Algemene doelstelling
Het Commando Koninklijke Marechaussee (KMar) voert politietaken uit op grond van de Politiewet 2012 (PW). Deze taak wordt zowel nationaal als internationaal en tijdens missies uitgevoerd. Daarnaast levert het KMar capaciteit aan de CDS voor deelneming aan (militaire) missies waarbij de KMar andere taken uitvoert dan die in de PW zijn opgedragen.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de KMar. De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de taak zijn dat de ministeries van Veiligheid en Justitie (inclusief het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en het Ministerie van Defensie.
De KMar heeft een takenpakket in binnen- en buitenland. Zij houdt zich onder andere bezig met:
-
• Het bewaken en beveiligen van Koninklijke paleizen, ambassades in risicogebieden, de Nederlandse Bank en personen.
-
• Handhaving van de Vreemdelingenwetgeving waaronder grenstoezicht en bestrijding van identiteit- en documentfraude en mensensmokkel.
-
• Handhaving van de openbare orde ten behoeve van Defensie en opsporing van strafbare feiten.
-
• Bijdrage aan de opbouw van de veiligheidssector in missiegebieden.
-
• Politietaken en beveiliging van burgerluchtvaartterreinen.
-
• Samenwerking met en bijstand aan de Nationale politie.
Naast het reguliere takenpakket fungeert de KMar als strategische reserve voor de Nederlandse Politie. Door optreden in binnen- en buitenland levert de KMar direct of indirect een bijdrage aan de veiligheid van de Staat.
Beleidsconclusies
De KMar heeft uitvoering gegeven aan de aan haar in de Politiewet opgedragen politietaken. Tevens heeft de KMar een gewaardeerde bijdrage geleverd aan de hoofdtaken van de krijgsmacht en daarmee aan belangrijke onderdelen van het ambitieniveau van Defensie. De KMar heeft in 2016 met diverse onderdelen deelgenomen aan grote en kleine internationale operaties.
De Landelijke Bijstandsorganisatie (Bijstandseenheid, BE) van de KMar is op verzoek van de NCTV ook in 2016 ingezet voor de bewaking en beveiliging van een groot aantal objecten. In juli 2016 is deze taak volledig overgenomen door de nieuw opgerichte Hoog Risico Beveiliging (HRB)-pelotons. Medio 2016 heeft er herprioritering plaatsgevonden van het Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV) naar de Grenspolitietaak op de luchthavens. Ook is de Militaire Politiezorg taak (MPZ) als gevolg van deze prioriteitstelling tijdelijk verminderd.
Voor het beheersen en controleren van de migratiestromen richting Europa, heeft de KMar gemiddeld 20 grenswachters ingezet, voor het uitvoeren van screening, debriefing, documentcontroles en grensbewaking bij verschillende Frontex-operaties aan de buitengrenzen van het Schengengebied. Naast een personele bijdrage heeft de KMar ook twee voertuigen met bemanning ingezet aan de landgrens tussen Turkije en Griekenland en in Bulgarije.
In aanvulling op deze reguliere bijdragen aan Frontex, is het Border Security Team voor het grenstoezicht aan de buitengrenzen van het Schengengebied in 2016 voortgezet.
Doelstellingenmatrix KMar
De aan het KMar opgedragen gereedheidsdoelstellingen zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd naar aantallen operationeel gerede eenheden en vte’n. In onderstaande tabel is weergegeven wat de operationele beschikbaarheid moest zijn en hoeveel daarvan gerealiseerd is. Waar het aantal eenheden gedurende het jaar varieert, is het rekenkundig gemiddelde in de tabel opgenomen. In de kolom «Norm OG» staat het aantal eenheden dat nodig is om te voldoen aan de inzetbaarheidsdoelstellingen. De kolom «OG 2016» geeft de verwachting voor 2016 aan, de kolom realisatie bevat de gerealiseerde OG. Een waarde in decimalen achter de komma geeft aan dat een eenheid niet het gehele jaar operationeel gereed is geweest.
Groep | Organieke component | Totaal aantal | Norm OG | OG 2016 | Realisatie |
---|---|---|---|---|---|
DLBE/BBM en districten | Vte'n voor expeditionaire inzet | 306 | 153 | 153 | 36 |
ME / BE | Peloton voor Crowd and Riot Control | 1 | 1 | 0,5 | 0 |
DLBE/BSB | Vte'n voor Close Protection Teams van VIP's | 26 | 13 | 13 | 13 |
Toelichting
Inzet
Gedurende 2016 is door eenheden van de KMar deelgenomen aan diverse internationale operaties. Deze operaties worden vermeld onder beleidsartikel 1 Inzet. De KMar heeft aan alle inzetopdrachten voldaan.
Operationele gereedheid
Niet alle eenheden van het KMar hebben kunnen voldoen aan de doelstellingen uit de doelstellingenmatrix. De belangrijkste redenen worden hieronder uiteengezet.
District Landelijke en Buitenlandse Eenheden (DLBE)/Brigade Buitenland Missies (BBM) en districten – Vte’n voor expeditionaire inzet
Vanwege het grote beroep op de KMar-organisatie is er beperkt personeel beschikbaar voor expeditionaire inzet. Eenheden die uitgezonden worden voldoen aan de eisen voor geoefendheid. In 2016 is alleen voldaan aan specifieke uitzendbehoeften.
ME / BE – Peloton voor Crowd and Riot Control
De Landelijke Bijstandsorganisatie is ook in 2016 nog grotendeels ingezet voor de Hoog risico beveiliging (HRB)-taak bij verschillende objecten. In juli 2016 hebben de nieuw opgerichte HRB-pelotons de BE volledig afgelost voor de beveiligingstaken, waarna BE zich weer kan richten op onder andere Crowd And Riot Control (CRC)-taken. Hierdoor is de gereedheidsnorm 2016 niet gehaald.
Overige inzet
Het takenpakket van het KMar heeft zich ontwikkeld tot een veelzijdig en samenhangend geheel. Drie operationele speerpunten vormen hierbij de basis: bewaken en beveiligen, de grenspolitietaak, internationale en militaire politietaken. Het KMar legt de nadruk op de veiligheid van de Staat en speelt hierbij snel en flexibel in op wijzigende omstandigheden.
Bewaken en beveiligen
De KMar draagt zorg voor de bewaking en beveiliging van bepaalde vitale objecten en personen. Zij doet dit in samenwerking met nationale en internationale publieke en private partners.
Kengetallen | Prognose 2016 | Realisatie 2016 |
---|---|---|
Het percentage uitvoering Toezichtprogramma Beveiliging burgerluchtvaart | 100% | 100% |
Het aantal permanent te bewaken objecten | 7 | 7 |
Het servicepercentage beveiligde waardetransporten voor De Nederlandsche Bank | 100% | 100% |
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor expeditionaire beveiligingsopdrachten | 26 | 26 |
Grenspolitietaak
De KMar richt zich op de bestrijding van illegale migratie, grensoverschrijdende criminaliteit en terrorisme. Deze taak wordt risico gestuurd, flexibel en efficiënt uitgevoerd door zowel de informatiepositie van de KMar als de informatiepositie van de ketenpartners optimaal te benutten. Als grenspolitie wendt de KMar bedreigingen voor Nederland en het Schengengebied af bij de grens, zowel in Nederland als gezamenlijk in EU-verband (in het kader van Frontex-operaties).
Kengetallen | Prognose 2016 | Realisatie 2016 |
---|---|---|
Aantal luchthavens waar grensbewaking wordt uitgevoerd | 8 | 8 |
waarvan permanent | 6 | 6 |
Aantal prioriteitsmeldingen (op luchthavens waar politietaken worden uitgevoerd) | 18.900 | 19.886 |
Aantal verwijderingen (directe verwijderingen en verwijderingen na aanlevering van DT&V) | 3.600 | 4.560 |
waarvan begeleid | 530 | 531 |
Internationale en militaire politietaken
De KMar is als één van de vier operationele commando’s van het Ministerie van Defensie mede verantwoordelijk voor de uitvoering van het buitenland- en veiligheidsbeleid van Nederland. Vanwege de specifieke organisatiekenmerken kan de KMar met andere krijgsmachtsonderdelen of als zelfstandige politieorganisatie in binnen- en buitenland optreden.
Kengetallen | Prognose 2016 | Realisatie 2016 |
---|---|---|
Aantal misdrijfdossiers (aangeleverd aan OM Arnhem) | 725 | 432 |
Beschikbare operationele KMar-eenheden voor internationale crisis- en humanitaire operaties (50% operationeel gereed, 50% voortzettingsvermogen) | 306 | 125 |
Als gevolg van prioriteitsstellingen binnen het Kabinet is de capaciteit voor de militaire politietaak de afgelopen twee jaar steeds verder afgenomen. Momenteel wordt de militaire politietaak nog steeds op het minimaal vereiste niveau uitgevoerd (intake en service). Het aantal aangeleverde misdrijfdossiers is mede daardoor ook dit jaar weer gedaald ten opzichte van vorig jaar.
De KMar heeft in 2016 aan alle inzetopdrachten voldaan, maar heeft niet conform de prognose 306 vte beschikbaar gehad ten behoeve van internationale crisis- en humanitaire operaties. Gemiddeld heeft de KMar in 2016 voor deze taak continue 44 vte daadwerkelijk ingezet. Daarnaast had de KMar gemiddeld 47 vte operationeel gereed en 34 vte voortzettingsvermogen beschikbaar. Daarmee komt de totale gemiddelde capaciteit welke gereed was gesteld of ingezet op 125 vte.
Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Artikel 5 Taakuitvoering Koninklijke Marechaussee (bedragen x € 1.000) | Realisatie 2012 | Realisatie 2013 | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Begroting 2016 | Verschil | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 388.505 | 329.085 | 337.665 | 336.732 | 349.505 | 319.517 | 29.988 | |
Uitgaven | 392.326 | 328.658 | 333.990 | 337.157 | 351.732 | 319.517 | 32.215 | |
Programmauitgaven | 7.140 | 2.252 | 1.617 | 1.747 | 4.989 | 2.014 | 2.975 | |
Opdracht Inzet KMAR | 7.140 | 2.252 | 1.617 | 1.747 | 4.989 | 2.014 | 2.975 | |
Gereedstelling1 | 7.140 | 2.252 | 1.617 | 1.747 | 4.989 | 2.014 | 2.975 | |
– | waarvan bijdragen aan SSO Paresto | 642 | 671 | 671 | ||||
Apparaatsuitgaven | 385.186 | 326.406 | 332.373 | 335.410 | 346.743 | 317.503 | 29.240 | |
personele uitgaven | 289.364 | 288.490 | 297.663 | 301.665 | 311.615 | 287.371 | 24.244 | |
– | waarvan eigen personeel | 297.383 | 301.478 | 310.510 | 287.371 | 23.139 | ||
– | waarvan externe inhuur2 | 280 | 187 | 1.105 | 1.105 | |||
materiele uitgaven | 95.822 | 37.916 | 34.710 | 33.745 | 35.128 | 30.132 | 4.996 | |
– | waarvan bijdragen aan SSO Paresto | 3.167 | 1.225 | 753 | 878 | 1.003 | 1.106 | – 103 |
– | waarvan overige exploitatie2 | 92.655 | 36.691 | 33.957 | 32.867 | 34.125 | 29.026 | 5.099 |
Apparaatsontvangsten | 8.074 | 7.154 | 6.529 | 5.540 | 7.430 | 4.590 | 2.840 |
Toelichting op de financiële instrumenten
De posten met een verschil groter dan € 5 miljoen worden hieronder nader toegelicht.
Verplichtingen
De hogere realisatie van de verplichtingen met € 29,9 miljoen heeft een directe relatie met de hoger gerealiseerde apparaatsuitgaven door de uitgevoerde beveiligingstaken van de ambassades en door de gewijzigde arbeidsvoorwaarden.
Uitgaven
Met het meer inzichtelijk maken van de diensten van de Shared Service Organisaties (SSO’s) zijn de uitgaven gesplitst in programma- en apparaatsuitgaven. De operationele catering, die door SSO Paresto wordt uitgevoerd, is een onderdeel van de gereedstelling. De reguliere catering valt onder het bedrijfsvoeringsbudget voeding en wordt gepresenteerd onder materiële uitgaven (apparaat).
Apparaatsuitgaven
De hogere apparaatsuitgaven (€ 29,2 miljoen) worden veroorzaakt door hogere personele uitgaven (€ 24,2 miljoen) en hogere materiële uitgaven (€ 5 miljoen). In de begroting is voor de expeditionaire inzet KMar structureel budget opgenomen van € 4,6 miljoen per jaar onder de personele uitgaven ten laste van de overige exploitatie. Jaarlijks wordt de overige exploitatie voor dit bedrag gecompenseerd bij de 1e suppletoire begroting.
De personele uitgaven zijn gestegen met € 24,2 miljoen ten opzichte van de begroting. Een groot deel van de hogere uitgaven (€ 15,3 miljoen) wordt veroorzaakt doordat activiteiten zijn uitgevoerd conform het convenant met het Ministerie van Buitenlandse Zaken inzake de beveiliging van ambassades in hoog risico gebieden en het expeditionair optreden. Deze activiteiten zijn niet in de begroting meegenomen, maar conform afspraak pas bij de 1e suppletoire begroting 2016 budgettair gecompenseerd vanuit het budget internationale veiligheid (BIV).
De overige mutaties die de hogere personele uitgaven veroorzaken zijn de volgende: de doorwerking van het bovensectoraal loonakkoord en de ontwikkeling in de pensioenpremies en sociale lasten (€ 13,2 miljoen), de compensatie voor de meerkosten Eigen Huishouding naar aanleiding van de gerechtelijke uitspraak (€ 1,6 miljoen) en de meerkosten ten gevolge van de afschaffing van het VUT-equivalent (€ 2,5 miljoen).