Base description which applies to whole site

4. DE SALDIBALANS

Saldibalans per 31 december 2015 van Wonen en Rijksdienst (XVIII) (bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-’15

31-12-’14

 

Passiva

31-12-’15

31-12-’14

1)

Uitgaven ten laste van de begroting 2015

4.265.693

3.687.093

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting 2015

973.735

653.994

                 

3)

Liquide middelen

286

1

         
                 

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

0

0

 

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

3.271.882

3.016.352

                 

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

335.341

50.000

 

5a)

Begrotingsreserves

335.341

50.000

                 

6)

Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

5.289

3.765

 

7)

Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

25.651

20.513

                 

8)

Kas-transverschillen

0

0

         
                 
 

Subtotaal

4.606.609

3.740.859

     

4.606.609

3.740.859

                 

9)

Openstaande rechten

14.565

17.318

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

14.565

17.318

                 

10)

Extra-comptabele vorderingen

630

2.026

 

10a)

Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

630

2.026

                 

11a)

Tegenrekening extra-comptabele schulden

314

210

 

11)

Extra-comptabele schulden

314

210

                 

12)

Voorschotten

257.469

288.920

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

257.469

288.920

                 

13a)

Tegenrekening garantie-verplichtingen

171

356

 

13)

Garantieverplichtingen

171

356

                 

14a)

Tegenrekening openstaande verplichtingen

217.316

330.351

 

14)

Openstaande verplichtingen

217.316

330.351

                 

15)

Deelnemingen

0

0

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

0

                 
 

TOTAAL

5.097.074

4.380.040

   

TOTAAL

5.097.074

4.380.040

TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2015 (XVIII)

Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten 2015

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2015 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.

Ad 3. Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden aanwezig bij de kasbeheerder.

(Bedragen in €)

Centraal Fonds Volkshuisvesting

285.555

Totaal

285.555

Het saldo van deze rekening bevat grotendeels de ontvangsten van de openstaande vorderingen op Vestia Deze vorderingen waren oorspronkelijk € 294.104,35. De overige posten zijn uitgaven en ontvangsten die voor een deel nog moeten worden verrekend met het agentschap ILT (dat een deel van de taken van het CFV heeft overgenomen) en voor een deel nog met de begrotingsreserve voor de sanering.

Ad 4a. Rekening-courant RHB

Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:

(Bedragen in €)

Rekening-courant FIN/RHB

3.271.881.777

Totaal

3.271.881.777

Het saldo vertegenwoordigt de reguliere mutaties met betrekking tot Hoofdstuk XVIII.

Ad 5. en 5a. Begrotingsreserves

De post begrotingsreserves is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Rekening-courant Begrotingsreserve NHG

50.000.000

b) Rekening-courant Fonds sanering WoCo's

278.624.011

c) Rekening-courant Fonds Projecsteun WoCo's

6.716.801

Totaal

335.340.812

Risicovoorziening ten behoeve van garantieregelingen

Ad a): In 2011 is de begrotingsreserve Nationale Hypotheekgarantie (NHG) gevormd. Het doel hiervan is een reservering van middelen ter partiële dekking van een eventuele aanspraak op de achtervang functie van het Rijk door het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW).

Reguliere begrotingsreserves

Ad b) en c): Per 1 juli 2015 is de herziene Woningwet van kracht geworden. Hierin is ondermeer geregeld dat de taak voor sanering en projectsteun van woningcorporaties onder direct gezag van de Minister voor Wonen en Rijksdienst (W&R) komt te liggen. Tot 1 juli 2015 was deze taak toebedeeld aan het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Bij de overdracht van deze taak zijn tevens de fondsmiddelen voor sanering- en projectsteun overgekomen naar de begroting voor W&R (respectievelijk € 287,4 mln. en € 6,7 mln.) en gestort in de begrotingsreserve voor sanerings- en projectsteun aan woningcorporaties

De uitvoerende taken (exclusief de fondsmiddelen) voor de sanering heeft de Minister voor W&R gemandateerd aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Ad 6. Uitgaven buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Het bedrag aan uitgaven buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

5.282.204

b) Te vorderen van Ministeries en derden

6.556

Totaal

5.288.760

Ad a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten

Het bedrag betreft de RVOB en bestaat voornamelijk uit over te boeken bedragen (€ 2 mln.), te vorderen OZB belasting op benzinemaatschappijen (€ 0,6 mln.) en te verrekenen bodemkosten (€ 1,9 mln.).

Ad b) Te vorderen van Ministeries en derden

Het bedrag betreft het saldo van de nog af te wikkelen posten van het Centraal Fonds Volkshuisvesting.

Ad 7. Ontvangsten buiten begrotingsverband (intra-comptabele schulden)

Het bedrag aan ontvangsten buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten

25.383.240

b) Te betalen aan Ministeries en derden

267.550

Totaal

25.650.790

Ad a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten

Dit bedrag betreft de financiële verantwoordingen tot en met 31 december 2015 van het RVOB

(€ 25,4 mln.). Dit saldo bestaat voornamelijk uit onbeheerde nalatenschappen (€ 2,3 mln.), af te dragen omzetbelasting (€ 1,9 mln.) en diverse nog door te betalen bedragen (€ 20,2 mln.).

Ad b) Te betalen aan Ministeries en derden

Dit bedrag betreft te betalen bedragen aan onderdelen van het eigen Ministerie.

Ad 9. Openstaande rechten

Ad 9a. Tegenrekening openstaande rechten

Het saldo per 31 december 2015 wordt hieronder per ontstaansjaar gespecificeerd:

(Bedragen in €)

Ontstaansjaar

 

t/m 2011

965.924

2012

314.425

2013

646.460

2014

410.860

2015

12.227.226

Totaal

14.564.895

Het saldo bestaat voornamelijk uit vorderingen met betrekking tot:

  • ingebruikgevingen in het kader van huur en vergelijkbaar gebruik;

  • gebruik voor/i.v.m baggeren/storten;

  • uitgifte in erfpacht en andere agrarische gebruiksrechten;

  • overige gebruiksregelingen.

Dit voor een bedrag van in totaal (€ 12,7 mln.).

Daarnaast bevat het saldo een bedrag van € 1,3 mln. aan voorlopig buiten invordering gestelde bedragen.

Een groot deel van de vorderingen zijn in december gefactureerd (jaar facturatie), waarvan de meesten in januari 2016 worden ontvangen.

Ad 10. Extra-comptabele vorderingen

Ad 10a. Tegenrekening extra-comptabele vorderingen

Het saldo per 31 december 2015 wordt hieronder per ontstaansjaar en artikel gespecificeerd:

(Bedragen in €)

Ontstaansjaar

 

2014

1.951

2015

627.222

Totaal

629.173

Artikel

Omschrijving

(Bedragen in €)

1

Woningmarkt

563.020

2

Woonomgeving en bouw

56.814

3

Kwaliteit Rijksdienst

9.339

Totaal

 

629.173

Toelichting:

Artikel 1: Woningmarkt

Het saldo betreft vorderingen in het kader van de Eigen Woningregelingen (EW) en de Wet Bevordering Eigenwoningbezit (BEW, € 0,26 mln.). Deze vorderingen ontstaan als, op grond van wijziging van de berekeningsgegevens, uitbetaalde bijdragen achteraf worden verlaagd. Het beheer van deze vorderingen wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Tevens bevat het saldo een bedrag aan nog te ontvangen bedragen (€ 0,26 mln.), in beheer bij het RVOB.

Artikel 2: Woonomgeving en bouw

Het openstaand saldo bestaat uit een vordering ontstaan als gevolg van een vaststelling van een subsidie aan derden (€ 0,02 mln.) alsmede uit twee vorderingen welke in beheer zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) (€ 0,04 mln.).

Artikel 3: Kwaliteit Rijksdienst

Dit bestaat uit vorderingen van het Bureau Algemene Bestuursdienst vanwege Inter Collegiale Consultatie (€ 0,01 mln.).

Ad 11. Extra-comptabele schulden

Ad 11a. Tegenrekening Extra-comptabele schulden

(Bedragen in €)

Kasbeheerder RVOB

313.333

Totaal

313.333

Dit betreft een aantal voorwaardelijke ontvangsten van koopsommen met betrekking tot de toekomstige verkopen van een aantal panden.

Ad 12. Voorschotten

Ad 12a. Tegenrekening voorschotten

De saldi van de per 31 december 2015 openstaande voorschotten en van de in 2015 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:

(Bedragen in €)
   

Correctie toewijzing

     

stand

Ontstaansjaar

Stand EB2014

afgerekend

Stand per 1/1

Opgeboekt

Afgeboekt

31-12-2015

2011

55.285.125

0

55.285.125

0

– 35.961.420

19.323.705

2012

50.693.793

0

50.693.793

0

– 2.925.152

47.768.641

2013

73.914.024

– 21.887.988

52.026.036

0

– 11.726.080

40.299.956

2014

109.026.844

21.887.988

130.914.833

0

– 54.846.271

76.068.562

2015

0

0

0

74.956.398

– 949.091

74.007.307

Totaal

288.919.786

0

288.919.787

74.956.398

– 106.408.014

257.468.171

De saldi van de per 31 december 2015 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:

Artikel:

Omschrijving

Bedragen in €

Artikel 1

Woningmarkt

98.231.821

Artikel 2

Woonomgeving en bouw

134.625.722

Artikel 3

Kwaliteit Rijksdienst

6.260.628

Artikel 6

Uitvoering Rijksdienst

18.350.000

 

Totaal:

257.468.171

Toelichting:

Artikel 1: Woningmarkt

In het regeerakkoord van 2012 is door het rijk € 20 mln. uitgetrokken om gemeenten en provincies financieel te ondersteunen bij het verstrekken van startersleningen. Deze bijdrage is verstrekt aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN). In aanvulling op het voorschot 2012, is in 2013 een voorschot van € 30 mln. verstrekt. Daarmee komt het totaal aan openstaande voorschotten aan SVN op € 50 mln., die in 2017 zullen worden afgerekend.

Voor de afhandeling van de huurprijsonderzoeken ontvangt de Huurcommissie jaarlijks een budget van de directie Woningmarkt dat in de vorm van een voorschot wordt verstrekt. Tot december 2015 bedroeg het saldo circa € 16,1 mln.

Verder zijn in 2015 en eerder aan Platform 31 en haar voorgangers (o.a. NICIS) diverse voorschotten verleend voor circa € 23,7 mln. Aan overige kennisinstellingen (o.a. NWO, CBS, EUKN) zijn voorschotten verleend voor circa € 5,3 mln. De voorschotten zijn verleend voor het uitvoeren van hun werkprogramma’s en het doen van meerjarig onderzoek op het terrein van wonen.

Artikel 2: Woonomgeving en bouw

Op dit artikel staan voor € 18,5 mln. voorschotten open voor de vergoeding van mensuren en projectmiddelen aan RVO.nl voor de jaren 2011 tot en met 2015. Daarnaast staat een voorschot van circa € 13 mln. open ten behoeve van het Nationaal Restauratiefonds, dat in 2016 zal worden afgerekend.

Aan de Stichting Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) is een voorschot verleend van € 50 mln. ten behoeve van de financiering van het treffen van energiebesparende maatregelen door particulieren. Voorts is in het kader van energiebesparing in de gebouwde omgeving een voorschot van € 10 mln. verleend aan de VNG. Daarnaast zijn er voorschotten ad € 16,5 mln. verstrekt voor het uitvoeren van het meerjarige programma Energiesprong.

Na ontvangst en beoordeling van de verantwoordingsinformatie zullen de voorschotten met betrekking tot het programma Energiesprong in 2016 worden afgewikkeld. De overige voorschotten zullen in 2017 en latere jaren afgewikkeld worden.

Aan NEPROM zijn voorschotten van in totaal € 1,5 mln. verleend voor het kennisoverdracht- en stimuleringsprogramma energiebesparing nieuwbouw.

Het merendeel van de overige voorschotten op het gebied van energiebesparing, bouwkwaliteit en woningbouw zijn in 2013 en eerdere jaren verstrekt aan gesubsidieerde projecten (waaronder aan CENCO € 0,6 mln. voor de uitvoeringsagenda bouw- en onderzoeksopdrachten). Verder zijn voorschotten verstrekt tot € 0,9 mln. voor het bevorderen van de woonomgeving op de BES-eilanden. Deze programma’s lopen meerjarig door en zullen in de periode 2015–2017 worden verantwoord en afgewikkeld.

Artikel 3: Kwaliteit Rijksdienst

De openstaande voorschotten hebben betrekking op voorschotten verstrekt aan de Stichting A&O Fonds in 2014 en 2015, € 3,4 mln. per jaar, ten behoeve van arbeidsmarktprojecten. Verder zijn aan de Stichting ICTU voorschotten verstrekt ten behoeve van verschillende projecten (€ 0,4 mln.). Het voorschot aan A&O Fonds voor 2014 is in het 4e kwartaal 2015 afgerekend. Daarnaast zijn aan Logius twee voorschotten verstrekt voor de uitvoering van projecten (€ 2,1 mln.). Na ontvangst en beoordeling van de verantwoordingsinformatie zullen de voorschotten voor A&O Fonds 2015 en de ICTU in de loop van 2016 worden afgewikkeld.

Ad 13. Garantieverplichtingen

Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen

Het bedrag aan garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:

(Bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

 

355.667

Aangegane verplichtingen in 2015

 

0

   

355.667

     

Tot betaling gekomen in 2015

0

 

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

185.499

 
   

185.499

     

Garantieverplichtingen Binnen Begrotingsverband

 

170.168

De garanties betreffen Hypotheekgaranties. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de Minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid geschapen om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten.

Er zijn ultimo december 2015 nog 2 garanties geldig. Het theoretische risico bedraagt € 0,05 mln. Het maximale garantieplafond per 31 december 2015 bedraagt € 0,17 mln.

Niet in de balans opgenomen garantieverplichtingen

Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)

Het Rijk en de gemeenten staan borg voor de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Voor het WSW geldt dat indien het fondsvermogen na gebruikmaking van de zekerheidsstructuur een zeker minimum heeft bereikt, zoals vastgelegd in de achtervangovereenkomst, het WSW een beroep kan doen op de achtervangers.

Dit beroep is in beginsel ongelimiteerd. Het Rijk en de deelnemende gemeenten verstrekken in geval van eventuele liquiditeitsproblemen bij het WSW ieder voor 50% een renteloze lening aan het WSW.

Deze borgstelling vormt de tertiaire zekerheid van het fonds. De primaire zekerheid wordt gevormd door het eigen vermogen van de aangesloten corporaties. Indien de financiële positie van de corporatie, naar de eisen van kredietwaardigheid van het WSW, onvoldoende is, kan onder bepaalde voorwaarden saneringssteun worden verleend. Per 1 juli 2015 is, met de inwerkingtreding van de herziene woningwet, de saneringstaak overgegaan van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) naar BZK. De Minister heeft de saneringstaak op hetzelfde moment gemandateerd aan het WSW.

De secundaire zekerheid wordt gevormd door het vermogen van het WSW. Dit vermogen is opgebouwd uit een borgstellingreserve en een obligo op corporaties. Het totaal-bedrag aan obligo’s is € 3,2 miljard. De kans dat de tertiaire zekerheid wordt aangesproken is nagenoeg nihil.

In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de vermogenspositie van de stichting WSW:

Kengetallen stichting WSW (x € 1 mln.)

jaar 2015

jaar 2014

jaar 2013

jaar 2012

jaar 2011

Gegarandeerde leningen

83.800

85.100

86.200

87.400

86.300

Eigen vermogen WSW

521

494

496

489

477

Obligoverplichtingen

3.200

3.200

3.200

3.300

3.200

Garantievermogen

3.721

3.694

3.696

3.789

3.697

Totaal aan schadebetalingen

0

0

0

0

0

Bron: jaarrekening WSW 2014/2013/2012/2011 en voorlopige cijfers 2015

Het WSW heeft tot op heden uit hoofde van haar borgstellingsfunctie nooit schadebetalingen gedaan. Belangrijke reden hiervan is dat aan financieel noodlijdende corporaties saneringssteun is gegeven voordat ze niet meer konden voldoen aan hun betalingsverplichtingen en de borgstelling van het WSW zou kunnen worden aangesproken.

Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)

De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) is de uitvoerder van de Nationale Hypotheek garantie (NHG). Het Rijk is de achtervanger bij het WEW. Dit betekent dat, zodra het WEW onvoldoende risicovermogen heeft om aanspraken op de garantstelling te kunnen betalen, het Rijk zich verplicht heeft gesteld om achtergestelde renteloze leningen te verschaffen. Tot 2011 was het Rijk samen met de gemeenten achtervanger. Vanaf 1 januari 2011 is alleen het Rijk achtervanger, voor de oude gevallen blijven de gemeenten verantwoordelijk voor 50% van de achtervang.

In 2015 is het aantal verliesdeclaraties met 6 procent afgenomen ten opzichte van 2014. De afname concentreerde zich in de tweede helft van het jaar en wordt met name toegeschreven aan de aantrekkende woningmarkt. Het garantievermogen van de stichting is ultimo 2015 toegenomen naar € 880 mln. Dit is toe te schrijven aan een toename van het aantal nieuwe garanties en de afname van het aantal verliesdeclaraties. In de liquiditeitsprognose van het WEW voor de periode 2016–2020 wordt geen aanspraak op de achtervang van de overheid voorzien.

In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de vermogenspositie van het WEW:

Kengetallen stichting WEW (x € 1 mln.)

jaar 2015

jaar 2014

jaar 2013

jaar 2012

jaar 2011

Totaal aan gegarandeerde leningen

187.000

176.000

163.800

154.000

136.207

Garantievermogen

880

808

778

786

729

Totaal aan schadebetalingen

145,4

176,5

158,8

112,0

60,9

Bronnen: jaarrekening WEW 2014/2013/2012/2011 en 4e kwartaalbericht 2015. 2015: voorlopige cijfers

Garantie Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf

Bij de overkomst van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf van het Ministerie van Financiën naar Wonen en Rijksdienst per 1-1-2013 heeft Wonen en Rijksdienst een door het Ministerie van Financiën verleende garantie overgenomen. Vanaf die datum heeft Wonen en Rijksdienst zich garant gesteld voor de eventuele verliezen op gebiedsontwikkelingsprojecten van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf. Deze is gemaximeerd tot een bedrag van € 207 mln. (het vorderingenplafond). Ultimo 2015 heeft Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf na herwaardering van de post Onderhanden Werk in verband met de verwachte verliezen op deze projecten een vordering van € 86,5 mln. op het moederdepartement opgenomen.

Als dit daadwerkelijk leidt tot een betaling van Wonen en Rijksdienst aan het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf wordt dit budgettair gedekt uit het generale beeld (via het Ministerie van Financiën).

Ad 14. Openstaande verplichtingen

Ad 14a. Tegenrekening openstaande verplichtingen

(Bedragen in €)

Verplichtingen per 1/1

 

330.350.319

 

Aangegane verplichtingen in 2015

 

4.245.299.788

+/+

   

4.575.650.107

 
       

Tot betaling gekomen in 2015

4.265.690.446

   

Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren

92.643.978

   
   

4.358.334.424

–/–

       

Verplichtingen Binnen Begrotingsverband

 

217.315.683

 
Licence