In de bedrijfsvoeringparagraaf in het jaarverslag van het begrotingshoofdstuk Defensie (X) wordt gerapporteerd over het begrotingsbeheer, financieel beheer en materiële bedrijfsvoering, overige aspecten van de bedrijfsvoering, over de Rijksbrede bedrijfsvoeringonderwerpen en belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering. Hieronder wordt gerapporteerd over de uitzonderingsrapportage rechtmatigheid en totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie van het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
1. Uitzonderingsrapportage
Rechtmatigheid DMF (K)
(1) Rapporterings-tolerantie | (2) Verantwoord bedrag in € (omvangsbasis) | (3) Rapporterings-tolerantie voor fouten en onzekerheden in € | (4) Bedrag aan fouten in € | (5) Bedrag aan onzekerheden in € | (6) Bedrag aan fouten en onzekerheden in € | (6a) Waarvan bedrag aan fouten en onzekerheden gerelateerd aan coronamaatregelen in € | (7) Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verant-woord bedrag = (6)/(2)*100% | (7a) Waarvan percentage aan fouten en onzekerheden gerelateerd aan coronamaat-regelen t.o.v. verantwoord bedrag = (6a)/(2)*100% |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal artikelen verplichtingen | 5.729.945.869 | 114.598.917 | 1.183.753.498 | 0 | 1.183.753.498 | 0 | 20,70% | 0% |
Artikel 4 lucht materieel | 1.679.328.005 | 83.966.400 | 956.652.846 | 956.652.846 | 57,00% | |||
Artikel 6 verplichtingen IT | 906.734.094 | 45.336.705 | 155.276.661 | 0 | 155.276.661 | 0 | 17,10% | 0% |
Het totaal aan fouten en onzekerheden op de verplichtingen van het DMF bedraagt over 2021 € 1.183,8 miljoen. Het verplichtingentotaal van het DMF wordt overschreden. De fouten en onzekerheden zijn ontstaan als gevolg van het niet naleven van comptabele wet- en regelgeving (totaal € 1.108,6 miljoen) en fouten/onzekerheden in de aanbesteding (totaal € 75,2 miljoen).
Tot 2021 had Defensie één investeringsartikel. Met de invoering van het DMF in 2021 zijn de investeringen over meerdere kleinere artikelen verdeeld. Hierdoor vallen versnellingen en vertragingen van investeringen niet meer tegen elkaar weg en moeten deze tempoverschillen worden verwerkt in suppletoire begrotingen en voor instemming aan de Kamer worden voorgelegd.
Enkele dagen na het verzenden van de brief Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2021 Hoofdstuk X d.d. 13 december 2021 (BS2021026847, vergaderjaar 2021-2022) bleek dat de realisatie van aangegane verplichtingen bij twee artikelen van het DMF het toegekende verplichtingenbudget, dat vermeld was in de brief van 13 december, te boven ging. Deze overschrijdingen zijn direct op 21 december 2021 gemeld aan de Eerste en de Tweede Kamer door middel van een incidentele suppletoire begroting (Kamerstuk, vergaderjaar 2021–2022, 35 997, nr. 1 en 2): het verplichtingenbudget 2021 is van artikel 5 met € 55 miljoen en van artikel 6 IT voor € 155 miljoen naar boven bijgesteld. De uit deze verplichtingen voortvloeiende kasreeksen zijn wel juist in de begroting voor 2022 en verdere jaren opgenomen. Aangezien de verplichtingen grotendeels zijn aangegaan voor verzending van de incidentele suppletoire begroting aan de Eerste en Tweede Kamer, worden deze formeel als onrechtmatig beschouwd op grond van artikel 2.28 van de Comptabiliteitswet 2016. Dit veroorzaakt overschrijding van de tolerantiegrens verplichtingen op artikel 6 IT van € 118,3 miljoen.
Daarnaast heeft zich op artikel 4 Lucht materieel een overschrijding voorgedaan van de tolerantiegrens voor verplichtingen van € 955,6 miljoen. Daarvan heeft € 954,1 miljoen betrekking op het nieuw afgesloten Memorandum of Understanding (MoU) voor de productie-, instandhoudings- en doorontwikkelingsfase voor de F-35, de zogenaamde MoU PSFD. Deze is op 23 juni 2021 getekend, nadat de Tweede Kamer over het besluit tot het tekenen van de nieuwe MoU is geïnformeerd (zie Kamerbrief, vergaderjaar 2020-2021, 26 488, nr. 465). Onderdeel van de MoU is de aanpassing van de kostenplafonds van de individuele landen in lijn met de geactualiseerde ramingen. In de begroting en voortgangsrapportages 2021 en 2022 zijn de ramingen hierop aangepast, maar de MoU was niet als meerjarige verplichting vastgelegd waardoor de aanpassing van het verplichtingenbudget in de begroting niet heeft plaatsgevonden. Nadat dit bij de controle van het jaarverslag werd geconstateerd, heeft er een extracomptabele correctie plaatsgevonden waardoor de verplichting alsnog is vastgelegd in de financiële administratie en in de begroting 2021 als slotwetmutatie is verwerkt. Hierdoor is een formele onrechtmatigheid ontstaan.
Van de aangegane verplichtingen in 2021 is voor in totaal € 75,2 miljoen aangemerkt als (Europese) aanbestedingsfouten. De geconstateerde aanbestedingsfouten betreffen het niet juist toepassen van de aanbestedingsregels door het niet tijdig signaleren dat een Europese aanbestedingsprocedure had moeten worden gestart, het continueren van afroepen onder onrechtmatige overeenkomsten en het substantieel overschrijden van de geraamde waarde van de overeenkomsten die uit de oorspronkelijke aanbestedingsstukken daaraan konden worden toegekend. De grootste posten zijn toe te reken aan dossiers van artikel 3 Land Materieel (€ 16 miljoen) en artikel 6 IT (€ 19 miljoen). In drie gevallen is gebruik gemaakt van de escalatieprocedure met een totaalvolume van circa € 11 miljoen. In die procedure wordt expliciet vooraf afgewogen of sprake is van een onontkoombare noodzaak tot aanbesteding van een overheidsopdracht of verlenging van een overeenkomst om op basis van die grond eventueel af te wijken van de (Europese) aanbestedingsregelgeving. Het totaal aantal dossiers waarvoor de escalatieprocedure is ingeroepen is over beide begrotingen elf stuks en is ten opzichte van 2020 stabiel.
Van de € 75,2 miljoen is Defensie in 2021 voor een totaalbedrag van € 9 miljoen onrechtmatige verplichtingen aangegaan voor inkopen onder categoriemanagement. Het ministerie van IenW is categoriemanager op een aantal rijksbrede raamovereenkomsten (Interim Management & Organisatieadvies, Inkoopadvies, Auditdiensten en Financiële Adviesdiensten) waarvoor sinds 2020 sprake is van onrechtmatige overbruggingsovereenkomsten. De raamovereenkomst Financiële adviesdiensten is in december 2020 gereedgekomen en heeft tot een rechtmatig contract geleid. De heraanbestedingen voor de overige drie raamovereenkomsten zijn vertraagd. Het gaat daarbij om: Interim Management & Organisatieadvies, Inkoopadvies en Auditdiensten. Het ministerie van IenW heeft dit toegelicht in de bedrijfsvoeringsparagraaf in haar jaarverslag. Het door IenW afsluiten van rechtmatige rijksbrede raamovereenkomsten heeft onvoorziene vertraging opgelopen, waardoor genoemde overbruggingscontracten over geheel 2021 nog van kracht zijn gebleven.
In 2021 zijn de inhuurovereenkomsten die onder het Dynamisch Aankoopsysteem (DAS) ICT Inhuur tot stand zijn gebracht verder afgebouwd. Nochtans is in 2021 van de € 75,2 miljoen voor een bedrag van € 11 miljoen aan inhuurovereenkomsten onder de DAS verlengd. Deze verlengingen dienen als onrechtmatig te worden beschouwd, omdat in 2019 een DAS voor inhuur (zoals het DAS ICT-inhuur van Defensie) waarbij een interview onderdeel uitmaakte van de gunningcriteria onrechtmatig was bevonden. Na het eerste kwartaal van 2022 zullen alle inhuurovereenkomsten van het DAS ICT-inhuur zijn beëindigd.
Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Geen bijzonderheden.