Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de Rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Integraal Waterbeleid) op de Begroting hoofdstuk XII.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | ||
Verplichtingen | 254.312 | 531.871 | 364.968 | 708.835 | 278.012 | 287.975 | ‒ 9.963 | 1 |
Uitgaven | 715.458 | 587.938 | 457.927 | 515.558 | 509.245 | 407.172 | 102.073 | |
1.01 Grote projecten waterveiligheid | 546.895 | 432.091 | 272.598 | 308.998 | 242.861 | 229.909 | 12.952 | |
1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten | 141.642 | 229.746 | 142.271 | 147.362 | 156.824 | 120.808 | 36.016 | 2 |
1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten | 7.822 | 5.018 | 17.948 | 72.542 | 41.694 | 36.694 | 5.000 | 3 |
1.01.03 Ruimte voor de rivier | 376.855 | 181.995 | 92.050 | 78.412 | 29.353 | 34.842 | ‒ 5.489 | 4 |
1.01.04 Maaswerken | 20.576 | 15.332 | 20.329 | 10.682 | 14.990 | 37.565 | ‒ 22.575 | 5 |
1.02 Overige aanlegprojecten waterveiligheid | 165.228 | 147.808 | 178.248 | 199.682 | 258.320 | 171.053 | 87.267 | |
1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma | 4.802 | 2.175 | 5.071 | 1.140 | 14.694 | 19.634 | ‒ 4.940 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 4.802 | 1.569 | 5.009 | 226 | 363 | 256 | 107 | |
1.02.02 Realisatieprogramma | 160.426 | 145.633 | 173.177 | 198.542 | 243.626 | 151.419 | 92.207 | 6 |
1.03 Studiekosten | 3.335 | 8.039 | 7.081 | 6.878 | 8.064 | 6.210 | 1.854 | |
1.03.01 Studie en onderzoekskosten | 3.335 | 8.039 | 7.081 | 6.878 | 8.064 | 6.210 | 1.854 | |
1.09 Ontvangsten | 207.416 | 208.776 | 193.127 | 208.552 | 205.107 | 165.848 | 39.259 | 7 |
1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWPB-2 | 172.078 | 156.754 | 160.591 | 120.473 | 4.740 | 4.612 | 128 | |
1.09.02 Overige ontvangsten HWPB-2 | 114 | 0 | 2.879 | 0 | 1.850 | 0 | 1850 | |
1.09.03 Ontvangsten waterschappen HWPB | 9.042 | 29.054 | 23.642 | 57.149 | 166.088 | 147.675 | 18.413 | |
1.09.04 Overige ontvangsten HWPB | 0 | 0 | 617 | 728 | 3.258 | 0 | 3258 | |
1.09.05 Overige aanleg ontvangsten | 26.182 | 22.968 | 5.398 | 30.202 | 29.171 | 13.561 | 15.610 |
Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie op het niveau van artikelonderdeel en verplichtingen. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. Bij de investeringen Waterveiligheid is € 10,0 miljoen meer aan verplichtingen gerealiseerd dan bij de ontwerpbegroting werd geraamd. Dit is het saldo van plussen en minnen binnen dit artikel. De grootste afwijkingen betreffen:
• Bij de programma’s HWBP en HWBP-2 is totaal ‒ € 41,4 miljoen minder aan verplichtingen gerealiseerd, omdat de beheerders (waterschappen) meer voorbereidingstijd nodig hadden.
• Bij Ruimte voor de Rivier (- € 25,3 miljoen) is de uitvoering van een aantal restpunten niet meer nodig en zijn de verplichtingen geactualiseerd voor het afwikkelen van claims en opgetreden risico’s bij een aantal projecten.
• Bij Grensmaas/Zandmaas (- € 7 miljoen) traden minder risico’s op dan verwacht en is meer tijd nodig voor de afwikkeling van grondverwerving.
• Bij het project Steenbekleding/bestorting Westerschelde zijn opdrachten verstrekt die oorspronkelijk in 2018 gepland stonden (€ 22,5 miljoen), is een tegenvaller opgevangen als gevolg van arbitrage zaak (€ 7,0 miljoen) en worden werken van het natuurpakket Westerschelde voor de provincie Zeeland meegenomen in het bestaande werk (€ 5 miljoen).
• Bij de projecten Houtribdijk (€ 9 miljoen) en IJsseldelta (€ 4,7 miljoen) is meer verplicht voor opdrachten die in 2018 niet meer gerealiseerd konden worden en in 2019 zijn verstrekt. Er was meer voorbereidingstijd nodig dan gepland.
• Tot slot is een aantal projecten versneld in de uitvoering, te weten, Roggeplaat (€ 6,4 miljoen), Kribverlaging Pannerdesch kanaal (€ 4 miljoen) en langsdammen / NURG projecten (€ 2,4 miljoen).
8. De hogere realisatie is met name het gevolg van het uitvoeren van werkzaamheden die in 2018 waren vertraagd zoals bij de projecten Lekdijk Lekkerland (€ 28,3 miljoen) en Waddenzeedijk Friese Kust (€ 17,5 miljoen). Daartegenover staat een lagere realisatie bij onder andere:
• Waddenzeedijk Texel (- € 4,8 miljoen): De uitgaven zijn geblevn binnen de maximale bevoorschotting toegestaan vanuit de subsidieregeling Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dit maximale bedrag is betaald. In de begroting was met een hogere uitgaven rekening gehouden. Het restant van de afrekening wordt in 2020 betaald.
• De projecten Bergambacht-Ammerstol-Schoonhoven (- € 1,9 miljoen) en Scheveningen (- € 1,5 miljoen) omdat de financiële afrekening te laat is ontvangen en niet meer in 2019 kon worden afgewikkeld.
• En het saldo van hogere en lagere realisatie bij andere projecten (- € 1,6 miljoen).
12. Voor het project Houtribdijk zijn in 2019 enkele rekeningen betaald voor onder andere toeslag laag water die eerst gepland stonden voor 2020.
13. De lagere realisatie bij Ruimte voor de Rivier is veroorzaakt doordat enkele werkzaamheden IJsseldelta fase 1 uit zijn gelopen en er minder risico’s zijn opgetreden dan waar vooraf rekening mee was gehouden.
14. Het betreft een lagere realisatie (- € 21 miljoen) door minder opgetreden risico’s, in het bijzonder minder gevonden Niet Gesprongen Explosieven. In 2019 is daarnaast minder uitgegeven dan verwacht vanwege vertraging bij de grondverwerving en het deels niet meer nodig blijken daarvan (- € 1 miljoen).
15. Hogere realisatie is met name veroorzaakt door HWBP Waterschapsprojecten (€ 11 miljoen), onder andere door versnelling bij het project Lauwersmeer. Bij het project IJsseldelta fase 2 (€ 18 miljoen) zijn door een gewijzigde planning van de aannemer werkzaamheden die voor latere jaren waren gepland al in 2019 uitgevoerd. Daarnaast was er op dit artikelonderdeel in 2019 sprake van een overprogrammering van € 70 miljoen. Ten opzichte van de programmering is er € 6 miljoen minder gerealiseerd, wat leidt op dit artikelonderdeel tot een nadelig saldo van € 64 miljoen. Het nadelig saldo wordt in 2020 in mindering van dit artikelonderdeel gebracht, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.
16. In 2019 is € 39 miljoen meer ontvangen dan begroot. Dit heeft met name betrekking op de projecten:
• HWBP (€ 24,6 miljoen) en Ruimte voor de Rivier (€ 10,8 miljoen). In beide gevallen betreft het middelen die eerder zijn ontvangen dan voorzien.
• Daarnaast is sprake van hogere ontvangsten van derden in de kosten van innovatie HWBP (€ 1,2 miljoen), dit speelt onder andere bij project IJsseldijk Gouda.
• Diverse kleine muaties op de ontvangsten verklaren het resterend saldo (€ 2,7 miljoen).
1.01 Grote projecten waterveiligheid
Motivering
Deze projecten, waaraan de Tweede Kamer de status van Groot Project heeft toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland. Voor meer achtergrondinformatie over programmering in 2019 (en verder) wordt verwezen naar het MIRT 2019, de betreffende voortgangsrapportages en het Deltaprogramma 2019.
Producten
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet, volgens de toen geldende wettelijke normen. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007–2008, 27 625 en 18 106, nr. 103). Vanuit het HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen voor de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en worden de maatregelen aan de Rijkskeringen betaald. Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Conform de Regeling Grote Projecten heeft de Tweede Kamer in 2019 de Voortgangsrapportages 15 (Kamerstuk 32 698, nr. 43) en 16 (Kamerstuk 32 698, nummer 48) ontvangen.
Meetbare gegevens
Het HWBP-2 bestaat uit 87 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels. Per 31 december 2019 voldoen 83 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. De vier resterende projecten zijn in uitvoering.
Waar mogelijk worden innovatieve oplossingen gebruikt. Daarnaast kunnen investeringen vanuit het innovatiebudget HWBP-2 leiden tot nieuwe kennis over ontwerpvoorschriften.
Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
HWBP 2 | Start realisatie | n.v.t. |
Oplevering | Hoogwaterkering Den Oever |
Oplevering Hoogwaterkering Den Oever heeft volgens planning plaatsgevonden. In begroting 2020 is oplevering van dit project ook als mijlpaal benoemd, dat betreft de financiële afronding.
Kasbudget 2019 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Begroting2019 | Realisatie | Verschil | Begroting2019 | Huidig | Begroting2019 | Huidig | |
Hoofdwatersystemen | ||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||
HWBP-2 Overige projectkosten | 3 | 2 | ‒ 1 | 46 | 46 | 2024 | ||
HWBP-2 Rijksprojecten | 34 | 40 | 6 | 187 | 188 | 2024 | 1 | |
HWBP-2 Waterschapsprojecten | 121 | 157 | 36 | 2.431 | 2.436 | 2024 | 2 | |
Programma | 158 | 199 | 41 | 2.663 | 2.670 | |||
Begroting (DF 1.01.01/02) | 158 | 199 | 41 |
Toelichting
1. Voor het project Houtribdijk zijn in 2019 enkele rekeningen betaald voor onder andere toeslag laag water die eerst gepland stonden voor 2020.
2. De hogere realisatie is met name het gevolg van het uitvoeren van werkzaamheden die in 2018 waren vertraagd zoals bij de projecten Lekdijk Lekkerland (€ 28,3 miljoen) en Waddenzeedijk Friese Kust (€ 17,5 miljoen). Daartegenover staat een lagere realisatie bij onder andere:
• Waddenzeedijk Texel (- € 4,8 miljoen): Bij de uitgaven is rekening gehouden met de maximale bevoorschotting toegestaan vanuit de subsidieregeling Hoogwaterbeschermingsprogramma. Dit maximale bedrag is betaald. In de begroting was met een hogere uitgaven rekening gehouden. Het restant van de afrekening wordt in 2020 betaald.
• De projecten Bergambacht-Ammerstol-Schoonhoven (- € 1,9 miljoen) en Scheveningen (- € 1,5 miljoen) omdat de financiële afrekening te laat is ontvangen en niet meer in 2019 kon worden afgewikkeld.
• En het saldo van hogere en lagere realisatie bij andere projecten (- € 1,6 miljoen).
Ruimte voor de Rivier
Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status voor Ruimte voor de Rivier opgeheven. De rapportage over de finale afronding van het programma vindt plaats als onderdeel van de reguliere rapportage Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).
Meetbare gegevens
De stand per 31 december 2019 is als volgt:
– Voor 100% van het realisatiebudget is de projectbeslissing genomen. Alle maatregelen zijn uitgevoerd;
– De waterveiligheidsdoelstelling van het programma Ruimte voor de Rivier is voor alle Maatregelen en het programma als geheel behaald.
In 2019 is het volgende project opgeleverd:
Ruimte voor de Rivier | Start realisatie | N.v.t. |
Oplevering | IJsseldelta fase 1 |
Kasbudget 2019 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Begroting2019 | Realisatie | Verschil | Begroting2019 | Huidig | Begroting2019 | Huidig | |
Hoofdwatersystemen | ||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Ruimte voor de Rivier | 35 | 29 | ‒ 6 | 2.306 | 2.257 | 2019 | 1 | |
Programma | 35 | 29 | ‒ 6 | 2.306 | 2.257 | |||
Begroting (DF 1.01.03) | 35 | 29 | ‒ 6 | 2.306 | 2.257 |
Toelichting
1. De lagere realisatie bij Ruimte voor de Rivier wordt vooral veroorzaakt doordat enkele werkzaamheden bij het project IJsseldelta fase 1 uit zijn uitgelopen, betaling vindt pas in 2020 plaats. Daarnaast zijn minder risico’s opgetreden dan waar vooraf rekening mee was gehouden. De verlaging van het projectbudget is het saldo van een meevaller (- € 51,7 miljoen) en extra uitgaven ( € 1,1 miljoen). De meevaller is ontstaan doordat gedurende de projectperiode minder risico’s zijn voorgekomen dat werd verwacht. Voor twee inundatieschaderegelingen bij het project Noordwaard zijn extra uitgaven gedaan (€ 1,1 miljoen).
Maaswerken
Op dit onderdeel worden de uitgaven van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas van het programma Maaswerken verantwoord. Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.
Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status voor het programma Maaswerken opgeheven. De rapportage over de voortgang en afronding van het programma vindt plaats als onderdeel van de reguliere rapportage Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).
Naast de werken in de Zandmaas en de Grensmaas zijn nog aanvullende maatregelen nodig om in alle dijkringen langs de Maas het wettelijke beschermingsniveau te bereiken (overstromingskans kleiner dan 1/250e per jaar). Het prioritaire deel van dit werk dient in 2020 gereed te zijn. De rest van de werkzaamheden loopt via het HWBP mee. Planuitwerking en realisatie van deze «prioritaire sluitstukkaden» gebeurt grotendeels door het waterschap Limburg en er is hiervoor vanuit het budget van Maaswerken € 75 miljoen beschikbaar gesteld. De aanpak voor de Grensmaas en de afspraken over de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas van 10 november 2011.
Maaswerken | Start realisatie | n.v.t. |
Oplevering | n.v.t. |
Oplevering van de projecten Urmond, Milsbeek en Zelderheide heeft niet plaatsgevonden in 2019, de opleveringen zijn net over de jaargrens naar 2020 geschoven.
Meetbare gegevens
Zandmaas | Grensmaas | |
Hoogwaterbeschermings-programma | 100% in 2016 (gerealiseerd) | 100% in 2017 (gerealiseerd) |
Natuurontwikkeling | 427 ha (gerealiseerd) | 1.208 ha (1.125 ha gerealiseerd) |
Delfstoffen | tenminste 35 miljoen ton |
Grensmaas en Zandmaas, natuurontwikkeling
De deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas (fase I) dragen primair bij aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Daarnaast wordt met deze projecten natuur gerealiseerd die ten goede komt aan de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
In het kader van de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur door Rutte I is bij het Zandmaasproject besloten 129 ha natuur niet te realiseren door de nevengeulen Belfeld en Sambeek uit de scope te halen. Deze nevengeulen leveren geen bijdrage aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. De natuuropgave binnen de Zandmaas is gerealiseerd. De feitelijke oplevering en overdracht is afhankelijk van de voortgang van de delfstofwinning.
In de Grensmaas is de scope nagenoeg gelijk gebleven. Alleen de verwerving van natuurgronden bij de locatie Roosteren (44 ha) is komen te vervallen. Deze locatie valt buiten de uitvoeringsovereenkomst met het Consortium Grensmaas. De totale oppervlakte natuurontwikkeling in de Grensmaas wordt daarmee 1.208 ha. Het Ministerie van EZK neemt hiervan thans 728 ha voor haar rekening (TK 18 106, nr. 230, 20 april 2015). Op 27 maart 2019 is de Tweede Kamer geïnformeerd (kst-18106-247) dat 1.125 ha verworven is. Het Consortium Grensmaas zal zich tot het einde van het Grensmaasproject inspannen om zoveel mogelijk gronden te verwerven met eindbestemming natuur.
Kasbudget 2019 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Begroting2019 | Realisatie | Verschil | Begroting2019 | Huidig | Begroting2019 | Huidig | |
Hoofdwatersystemen | ||||||||
Grensmaas | 2 | 2 | 0 | 153 | 116 | 2017/2024 | 1 | |
Zandmaas | 36 | 13 | ‒ 23 | 399 | 400 | 2022 | 2 | |
Programma | 38 | 15 | ‒ 23 | 552 | 516 | |||
Begroting (DF 1.01.04) | 38 | 15 | ‒ 23 |
Toelichting
1. De verlaging van het projectbudget is het gevolg van een meevaller. Het Consortium Grensmaas BV heeft haar leningsovereenkomst met de Staat opgezegd (- €40 miljoen) en aangegeven geen gebruik meer te maken van deze leenconstructie. Derhalve ontstaat een vrijval op dit project.
2. Het betreft een lagere realisatie (- € 21 miljoen) door minder opgetreden risico’s, in het bijzonder minder gevonden Niet Gesprongen Explosieven. In 2019 is daarnaast minder uitgegeven dan verwacht vanwege vertraging bij de grondverwerving (- € 0,6 miljoen) en het deels niet meer nodig blijken daarvan (- € 0,4 miljoen).
Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid
De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma’s Ruimte voor de Rivier (RvdR) en Maaswerken. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma’s. De beleidsinspanningen van de Minister van IenW die onder Hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma’s.
Meetbare gegevens
Aantal projecten ter verbetering van de waterveiligheid
Bron: Rijkswaterstaat, 2019
1.02 Overige aanlegprojecten
Motivering
Naast de Grote Projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.
Producten
Verkenningen- en Planuitwerkingsprogramma
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen en planuitwerkingsfase bevinden.
Projectbudget | Planning | Oplevering | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
PB of TB | |||||||
Projectomschrijving | Begroting 2019 | Huidig | Begroting 2019 | Huidig | Begroting 2019 | Huidig | |
Hoofdwatersystemen | |||||||
Projecten Nationaal | |||||||
EPK Planuitwerking en verkenningen Waterveiligheid | 11 | 7 | |||||
Reservering areaalgroei | 14 | 14 | |||||
Projecten Zuid-Nederland | |||||||
Rivierverruiming Rijn en Maas | 191 | 125 | 1 | ||||
Projecten Oost-Nederland | |||||||
IJsseldelta fase 2 | 81 | 83 | 2018 | 2019 en 2020 | 2022 | 2022 | 2 |
Projecten Noord-Nederland | |||||||
Texel NIOZ | 2 | ||||||
afronding | ‒ 1 | ||||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 299 | 228 | |||||
Begroting DF 1.02.01 | 299 | 228 |
Toelichting
1. Op de rivierverruiming Rijn en Maas valt € 68 miljoen vrij in de periode 2025–2027 doordat de hoogwatergeul Varik-Heesselt niet doorgaat, omdat daar uiteindelijk toch voor dijkverhoging is gekozen. Dit bedrag vloeit terug naar de Investeringsruimte op artikel 05.03. Daarnaast gaat de verkenning Meer Maas Meer Venlo niet door. De in de begroting 2019 meerjarig overgehevelde bedragen worden via het gemeentefonds naar de gemeente Venlo teruggeboekt. In totaal vloeit na aftrek van de gemaakte kosten door de gemeente Venlo een bedrag van circa € 1,7 miljoen terug naar de begroting van IenW.
2. IJsseldelta fase 2 bestaat uit meerdere samenhangende projecten, uitgevoerd door samenwerkende regionale overheden. Voor één perceel is de projectbeslissing in 2019 genomen, voor de andere twee percelen wordt deze in 2020 verwacht. De planuitwerking kost meer tijd in verband met de complexiteit van de samenhangende opgaven en te borgen belangen van de omgeving.
Realisatieprogramma
Dit programma levert een bijdrage aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en bij de waterschappen én levert een bijdrage aan het beheer van de Rijkswateren.
Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is een alliantie tussen de waterschappen en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het programma is opgericht voor het aanpakken van de waterveiligheidsopgave die voortvloeit uit de Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen (LRT3) in 2011 en de daaropvolgende beoordelingsrondes. Het programma heeft als doel in 2050 alle primaire waterkeringen in Nederland op orde te hebben. Circa 90% van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. Het overige deel is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk. Door de samenwerking binnen de alliantie wordt de beschikbare kennis en deskundigheid van de verschillende waterbeheerders optimaal benut.
Het HWBP kent een voortrollend karakter, waarbij jaarlijks een actualisatie van het zesjarige programma plaatsvindt en er een nieuw jaar aan de programmering wordt toegevoegd. Met deze werkwijze ontstaat een adaptief programma dat flexibel in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen.
De huidige HWBP opgave komt voort uit de LRT3 (2011) en de verlengde derde toetsing (LRT3+, 2013). Op basis van de nieuwe landelijke beoordelingsronde overstromingsrisico (LBO-1), die op 1 januari 2017 van start is gegaan, zijn ook in het programma 2020–2025 nieuwe projecten toegevoegd.
De prioritering van de jaarlijks uit te brengen programmering is gebaseerd op urgentie. De programmering 2020–2025 is op Prinsjesdag 2019 als onderdeel van het Deltaprogramma 2020 gepresenteerd. Het HWBP is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Eind 2019 was er 96 kilometer dijk versterkt.
HWBP | Start realisatie | Lauwersmeerdijk |
Wolferen-Sprok–De Stelt | ||
Koppelstuk Markermeerdijken | ||
Sterreschans – Heteren | ||
Oplevering | Verbetering IJsseldijk Gouda | |
Schutsluis Strijensas | ||
Dijkversterking Spijkenisserbrug |
De programmering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor de jaren 2019 ‒ 2024 kent 26 projecten. Dit betreft met name projecten van waterschappen. Het tempo van uitvoering is niet altijd goed te voorspellen. Sommige projecten hebben vertraging opgelopen, andere projecten zijn versneld uitgevoerd. Dit verklaart de verschillen met de in de begroting 2019 opgenomen lijst met op te leveren projecten. Over het totaal genomen zijn er momenteel meer projecten die vertragen dan projecten die versnellen. Dit heeft vooralsnog geen gevolgen voor het einddoel voor het volledige HWBP programma (alle waterkeringen voldoen aan de waterveiligheidsnormen in 2050).
Vooroeververdediging Oosterschelde en Westerschelde
In 2017 is de financiële afwikkeling van het deel steenbekledingen afgerond. Daarnaast wordt ook de vooroeververdediging van de dijken in het Ooster- en Westerscheldegebied aangepakt. Het project vooroeverbestortingen is opgedeeld in verschillende clusters die over de tijd worden uitgevoerd. Ook in 2019 werd gewerkt aan een aantal vooroeverbestortingstrajecten en is gestart met marktbenadering.
Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden rivierverruimingsprojecten uitgevoerd ten behoeve van natuurontwikkeling in de uiterwaarden en om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma wordt uitgevoerd door de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat. Inmiddels is het overgrote deel van de opgave gerealiseerd en hebben de beide ministeries bij de Herijking van de Ecologische Hoofdstructuur afspraken gemaakt over de verdeling van de restopgave. Hierin is afgesproken dat elk ministerie zijn nog lopende projecten afmaakt. Op dit moment lopen er nog twee IenW NURG-projecten. Voor het project Afferdense en Deestse Waarden was de oplevering voorzien eind 2019. Dit project is ook van belang voor het realiseren van de waterveiligheidsdoelstelling van de PKB Ruimte voor de Rivier. Het project is buiten gereed, overdracht aan beheerder en decharge vinden plaats in 2020. Het project Heesseltsche Uiterwaarden is in 2019 opgeleverd.
Overige onderzoeken en kleine projecten
Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is onder andere het Project Roggenplaat. Rijkswaterstaat heeft in opdracht van de ministeries IenW en LNV een MIRT verkenning uitgevoerd naar een aanpak voor de negatieve effecten van de zandhonger in de Oosterschelde. Het daaruit volgende voorkeursalternatief is het suppleren van de Roggenplaat, omdat door de zandhonger de oppervlakte en hoogte van deze plaat snel afnemen. Eind december 2019 is de zandsuppletie op de Roggenplaat in de Oosterschelde met een omvang van 213 ha en 1,3 miljoen m3 succesvol afgerond, de monitoring loopt nog door.
Een ander klein project is de primaire kering Vlieland en Terschelling. Dit project omvat een gedeeltelijke verlegging van het zandige deel van de primaire waterkeringen op Vlieland en Terschelling. Om aan de veiligheidsnormen te voldoen zijn voor beide verleggingen zandaanvullingen noodzakelijk. Het project omvat tevens de verhoging van de dijk van het bedrijventerrein op Vlieland ter plaatse van het terrein van Rijkswaterstaat. Het project is in 2019 afgerond.
Kasbudget 2019 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Begroting2019 | Realisatie | Verschil | Begroting2019 | Huidig | Begroting2019 | Huidig | |
Hoofdwatersystemen | ||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||
HWBP Overige projectkosten (programmabureau) | 5 | 5 | 0 | 86 | 109 | 1 | ||
HWBP: Rijksprojecten | 7 | 2 | ‒ 5 | 617 | 629 | 2020 | 2020 | 2 |
HWBP: Waterschapsprojecten | 166 | 178 | 11 | 5.092 | 5.486 | 2020 | 2020 | 3 |
Maatregelen irt rivierverruiming | 8 | 7 | ‒ 1 | 192 | 192 | 2020 | 2020 | |
WBI 2023 | 5 | 5 | 0 | 23 | 24 | |||
Zandhonger Oosterschelde | 6 | 5 | ‒ 1 | 11 | 10 | |||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Afsluitdijk | 0 | 0 | 0 | 11 | 0 | 2022 | 2022 | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||
Dijkversterking en herstel steenbekleding | 1 | 2 | 1 | 812 | 820 | 2021 | 2021 | 4 |
Overige onderzoeken en kleine projecten | 1 | 1 | 0 | 1.169 | 1.169 | |||
Projecten Oost-Nederland | ||||||||
IJsseldelta fase 2 | 18 | 36 | 18 | 94 | 95 | 2022 | 2022 | 5 |
Monitoring Langsdammen Waal | 0 | 1 | 1 | 5 | 5 | |||
Pannerdensch kanaal kribverlaging | 2 | 2 | 0 | 19 | 19 | 2023 | 2023 | |
Projecten Noord-Nederland | ||||||||
Primaire waterkering Vlieland | 1 | 0 | 0 | 2 | 2 | 2018/2019 | 2018/2019 | |
afrondingen | ‒ 1 | ‒ 1 | ‒ 2 | |||||
Programma | 220 | 243 | 23 | 8.133 | 8.558 | |||
Begroting (DF 1.02.02) | 150 | 243 | 93 | 8.133 | 8.558 | |||
Boven en onderkader | ‒ 70 | 0 | 70 |
Toelichting
1. HWBP Overige projectkosten (programmabureau): Betreft toename van de totale projectkosten met name ten gevolge van extrapolatie naar 2031 en 2032. Daarnaast heeft een budgetaanpassing plaatsgevonden binnen het HWBP programma voor hogere kosten van het Programmabureau (€ 5 miljoen) en het uitwerken van nieuwe normen (€ 7 miljoen). Tot slot is sprake van een prijsbijstelling van € 2 miljoen.
2. De lagere realisatie bij HWBP Rijksprojecten (- € 5 miljoen) kent verschillende oorzaken:
• Bij het Rijksproject Marken is sprake van een lagere realisatie van ‒ € 2,6 miljoen omdat meer voorbereidingstijd nodig was dan voorzien. De gunning is naar 2020 verschoven.
• Bij het project Aandrijflijnen Benedenstroomseschuif Hollandse IJsselkering is in 2019 ‒ € 1,5 miljoen minder gerealiseerd omdat het aangeboden ontwerp niet aan gestelde eisen voldeed.
• Het project IJmuiden kost minder dan gepland (- € 0,8 miljoen).
• Het project Drongelskanaal start een jaar later (- € 0,5 miljoen) omdat meer tijd nodig was voor de voorbereiding.
• Het restant (€ 0,3 miljoen) betreft kleine wijzigingen in de uitvoering van de projecten IJmuiden, Primaire Waterkering Vlieland en Sluis Bosscherveld.
De toename in de totale projectkosten is het gevolg van indexering 2019 (€ 12,3 miljoen).
8. De hogere realisatie (saldo € 11,2 miljoen) is onder andere het gevolg van:
• Een voorschotbetaling – conform regelgeving - voor het project koppelstuk Markermeerdijk (€ 19 miljoen).
• en een versnelling bij het project Lauwersmeer (€ 18,5 miljoen).
• Er is minder gerealiseerd bij:
• Het project Eemshaven-Delfzijl (- € 11,8 miljoen) vanwege wijziging van het uitvoeringschema in verband met een meer innovatieve uitvoeringsmethode.
• Het project IJsseldijk (- € 3,2 miljoen) omdat een langere voorbereidingstijd nodig was dan gepland, de voorschotbetaling schuift door naar 2020.
• Het project Dijkringen Noordelijke Maasvallei (- € 11,0 miljoen) vanwege vertraging door afhankelijkheid van een MIRT besluit eind 2019.
4. De toename van de projectkosten voor Dijkversterking en herstel steenbekleding is het gevolg van een tegenvaller van € 6,9 miljoen. De tegenvaller is veroorzaakt door een arbitrage uitspraak en het uitvoeren van compensatiemaatregelen.
5. Door een gewijzigde planning van de aannemer bij het project IJsseldelta fase 2 zijn werkzaamheden die voor latere jaren waren gepland al in 2019 uitgevoerd.
1.03 Studiekosten
Motivering
Dit betreft enerzijds studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.
Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.
Producten
Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma (DP) is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de korte, middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Voor een nadere toelichting op deze onderzoeken wordt verwezen naar het Deltaprogramma 2019.
Op dit onderdeel worden vooral de onderzoeken voor waterveiligheid verantwoord.
– Het Nationaal Watermodel is een geïntegreerde set van modellen om het waterhuishoudkundig systeem van Nederland door te rekenen. Deze is oorspronkelijk ontwikkeld voor het Deltaprogramma. Het model is gebruikt om de effecten van maatregelen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening te berekenen. In 2019 is het Deltamodel gebruikt voor het beantwoorden van vragen die bij de uitvoering van het Deltaprogramma spelen en voor waterkwaliteitsberekeningen in het kader van de Nationale Analyse. De doorontwikkeling van het model heeft als doel de waterhuishoudkundige basis ervan ook in andere rekentoepassingen te gebruiken om zo de onderlinge vergelijkbaarheid en de betrouwbaarheid van die toepassingen te garanderen en genereert het model de waterhuishoudkundige basis voor waterkwaliteitsmodellen.
– MIRT-onderzoeken naar de waterveiligheid in de Rijn-Maasdelta: voor de verwachte stijging van de zeespiegel, toenemende extreme rivierafvoeren en sociaaleconomische veranderingen zijn langetermijnstrategieën ontwikkeld voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Daarbij worden de strategieën en maatregelen voor waterveiligheid en sociaaleconomische ontwikkeling in synergie met elkaar en met oog voor ruimtelijke kwaliteit ontwikkeld. Komende jaren wordt met maatregelen en nadere beleidsuitwerking vervolg gegeven aan de gemaakte beleidskeuzes voor dit gebied. Het betreft o.a. een vijftal verkenningen langs de Maas: Arcen, Well, Thorn-Wessem, Baarlo en meanderende Maas Ravenstein. Onderzoeken hebben plaatsgevonden en adviezen opgesteld voor de langetermijn ambitie rivierengebied. Tevens is onderzoek uitgevoerd binnen het programma Rivers 2Morrow (R2M), onder andere naar de morfologische ontwikkeling van de Rijn.
– Samen met de deelstaat Nordrhein Westfalen (Duitsland) is de grensoverschrijdende studie met een symposium afgerond.
– IJsselmeergebied: Een belangrijk doel van de Agenda IJsselmeergebied 2050 is het organiseren van een gezamenlijke verantwoordelijkheid en regiefunctie over het IJsselmeergebied. Het Bestuurlijk Platform IJsselmeergebied (BPIJ) stuurt daarom sinds de ondertekening van de gebiedsagenda in mei 2018 zowel het Deltaprogramma IJsselmeergebied (DPIJ) als de Agenda IJsselmeergebied (AIJG) aan. Deze nieuwe werkwijze is in 2019 geëvalueerd, waarna de coördinatie van de bestuurlijke samenwerking in 2020 verder wordt geprofessionaliseerd.
– Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie: Vanuit het Deltafonds is € 6,7 miljoen beschikbaar gesteld voor het Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie om de transitie naar een klimaatbestendige inrichting van Nederland in 2050 te ondersteunen met diverse activiteiten en producten, zoals het kennisportaal, de ondersteuning van voorbeeldprojecten en het faciliteren van kennis- en leernetwerken. Aanvullend op het lopende stimuleringsprogramma is voor in totaal € 20 miljoen gereserveerd om decentrale overheden te ondersteunen bij onder andere de uitvoering van stresstesten en risicodialogen, en het uitvoeren van pilots. Deze middelen zijn vanuit het Deltafonds beschikbaar gesteld voor de jaren 2019 en 2020. In 2019 is de eerste tranche van drie uitvoeringspilots gestart (5,2 mln. euro). Daarnaast is in 2019 voor 5,7 mln euro procesondersteuning verleend aan decentrale overheden.
– Toetsing Regionale keringen in beheer van het Rijk: in 2019 zijn de eerste toets-rapporten van de door het Rijk beheerde regionale waterkeringen door Rijksaterstaat opgeleverd en ter beoordeling aan de ILT voorgelegd. Vanwege capaciteitsgebrek en het niet altijd direct beschikbaar zijn van de benodigde invoer gegevens, kon de eerste toetsing niet in 2019 afgerond worden.
– Eerste beoordeling primaire waterkeringen: Op basis van de nieuwe waterveiligheidsnormen (in werking per 1 januari 2017) is in 2019 door de beheerders gewerkt aan de eerste beoordeling van de primaire waterkeringen, hierbij wordt gebruik gemaakt van de nieuwe regeling beoordeling veiligheid primaire keringen en onderliggende technische leidraden en software. Om de beheerders te ondersteunen is in 2019 gewerkt om de komende jaren nog verbeteringen door te voeren in deze instrumenten. Ook zijn in 2019 voorbereidingen getroffen voor het instrumentarium van 2023, zodat de voorschriften voor de beoordelingsronde die in 2023 start, aansluiten op de actuele kennis en de ervaringen die in de eerste beoordelingsronde worden opgedaan. Als uit de beoordeling blijkt dat een primaire kering niet aan de norm voldoet, neemt een beheerder maatregelen. De Minister stelt conform de Waterwet een ontwerpinstrumentarium (OI) beschikbaar dat strekt tot aanbeveling bij het ontwerpen van een kering. Daarnaast is in 2019 gewerkt aan de stroomlijning van de informatie-uitwisseling tussen beheerders, het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het Ministerie van IenW.
– Lange termijn ambitie/Kennisprogrammering Waterveiligheid: In is 2019 gewerkt aan het ontwikkelen van een solide kennisbasis. De kennis over waterveiligheid wordt hiermee op het vereiste niveau gehouden, zodat sprake is van actueel, effectief en uitvoerbaar waterveiligheidsbeleid. Dit is de lange termijn ambitie voor waterveiligheid, vormgegeven door in 2019 te werken aan een actualisatie van de Kennisagenda en ook in 2019 aan de uitvoering van het Kennisprogrammering Waterveiligheid te werken.
Het programmeren van de kennis voor waterveiligheid, die met input van de waterveiligheidssector tot stand is gekomen, is gebaseerd op de volgende drie pijlers:
– Techniek: in 2019 is gewerkt aan de voorbereidingen om te komen tot een actuele versie van het Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium in 2023 (BOI 2023) voor de primaire waterkeringen en is in 2019 gewerkt aan het actualiseren van een aantal van de onderbouwende leidraden (LD) en technische rapporten (TR) (o.a. over faalmechanismen als macrostabiliteit, piping en de belasting van de primaire waterkeringen door waterstanden en golven);
– Systeem: in 2019 is gewerkt aan de kennisbasis over het gedrag van kustsysteem (Kustgenese 2.0) en riviersystemen (programma Rivers2Morrow en gewerkt aan de uitvoering van EU-verplichtingen, zoals de Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR);
– Leefomgeving: omgevingsfactoren die van invloed zijn op de totstandkoming van het waterveiligheidsbeleid, zoals klimaatverandering/zeespiegelstijging, ruimtelijke adaptatie en wateroverlast. Het KNMI heeft in 2019 onderzoek uitgevoerd naar windklimaat en vertaling naar hydraulische belastingen ten behoeve van het beoordelen en ook ontwerpen van primaire waterkeringen en tevens onderzoek gedaan naar diverse aspecten van zeespiegelstijging.
1.09 Ontvangsten
Ontvangsten waterschapsprojecten
Conform de Spoedwet (Stb. 2011, 302) dragen de waterschappen vanaf 2011 € 81 miljoen per jaar bij aan het HWBP. Deze bijdrage van de waterschappen is conform het regeerakkoord Rutte I en het Bestuursakkoord Water aangevuld tot € 131 miljoen in 2014 en tot € 181 miljoen structureel vanaf 2015 (inclusief project gebonden aandeel, prijspeil 2010). Deze bijdrage wordt geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het Ministerie van Financiën. Vanaf 2019 en verder komt dit bedrag jaarlijks uit op ongeveer € 194 miljoen (inclusief project gebonden aandeel).
De middelen van de waterschappen worden eerst ingezet voor de waterschapsprojecten van het HWBP-2 en vervolgens voor de waterschapsprojecten van het HWBP. Het in 2013 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen wetsvoorstel Wijziging van de Waterwet (doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming) (Kamerstukken II, 2012–2013, 33 465, nr. 3) is per 1 januari 2014 in werking getreden. De wet regelt dat het Rijk en de waterschappen jaarlijks elk de helft van de bijdrage aan het HWBP gaan betalen.