (1+2+3+4), de maximale roodstand 0,5 miljoen €. | 16.935 | 31.700 | 14.765 |
Toelichting
Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen in de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen en op welke wijze gebruik is gemaakt van deze middelen. Aan de hand van het kasstroomoverzicht worden de kapitaaluitgaven en -ontvangsten toegelicht.
Operationele kasstroom
Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van de directe methode. De uitgaven betreffen met name de apparaatskosten en de ontvangsten de bijdrage van het moederdepartement. Het verschil wordt veroorzaakt door de hogere omzet van derden.
Investeringskasstroom
De investeringskasstroom bestaat uit het saldo van de investeringen en (boekwaarde van de) desinvesteringen. Dit betreft de investeringen in het onderhanden werk van de gebiedsontwikkelingsprojecten. Het verschil wordt met name veroorzaakt door de latere start van KORV.
Financieringskasstroom
De overwinst van 2014 is overgemaakt aan FEZ.
Voor het project Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone is in 2015 € 1,8 mln. afgelost.
Het beroep op de leenfaciliteit bestaat uit de investeringen en de rente met betrekking tot de gebiedsontwikkelingsprojecten.
Het verschil wordt met name veroorzaakt door de latere start van KORV.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2015
Omschrijving generiek deel | Realisatie | Vastgestelde begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2015 | |
Kostprijzen per product (* € 1) | |||||
Pacht | 601 | 594 | 638 | 590 | 597 |
Huur | 695 | 632 | 891 | 627 | 705 |
Erfpacht | 494 | 624 | 429 | 473 | 600 |
Medegebruik/overig | 449 | 470 | 440 | 298 | 382 |
Zakelijke lasten | 263 | 243 | 264 | 248 | 218 |
Omzet per productgroep (* € 1.000) | |||||
Homogene producten | 10.713 | 10.388 | 10.923 | 10.015 | 9.937 |
Heterogene producten | 14.928 | 13.916 | 14.669 | 16.734 | 24.093 |
Totale omzet | 25.641 | 24.304 | 25.592 | 26.749 | 34.030 |
Aandeel directe uren | 62% | 63% | 62% | 65% | 64% |
Aantal directe uren voor medewerker in primair proces | 1.391 | 1.361 | 1.334 | 1.253 | 1.330 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur), begrotingssterkte | 217,3 | 208,6 | 201 | 214,7 | 242,1 |
Mate van kostendekkendheid | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Saldo van baten en lasten (%) | 19% | 13% | 10% | 11% | 1% |
Percentage in het gelijkgestelde procedures (WOZ) | 92% | 96% | 89% | 91% | 80% |
Uitkomst klanttevredenheidsonderzoek | – | 7 | |||
Klachten binnen termijn van 6 weken afgehandeld | 100% | 100% | 100% | 100% | 80% |
Toelichting
Kostprijzen per product
De realisaties zijn berekend door per product de gemiddelde gerealiseerde uren te vermenigvuldigen met het uurtarief van € 110.
Voor pacht, huur, erfpacht en medegebruik is de gerealiseerde gemiddelde tijdsbesteding lager dan de normtijd als gevolg van toegenomen specialisme en automatisering. Daar staat tegenover dat bijvoorbeeld voor zakelijke lasten meer tijd nodig is geweest voor het indienen van bezwaarschriften.
Omzet per productgroep
Het RVOB heeft voor de taken die voortvloeien uit de Comptabiliteitswet twee soorten producten onderscheiden: homogene en heterogene producten. De homogene producten zijn: pacht, huur, erfpacht, medegebruik / overig, zakelijke lasten, onbeheerde nalatenschappen en bodemmaterialen. Per soort homogeen product zijn normuren gedefinieerd. Dat betekent dat er een genormeerd aantal uren per overeenkomst/zaak beschikbaar is. In tegenstelling tot de homogene producten zijn er voor de heterogene producten geen normtijden vast te stellen. Dit in verband met de diversiteit aan inzet van uren en activiteiten binnen het soort product. De heterogene producten zijn met name verkopen, aankopen, taxaties en advies.
Aandeel directe uren voor totaal verkopen en ingebruikgeving
Dit kengetal geeft aan in welke mate het totale aantal netto te werken uren (aanwezige uren) aan directe uren besteed wordt.
Aantal directe uren voor medewerker in primair proces
Dit kengetal laat de ontwikkeling zien van het aantal directe uren dat een medewerker (in fte) in het primaire proces op jaarbasis levert.
FTE-totaal
Het als streefwaarde vermelde aantal fte's betreft de begrotingssterkte.
Mate van kostendekkendheid
Het uitgangspunt is dat het baten-lastenagentschap RVOB volledig kostendekkend is. Dit is in 2015 het geval geweest.
Saldo van baten en lasten (%)
Het percentage is als volgt berekend: het saldo van baten en lasten gedeeld door de totale baten.
Percentage in het gelijkgestelde procedures (WOZ)
Het RVOB betaalt namens het Rijk de onroerendezaakbelasting. Hiertoe worden de door de gemeenten en waterschappen opgelegde aanslagen beoordeeld en waar nodig wordt bezwaar gemaakt. Door het aantal gehonoreerde bezwaarschriften te vergelijken met het aantal ingediende bezwaarschriften ontstaat een beeld van de effectiviteit van het maken van bezwaar door het RVOB. De in de tabel vermelde norm stelt dat minimaal 80% van alle ingediende bezwaarschriften door de gemeente toegekend moet worden. In 2015 werd uiteindelijk van de door de gemeenten afgehandelde bezwaarschriften 91% toegewezen.
Klanttevredenheidsonderzoek
Vanwege de fusie tot één RVB is er in 2015 geen sprake meer geweest van eigen klanttevredenheid voor het RVOB. Er is daarom ook geen apart onderzoek gedaan hiernaar.
Klachten binnen termijn van 6 weken afgehandeld
Doelstelling is dat meer dan 80% van alle ontvangen klachten binnen de gestelde termijn van de klachtenprocedure, 6 weken, inhoudelijk wordt beantwoord. Deze doelstelling is met 100% ruimschoots behaald.