Base description which applies to whole site

11. SALDIBALANS

De saldibalans per 31 december 2018 geeft de financiële posten weer die bij de afsluiting van de begrotingsboekhouding aan het einde van 2018 bestonden en meegenomen worden naar volgende begrotingsjaren.

Tabel 11.1 Saldibalans per 31 december 2018 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Bedragen x € 1.000)

Activa

31-12-2018

31-12-2017

 

Passiva

31-12-2018

31-12-2017

 

Intra-comptabele posten

             

1

Uitgaven ten laste van de begroting

12.814.041

13.053.108

 

2

Ontvangsten ten gunste van de begroting

2.278.536

1.953.586

3

Liquide middelen

97

111

         

4

Rekening Courant RHB

 

4a

Rekening Courant RHB

9.904.449

10.485.098

5

Rekening Courant RHB Begrotingsreserve

102.841

128.941

 

5a

Begrotingsreserves

102.841

128.941

6

Vorderingen buiten begrotingsverband

39.442

31.074

 

7

Schulden buiten begrotingsverband

670.595

645.609

8

Kas-transverschillen

         

Subtotaal intra-comptabel

12.956.421

13.213.234

 

Subtotaal intra-comptabel

12.956.421

13.213.234

                 
 

Extra-comptabele posten

             

9

Openstaande Rechten

25.418

23.852

 

9a

Tegenrekening openstaande rechten

25.418

23.852

10

Vorderingen

1.371.817

1.381.415

 

10a

Tegenrekening vorderingen

1.371.817

1.381.415

11a

Tegenrekening schulden

 

11

Schulden

12

Voorschotten

2.127.006

2.371.436

 

12a

Tegenrekening voorschotten

2.127.006

2.371.436

13a

Tegenrekening garantieverplichtingen

2.359.139

2.407.357

 

13

Garantieverplichtingen

2.359.139

2.407.357

14a

Tegenrekening andere verplichtingen

1.342.638

889.603

 

14

Andere verplichtingen

1.342.638

889.603

15

Deelnemingen

 

15a

Tegenrekening deelnemingen

Subtotaal extra-comptabel

7.226.018

7.073.663

 

Subtotaal extra-comptabel

7.226.018

7.073.663

                 

Overall Totaal

20.182.439

20.286.897

     

20.182.439

20.286.897

Hieronder worden de onderdelen van de saldibalans nader toegelicht. De cijfers die tussen haken achter de tabeltitels staan, verwijzen naar de desbetreffende post op de saldibalans

Tabel 11.2 Begrotingsuitgaven (1) (x € 1.000)

Begrotingsuitgaven

2018

2017

Uitgaven ten laste van de begroting 2018

12.814.041

 

Uitgaven ten laste van de begroting 2017

 

13.053.108

Totaal

12.814.041

13.053.108

Tabel 11.3 Begrotingsontvangsten (2) (x € 1.000)

Begrotingsontvangsten

2018

2017

Ontvangsten ten gunste van de begroting 2018

2.278.536

 

Ontvangsten ten gunste van de begroting 2017

 

1.953.586

Totaal

2.278.536

1.953.586

Onder de post uitgaven en ontvangsten ten laste van de begroting zijn de gerealiseerde begrotingsuitgaven en -ontvangsten van het jaar 2018 opgenomen waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Staten-Generaal is goedgekeurd. De verschillen met de departementale verantwoordingsstaat 2018 betreffen afrondingsverschillen.

Tabel 11.4 Liquide middelen (3) (x € 1.000)

Liquide middelen

2018

2017

Kas

97

111

Saldo liquide middelen

97

111

De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden die aanwezig zijn in de kluizen van de kasbeheerders. De belangrijkste kassen zijn: Griffie (€ 61.000), Openbaar Ministerie (€ 24.000) en Dienst Terugkeer & Vertrek (€ 10.000). De kas bij Griffie wordt vooral gebruikt voor de contante betalingen van cliënten voor rechtszaken. De daling van de kassen is veroorzaakt door digitalisering van betalingen.

Tabel 11.5 Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding (4 en 4a) (x € 1.000)

Rekening-courant RHB

2018

2017

Rekening-courant RHB

9.904.449

10.485.098

Totaal

9.904.449

10.485.098

Het saldo van deze post geeft de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën (MvF) weer. Het saldo sluit aan bij het rekening-courant overzicht van de afdeling Rijkshoofdboekhouding (RHB) van het Ministerie van Financiën.

Tabel 11.6 Begrotingsreserve (5 en 5a) (x € 1.000)

Naam begrotingsreserve

Saldo 31-12-2017

Toevoeging

Onttrekking

Saldo 31-12-2018

Artikel

Asielreserve

128.941

139.600

165.700

102.841

37

Voor onderbouwing en nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op artikel 37, paragraaf asielreserve.

Tabel 11.7 Vorderingen buiten begrotingsverband (6) (x € 1.000)

Vorderingen buiten begrotingsverband

2018

2017

Terwee

30.875

25.243

Door te belasten uitgaven

5.969

3.464

Salaris- en studievoorschotten

2.598

2.367

Totaal

39.442

31.074

De vorderingen buiten begrotingsverband worden als volgt gespecificeerd:

  • Verschil bij de Terwee regeling wordt veroorzaakt door een stijging van de uitbetaalde voorschotten aan slachtoffers. Doordat zaken lang lopen stromen nog steeds meer zaken in dan dat zaken worden afgedaan cq geind.

  • Onder de door te belasten uitgaven bevindt zich ook een onverschuldigde betaling aan SSC ICT van € 3,7 mln. in december 2018. Deze is in januari 2019 retour ontvangen.

  • Salaris- en studievoorschotten: Op deze rekeningen worden naast de centrale studievoorschotten J&V breed ook de salarisvoorschotten verantwoord die door de decentrale diensten zijn verstrekt. Het verstrekte voorschot wordt vervolgens op het salaris van de medewerker ingehouden.

Tabel 11.8 Schulden buiten begrotingsverband (7) (x € 1.000)

Schulden buiten begrotingsverband

2018

2017

Af te dragen sociale lasten

53.101

63.089

EU subsidies

59.604

56.026

Door te belasten agentschappen/Raad voor de Rechtspraak via RHB

32.886

32.498

Geïnde bedragen voor bestuursorganen door CJIB

199.382

207.310

Af te wikkelen proceskosten Griffie

245

562

Strafrechtelijk beslag OM

117.945

88.311

Conservatoir beslag OM

174.530

166.172

Diversen OM

22.524

18.923

Gedeponeerde geldsommen

5.606

6.884

Noodhulp Sint Maarten

3.182

3.670

Overig

1.590

2.164

     

Totaal

670.595

645.609

  • Af te dragen sociale lasten: Dit betreft de afdrachten aan de belastingdienst, UWV en Loyalis over de maand december 2018. Deze zijn voldaan in januari 2019. De daling bij de afdracht loonheffing is grotendeels veroorzaakt door het moment van uitkeren van de cao-elementen (in 2017 in december en in 2018 in september).

  • EU subsidies: De stijging van de EU subsidies (€ 3,6 mln.) betreft een daling bij DG Migratie van € 2,4 mln. (afrekening oude fondsen), DGRR een daling van € 1,2 mln., een verhoging van de subsidie voor de Dienst Terugkeer en Vertrek van € 5,6 mln. en een stijging bij NCTV van € 1,6 mln.

  • Door te belasten agentschappen/Raad voor de Rechtspraak (via RHB MvF). Deze financiële rekeningen worden gebruikt om maandelijks de diverse uitgaven met de agentschappen en de Raad voor de Rechtspraak af te rekenen met een rijksbetaalstuk door tussenkomst van de RHB.

  • Geïnde bedragen voor bestuursorganen door CJIB: Het saldo betreft voornamelijk ontvangen betalingen op vorderingen die het CJIB voor bestuursorganen onder andere Centraal AdministratieKantoor (CAK) en Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid incasseert en nog moet worden doorgestort. De CAK zaken betreffen ongeveer 95% van de inningen voor bestuursorganen. Ondanks een dalende instroom aan CAK zaken is er nog steeds sprake van een stijging van de post nog af te dragen gelden. Dit komt doordat er veelal sprake is van deelbetalingen bij CAK zaken als gevolg van beslag op zorgtoeslag. De daling is gerelateerd aan het feit doordat er relatief veel zaken definitief zijn geworden als gevolg van de zogenaamde tweede gang deurwaarder.

  • Af te wikkelen proceskosten Griffie: Deze rekening geeft het saldo weer van de proceskosten die nog met partijen moet worden afgerekend.

  • Strafrechtelijk- en Conservatoir beslag: Het creditsaldo op deze rekeningen wordt gevormd door de gelden waarop beslag is gelegd. Het verschil tussen boekjaar 2017 en 2018 ontstaat door de variabiliteit van de in beslaggenomen gelden.

  • Diversen OM: Bedragen die in het kader van het «vrijlaten op borgtocht» van een verdachte zijn ontvangen, worden op deze rekening verantwoord. Daarnaast wordt op deze rekening onder meer het saldo beheerd van de van het Ministerie van Financiën ontvangen profijtrente. Het betreft de rente over de in beslaggenomen gelden waarover door de rechter in de desbetreffende zaak of door het Openbaar Ministerie nog geen beslissing is genomen.

  • Gedeponeerde geldsommen: Betreft ontvangsten van partijen in rechtszaken waarvan de rechter een deskundigenonderzoek heeft gelast. De kosten van het deskundigenonderzoek worden hiermee gefinancierd.

  • Noodhulp Sint Maarten: Op deze derdenrekening staan gelden van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met betrekking tot de kosten die de Nationale Politie (NP) heeft gemaakt ten aanzien van de noodhulp na orkaan Irma. De NP zal naar verwachting in 2019 dit geld claimen.

Tabel 11.9 Openstaande rechten (9 en 9a) (x € 1.000)

Openstaande Rechten

2018

2017

Ontnemingsmaatregelen

23.773

20.562

Schikkingen en transacties

154

1.772

Profijtrente

1.491

1.518

     

Totaal

25.418

23.852

Onder openstaande rechten worden opgenomen de executeerbare ontnemingsmaatregelen die nog niet zijn overgedragen door het Openbaar Ministerie aan het CJIB.

De openstaande rechten binnen het Openbaar Ministerie bestaan uit drie categorieën. Namelijk openstaand recht inzake ontnemingsmaatregelen, schikkingen & transacties en profijtrente.

In de jaarrekening 2017 is aangegeven dat er onduidelijkheid is ontstaan over de verantwoording van geldelijke zaken (waaronder bankbeslag Nederland, bankbeslag buitenland, cryptomunten en effecten), waarbij door de rechter of officier van justitie (buitengerechtelijke afdoening) een beslissing tot verbeurdverklaren is genomen en waarbij het beslag in deze zaken, nog niet heeft geleid tot een boeking op de ontvangstenrekening. De verslaggevingsvoorschriften voor de rijksoverheid (RBV) boden in 2017 hierin weinig houvast. In 2018 is hierover overleg met het Ministerie van Financiën geweest. Afgesproken is dat het Openbaar Ministerie (OM) en het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) in 2018 en 2019 deze geldelijke zaken nog niet hoeven te verantwoorden in de saldibalans. Vanaf 2020 dienen de geldelijke zaken gewaardeerd en verantwoord te worden in de saldibalans.

Tabel 11.10 Vorderingen (10 en 10a) (x € 1.000)

Vorderingen

2018

2017

Vorderingen binnen begrotingsverband

1.371.817

1.381.415

Totaal

1.371.817

1.381.415

Tabel 11.11 Vorderingen onderscheiden naar organisatieonderdeel (10 en 10a) (x € 1.000)

Onderscheiden naar organisatieonderdeel

2018

2017

Bestuursdepartement

8.757

6.194

Raad voor de Kinderbescherming

160

515

Schadefonds geweldsmisdrijven

Openbaar Ministerie

4.686

11.904

JustID

1.524

2.806

Griffie

19.171

18.656

CJIB

1.337.519

1.341.340

     

Totaal

1.371.817

1.381.415

Vooral bij het Bestuursdepartement (BD) en het Openbaar Ministerie (OM) zijn er significante verschillen tussen 2017 en 2018. Bij het OM zijn er 45% minder vorderingen ontnemingsmaatregelen (nu 283 stuks). Het verschil tussen boekjaar 2017 en 2018 ontstaat door de variabiliteit van de in beslag genomen gelden (IBG). Over de jaren 2016 t/m 2018 heeft er een opschoonactie bij de Nationale Politie plaats gevonden, dit heeft er toe geleid dat veel IBG bij het OM is ontvangen (en op derdenrekening is verantwoord).

Tabel 11.12 Vorderingen ingedeeld naar aard (10 en 10a)) (x € 1.000)

Ingedeeld naar aard

2018

2017

Salarisvorderingen op ex-personeel

1.031

1.233

Sancties in het kader van Wahv

572.660

601.449

Strafrechtelijke boetes

93.155

89.713

OM-afdoeningen

64.910

72.691

Ontnemingsmaatregelen

605.196

574.707

Overige debiteuren

34.865

41.622

     

Totaal

1.371.817

1.381.415

Tabel 11.13 Vorderingen ingedeeld naar categorie (10 en 10a) (x € 1.000)

Ingedeeld naar categorie

2018

2017

1. Vorderingen uit wettelijke rechten

1.336.952

1.339.793

2. Vorderingen uit eerder gedane voorwaardelijk uitgaven

3. Vorderingen uit verkoop of uit dienstverlening

4. Andere vorderingen

34.865

41.622

     

Totaal

1.371.817

1.381.415

In Tabel 11.13 zijn de vorderingen naar aard (tabel 11.12) verder uitgesplitst. Het grootste bedrag betreft de vorderingen uit wettelijke rechten. De andere vorderingen bestaan uit de salarisvorderingen op ex-personeel en overige debiteuren. Alle vorderingen zijn direct opeisbaar.

Tabel 11.14 Ouderdom van vorderingen (10 en 10a) (x € 1.000)

Ontstaansjaar

Eindstand 2017

Eindstand 2018

<2011

152.475

160.376

2011

28.643

31.823

2012

62.072

75.583

2013

48.437

77.171

2014

111.585

147.544

2015

127.483

174.397

2016

184.342

241.210

2017

302.358

473.311

2018

354.422

0

Totaal

1.371.817

1.381.415

Tabel 11.15 Voorschotten (12 en 12a) (x € 1.000)
 

2018

2017

Voorschotten

2.127.006

2.371.436

Totaal

2.127.006

2.371.436

Tabel 11.16 Ouderdom van voorschotten (12 en 12a) (x € 1.000)

Ontstaansjaar

Eindstand 2017

Verstrekt 2018

Afgerekend 2018

Eindstand 2018

<2011

1.792

1.792

2011

3.862

2.722

1.140

2012

1.509

704

805

2013

12.003

8.545

3.458

2014

22.273

10.189

12.084

2015

16.676

6.739

9.937

2016

170.894

144.918

25.976

2017

2.130.197

1.967.569

162.628

2018

1.898.938

448

1.898.490

Subtotaal

2.359.206

1.898.938

2.143.626

2.114.518

         

Voorschotten buiten begrotingsverband 2016

5.837

5.837

Voorschotten buiten begrotingsverband 2017

6.393

258

6.651

Voorschotten buiten begrotingsverband 2018

Subtotaal

12.230

258

12.488

         

Totaal

2.371.436

1.899.196

2.143.626

2.127.006

Tabel 11.17 Openstaande voorschotten per artikel (12 en 12a). (x € 1.000)
 

2018

2017

31 Politie

524.196

482.457

32 Rechtspleging en rechtsbijstand

434.372

459.943

33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

52.953

41.851

34 Straffen en Beschermen

343.759

316.242

36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid

15.605

18.944

37 Migratie

741.054

1.036.665

91 Apparaat kerndepartement

24

34

93 Geheim

2.555

3.070

Subtotaal

2.114.518

2.359.206

     

Voorschotten buiten begrotingsverband 2016

5.837

5.837

Voorschotten buiten begrotingsverband 2017

6.651

6.393

Voorschotten buiten begrotingsverband 2018

Subtotaal

12.488

12.230

     

Totaal

2.127.006

2.371.436

De verschillen van de openstaande voorschotten per artikel tussen de twee vergelijkende jaren worden hieronder toegelicht:

  • Artikel 31: De stijging van de openstaande voorschotten op artikel 31 wordt veroorzaakt door een stijging van verstrekte voorschotten aan de Nationale Politie van € 42 mln.

  • Artikel 32: Op dit artikel is er een daling van 25 mln, veroorzaakt door lagere verstrekte bijdragen in 2018 aan Raad voor Rechtsbijstand (€ 19 mln) en een verschil bij Bureau Financieel toezicht van € 6 mln. Dat laatste is te verklaren doordat per 31.12.2017 zowel de voorschotten van de verstrekte bijdragen van 2016 en 2017 nog openstaand waren en per 31.12.2018 alleen van ontstaansjaar 2018.

  • Artikel 33: De toename van de voorschotten op artikel 33 (€ 11 mln.) is gerelateerd aan twee subsidieprojecten, te weten Ondermijning (€ 5 mln.) en Cybercrime (€ 7 mln.)

  • Artikel 34: De toename van de voorschotten op artikel 34 heeft meerdere factoren. Stijgingen bij Reclassering Nederland (€ 5 mln.), Stg. Slachtofferhulp (6 mln.), Verslavingsreclassering GGZ (€ 2,5 mln.), Stg. Laureus Foundation (€ 1,4 mln.), Kansspelautoriteit (€ 1 mln.), Stg. Adoptievoorziening (€ 1 mln.) en Stg. Spirit (€ 1,5 mln.) De regeling arbeidsmarkt impuls forensische zorg (in 2018 ontstaan) heeft een toename veroorzaakt van € 7 mln. Daarnaast zijn er ook nieuwe regelingen gestart in 2018.

  • Artikel 37: De daling van de voorschotten op artikel 37 is veroorzaakt door een daling van verstrekte voorschotten aan het COA van € 263 mln. en Nidos van € 28 mln.

Tabel 11.18 Garantieverplichtingen (13 en 13a) (x € 1.000)

Openstaande verplichtingen

2018

2017

Garantieverplichtingen

2.359.139

2.407.357

Totaal

2.359.139

2.407.357

Dit is het totaal van de «Uitstaande garanties 2018» uit tabel 3.3 en de «Uitstaande leningen 2018» en rekening-courant limieten uit tabel 3.5 Voor de onderbouwing en nadere toelichting op de garantieverplichtingen wordt verwezen naar deze tabellen.

Tabel 11.19 Andere verplichtingen (14 en 14a) (x € 1.000)

Openstaande verplichtingen

2018

2017

Andere verplichtingen

1.342.638

889.603

Totaal

1.342.638

889.603

Tabel 11.20 Verloopstaat verplichtingen (14 en 14a) (x € 1.000)

Andere verplichtingen per artikel

Stand per 31-12-2017

Aangegaan in 2018

Negatieve bijstelling 2018

Tot betaling gekomen in 2018

Stand per 31-12-2018

31 Politie

29.973

5.894.752

5.901.323

23.402

32 Rechtspleging en rechtsbijstand

4.218

1.876.317

1.436.049

444.486

33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

78.002

773.191

776.353

74.840

34 Straffen en Beschermen

308.132

2.661.513

2.643.513

326.299

36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid

233.914

274.793

273.372

235.335

37 Migratie

138.511

1.332.608

1.335.917

135.197

91 Apparaat kerndepartement

91.138

452.236

445.144

98.308

93 Geheim

2.536

2.536

           

Subtotaal

883.888

13.268.019

12.814.040

1.337.867

           

Verplichtingen buiten begrotingsverband

5.715

– 944

4.771

           

Eindtotaal

889.603

13.267.075

12.814.040

1.342.638

In de kolom aangegaan in 2018 zitten de negatieve bijstellingen circa € 13 mln (1%). In 2019 zal dit volgens de RBV voorschriften apart worden gepresenteerd in de kolom negatieve bijstelling.

De stand van de openstaande verplichting is gestegen met € 453 mln. ten opzichte van 2017. Hieronder volgen de toelichtingen van de belangrijkste verschillen:

  • Artikel 31: Daling met € 6 mln. Dit is veroorzaakt door een daling van de openstaande verplichtingen voor de 5 grote telecomproviders. Er is nog maar een resterend jaar voor uitbetaling.

  • Artikel 32: De stijging is geheel gerelateerd aan de bijdrage voor de Raad voor de Rechtsbijstand voor 2019 (€ 440 mln.). De verplichting voor 2019 is in verantwoordingsjaar 2018 geregistreerd, de verplichting voor 2018 was door late toekenning ook in verantwoordingsjaar 2018 geregistreerd.

  • Artikel 34: Stijging met € 18 mln.: Reclassering Nederland (+ € 5,6 mln.), Verslavingsreclassering (+ € 3,1 mln.), Stichting Centrum Internationale Kinderontvoering (+ € 1,7 mln.), Slachtofferhulp Nederland (+ € 0,6 mln.) en Leger des Heils (+ € 0,6 mln.). Verder is er sprake van een aantal kleinere stijgingen die oplopen tot het resterende deel.

  • Artikel 91: Stijging met € 7 mln. De verplichtingen voor Solvinity (+ € 4 mln.) en Shuttel (+ € 3 mln.) zijn de grootste veroorzakers van de stijging op dit artikel.

Tabel 11.21 Niet uit de balans blijkende verplichtingen en bestuurlijke verplichtingen (x € 1 mln.)

Omschrijving

(Inschatting) Bedrag

Raad voor de Rechtsbijstand

198,9

Raad voor de Rechtspraak vakantiegelden

21,1

Schikkingen en transacties OM

775,9

Raad voor de Rechtspraak – aanvulling eigen vermogen

38,

Vennootschapsbelasting 2016 en 2017

nnb

Rijkshuisvesting voor specialties

nnb

Raad voor Rechtsbijstand

De Raad voor Rechtsbijstand heeft ultimo 2017 een vordering van € 198.922.973 op het Ministerie van JenV die samenhangt met de verplichting in haar balans voor het deel van de afgegeven toevoegingen dat nog niet is vastgesteld. (Bron: Raad voor Rechtsbijstand Jaarrekening 2017). Het cijfer per ultimo 2018 is nog niet beschikbaar.

Raad voor de Rechtspraak vakantiegelden

De Raad voor de Rechtspraak heeft sinds het boekjaar 2005 een vordering op het ministerie inzake de financiering van de te betalen vakantiegelden en sociale lasten. Bij het inwerking treden van het baten-lastenstelsel per 1 januari 2005 is overeengekomen dat ter financiering van deze verplichting op de openingsbalans van de RvdR een separate vordering wordt opgenomen en er door het Ministerie van JenV geen aflossing op deze vordering zal plaatsvinden. Het betreft hier louter een boekhoudkundige vordering. De vordering bedraagt € 21,1 mln.

Raad voor de Rechtspraak aanvulling eigen vermogen

Op grond van het Besluit financiering rechtspraak, artikel 17 lid 6, dient in 2019 aanzuivering plaats te vinden door de Minister van het negatieve vermogen tot nulstand.

Voor de Raad voor de Rechtspraak is er een bestuurlijke verplichting van € 38,1 mln. voor de aanvulling van het negatief eigen vermogen ultimo 2018. In 2019 wordt dit aangevuld door verhoging van de financiële bijdrage aan de Raad voor de Rechtspraak.

Schikkingen en transacties OM

Grote schikkingen en transacties van het Openbaar Ministerie worden met ingang van het boekjaar 2014 verantwoord op het moment van ontvangst van het kasbedrag. Mocht in de toekomst blijken dat ofwel in het kader van een artikel 12-procedure het OM over zal moeten gaan tot vervolgen en dat de transactie of schikking terugbetaald moet worden, ofwel naar de mening van het OM voldoende vaststaat dat in rechte afdwingbare rechten van derden voorgaan, dan zal het OM het betreffende bedrag onverwijld terugbetalen. Op 31 december 2018 bedroeg het maximale risico van terugbetalen van schikkingen en transacties een bedrag van € 775,9 mln. Dat betreft een schikking met ING, waarin een hoge transactie is overeengekomen die op 4 september 2018 is gepubliceerd. Daarin is een artikel 12 opgestart.

Vennootschapsbelasting 2016 en 2017

De overheid heeft vanaf 1 januari 2016 in bepaalde gevallen een Vennootschapsbelastingplicht (VPB-plicht). JenV heeft in 2018 voor het eerst aangifte gedaan voor 2016, deze is nog niet definitief vastgesteld. Voor de aangifte 2017 is uitstel gekregen tot 1 mei 2019.

Rijkshuisvestingsstelsel voor specialties

In het kader van het rijkshuisvestingsstelsel worden alle kantoorlocaties en specialties (locaties specifiek voor bepaald proces) in de balans van het Rijksvastgoedbedrijf opgenomen. Voor de specialties geldt echter dat wanneer een actief wordt afgestoten of wanneer er schade wordt geleden een eventueel verlies voor rekening komt van het ministerie dat op een eerder moment gevraagd heeft om het actief te realiseren. Ingeval van een voordeel is het ook het ministerie dat het pand in gebruik heeft dat hiervan geniet en niet het Rijksvastgoedbedrijf.

In geval van DJI gaat het bij de specialties om de justitiële inrichtingen. Er bestaan naast de situaties die in de balans zijn verwerkt geen voornemens tot afstoten.

Ingeval van het NFI gaat het om het pand aan de Laan van Ypenburg in Den Haag. Er bestaan echter geen voornemens om dit pand af te stoten.

Ingeval van het OM gaat het om een aantal locaties die een specifieke rol vervullen in het primair proces en daarom een zwaardere afscherming vereisen. Er bestaan geen voornemens om het aantal locaties terug te brengen.

Licence