Inleiding
Het agentschap Dienst Vastgoed Defensie (DVD) is per 1 juli 2014 opgegaan in het Rijksvastgoedbedrijf, maar als baten-lastenagentschap blijven bestaan totdat het Rijksvastgoedbedrijf die status verkreeg. Dat is op 1 januari 2016 gebeurd. De jaarrekening 2015 is dan ook de laatste van de DVD. De DVD is per 1 januari 2015 overgegaan van het Ministerie van Defensie (X) naar de begroting van Wonen & Rijksdienst (XVIII). Een deel van de dienstverlening, waaronder de servicedienst, is achtergebleven bij Defensie.
De DVD was verantwoordelijk voor het doelmatige en maatschappelijk verantwoorde beheer en inrichting van het Defensievastgoed. De DVD gaf adviezen en trad op als intermediair voor de waarborging van de ruimtelijke belangen van de klanten. De DVD stond de klanten bij in hun zorg voor de beschikbaarheid en bruikbaarheid van het vastgoed.
Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap DVD
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | (4) | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Mutatie | Stand 1e suppletoire begroting | Realisatie | Verschil realisatie en stand 1e suppletoire begroting | Realisatie 2014 |
Baten | ||||||
Omzet moederdepartement | 63.537 | – 63.537 | – | 1.125 | 1.125 | 67.593 |
Programmagelden instandhouding | 125.290 | 11.802 | 137.092 | 136.172 | – 920 | 143.332 |
Programmagelden Expertise & Advies | 1.828 | – 235 | 1.593 | 1.143 | – 450 | |
Omzet huisvestingsactiviteiten | 9.800 | – 9.800 | – | – | – | 5.393 |
Omzet overige departementen | – | 63.206 | 63.206 | 52.552 | – 10.654 | 1.806 |
Omzet derden | – | – | – | 434 | 434 | – |
Mutatie onderhanden projecten | – | – | – | 2.667 | 2.667 | 2.647 |
Rentebaten | – | – | – | – | – | 156 |
Vrijval voorzieningen | – | – | – | – | – | – |
Bijzondere baten | – | – | – | 289 | 289 | 1.450 |
Totaal baten | 200.455 | 1.436 | 201.891 | 194.382 | – 7.509 | 222.377 |
Lasten | ||||||
Apparaatskosten | 61.243 | – 1.830 | 59.413 | 58.657 | – 756 | 65.684 |
– Personele kosten | 52.100 | 752 | 52.852 | 51.959 | – 893 | 57.452 |
Waarvan eigen personeel | 50.136 | – 1.084 | 47.364 | 45.217 | – 2.147 | 50.780 |
Waarvan externe inhuur | 1.964 | 1.836 | 3.800 | 4.177 | 377 | 4.239 |
Waarvan overige personele kosten | 1.688 | 2.565 | 877 | 2.433 | ||
– Materiële kosten | 9.143 | – 2.582 | 6.561 | 6.698 | 137 | 8.232 |
Waarvan apparaat ICT | – | – | 149 | |||
Waarvan bijdrage aan SSO's | 2.902 | 3.586 | 4.822 | |||
Waarvan overige materiële kosten | 3.659 | 3.112 | 3.261 | |||
Kosten uitbesteding | 1.500 | – | 1.500 | 2.025 | 525 | 1.316 |
Programmagelden instandhouding | 125.290 | 11.802 | 137.092 | 136.172 | – 920 | 142.583 |
Programmagelden Expertise & Advies | 1.828 | – 235 | 1.593 | 1.143 | – 450 | |
Rentelasten | 312 | – 312 | – | 8 | 8 | 889 |
Rentelasten huisvestingsactiviteiten | 9.800 | – 9.800 | – | – | – | 3.454 |
Afschrijvingskosten | 482 | – 482 | – | – | – | 2.377 |
– Materieel | 482 | – 482 | – | – | – | 472 |
– Materieel huisvestingsactiviteiten | – | – | – | 1.905 | ||
Overige lasten | – | 1.050 | 1.050 | 508 | – 542 | 497 |
– Dotaties voorzieningen | – | – | – | |||
– Bijzondere lasten | – | 508 | 497 | |||
Totaal lasten | 200.455 | 193 | 200.648 | 198.513 | – 2.135 | 216.800 |
Saldo van baten en lasten | – | 1.243 | 1.243 | – 4.131 | – 5.374 | 5.577 |
Toelichting
De DVD is per 1 januari 2015 overgegaan van het Ministerie van Defensie naar het Ministerie van BZK (begroting W&R). Een deel van de dienstverlening, waaronder de servicedienst, is achtergebleven bij Defensie. Dit is verwerkt in de 1e suppletoire begroting 2015. In overleg met FEZ BZK is besloten om de 1e suppletoire begroting als vergelijkende cijfers te hanteren.
Baten
Productgroep | Stand 1e suppletoire begroting | Realisatie | Verschil realisatie en stand 1e suppletoire begroting | Realisatie 2014 |
---|---|---|---|---|
a. Honorarium | ||||
Strategisch Vastgoedbeheer | 5.000 | 4.997 | – 3 | 5.794 |
E&A Afstoting | 610 | 896 | 286 | |
Commandantenvoorziening | 1.900 | 1.953 | 53 | 2.443 |
Nieuwbouw & Bodemsanering | 17.000 | 11.898 | – 5.102 | 16.791 |
Instandhouding | 37.356 | 32.540 | – 4.816 | 42.219 |
Huisvestingsactiviteiten | – | – | – | 5.393 |
Energie | 700 | 700 | – | 700 |
PPS | 340 | 340 | – | 390 |
Overige | 300 | 787 | 487 | 1.062 |
sub-totaal | 63.206 | 54.111 | – 9.095 | 74.792 |
b. Programmagelden | ||||
Instandhouding | 137.092 | 136.172 | – 920 | 143.332 |
E&A | 1.593 | 1.143 | – 450 | |
Totaal omzet | 201.891 | 191.426 | – 10.465 | 218.124 |
Mutatie onderhanden projecten | – | 2.667 | 2.667 | 2.647 |
Rentebaten | – | – | – | 156 |
Bijzondere baten | – | 289 | 289 | 1.450 |
Totaal baten | 201.891 | 194.382 | – 7.509 | 222.377 |
Omzet moederdepartement
Deze post bestaat uit intern binnen het Rijksvastgoedbedrijf doorbelaste uren van DVD-medewerkers werkend voor RGD- en RVOB-projecten.
Programmagelden instandhouding
De gerealiseerde omzet programmagelden instandhouding is € 0,9 mln. lager ten opzichte van de 1e suppletoire begroting. In augustus 2015 werd een onderbesteding voorzien en is het budget verlaagd tot € 125 mln. De realisatie is nagenoeg uitgekomen op het niveau van de 1e suppletoire begroting, waardoor op de balans een vordering op het Ministerie van Defensie van € 11,5 mln. is opgenomen.
Programmagelden Expertise & Advies
De omzet voor het product Expertise en Advies is € 0,5 mln. lager uitgekomen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting. Dit is het gevolg van een herallocatie van middelen (€ 0,5 mln.) van programmageld naar E&A afstoting.
Omzet overige departementen
Dit betreft voornamelijk honorarium Ministerie van Defensie voor Strategisch Vastgoedbeheer, E&A, Commandantenvoorzieningen, Instandhouding, PPS, Energie en Nieuwbouw & Bodemsanering.
Nieuwbouw en Bodemsanering
In de 1e suppletoire begroting is € 17 mln. begroot. Dit is inclusief de mutatie onderhanden werk.
Per saldo wijkt de realisatie Nieuwbouw (incl. onderhanden werk) € 2,4 mln. af van de begroting.
De realisatie van nieuwbouw projecten is beduidend lager uitgevallen als gevolg van minder capaciteit. Hierdoor zijn minder fasen van projecten gerealiseerd.
Instandhouding
Het verschil tussen de stand van de 1e suppletoire begroting en de realisatie van € 4,8 mln. is terug te voeren op het feit dat bij de opstelling van de eerstgenoemde begroting nog rekening werd gehouden met extra inkomsten vanuit het Ministerie van Defensie ter compensatie van het productrendement op de servicedienst. De servicedienst is achtergebleven bij het Ministerie van Defensie. In de onderhandelingen met het Ministerie van Defensie is hier later van afgezien.
Mutatie onderhanden projecten
In de begroting is deze post op nihil gesteld en opgenomen onder honorarium Nieuwbouw. De mutatie onderhanden projecten bedraagt € 2,7 mln. Hierin zit een toename van de voorziening van negatieve resultaten op toekomstige fasen verwerkt van € 1,2 mln. De mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt doordat te weinig projectfasen tot afronding zijn gebracht in 2015.
Bijzondere baten
De incidentele baten zijn opbrengsten uit de normale bedrijfsvoering van voorgaande boekjaren. Dit betreft een vrijval van ultimo 2014 opgenomen transitoria (€ 0,3 mln.).
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
De personele kosten zijn nagenoeg uitgekomen op het niveau van de 1e suppletoire begroting. De salariskosten eigen personeel zijn € 2,1 mln. lager uitgevallen ten opzichte van de begroting.
Externe inhuur
De gerealiseerde inhuurkosten zijn € 0,4 mln. hoger uitgevallen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting. Er is een verschuiving te zien van gerealiseerde personeelslasten naar kosten inhuur.
Materiële kosten
De materiële lasten zijn nagenoeg op het niveau van de 1e suppletoire begroting uitgekomen.
De huisvestingskosten zijn lager gerealiseerd aangezien het medegebruik van Defensie locaties slechts voor een deel van het jaar in rekening is gebracht (vanaf 1 augustus 2015). De automatiseringskosten komen hoger uit vanwege het feit dat de inzet van het Defensiepersoneel niet was meeberekend in de begroting. De personele kosten van circa 20 fte’s zijn in de begroting verwerkt in de salariskosten. De inschatting was dat de meeste ICT-medewerkers over zouden gaan naar het Rijksvastgoedbedrijf. Dit is slechts deels gebeurd. Daarnaast heeft Defensie aan de DVD algemene netwerkkosten in rekening gebracht, die voorheen binnen Defensie niet werden doorbelast.
Kosten uitbesteding
De gerealiseerde kosten uitbesteding zijn € 0,5 mln. hoger uitgevallen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt doordat in de begroting geen rekening is gehouden met onderlinge leveringen (€ 0,1 mln.) en een verschuiving van inhuur naar uitbesteding (0,2 mln.).
Programmagelden instandhouding
De gerealiseerde kosten in 2015 bedragen € 136,1 mln. (2014: € 142,6 mln.). Eind december 2015 is voor een bedrag van € 13,6 mln. opgenomen als transitorische kosten (2014: € 10,7 mln.). Het volumeverschil van de transitorische posten 2015 is voornamelijk het gevolg van het medio 2015 nieuw geïntroduceerde raamcontract binnen het niet planbaar onderhoud. Dit contract laat een groot verschil zien tussen het volume van de uitgevoerde opdrachten en de gefactureerde opdrachten.
Overige Lasten
Bijzondere lasten
Dit zijn incidentele lasten van de gewone bedrijfsuitoefening uit voorgaande boekjaren. De belangrijkste posten zijn de te laag opgenomen transitoria apparaatskosten ultimo 2014 (€ 0,2 mln.), afboeking van een ten onrechte opgenomen vordering in 2014 (€ 0,1 mln.) en de afrekening interne verhuiskosten DVD (€ 0,1 mln.).
Balans per 31 december 2015
Balans 2015 | Openingsbalans 2015 | Mutatie | Balans 2014 | |
---|---|---|---|---|
Activa | ||||
Materiële vaste activa | – | – | – | – |
– Overige materiële vaste activa | – | – | – | – |
Onderhanden projecten | 12.297 | 9.630 | – | 9.630 |
Debiteuren | 1.207 | 425 | – 10 | 435 |
Vorderingen op moederdepartement | – | 102 | 10 | 92 |
Nog te ontvangen | 19.380 | 35.184 | – | 35.184 |
Liquide middelen | 14.534 | 23.629 | – | 23.629 |
Totaal activa | 47.418 | 68.970 | – | 68.970 |
Passiva | ||||
Eigen vermogen | 830 | 4.961 | – 1.138 | 6.099 |
– Exploitatiereserve | 4.961 | 4.961 | 4.439 | 522 |
– Onverdeeld resultaat | – 4.131 | – | – 5.577 | 5.577 |
– | – | – | – | |
Crediteuren | 7.515 | 23.001 | 725 | 22.276 |
Schulden aan moederdepartement | – | – | – 725 | 725 |
Nog te betalen | 39.073 | 41.008 | 1.138 | 39.870 |
Totaal passiva | 47.418 | 68.970 | – | 68.970 |
Toelichting
De DVD is per 1 januari 2015 overgegaan van het Ministerie van Defensie naar het Ministerie van BZK (begroting W&R). Een deel van de dienstverlening, waaronder de servicedienst, is achtergebleven bij Defensie. In onderhandelingen met het Ministerie van Defensie is overeengekomen dat een deel van het eigen vermogen gereserveerd wordt voor brandveiligheidsprojecten (€ 1,1 mln.) en programmageld instandhouding (onderbesteding 2014 € 0,7 mln.). Bovenstaandeis verwerkt in de openingsbalans 2015. In overleg met FEZ BZK is besloten om de cijfers in de openingsbalans als vergelijkende cijfers te hanteren.
Activa
Onderhanden projecten
Saldo per 1 januari 2015 | 9.630 | |
Mutaties in de boekwaarde | ||
Investeringen (+) | 3.898 | |
Voorziening negatieve resultaten (–/–) | 1.231 | |
Correcties opbrengsten (–/–) | – | |
2.667 | ||
Saldo per 31 december 2015 | 12.297 |
De onderhanden projecten hangen samen met de lopende projecten voor nieuwbouw en bodemsanering (onderdeel Verwerving & Afstoting). De stand van de Onderhanden projecten ultimo 2015 is met € 2,7 mln. toegenomen ten opzichte van de stand per 1 januari 2015. Er zijn in 2015 minder projectfasen afgerond dan verwacht. Hierdoor zijn meer projectfasen onderhanden, en is sprake van minder omzet.
De voorziening voor negatieve resultaten op de onderhanden projectfasen is ten opzichte van 1 januari 2015 toegenomen met € 1,2 mln. tot € 5,4 mln. ultimo 2015.
Debiteuren
Het saldo van de debiteuren bedraagt € 1,2 mln. (1 januari 2015: € 0,4 mln.). Daarbij is rekening gehouden met een voorziening voor vermoedelijk oninbare vorderingen van € 0,2 mln.
Debiteuren | 1.357 | |
Voorziening dubieuze debiteuren (–/–) | 150 | |
Saldo per 31 december 2015 | 1.207 |
De vordering op debiteuren ad € 1,4 mln. betreft voor € 0,2 mln. vorderingen op derden en voor € 1,2 mln. vorderingen op overige Ministeries.
De voorziening voor dubieuze debiteuren betreft in zijn geheel een vordering op overige Ministeries.
Nog te ontvangen
31-dec-15 | 01-jan-15 | |
---|---|---|
Vooruitbetaalde bedragen | 61 | 51 |
Nog te ontvangen bedragen | 2.505 | 24.152 |
Te vorderen programmageld | 16.814 | 10.981 |
Totaal | 19.380 | 35.184 |
De nog te ontvangen bedragen ad € 19,4 mln. betreffen voor € 1,0 mln. nog te ontvangen bedragen van derden, voor € 0,6 mln. van baten-lastenagentschappen van het Ministerie van BZK en voor € 17,8 mln. van overige Ministeries.
De daling van de nog te ontvangen bedragen wordt voornamelijk veroorzaakt door een vordering op het Ministerie van Defensie van € 17,4 mln. inzake de overdracht van de DVD-panden op de openingsbalans, die in 2015 is afgewikkeld.
De stijging van het te vorderen programmageld wordt veroorzaakt door een vordering op het Ministerie van Defensie ultimo 2015 van € 11,5 mln. vanwege overschrijding van het programmabudget instandhouding.
Liquide middelen
31-dec-15 | 01-jan-15 | |
---|---|---|
Rekening-courant RHB | 14.534 | 23.629 |
Totaal | 14.534 | 23.629 |
Het saldo van de rekening courant met het Ministerie van Financiën Rijkshoofdboekhouding (RHB) is gedaald met € 9,1 mln. Dit komt o.a. door de overschrijding van het programmabudget Instandhouding en doordat er in december 2015 veel inkoopfacturen zijn doorbelast, die uiteindelijk niet zijn verwerkt door het moederdepartement in 2015.
Passiva
Eigen Vermogen
De berekening van de maximale exploitatiereserve is gebonden aan de 5%-regel. Deze houdt in dat maximaal 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie jaren als exploitatiereserve mag worden aangehouden.
2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|
Saldo per 1 januari | 1.391 | 522 | 6.099 |
Saldo van baten en lasten | – 869 | 5.577 | – 4.131 |
Directe mutaties in het eigen vermogen: | |||
Uitkering aan het moederdepartement | – | – | – |
Bijdrage door het moederdepartement | – | – | – |
Overige mutaties | – | – | – 1.138 |
Saldo per 31 december | 522 | 6.099 | 830 |
De daling van het eigen vermogen wordt voornamelijk veroorzaakt door een mutatie in de beginbalans als gevolg van afspraken met het Ministerie van Defensie inzake de overgang van DVD naar het Rijksvastgoedbedrijf per 1 januari 2015 (reservering brandveiligheidskosten, onderbesteding instandhouding 2014 en reservering vakantiegeld en eindejaarsuitkeringen) en het negatieve resultaat over het boekjaar. De omzet is met 12% gedaald ten opzichte van 2014, terwijl het aantal afgesloten projectfasen gedaald is met 33% ten opzichte van 2014. Juist in de relatief winstgevende projectinitiatiefasen is een reductie van 50% ten opzichte van 2014 te zien. Het saldo van baten en lasten wordt ten laste gebracht van het eigen vermogen. Op basis van vijf procent van de gemiddelde jaaromzet van de afgelopen drie jaar bedraagt het maximaal toelaatbaar eigen vermogen € 10,5 mln. De stand aan het eind van 2015 bedraagt € 0,8 mln.
Crediteuren
Het saldo van de crediteuren bedraagt € 7,5 mln. (1 januari 2015: € 22,3 mln.). Eind 2015 waren er naar verhouding minder inkoopfacturen dan eind 2014. Het saldo bestaat voor € 7,4 mln. uit schulden aan derden en voor € 0,1 mln. aan overige Ministeries.
Nog te betalen
31-dec-15 | 01-jan-15 | |
---|---|---|
Vooruitontvangen bedragen | 10.112 | 10.403 |
Nog te betalen bedragen | 26.075 | 27.797 |
Te betalen vakantiegelden | 1.257 | 1.412 |
Te betalen vakantiedagen | 1.627 | 1.396 |
Overige | 2 | 0 |
39.073 | 41.008 |
De totale overlopende passiva zijn met € 1,9 mln. gedaald.
Ultimo 2015 is nog € 4,1 mln. te betalen aan baten-lastenagentschappen van het Ministerie van BZK, € 11,9 mln. aan overige Ministeries en € 23,1 mln. aan derden.
De post «Nog te betalen bedragen» bestaat uit:
31-dec-15 | 01-jan-15 | |
---|---|---|
Te betalen apparaatskosten en product eindafrekeningen | 12.067 | 16.051 |
Nog te betalen programmageld ISH | 13.643 | 11.436 |
Overige | 365 | 310 |
Totaal | 26.075 | 27.797 |
De post daalt van € 27,8 mln. begin 2015 naar € 26,1 mln. eind 2015.
De in de openingsbalans opgenomen bedragen voor brandveiligheidskosten (1,1 mln) en programmageld instandhouding (0,7 mln) zijn in 2015 geheel besteed.
De post te betalen apparaatskosten en product eindafrekeningen neemt af met € 4,0 mln. Deze daling wordt veroorzaakt doordat de salariskosten en nog te betalen inhuurkosten over december 2015 nu grotendeels intern (via rekening-courant RGD) verrekend worden. Daarentegen neemt het nog te betalen programmageld ISH toe met € 2,2 mln. De toename wordt veroorzaakt door het niet planbaar onderhoud. Per 1 juli 2015 is een raamcontract voor kleine werkzaamheden (kleiner dan € 50.000) gestart. Dit contract kent een fors verschil tussen het volume «in opdracht gegeven» en «gefactureerd». Dat verschil is opgenomen als nog te betalen.
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
De DVD heeft voor haar bedrijfsuitoefening een aantal langlopende verplichtingen afgesloten voor het onderhouden van de Defensie objecten (materiële kosten gebruiksvergoeding / instandhouding programma). Daarnaast worden namens het Ministerie van Defensie ten behoeve van het Nieuwbouwprogramma en de Commandantenvoorziening verplichtingen met aannemers aangegaan. In onderstaande tabel zijn de uitstaande verplichtingen samengevat.
2016 1 jaar | 2017 1 jaar | 2018–2020 3 – 5 jaar | Totaal | |
---|---|---|---|---|
Apparaatsuitgaven en DVD investeringen | – | – | – | – |
Expertise & advies | 2.409 | – | – | 2.409 |
Commandantenvoorziening | 3.413 | 34 | – | 3.447 |
Instandhouding programma | 104.517 | 47.458 | 22.869 | 174.844 |
Nieuwbouw programma | 70.053 | 3.001 | 42 | 73.096 |
Totaal | 180.392 | 50.493 | 22.911 | 253.796 |
Jubileumuitkeringen
Op de balans is geen schuld opgenomen voor de mogelijke verplichting voor toekomstige jubileumuitkeringen. Ervan uitgaande dat de per 31 december 2015 betreffende medewerkers in dienst blijven, is de verplichting over de periode 2016 tot en met 2019 berekend op € 1,1 mln.
Kasstroomoverzicht over 2015
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting | Mutatie | Stand 1e suppletoire begroting | Realisatie | Verschil realisatie en 1e suppletoire begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2015 + stand depositorekeningen | 47.340 | – 23.711 | 23.629 | 23.629 | – |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 206.839 | |||||
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 215.934 | |||||
2. | Totaal operationele kasstroom | 557 | 677 | 1.234 | – 9.095 | – 10.329 |
Totaal investeringen (–/–) | – 12.564 | 12.564 | – | – | – | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | – | – | – | – | ||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 12.564 | 12.564 | – | – | – |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | – | – | – | – | ||
Eenmalige uitkering van moederdepartement (+) | 17.363 | 17.363 | – | – 17.363 | ||
Aflossingen op leningen (–/–) | – 4.138 | 4.138 | – | – | – | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 12.564 | – 12.564 | – | – | – | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 8.426 | 8.937 | 17.363 | – | – 17.363 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2015 + stand depositorekeningen (1+2+3+4), de maximale roodstand 0,5 miljoen €. | 43.759 | – 1.533 | 42.226 | 14.534 | – 27.692 |
Toelichting
Het kasstroomoverzicht geeft aan hoeveel kasmiddelen in de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen en op welke wijze gebruik is gemaakt van deze middelen. Aan de hand van het kasstroomoverzicht worden de kapitaaluitgaven en -ontvangsten toegelicht.
Operationele kasstroom
De liquiditeit uit operationele activiteiten is met € 10,3 mln. gedaald ten opzichte van de 1e suppletoire begroting. Dit wordt met name veroorzaakt door de effecten van de sterke toename van de Onderhanden projecten (€ 2,7 mln.) en het negatieve resultaat (€ 4,1 mln.).
Financieringskasstroom
Er hebben in 2015 geen stortingen aan of door het moederdepartement plaatsgevonden. In de 1e suppletoire begroting is ten onrechte een uitkering van het moederdepartement Defensie opgenomen.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2015
Omschrijving | Realisatie | Stand 1e suppletoire begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2015 | |
Omschrijving generiek deel | |||||
Vte/Fte (2015)'n totaal | 849,0 | 858,5 | 854,1 | 730,8 | 735,5 |
– waarvan in eigen dienst | 847,0 | 838,5 | 818,0 | 697,4 | 701,0 |
– waarvan inhuur | 2,0 | 20,0 | 36,1 | 33,4 | 34,5 |
Saldo van baten en lasten (%) | 0,6% | – 0,4% | 2,5% | – 1,5% | – 1,3% |
Omschrijving specifiek deel | |||||
Kostprijzen per product(groep) DVD | |||||
Expertise & advies (honorarium) | 77,25 | 75,95 | 80,28 | 82,43 | 80 |
Verwerving & Afstoting (excl. OHW) | 71,55 | 70,81 | 74,12 | 73,14 | 74 |
COVO | 63,00 | 63,45 | 65,68 | 67,23 | 66 |
Instandhouding | 64,59 | 61,30 | 62,08 | 69,52 | 62 |
Gemiddelde kostprijs product | 65,07 | 65,07 | 67,34 | 71,18 | 67 |
Tarieven | zie kostprijzen per product | ||||
Omzet per productgroep (pxq) in K€ | |||||
Expertise & advies (honorarium) | 8.562 | 7.413 | 5.794 | 5.893 | 5.610 |
Verwerving & Afstoting (incl. OHW) | 19.106 | 15.366 | 16.791 | 14.565 | 17.000 |
COVO | 2.225 | 3.666 | 2.443 | 1.953 | 1.900 |
Instandhouding | 49.813 | 44.770 | 42.219 | 32.540 | 37.356 |
Beveiliging | |||||
Overig | 1.090 | 2.152 | 1.827 | 1.340 | |
Servicelevels (norm = 80%) | 74% | 65% | 71% | 80% | |
Productiviteit (omzet K€ per directe medewerker) | 103,7 | 104,6 | 100,8 | 85,9 | 96 |
Projecttevredenheid (norm = 90%) | 98% | 95% | 98% | 100% | 95% |
Toelichting
Vte/fte-en totaal
De begroting is opgebouwd op basis van de bij het Ministerie van Defensie gebruikelijke term «voltijdsequivalenten» (vte). Een vte correspondeert met een standaard arbeidsduur van 38 uur per week. Bij het Ministerie van BZK wordt de capaciteit uitgedrukt in «full time equivalenten» (fte). Een fte correspondeert met een standaard arbeidsduur van 36 uur per week. Door Defensie zijn per 1 augustus 2015 702,5 fte’n zijn overgedragen aan het Rijksvastgoedbedrijf. Per 31 december 2015 is de bezetting 697,4 fte’s. Dit betreft zowel direct als indirect personeel en gedetacheerden.
De realisatie van het inhuurbudget DVD is € 4,2 mln. Uitgaande van een gemiddelde middensom van € 125.000 per fte is het aantal inhuurkrachten berekend op 33,4 fte’s.
Kostprijzen per product(groep)
De kostprijzen per product zijn licht gestegen. De gemiddelde kostprijs van het product instandhouding is relatief sterker gestegen omdat er minder uren door servicedienstpersoneel en meer uren door relatief dure medewerkers aan het product zijn besteed.
Omzet per product(groep)
De omzet voor het product «Verwerving en afstoting» (nieuwbouw) is beduidend lager uitgevallen ten opzichte van 2014 en ten opzichte van de raming bij de 1e suppletoire begroting. E.e.a. is het gevolg van sterke functiewisselingen en onderbezetting van personeel. Hierdoor zijn minder projectfasen (2015: 276) afgesloten en gefactureerd dan in vorig jaar (2014: 411).
In het bedrag is rekening gehouden met een mutatie op de onderhanden projecten (betreft alleen nieuwbouw).
Servicelevels
In afwijking van de gegevens uit het verleden heeft deze indicator uitsluitend nog betrekking op het product «Commandantenvoorzieningen». De norm is niet geheel gerealiseerd.
Productiviteit
Ook in de productiviteit is het effect van de voortdurend in beweging zijnde organisatie merkbaar.
Daarnaast werd in de 1e suppletoire begroting rekening gehouden met extra inkomsten van het Ministerie van Defensie ter compensatie van het productrendement op de bij Defensie achtergebleven servicedienst. DIn de onderhandelingen met het Ministerie van Defensie is hier later van afgezien. Hierdoor is de productiviteit lager uitgevallen dan de in de 1e suppletoire begroting berekende productiviteit.
Projecttevredenheid
De meting van de projecttevredenheid is in 2015 onvolledig geweest. Van slechts 40% van de afgesloten projecten is een projecttevredenheidsformulier verstuurd en van de verstuurde formulieren is 63% terugontvangen. De gemiddelde score stemt wel tot tevredenheid. Inmiddels is een start gemaakt met een inhaalslag over 2015. De resultaten hiervan kunnen niet meer worden meegenomen in het jaarverslag.