Algemene doelstelling
Het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) voorziet in een doelmatige en doeltreffende ondersteuning van de krijgsmacht. Het DOSCO draagt zorg voor de levering van ondersteunende diensten aan de krijgsmacht. Een groot deel van de ondersteuning levert het DOSCO zelf, een deel van de ondersteuning wordt geleverd door organisaties buiten het Ministerie van Defensie. Het DOSCO is daarbij de verbindende schakel tussen vraag en aanbod.
De ondersteuning van het DOSCO is ingedeeld in drie categorieën, te weten normgestuurd (vast, zoals vastgoed, gezondheidszorg), capaciteitgestuurd (semi-flexibel, zoals opleidingen) en budgetgestuurd (flexibel, zoals transport en media). De drie categorieën zijn nader onderverdeeld in achttien dienstenclusters.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor een doeltreffende en doelmatige dienstverlening binnen Defensie waaraan het DOSCO een bijdrage levert.
Beleidsconclusies
Het DOSCO ondersteunt altijd en overal waar de krijgsmacht wordt ingezet. In 2019 heeft het DOSCO de gevraagde ondersteuning grotendeels volgens afspraak kunnen leveren.
Met het project «Behoud & Werving» is extra budget ingezet op het behouden van gekwalificeerd personeel en het verhogen van de instroom van nieuw personeel. Er zijn maatregelen in gang gezet voor het versterken van de in- & doorstroomketen, het intensiveren van de samenwerking met externe partners, het verder ontwikkelen van de regelgeving en het vergroten van de zichtbaarheid en aantrekkelijkheid van Defensie als werkgever. Voorbeelden van deze maatregelen zijn het intensiveren van de arbeidsmarktcommunicatie, het ondersteunen van Defensity College en het verbreden van de aanstellingseisen. De maatregelen hebben effect. Zo is de realisatie van de werving en selectie van militairen uitgekomen op 3.505. Dat is weliswaar lager dan in 2018 (3.772), maar nog steeds een stijging ten opzichte van 2016 (2.908) en 2017 (3.162). Gedetailleerde informatie hierover is zichtbaar in de personeelsrapportage.
De budgettoevoeging ten behoeve van het internationaal functiebestand is ten goede gekomen aan een groei van de formatie met als doel de internationale samenwerking te bevorderen.
Voor het verminderen van het achterstallig onderhoud is in 2018, 2019 en 2020 per jaar € 25,0 miljoen toegevoegd. Hiermee is een deel van de gebreken en problemen verholpen. Er bestaat nog wel een aanzienlijke onderhoudsachterstand Verder zijn op het gebied van vastgoed, vanwege de groei van de krijgsmacht, eerdere afstotingsbesluiten teruggedraaid. Hierdoor is de DOSCO ondersteuning op deze locaties gecontinueerd.
Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 1.078.400 | 886.300 | 1.245.160 | 1.296.628 | 1.401.191 | 1.279.776 | 121.415 |
Uitgaven | 1.051.112 | 1.127.552 | 1.223.267 | 1.315.775 | 1.393.756 | 1.279.776 | 113.980 |
Waarvan juridisch verplicht | 101% | 50% | |||||
Programmauitgaven | 204 | 188 | 190 | 166 | 133 | 133 | |
Opdracht Dienstverlenende eenheden | 204 | 188 | 190 | 166 | 133 | 133 | |
– waarvan gereedstelling | 198 | 187 | 190 | 166 | 133 | 133 | |
– waarvan instandhouding | 6 | 1 | |||||
Apparaatsuitgaven | 1.050.908 | 1.127.364 | 1.223.077 | 1.315.609 | 1.393.623 | 1.279.776 | 113.847 |
personele uitgaven | 465.998 | 512.085 | 543.248 | 579.465 | 771.503 | 705.328 | 66.175 |
– waarvan eigen personeel | 436.045 | 475.462 | 510.000 | 540.789 | 581.098 | 564.034 | 17.064 |
– waarvan externe inhuur | 18.157 | 24.559 | 21.158 | 26.107 | 26.031 | 2.678 | 23.353 |
– waarvan overige personele exploitatie1 | 150.599 | 127.578 | 23.021 | ||||
– waarvan overig, attachés | 11.796 | 12.064 | 12.090 | 12.569 | 13.774 | 11.0382 | 2.736 |
materiële uitgaven | 584.910 | 615.279 | 679.829 | 692.752 | 587.676 | 537.942 | 49.734 |
– waarvan bijdrage agentschap RVB (huisvesting en infrastructuur) | 220.607 | 228.185 | 256.916 | 263.593 | |||
– waarvan huisvesting en infrastructuur | 134.615 | 115.191 | 109.976 | 103.321 | 413.376 | 336.671 | 76.705 |
– waarvan overige materiële exploitatie1 | 189.880 | 236.126 | 278.343 | 286.337 | 168.563 | 194.353 | – 25.790 |
– waarvan SSO Paresto | 31.706 | 29.463 | 29.550 | 33.590 | |||
– waarvan overig, attachés | 8.102 | 6.314 | 5.044 | 5.911 | 5.737 | 6.918 | – 1.181 |
Nationaal fonds ereschulden | 43.392 | 34.444 | 36.506 | – 2.062 | |||
Apparaatsontvangsten | 56.903 | 63.665 | 85.812 | 89.243 | 89.784 | 80.988 | 8.796 |
Toelichting op de instrumenten
De posten met een verschil groter dan € 10,0 miljoen of noemenswaardige verschillen worden hieronder nader toegelicht per financieel instrument.
Verplichtingen
In 2019 is voor een bedrag van € 121,4 miljoen meer aan verplichtingen aangegaan dan begroot. Het betreft enerzijds een toename als gevolg van de hogere uitgaven en anderzijds betreft het verplichtingen die in 2019 zijn of worden aangegaan maar betrekking hebben op activiteiten die in 2020 en latere jaren worden uitgevoerd. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij het bijstellen van de verplichtingen voor huisvesting en infrastructuur en voor materiële en personele exploitatie. Het betreffen onder meer verplichtingen voor het huren van vastgoed, het uitvoeren van onderhoud aan vastgoed, opleidingen, vervoer en personeel gerelateerde diensten.
Uitgaven
Personele uitgaven
De realisatie van personele uitgaven is € 66,2 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk verklaard door het afgesloten arbeidsvoorwaardenakkoord op 30 juli 2019. Met dit akkoord heeft Defensie een flinke stap gezet in het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden van het personeel. Hierdoor heeft er een herschikking van budget heeft plaatsgevonden, omdat de personeelskosten hoger zijn dan de ontwerpbegroting (€ 28,9 miljoen), € 9,2 miljoen meeruitgaven voor de Defensiebrede VUT/WUL-compensatie en € 5,9 miljoen meeruitgaven voor de overgang van ROC-instructeurs van de Koninklijke Militaire School naar DOSCO bij de opleidingen Veiligheid en Vakmanschap. Voor de overgang van ROC-instructeurs is budget ontvangen van het CLAS.
Materiële uitgaven
De realisatie voor materiële uitgaven is per saldo € 13,2 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat de realisatie voor huisvesting en infrastructuur € 76,7 miljoen hoger is dan begroot, (gefinancierd door onder meer een incidentele herschikking tussen exploitatie en investeringen van € 20,0 miljoen en de toevoeging van € 17,0 miljoen) voor meeruitgaven ten behoeve van het verminderen van achterstallig onderhoud aan vastgoed en het verbeteren van de legering. Daarnaast is € 5,8 miljoen meer uit gegeven voor het project Behoud & Werving. De realisatie voor overige materiële exploitatie is € 25,7 miljoen lager dan begroot. Dat komt doordat dit budget voor een bedrag van € 10,2 miljoen is ingezet om de hogere prijsstijgingen in de huidige vastgoedmarkt op te vangen.
Ontvangsten
In 2019 is per saldo voor een bedrag van € 8,8 miljoen meer ontvangen. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat € 7,0 miljoen meer is ontvangen voor ingebruikgevingen10 en € 2,0 miljoen aan zorgkosten die vergoed zijn door zorgverzekeraars.