Dit jaarverslag gaat in op de in 2019 gerealiseerde beleidsprioriteiten. Uitgangspunt daarbij is in de eerste plaats de oorspronkelijk in de begroting 2019 geformuleerde beleidsprioriteiten.
Ten eerste wordt de realisatie van de beleidsprioriteiten in 2019 beschreven. Vervolgens worden de budgettaire en financiële consequenties van deze beleidsprioriteiten weergegeven. De tabel realisatie beleidsdoorlichtingen en het overzicht risicoregelingen zijn voor het gemeentefonds niet van toepassing.
Realisatie van de beleidsprioriteiten 2019
Heroverweging financiële verhoudingen
In nauwe samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is het herijkingsonderoek voor het gemeentefonds in maart 2019 gestart (Kamerstukken II 2019/20, 35300 B, nr. 5). In het onderzoek wordt de verdeling van het gemeentefonds herzien in twee onderdelen: de clusters die middelen voor het sociaal domein verdelen en de overige clusters (ook wel "klassiek"). Het onderzoek is gestart met dataverzameling. Daarna is via statistische analyses stapsgewijs toegewerkt naar een nieuwe verdeling. Op verschillende momenten heeft overleg plaats gevonden met de VNG. In september heeft de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) op verzoek van de fondsbeheerders een advies uitgebracht over de herijking van het gemeentefonds.
In 2019 is ook gewerkt aan een wijziging van de Financiële verhoudingswet om het uitkeringsstelsel aan te passen (Kamerstukken II 2018/19, 35000 B, nr.13). Het wetsvoorstel in voorbereiding omvat meerdere voorstellen waarmee het uitkeringsstelsel wordt verhelderd en aangepast zodat bij uitkeringen aan gemeenten en provincies voorwaarden kunnen worden verbonden aan doelen, de wijze van doelbereik en informatie-uitwisseling zonder dat dit gepaard gaat met verticale financiële verantwoording met accountantscontrole. Het streven is dit wetsvoorstel in 2021 in werking te laten treden.
In 2019 zijn ook op andere terreinen activiteiten ondernomen. Zo wordt de normeringssystematiek geëvalueerd en worden hervormingen van het gemeentelijk en provinciaal belastinggebied onderzocht als onderdeel van het Bouwstenentraject van de Staatssecretaris van Financiën- Fiscaliteit en Belastingdienst. Deze onderwerpen komen terug in de Studiegroep Begrotingsruimte en/of de Studiegroep Interbestuurlijke en Financiële Verhoudingen (Kamerstukken II 2019/20, 35300 VII, nr. 7).
Overheveling integratie-uitkering sociaal domein
De overheveling van een groot deel van de voormalige integratie-uitkering Sociaal domein (IUSD) en de integratie-uitkering Wmo (huishoudelijke hulp) naar de algemene uitkering gemeentefonds is conform de afspraken in het Bestuurlijk overleg financiële verhouding (Bofv) van 23 mei 2018 per 2019 geëffectueerd. Voor de meeste overige onderdelen van de voormalige IUSD is eveneens perspectief op overheveling naar de algemene uitkering. Naar verwachting zullen deze onderdelen per 2022 kunnen worden overgeheveld.
Budgettaire en financiële consequenties van de beleidsprioriteiten 2019
Zoals hierboven reeds is opgemerkt, is de overheveling van de integreerbare onderdelen van de integratie-uitkering sociaal domein naar de algemene uitkering in werking getreden in het begrotingsjaar 2019. Daardoor is de omvang van de algemene uitkering van het gemeentefonds fors gegroeid, van € 16,5 mld. in 2018 naar € 25,1 mld. in 2019. De omvang van de integratie-uitkeringen is terug gelopen van € 11,4 mld. in 2018 naar € 4,5 mld. in 2019.
In het voorjaar van 2019 is een verdiepend onderzoek jeugd opgeleverd. Het in gezamenlijke opdracht met de VNG verrichte onderzoek laat zien dat méér kinderen en gezinnen met problemen eerder in beeld komen en passende hulp krijgen. Maar dat deze groei - in combinatie met een transformatie die nog onvoldoende van de grond is gekomen - ook ertoe heeft geleid dat het budget nu in veel gemeenten niet toereikend is. Bij de Voorjaarsnota 2019 heeft het Kabinet daarom besloten extra middelen voor Jeugdhulp beschikbaar te stellen. Voor 2019 heeft het Kabinet € 420 mln. extra middelen vrij gemaakt.