A Algemene doelstelling
Uitvoering geven aan rijksvastgoedbeleid door:
-
• het verzorgen van de rijkshuisvesting van Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken en het Koninklijk Huis, het beheren van monumenten die, naar hun aard, niet geschikt zijn voor rijkshuisvesting en het uitvoeren van het rijkshuisvestingsbeleid;
-
• het realiseren van een optimaal financieel resultaat bij het verwerven, beheren, ontwikkelen en vervreemden van materiële activa van/voor het Rijk voor de realisatie van rijksdoelstellingen.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is, als opdrachtgever en uitvoerder verantwoordelijk voor:
-
• de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken;
-
• de huisvesting van het Koninklijk Huis, voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat;
-
• het beheer en onderhoud van de monumenten die aan het Rijksvastgoedbedrijf zijn toevertrouwd en die naar hun aard niet geschikt zijn voor de huisvesting van rijksdiensten;
-
• de doelmatige uitvoeringspraktijk van de rijkshuisvesting binnen de wettelijke en afgesproken kaders.
Daarnaast is de Minister van BZK als uitvoerder op het terrein van rijksvastgoed verantwoordelijk voor:
-
• de coördinatie van de samenwerking en afstemming tussen de diensten die onderdeel vormen van het rijksvastgoedstelsel, zowel in de regio als landelijk (regiefunctie). Ter bevordering van de samenwerking en afstemming tussen de diensten fungeert de Raad voor Vastgoed Rijksoverheid (RVR). De Minister draagt zorg voor de ondersteuning van de RVR en is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de rijks(brede) vastgoedportefeuillestrategie. De Minister wordt in deze taak ondersteund door het RVB;
-
• het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere Ministers is gelegd;
-
• rijksdoelstellingen aanwezig zijn. Ook hierbij wordt gestreefd naar een optimale inzet van (overtollige) rijksactiva en/of financiële bijdragen van het Rijk.
Verantwoordelijkheden overtollig vastgoed
De Minister van BZK verzorgt de ingebruikgeving en vervreemding van (overtollige) onroerende zaken van andere Ministeries. Voor zover er op basis van de huidige begrotingsregels van het kabinet sprake is van een generieke middelenafspraak met een Minister, wordt de opbrengst uit ingebruikgeving en/of vervreemding door de betreffende Minister begroot en verantwoord op de eigen begroting.
Sinds 2014 neemt het Rijksvastgoedbedrijf overtollig vastgoed van andere departementen over tegen betaling vooraf. De (netto-)opbrengst uit verkoop van dit vastgoed aan derden wordt begroot en verantwoord in de agentschapbegroting en agentschapjaarrekening. Vastgoed dat voor 1 juli 2014 overtollig is gesteld, wordt nog volledig begroot en verantwoord door de betreffende Minister.
C Beleidsconclusies
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft bijgedragen aan de realisatie van rijksdoelstellingen door te werken aan energiebesparing in de rijkshuisvesting, de duurzaamheid van de gebouwenvoorraad van het Rijk en de doelmatige werking van het rijkshuisvestingsstelsel. En ook door bij te dragen aan de totstandkoming van de rijkswerkplek en uitvoering te geven aan professioneel publiek opdrachtgeverschap in de bouw. Dit gebeurde door middel van zorgvuldig en transparant aanbesteden, de coördinatie van deze diensten en afstemming met de markt. Daarnaast heeft het Rijksvastgoedbedrijf ook bijgedragen aan de realisatie van rijksdoelstellingen door werkzaamheden van de Rijksbouwmeester voor de bevordering en bewaking van de kwaliteit van de architectuur, voor de stedenbouwkundige inpassing en van de beeldende kunst. Dit is tot uiting gekomen bij het tot stand brengen, het wijzigen en het beheren van gebouwen, werken en terreinen waarover de zorg van het Rijksvastgoedbedrijf zich uitstrekt.
De Hoge Colleges van Staat, het Ministerie van Algemene Zaken en de Koning hebben gezamenlijk de beschikking over circa 250.000 m2 bruto vloeroppervlak, waarop onderhoudswerkzaamheden zijn uitgevoerd. In 2017 is de voorbereiding voor de renovatie van het Binnenhof gaande.
In 2017 heeft het Rijksvastgoedbedrijf de instandhoudingsplicht van nog een beperkt aantal monumenten met een erfgoedfunctie, maar zonder huisvestingsfunctie. Het gaat hier onder meer om het park van Huis Doorn en Jachtslot het Oude Loo. In 2017 is Paleis Soestdijk verkocht en geleverd.
In het kader van het programma Groene Technologieën is in 2017 de testomgeving in een kantoor van Rijkswaterstaat in Rijswijk opgeleverd. De keuze van de innovaties die hier getest wordt, is in samenwerking met The Green Village (TU Delft) gemaakt. De volgende innovaties zijn in het pand geïntroduceerd: internet of things, werkplekzoeker & collega-vinder, phase change materials (PCM’s fase-overgangmaterialen) in de plafonds, dynamische werkplekverlichting en 12 klimaat-stoelen.
Via het internet of things is het afgelopen jaar al de nodige data verzameld, o.a. over de bezettingsgraad, de temperatuur, het CO2 gehalte en het verlichtingsniveau.
Daarnaast is het Besluit taak RVB 2017 opgesteld, waarin de taken van voorheen Rijksgebouwendienst, Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf en Dienst Vastgoed Defensie aan het Rijksvastgoedbedrijf zijn toebedeeld. Hiermee is de governance van het Rijksvastgoedbedrijf weer verder op orde gebracht.
De uitvoering van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die aan de Staat toebehoren dan wel zijn toevertrouwd, een en ander voor zover de verantwoordelijkheid voor dat beheer niet bij of krachtens de wet bij een of meer andere Ministers is gelegd, is conform verwachtingen gerealiseerd.
Blijkens zijn administraties heeft het Rijksvastgoedbedrijf in 2017 342 transacties afgehandeld. Daarbij is onder andere 168.520 m2 bruto vloeroppervlak aan rijkshuisvesting afgestoten. De totale opbrengst van de transacties bedroeg circa € 126 mln.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Beleidsartikel 6 Uitvoering Rijksvastgoedbeleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | 2017 | ||
Art.nr. | Verplichtingen: | 163.108 | 221.781 | 170.868 | 102.003 | 125.453 | – 23.450 |
Uitgaven: | 162.415 | 220.862 | 167.431 | 105.319 | 125.453 | – 20.134 | |
6.1 | Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting | 59.416 | 118.385 | 67.357 | 44.673 | 44.678 | – 5 |
Bijdrage aan agentschappen | 59.416 | 118.385 | 67.357 | 44.673 | 44.678 | – 5 | |
Bijdragen aan RVB voor huisv Koninklijkhuis, HoCoSta's en AZ | 38.798 | 36.507 | 52.224 | 31.760 | 33.279 | – 1.519 | |
waarvan: | |||||||
begroting I, de Koning1 | 15.129 | 11.686 | 15.173 | – 3.487 | |||
begroting IIA, Tweede Kamer en Eerste Kamer | 5.664 | 6.282 | – 618 | ||||
begroting IIB, Overige Hoge College's van Staat | 8.453 | 8.246 | 207 | ||||
begroting III, Ministerie van AZ | 5.434 | 2.643 | 2.791 | ||||
RVB Bijdragen voor monumenten | 11.328 | 73.224 | 7.161 | 5.344 | 5.229 | 115 | |
RVB Bijdragen voor rijkshuisvesting | 9.290 | 8.654 | 7.972 | 7.569 | 6.170 | 1.399 | |
6.2 | Beheer materiele activa | 102.999 | 102.477 | 100.074 | 60.646 | 80.775 | – 20.129 |
Opdrachten | 14.682 | 17.316 | 13.829 | 4.779 | 4.711 | 68 | |
Onderhoud en beheerkosten2 | 14.682 | 17.316 | 13.829 | 4.779 | 4.711 | 68 | |
Bekostiging | 64.233 | 63.726 | 65.497 | 44.142 | 61.525 | – 17.383 | |
Zakelijke lasten | 64.233 | 63.726 | 65.497 | 44.142 | 61.525 | – 17.383 | |
Bijdrage aan agentschappen | 24.084 | 21.435 | 20.748 | 11.725 | 14.539 | – 2.814 | |
RVB | 24.084 | 21.435 | 20.748 | 11.725 | 14.539 | – 2.814 | |
Ontvangsten: | 148.547 | 161.904 | 390.783 | 134.313 | 138.734 | – 4.421 |
E Toelichting op de financiële instrumenten
6.1 Een doelmatige uitvoeringspraktijk van de Rijkshuisvesting
Bijdrage aan agentschappen
Bijdragen aan het Rijksvastgoedbedrijf voor huisvesting Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken
Het betreft hier de kosten voor huisvesting van de Koning, van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken.
Specifieke toelichting huisvesting Koninklijk Huis
In mei 2015 heeft het kabinet naar aanleiding van de evaluatie van de begroting van de Koning besloten om de uitgaven die worden gedaan voor de Koning uitgebreider toe te lichten.
Hieronder volgt een nadere toelichting. Bij het jaarverslag van de Koning (I) is een extra-comptabele bijlage opgenomen waarin deze uitgaven ook worden gepresenteerd.
De bijdrage van Ministerie van BZK aan het Rijksvastgoedbedrijf voor de huisvesting van het Koninklijk Huis, de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken bedroeg in 2017 € 31,6 mln. Hiervan is € 11,7 mln. voor de paleizen.
De Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken zijn binnen de beschikbare budgettaire kaders van de begroting gehuisvest.
Aan de Koning zijn Paleis Huis ten Bosch, het Koninklijk Paleis Amsterdam en Paleis Noordeinde ter beschikking gesteld. In 2017 heeft BZK € 11,7 mln. aan het Rijksvastgoedbedrijf vergoed voor gebruiksvergoeding en kleinere (onderhoud)projecten voor de paleizen. Dit bedrag is lager dan begroot. omdat kosten in2017 deels lager zijn uitgevallen en deels zijn doorgeschoven naar 2018.
Genoemd bedrag voor de paleizen bestaat uit een aantal componenten:
Ten eerste heeft het Rijksvastgoedbedrijf circa € 5,0 mln. in rekening gebracht voor rente en afschrijvingen in rekening gebracht voor investeringen die vanaf 2010 via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het Rijksvastgoedbedrijf;
Op de tweede plaats betreft het een vergoeding voor regulier dagelijks en planmatig onderhoud van circa € 5,0 mln.
Tenslotte heeft BZK betalingen van circa € 2,0 mln. aan het Rijksvastgoedbedrijf verricht als vergoeding voor kleinere investeringen op basis van wet- en regelgeving, voor apparaatsinzet en voor heffingen.
RVB Bijdrage voor monumenten
De bijdrage betreft de kosten van monumenten met een erfgoedfunctie, maar zonder huisvestingsfunctie, zoals monument Paleis Soestdijk. Dit monument is in 2017 verkocht.
Beoogde prestaties voor 2017 zijn:
Prestatie-indicator | Basiswaarde | Peildatum | Streefwaarde | Periode | Realisatie |
---|---|---|---|---|---|
Gebruiksgraad monumenten | 95% | 2009 | 95% | 2017 | 100% |
Bron: BZK/RVB administraties: contractadministratie.
Toelichting
De gebruiksgraad op 31 december 2017 van de monumenten met een erfgoedfunctie, maar zonder rijkshuisvestingsfunctie, is 100% (was 100% ultimo 2016). De gebruiksgraad is het aantal m2 bruto vloeroppervlak per object dat in gebruik is in verhouding tot het totaal aantal m2 bruto vloeroppervlak.
RVB Bijdrage voor rijkshuisvesting
De begroting betreft met name de bekostiging van het Atelier Rijksbouwmeester, het programma Groene Technologieën en de coördinatie van het rijksopdrachtgeverschap in de bouw. De begroting is middels bevoorschotting gerealiseerd. Het verschil tussen bevoorschotting en realisatie wordt in jaar t+1 afgerekend.
6.2. Beheer materiële activa
De begroting voor het beheer materiële activa is middels bevoorschotting gerealiseerd. Het verschil tussen begroting en realisatie wordt jaar t+1 afgerekend. Hiervan is uitgezonderd de bijdrage voor privaatrechtelijk beheer (Regeling materieel beheer en privaatrechtelijk beheer onroerende zaken Rijk) die als bijdrage ineens is gerealiseerd.
Opdrachten
Onderhoud- en beheerkosten (niet-rijkshuisvesting)
De Onderhoud- en beheerkosten betreffen kosten voor onderhoud aan en beheer van onroerende zaken in het bezit van het Rijksvastgoedbedrijf voor zover het niet de rijkshuisvesting betreft. Het gaat daarbij dan om bijvoorbeeld energiekosten, bewakingskosten, transitiekosten en het onderhoud van het Staatsdomein op de Veluwe.
Bekostiging
Zakelijke lasten
Het gaat hier om de betaling van, door gemeenten en waterschappen opgelegde, belastingen en heffingen op onroerende zaken in eigendom bij de Staat, zoals met name onroerendezaak-belasting (circa 80%) en waterschaps- en rioolheffingen (circa 20%), voor zover deze kosten niet zijn toegerekend aan de rijkshuisvesting (zie baten-lastenbegroting Rijksvastgoedbedrijf). Bij 1e suppletoire begroting 2017 is besloten om de rondpomp bij de zakelijke lasten te beëindigen.
Bijdrage aan agentschappen
RVB Bijdrage voor privaatrechtelijk beheer
Het betreft de bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf voor de uitvoering van het (privaatrechtelijk) beheer van onroerende zaken die de Staat toebehoren. Het gaat hierbij met name om de verwerking van (erf)pachtcontracten, de verwerking van de zakelijke lasten en het beheren van onroerende zaken.
Ontvangsten
Voor alle ontvangsten geldt dat deze via bevoorschotting/afrekening met BZK worden verwerkt. Een verschil tussen begroting en realisatie wordt in jaar t+1 afgerekend.
Zakelijke lasten
Het betreft hier de terugbetalingen door de huurders van door het Rijksvastgoedbedrijf betaalde gebruikerslasten en om terugontvangsten van betaalde zakelijke lasten op basis van bij gemeenten ingediende bezwaarschriften; totaal € 3,3 mln.
Ingebruikgevingen
Het gaat hierbij om de ingebruikgeving (verhuring) van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit ingebruikgeving geen middelenafspraak bestaat. Dit leidt tot € 64,7 mln. inkomsten uit verpachting, huur en verhuur jachtgenot.
Vervreemding
Het betreft de vervreemding van de onroerende zaken van de Staat voor zover er voor de opbrengst uit vervreemding geen middelenafspraak bestaat. Dit leidt tot € 18,7 mln. inkomsten uit vervreemding van met name agrarische onroerende zaken en van overige onroerende zaken.
Generale ontvangsten
Verkoop bodemmaterialen
Hieronder vallen de ontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen, zoals zand à € 18,1 mln.
Veiling huurrechten benzinestations
Het betreft de ontvangsten, € 27,4 mln., uit de veiling van huurrechten van benzinestations langs rijkswegen.