Base description which applies to whole site

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Tabel 85 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RVO.nl voor het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2020 (4)

Baten

    

- Omzet

772.836

972.370

199.534

828.594

waarvan omzet moederdepartement

351.480

531.193

179.713

406.901

waarvan omzet overige departementen

386.137

409.275

23.138

388.631

waarvan omzet derden

35.219

31.902

‒ 3.317

33.062

Rentebaten

0

44

44

33

Vrijval voorzieningen

0

180

180

245

Bijzondere baten

0

972

972

75

Totaal baten

772.836

973.566

200.730

828.947

     

Lasten

    

Apparaatskosten

757.779

939.450

181.671

793.394

- Personele kosten

415.682

526.671

110.989

440.335

waarvan eigen personeel

326.360

375.997

49.637

345.292

waarvan inhuur externen

65.526

137.384

71.858

81.762

waarvan overige personele kosten

23.796

13.290

‒ 10.506

13.281

- Materiële kosten

342.097

412.779

70.682

353.059

waarvan apparaat ICT

3.496

3.461

‒ 35

5.353

waarvan bijdrage aan SSO's

176.941

188.503

11.562

162.004

waarvan overige materiële kosten

161.660

220.815

59.155

185.702

Rentelasten

0

254

254

254

Afschrijvingskosten

14.557

9.478

‒ 5.079

8.483

- Immaterieel

14.000

8.865

‒ 5.135

7.620

- Materieel

557

613

56

863

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

557

613

56

863

Overige lasten

500

1.608

1.108

82

waarvan dotaties voorzieningen

500

2

‒ 498

7

waarvan bijzondere lasten

0

1.606

1.606

75

Totaal lasten

772.836

950.790

177.954

802.212

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

22.776

22.776

26.735

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

22.776

22.776

26.735

Toelichting op de baten

Algemeen

De baten zijn ten opzichte van de begroting met 26% gestegen. Hieronder worden de baten toegelicht.

Omzet moederdepartement

De gerealiseerde omzet van het moederdepartement is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 51,1% hoger uitgevallen, wat grotendeels verklaard wordt door een hogere opdracht van het DG Groningen Bovengronds en de uitvoering van COVID-19 gerelateerde opdrachten. 

Tabel 86 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2021

Realisatie 2021

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2020

DG Bedrijfsleven en Innovatie

118.976

164.609

45.633

124.057

DG Klimaat en Energie

56.861

74.050

17.189

67.950

DG Groningen Bovengronds

150.386

257.229

106.843

184.794

DG Groningen Bovengronds kosten commissie

2.491

3.492

1.001

1.416

Chief Economist

11.232

12.103

872

10.296

Overig

11.534

19.710

8.176

18.388

Totaal

351.480

531.193

179.713

406.901

De omzet voor het DG Bedrijfsleven en Innovatie (B&I) is in 2021 uitgekomen op € 164,6 mln dit is per saldo € 45,6 mln hoger dan begroot. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de COVID-19 regelingen die dit jaar aan de B&I opdracht zijn toegevoegd dan wel zijn opgehoogd. Hieronder vallen onder meer: Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-c), Borgstelling MKB-Kredieten (BMKB-c), Baangerelateerde Investeringskorting (BIK), Kleine Kredieten Corona garantieregeling (KKC), Tijdelijke Subsidie Regeling Evenementen Covid (TRSEC), Omscholing naar Kansrijke Beroepen in de Techniek en ICT. Het totaal van deze COVID-19 regelingen betreft grofweg 30% van de totale omzet van B&I. Daarnaast zijn in de loop van het jaar aanvullende opdrachten verstrekt voor NFIA (€ 2,2 mln), SBIR cybersecurity (€ 1,5 mln), Impulsaanpak Winkelgebieden (€ 1,0 mln).

De omzet voor het DG Klimaat en Energie is € 17,2 mln hoger dan de ontwerpbegroting. De toename in de opdracht heeft voornamelijk betrekking op regelingen als gevolg van het Expertise Centrum Warmte en het Klimaatakkoord. Daarnaast is mede door de overheveling van de Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis van BZK naar K&E de opdracht Stimulering Duurzame Energieproductie toegenomen. Verder is de Commissie Mijnbouwschade in 2021 operationeel geworden.

De toename van de opdracht Chief Economist (€ 1,1 mln) komt voornamelijk door de aanvullende opdrachten Beter Aanbesteden en het Nationaal Groeifonds.

De gerealiseerde omzet op de opdracht van het DG Groningen Bovengronds is uitgekomen op € 257,2 mln en is € 106,8 mln hoger dan begroot. Dit is het gevolg van het afhandelen van meer schademeldingen. Verder is vanaf september 2020 uitvoering gegeven aan de waardedalingsregeling. In november 2021 is de VES regeling (Vaste Eenmalige Schadevergoeding) en Immateriële schadevergoeding gestart. Daarnaast is in 2021 meer geïnvesteerd in ICT en kwaliteit van de uitvoering.

De omzet Overig is € 8,2 mln hoger dan begroot. Deze omzet bestaat voornamelijk uit de opdracht voor het Inkoop Uitvoeringscentrum, de opdracht Unit omgeveingskennis en Concordaat/END.

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen betreft de uitvoering van opdrachten voor diverse ministeries, waarvan 56,7% afkomstig is van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Tabel 87 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2021

Realisatie 2021

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2020

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

210.753

232.120

21.367

216.077

Ministerie van Buitenlandse Zaken

112.599

100.446

‒ 12.153

107.675

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

33.391

34.879

1.488

35.692

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

19.500

27.007

7.507

20.586

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

3.853

3.828

‒ 25

3.486

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

245

365

120

82

Ministerie van Justitie en Veiligheid

861

4.213

3.352

686

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

3.333

5.444

2.111

3.648

Overig

1.602

973

‒ 630

700

Totaal

386.137

409.275

23.138

388.631

De omzet vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is € 21,4 mln hoger dan begroot. Er zijn meerwerkopdrachten verstrekt voor onder andere het GLB23, Fosfaatrechten en fosfaatreductie, Basisregistratie Grootschalige Topografie, Stikstof en Corona gerelateerde regelingen waaronder Nadeelcompensatieregeling Nertsenhouders.

De omzet vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken valt in 2021 € 12,2 mln lager uit dan begroot. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door lagere kosten bij het Centrum ter Bevordering van Import uit ontwikkelingslanden (CBI). Evenals in 2020 lag de COVID-19 pandemie hieraan (deels) ten grondslag. Ook bij enkele andere op het buitenland gerichte programma’s zijn door de COVID-19 pandemie vertragingen ontstaan en de kosten daarmee lager uitgevallen. Anderzijds zijn de uitvoeringskosten voor de regelingen, die per 1 oktober 2021 zijn overgegaan naar de financierings- en ontwikkelingsinstelling Invest International, lager uitgevallen omdat die voor een heel jaar waren begroot.

De opdracht vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stijgt met € 7,5 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door aanpassing aan de definitieve opdracht 2021 (€ 4,1 mln). Daarnaast is sprake van aanvullende opdrachten voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (€ 0,9 mln), de voorbereidingsopdracht Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmateriaal (€ 0,8 mln) en verschillende andere opdrachten (€ 1,7 mln).

De opdracht van Justitie en Veiligheid is € 3,4 mln hoger dan begroot. Dit is te verklaren door de uitvoering van de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg.

De opdracht van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is € 2,1 mln hoger dan begroot. Een belangrijk deel van deze omzet komt voort uit de opdracht Stimuleringsregeling e-Health Thuis en de aanvulling hierop voor COVID-19.

Tabel 88 Omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2021

Realisatie 2021

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2020

Europese Unie

4.889

3.298

‒ 1.591

3.052

Provincies

27.186

25.274

‒ 1.912

27.423

Overig

3.144

3.330

186

2.587

Totaal

35.219

31.902

‒ 3.317

33.062

Omzet derden

De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor met name de Europese Unie en de provincies. Van de totale omzet derden heeft 79,2% betrekking op de opdrachten van provincies. Bij de provincies is de omzet per saldo € 1,9 mln lager dan begroot. Het is een combinatie van minder betaalverzoeken als gevolg van COVID-19, maar ook meerwerk in het kader van POP3+.

Vrijval voorzieningen

De vrijval van de reorganisatievoorziening is het gevolg van ontwikkelingen in het boekjaar. Hetgeen resulteert in een vrijval van de reorganisatievoorziening van € 0,2 mln.

De vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren heeft voornamelijk betrekking op de afwikkeling in 2021 van de vordering op het Nederlands Centrum Handelsbevordering (NCH), welke in 2020 geheel was voorzien.

Bijzondere baten

Bij de Bijzondere lasten is een nadere toelichting van de bijdrage van EZK € 0,8 mln voor de tegemoetkoming kosten overgang Invest Internationaal opgenomen.

Toelichting op de lasten

Algemeen

De lasten zijn ten opzichte van de begroting met 23% gestegen. Hieronder worden de lasten toegelicht.

Personele kosten

De personele kosten vallen in totaal 26,7% (€ 111,0 mln) hoger uit dan begroot. Dit is met name te verklaren door een hogere instroom van externe inhuur als gevolg van een snel stijgend opdrachtenpakket door onder anderen COVID-19 regelingen.

De begrote bezetting bedroeg voor 2021 4.702 fte, waarvan 3.917 fte ambtelijk personeel en785 fte externe inhuur. De gemiddelde bezetting was in 2021 5.305 fte, waarvan 4.335 fte in ambtelijke dienst en 970 fte externe inhuur. Per ultimo december 2021 was de bezetting 5.637 fte, waarvan 4.574 fte in ambtelijke dienst en 1.064 fte externe inhuur.

De kosten voor eigen personeel zijn € 49,6 mln hoger dan geraamd, als gevolg van een groter opdrachtenpakket. Daarnaast is doelbewust meer ingezet op verambtelijking van het personeel. De gemiddelde loonkosten per fte ambtelijk zijn vrijwel gelijk gebleven (€ 86.735).

De kosten van externe inhuur zijn € 71,9 mln hoger dan begroot. Dit is voornamelijk te verklaren door een stijging van het opdrachtenpakket. Daarnaast zijn ook de gemiddelde kosten per fte externe inhuur gestegen van € 126.960 naar € 141.633 per jaar.

Materiële kosten

De materiële kosten zijn in totaal 20,7% (€ 70,7 mln) hoger uitgevallen dan begroot. De stijging is voornamelijk veroorzaakt door de toename van overige materiële kosten (€ 59,2 mln) als gevolg van een groter opdrachtenpakket. Aanvullend werk vanuit DG Groningen Bovengronds en COVID-19 gerelateerde opdrachten hebben kosten meegebracht die ten tijde van de begroting nog niet bekend waren. Ook zijn er hogere bijdragen aan Shared Service Organisaties van € 11,6 mln.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten voor materiële vaste activa zijn € 0,1 mln hoger uitgevallen dan begroot. Verder zijn de afschrijvingskosten voor de immateriële vaste activa € 5,1 mln lager uitgevallen dan begroot.

Dotaties voorzieningen

Dit jaar heeft een beperkte dotatie aan de Voorziening dubieuze debiteuren plaatsgevonden. Dit komt door beter vorderingenbeheer.

Bijzondere lasten

Per 1 oktober 2021 zijn 62 bij de RVO in dienst zijnde medewerkers van rechtswege in dienst overgegaan naar Invest International B.V. RVO heeft onderhandeld met de vakbonden die zijn vertegenwoordigd in het Departementaal Georganiseerd Overleg (DGO) bij het Ministerie van EZK over een sociaal plan dat voorziet in voorzieningen en maatregelen voor de RVO-medewerkers bij de indiensttreding bij Invest International B.V. Op 15 juli 2021 is een akkoord over het sociaal plan bereikt. De transitiekosten van ca € 1,1 mln die RVO heeft gemaakt ten aanzien van het sociaal plan worden voor € 0,8 mln door EZK gedekt.

In het Overleg Rijksbreed Fiscaal Platform van 25 november 2021 is de eindafrekening van de Werkkostenregeling (WKR) over 2020 besproken. Op 1 september 2022 vindt de definitieve vereffening plaats en wordt niet meer teruggekomen op voorgaande. Op basis van EZK verkregen opgave bedraagt de voorlopige afrekening voor RVO 0,5 mln.

Saldo van baten en lasten

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland sluit het jaar met een positief resultaat van € 22,8 mln. In dit resultaat zijn éénmalige bijzondere baten en lasten verwerkt.

Tabel 89 Balans per 31 december 2021 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2021

Balans 2020

Activa

  

Vaste activa

51.971

37.366

Immateriële vaste activa

51.764

36.542

Materiële vaste activa

207

824

waarvan grond en gebouwen

132

537

waarvan installaties en inventarissen

68

279

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

7

8

Vlottende activa

213.737

161.417

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

1.774

2.353

Overige vorderingen en overlopende activa

17.315

14.320

Liquide middelen

194.648

144.744

Totaal activa

265.708

198.783

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

48.309

55.594

Exploitatiereserve

25.533

28.859

Onverdeeld resultaat

22.776

26.735

Voorzieningen

0

272

Langlopende schulden

32.680

17.480

Leningen bij het Ministerie van Financiën

32.680

17.480

Kortlopende schulden

184.719

125.437

Crediteuren

13.745

6.946

Belastingen en premies sociale lasten

657

795

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

10.300

11.746

Overige schulden en overlopende passiva

160.017

105.950

Totaal passiva

265.708

198.783

Toelichting op de balans

Debiteuren en nog te ontvangen bedragen

Onder de debiteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement, overige departementen en derden:

Tabel 90 Debiteuren en nog te ontvangen bedragen (bedragen x € 1.000)
 

2021

2020

Moederdepartement

811

455

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

64

553

Agentschap DICTU

0

2

Agentschap NVWA

253

51

Agentschap Telecom

13

0

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (beleidsadministratie)

46

172

Belastingdienst Centrum Facilitaire Dienstverlening

0

40

Belastingdienst Centrale Administratie

0

0

Bureau Inspectieraad

0

0

Centraal Planbureau

0

5

Logius

0

0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

40

38

Ministerie van Buitenlandse Zaken

5.098

1.349

Ministerie van Defensie

0

57

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

0

40

Ministerie van Financiën

12

0

Ministerie van Justitie en Veiligheid

196

84

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

160

14

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

71

33

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

384

492

Immigratie en Naturalisatie Dienst

378

0

Rijksvastgoedbedrijf

10

41

Dienst Publiek en Communicatie

0

13

Rijkswaterstaat

0

92

Rijksacademie voor Financiën en Economie

25

7

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk

91

28

Derden

11.525

13.586

Totaal

19.178

17.151

Eigen vermogen

Het Eigen vermogen einde boekjaar is het totaal van de exploitatiereserve en het onverdeeld resultaat (zijnde het exploitatieresultaat) over het boekjaar. Het Eigen vermogen einde boekjaar bedraagt € 48,3 mln. Dit is 5,8% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar, terwijl maximaal 5% is toegestaan. Het verschil tussen het maximaal toegestaan eigen vermogen (€ 41,7 mln) en het eigen vermogen ultimo 2021 is derhalve € 6,6 mln te hoog. Dit surplus eigen vermogen zal worden uitgekeerd aan het moederdepartement EZK. Uiterlijk bij eerstvolgende suppletoire wet zal worden aangegeven hoe dit hersteld is bij besluit van het moederdepartement EZK.

Onder de directe mutaties in het Eigen vermogen is de uitbetaling van het surplus van € 30,2 mln over het jaar 2020 als uitkering aan het moederdepartement EZK verantwoord. In 2021 is een bijdrage van EZK van € 0,2 mln voor het Centrale Relatie Register (CRR) opgenomen. Door EZK is de keuze gemaakt om het maatwerk te verwijderen uit Oracle eBS. Hierdoor dient RVO een nieuw relatiebeheersysteem buiten eBS te realiseren. Deze bijdrage is ter dekking van de niet activeerbare kosten die dit met zich meebrengt.

Tabel 91 Vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)
 

2018

2019

2020

2021

1. Eigen vermogen per 1/1

18.347

26.367

28.299

55.594

2. Saldo van baten en lasten

8.020

421

26.735

22.776

3. Directe mutaties in het eigen vermogen

   

0

‒ 3a uitkering aan moederdepartement

0

0

0

‒ 30.223

‒ 3b bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen

0

1.511

560

162

‒ 3c overige mutaties

0

0

0

0

4. Eigen vermogen per 31/12

26.367

28.299

55.594

48.309

Tabel 92 Verloop en stand van de voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

Boekwaarde 1-1-2021

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Boekwaarde 31-12-2021

Stand voorziening Herbeleggen Facilitaire Dienst (HFD)

272

0

100

172

0

Totaal voorziening HFD

272

0

100

172

0

Verloop en stand van de voorzieningen

Op 1 oktober 2020 heeft de overgang van personeel naar verschillende centrale dienstverleners (CDV’s) plaatsgevonden. Het grootste deel van de voorziening HFD heeft betrekking op de verplichtingen inzake de afbouwregeling van de toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten welke voor het jaar 2021 is onttrokken aan de voorziening. Het resterend deel van de voorziening voldoet niet meer aan de verslaggevingsvoorschriften van een Voorziening en valt om deze reden vrij en leidt tot een schuldpositie bij de Overige schulden en overlopende passiva.

Crediteuren en nog te betalen bedragen

Onder de crediteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement EZK, overige departementen en derden:

Tabel 93 Crediteuren en nog te betalen bedragen (bedragen x 1.000)
 

2021

2020

Moederdepartement EZK

44.633

10.591

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

4.535

0

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (beleidsadministratie)

91

3.939

Dienst ICT Uitvoering

7.535

17.329

Agentschap NVWA

0

234

Ministerie van Algemene Zaken

34

2

Ministerie van Buitenlandse Zaken

13.786

8.928

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

8.816

11.229

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

1.468

2.278

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

1.365

679

Ministerie van Financiën

10.300

11.824

Ministerie van Justitie en Veiligheid

61

273

Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid

0

133

Belastingdienst

905

2.216

Rijkswaterstaat

178

110

Rijksdienst voor Wegverkeer

0

0

Dienst Publiek en Communicatie (DPC)

136

7

Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

45

0

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

141

234

Rijksvastgoedbedrijf

0

0

Logius

181

0

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

458

315

De Autoriteit Consument & Markt

0

0

Centraal Justitieel Incasso Bureau

0

0

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

8

0

Interdepartementale Post- en Koeriersdienst (IPKD)

2

22

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

0

97

Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND)

7

54

Algemene rekenkamer

0

16

Derden

90.034

54.929

Totaal

184.719

125.437

Tabel 94 Kasstroomoverzicht over het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2021 + stand depositorekeningen

112.718

144.744

32.026

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

772.836

970.971

198.135

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 758.279

‒ 880.682

‒ 122.403

2.

Totaal operationele kasstroom

14.557

90.289

75.732

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 29.200

‒ 24.085

5.115

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

7

7

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 29.200

‒ 24.078

5.122

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

‒ 30.223

‒ 30.223

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

162

162

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 14.606

‒ 11.746

2.860

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

29.200

25.500

‒ 3.700

4.

Totaal financieringskasstroom

14.594

‒ 16.307

‒ 30.901

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2021 + stand depositorekeningen  (=1+2+3+4)

112.669

194.648

81.979

Toelichting kasstroomoverzicht

De gerealiseerde operationele kasstroom is € 75,7 mln hoger dan begroot. De gerealiseerde investeringskasstroom is € 5,1 mln lager dan verwacht. In 2021 is geïnvesteerd in immateriële vaste activa, dit betreft software en licenties (€ 13,1 mln) en activa in aanbouw (€ 24,1 mln). In materiële activa is niet geïnvesteerd. Het beroep op de leenfaciliteit is € 3,7 mln lager dan begroot als gevolg van een lager investeringsniveau.

Tabel 95 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2021
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2018

2019

2020

2021

2021

Omschrijving generiek deel

     

Inputindicatoren

     

Kernindicatoren

     

Verhouding direct/indirect personeel

89%

83%

83%

83%

84%

      

Outputindicatoren

     

Kernindicatoren

     

Tariefindex in reële termen

101,5%

100,1%

103,3%

102,4%

100,0%

Totaal aantal ambtelijk fte werkzaam excl. externe inhuur

3.557

3.906

4.084

4.574

3.917

      

Kwaliteitsindicatoren

     

Kernindicatoren

     

Klanttevredenheid

7,3

7,4

7,5

7,7

7,3

Gehonoreerde bezwaarschriften

36%

36%

41%

44%

25%

Toelichting

Inputindicatoren

De verhouding van de gerealiseerde inzet van direct en indirect personeel (83%/17%) wijkt 1% af ten opzichte van de begroting (84%/16%).

Outputindicatoren

Het aantal ambtelijke fte ultimo 2021 is 4.574 fte, dit is hoger dan begroot. De bezetting is hoger dan begroot vanwege de toename van het opdrachtenpakket van RVO.nl. Dit is voornamelijk door meerwerk aan opdrachten vanwege de COVID-19 pandemie.

Kwaliteitsindicatoren

De klanttevredenheid wordt jaarlijks gemeten en is met een score van 7,7 hoger dan de begroting 2021.

Het percentage gehonoreerde bezwaarschriften is ook dit jaar beduidend hoger (44%) dan de begroting 2021 (25%). In totaal zijn in 2021 14.291 bezwaarschriften afgehandeld, waarvan 6.291 bezwaren gegrond zijn verklaard, circa 44 %. Dit percentage is vergelijkbaar met dat in 2020 (41%).

Het hogere percentage wordt met name veroorzaakt door de TVL regeling met meer dan 8000 afgehandelde bezwaren waarvan 50% gegrond is verklaard. In mindere mate heeft net als vorig jaar de Basisbetalingsregeling hieraan bijgedragen met bijna 1000 bezwaren waarvan 48% gegrond is verklaard.

Licence