Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2020 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 772.836 | 972.370 | 199.534 | 828.594 |
waarvan omzet moederdepartement | 351.480 | 531.193 | 179.713 | 406.901 |
waarvan omzet overige departementen | 386.137 | 409.275 | 23.138 | 388.631 |
waarvan omzet derden | 35.219 | 31.902 | ‒ 3.317 | 33.062 |
Rentebaten | 0 | 44 | 44 | 33 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 180 | 180 | 245 |
Bijzondere baten | 0 | 972 | 972 | 75 |
Totaal baten | 772.836 | 973.566 | 200.730 | 828.947 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 757.779 | 939.450 | 181.671 | 793.394 |
- Personele kosten | 415.682 | 526.671 | 110.989 | 440.335 |
waarvan eigen personeel | 326.360 | 375.997 | 49.637 | 345.292 |
waarvan inhuur externen | 65.526 | 137.384 | 71.858 | 81.762 |
waarvan overige personele kosten | 23.796 | 13.290 | ‒ 10.506 | 13.281 |
- Materiële kosten | 342.097 | 412.779 | 70.682 | 353.059 |
waarvan apparaat ICT | 3.496 | 3.461 | ‒ 35 | 5.353 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 176.941 | 188.503 | 11.562 | 162.004 |
waarvan overige materiële kosten | 161.660 | 220.815 | 59.155 | 185.702 |
Rentelasten | 0 | 254 | 254 | 254 |
Afschrijvingskosten | 14.557 | 9.478 | ‒ 5.079 | 8.483 |
- Immaterieel | 14.000 | 8.865 | ‒ 5.135 | 7.620 |
- Materieel | 557 | 613 | 56 | 863 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 557 | 613 | 56 | 863 |
Overige lasten | 500 | 1.608 | 1.108 | 82 |
waarvan dotaties voorzieningen | 500 | 2 | ‒ 498 | 7 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 1.606 | 1.606 | 75 |
Totaal lasten | 772.836 | 950.790 | 177.954 | 802.212 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 22.776 | 22.776 | 26.735 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 22.776 | 22.776 | 26.735 |
Toelichting op de baten
Algemeen
De baten zijn ten opzichte van de begroting met 26% gestegen. Hieronder worden de baten toegelicht.
Omzet moederdepartement
De gerealiseerde omzet van het moederdepartement is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 51,1% hoger uitgevallen, wat grotendeels verklaard wordt door een hogere opdracht van het DG Groningen Bovengronds en de uitvoering van COVID-19 gerelateerde opdrachten.
Vastgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2020 | |
---|---|---|---|---|
DG Bedrijfsleven en Innovatie | 118.976 | 164.609 | 45.633 | 124.057 |
DG Klimaat en Energie | 56.861 | 74.050 | 17.189 | 67.950 |
DG Groningen Bovengronds | 150.386 | 257.229 | 106.843 | 184.794 |
DG Groningen Bovengronds kosten commissie | 2.491 | 3.492 | 1.001 | 1.416 |
Chief Economist | 11.232 | 12.103 | 872 | 10.296 |
Overig | 11.534 | 19.710 | 8.176 | 18.388 |
Totaal | 351.480 | 531.193 | 179.713 | 406.901 |
De omzet voor het DG Bedrijfsleven en Innovatie (B&I) is in 2021 uitgekomen op € 164,6 mln dit is per saldo € 45,6 mln hoger dan begroot. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de COVID-19 regelingen die dit jaar aan de B&I opdracht zijn toegevoegd dan wel zijn opgehoogd. Hieronder vallen onder meer: Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-c), Borgstelling MKB-Kredieten (BMKB-c), Baangerelateerde Investeringskorting (BIK), Kleine Kredieten Corona garantieregeling (KKC), Tijdelijke Subsidie Regeling Evenementen Covid (TRSEC), Omscholing naar Kansrijke Beroepen in de Techniek en ICT. Het totaal van deze COVID-19 regelingen betreft grofweg 30% van de totale omzet van B&I. Daarnaast zijn in de loop van het jaar aanvullende opdrachten verstrekt voor NFIA (€ 2,2 mln), SBIR cybersecurity (€ 1,5 mln), Impulsaanpak Winkelgebieden (€ 1,0 mln).
De omzet voor het DG Klimaat en Energie is € 17,2 mln hoger dan de ontwerpbegroting. De toename in de opdracht heeft voornamelijk betrekking op regelingen als gevolg van het Expertise Centrum Warmte en het Klimaatakkoord. Daarnaast is mede door de overheveling van de Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis van BZK naar K&E de opdracht Stimulering Duurzame Energieproductie toegenomen. Verder is de Commissie Mijnbouwschade in 2021 operationeel geworden.
De toename van de opdracht Chief Economist (€ 1,1 mln) komt voornamelijk door de aanvullende opdrachten Beter Aanbesteden en het Nationaal Groeifonds.
De gerealiseerde omzet op de opdracht van het DG Groningen Bovengronds is uitgekomen op € 257,2 mln en is € 106,8 mln hoger dan begroot. Dit is het gevolg van het afhandelen van meer schademeldingen. Verder is vanaf september 2020 uitvoering gegeven aan de waardedalingsregeling. In november 2021 is de VES regeling (Vaste Eenmalige Schadevergoeding) en Immateriële schadevergoeding gestart. Daarnaast is in 2021 meer geïnvesteerd in ICT en kwaliteit van de uitvoering.
De omzet Overig is € 8,2 mln hoger dan begroot. Deze omzet bestaat voornamelijk uit de opdracht voor het Inkoop Uitvoeringscentrum, de opdracht Unit omgeveingskennis en Concordaat/END.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen betreft de uitvoering van opdrachten voor diverse ministeries, waarvan 56,7% afkomstig is van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Vastgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2020 | |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 210.753 | 232.120 | 21.367 | 216.077 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 112.599 | 100.446 | ‒ 12.153 | 107.675 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 33.391 | 34.879 | 1.488 | 35.692 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 19.500 | 27.007 | 7.507 | 20.586 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 3.853 | 3.828 | ‒ 25 | 3.486 |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 245 | 365 | 120 | 82 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 861 | 4.213 | 3.352 | 686 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 3.333 | 5.444 | 2.111 | 3.648 |
Overig | 1.602 | 973 | ‒ 630 | 700 |
Totaal | 386.137 | 409.275 | 23.138 | 388.631 |
De omzet vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is € 21,4 mln hoger dan begroot. Er zijn meerwerkopdrachten verstrekt voor onder andere het GLB23, Fosfaatrechten en fosfaatreductie, Basisregistratie Grootschalige Topografie, Stikstof en Corona gerelateerde regelingen waaronder Nadeelcompensatieregeling Nertsenhouders.
De omzet vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken valt in 2021 € 12,2 mln lager uit dan begroot. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door lagere kosten bij het Centrum ter Bevordering van Import uit ontwikkelingslanden (CBI). Evenals in 2020 lag de COVID-19 pandemie hieraan (deels) ten grondslag. Ook bij enkele andere op het buitenland gerichte programma’s zijn door de COVID-19 pandemie vertragingen ontstaan en de kosten daarmee lager uitgevallen. Anderzijds zijn de uitvoeringskosten voor de regelingen, die per 1 oktober 2021 zijn overgegaan naar de financierings- en ontwikkelingsinstelling Invest International, lager uitgevallen omdat die voor een heel jaar waren begroot.
De opdracht vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat stijgt met € 7,5 mln. Dit wordt met name veroorzaakt door aanpassing aan de definitieve opdracht 2021 (€ 4,1 mln). Daarnaast is sprake van aanvullende opdrachten voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (€ 0,9 mln), de voorbereidingsopdracht Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmateriaal (€ 0,8 mln) en verschillende andere opdrachten (€ 1,7 mln).
De opdracht van Justitie en Veiligheid is € 3,4 mln hoger dan begroot. Dit is te verklaren door de uitvoering van de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg.
De opdracht van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is € 2,1 mln hoger dan begroot. Een belangrijk deel van deze omzet komt voort uit de opdracht Stimuleringsregeling e-Health Thuis en de aanvulling hierop voor COVID-19.
Vastgestelde begroting 2021 | Realisatie 2021 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2020 | |
---|---|---|---|---|
Europese Unie | 4.889 | 3.298 | ‒ 1.591 | 3.052 |
Provincies | 27.186 | 25.274 | ‒ 1.912 | 27.423 |
Overig | 3.144 | 3.330 | 186 | 2.587 |
Totaal | 35.219 | 31.902 | ‒ 3.317 | 33.062 |
Omzet derden
De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor met name de Europese Unie en de provincies. Van de totale omzet derden heeft 79,2% betrekking op de opdrachten van provincies. Bij de provincies is de omzet per saldo € 1,9 mln lager dan begroot. Het is een combinatie van minder betaalverzoeken als gevolg van COVID-19, maar ook meerwerk in het kader van POP3+.
Vrijval voorzieningen
De vrijval van de reorganisatievoorziening is het gevolg van ontwikkelingen in het boekjaar. Hetgeen resulteert in een vrijval van de reorganisatievoorziening van € 0,2 mln.
De vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren heeft voornamelijk betrekking op de afwikkeling in 2021 van de vordering op het Nederlands Centrum Handelsbevordering (NCH), welke in 2020 geheel was voorzien.
Bijzondere baten
Bij de Bijzondere lasten is een nadere toelichting van de bijdrage van EZK € 0,8 mln voor de tegemoetkoming kosten overgang Invest Internationaal opgenomen.
Toelichting op de lasten
Algemeen
De lasten zijn ten opzichte van de begroting met 23% gestegen. Hieronder worden de lasten toegelicht.
Personele kosten
De personele kosten vallen in totaal 26,7% (€ 111,0 mln) hoger uit dan begroot. Dit is met name te verklaren door een hogere instroom van externe inhuur als gevolg van een snel stijgend opdrachtenpakket door onder anderen COVID-19 regelingen.
De begrote bezetting bedroeg voor 2021 4.702 fte, waarvan 3.917 fte ambtelijk personeel en785 fte externe inhuur. De gemiddelde bezetting was in 2021 5.305 fte, waarvan 4.335 fte in ambtelijke dienst en 970 fte externe inhuur. Per ultimo december 2021 was de bezetting 5.637 fte, waarvan 4.574 fte in ambtelijke dienst en 1.064 fte externe inhuur.
De kosten voor eigen personeel zijn € 49,6 mln hoger dan geraamd, als gevolg van een groter opdrachtenpakket. Daarnaast is doelbewust meer ingezet op verambtelijking van het personeel. De gemiddelde loonkosten per fte ambtelijk zijn vrijwel gelijk gebleven (€ 86.735).
De kosten van externe inhuur zijn € 71,9 mln hoger dan begroot. Dit is voornamelijk te verklaren door een stijging van het opdrachtenpakket. Daarnaast zijn ook de gemiddelde kosten per fte externe inhuur gestegen van € 126.960 naar € 141.633 per jaar.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn in totaal 20,7% (€ 70,7 mln) hoger uitgevallen dan begroot. De stijging is voornamelijk veroorzaakt door de toename van overige materiële kosten (€ 59,2 mln) als gevolg van een groter opdrachtenpakket. Aanvullend werk vanuit DG Groningen Bovengronds en COVID-19 gerelateerde opdrachten hebben kosten meegebracht die ten tijde van de begroting nog niet bekend waren. Ook zijn er hogere bijdragen aan Shared Service Organisaties van € 11,6 mln.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten voor materiële vaste activa zijn € 0,1 mln hoger uitgevallen dan begroot. Verder zijn de afschrijvingskosten voor de immateriële vaste activa € 5,1 mln lager uitgevallen dan begroot.
Dotaties voorzieningen
Dit jaar heeft een beperkte dotatie aan de Voorziening dubieuze debiteuren plaatsgevonden. Dit komt door beter vorderingenbeheer.
Bijzondere lasten
Per 1 oktober 2021 zijn 62 bij de RVO in dienst zijnde medewerkers van rechtswege in dienst overgegaan naar Invest International B.V. RVO heeft onderhandeld met de vakbonden die zijn vertegenwoordigd in het Departementaal Georganiseerd Overleg (DGO) bij het Ministerie van EZK over een sociaal plan dat voorziet in voorzieningen en maatregelen voor de RVO-medewerkers bij de indiensttreding bij Invest International B.V. Op 15 juli 2021 is een akkoord over het sociaal plan bereikt. De transitiekosten van ca € 1,1 mln die RVO heeft gemaakt ten aanzien van het sociaal plan worden voor € 0,8 mln door EZK gedekt.
In het Overleg Rijksbreed Fiscaal Platform van 25 november 2021 is de eindafrekening van de Werkkostenregeling (WKR) over 2020 besproken. Op 1 september 2022 vindt de definitieve vereffening plaats en wordt niet meer teruggekomen op voorgaande. Op basis van EZK verkregen opgave bedraagt de voorlopige afrekening voor RVO 0,5 mln.
Saldo van baten en lasten
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland sluit het jaar met een positief resultaat van € 22,8 mln. In dit resultaat zijn éénmalige bijzondere baten en lasten verwerkt.
Balans 2021 | Balans 2020 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 51.971 | 37.366 |
Immateriële vaste activa | 51.764 | 36.542 |
Materiële vaste activa | 207 | 824 |
waarvan grond en gebouwen | 132 | 537 |
waarvan installaties en inventarissen | 68 | 279 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 7 | 8 |
Vlottende activa | 213.737 | 161.417 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 1.774 | 2.353 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 17.315 | 14.320 |
Liquide middelen | 194.648 | 144.744 |
Totaal activa | 265.708 | 198.783 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 48.309 | 55.594 |
Exploitatiereserve | 25.533 | 28.859 |
Onverdeeld resultaat | 22.776 | 26.735 |
Voorzieningen | 0 | 272 |
Langlopende schulden | 32.680 | 17.480 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 32.680 | 17.480 |
Kortlopende schulden | 184.719 | 125.437 |
Crediteuren | 13.745 | 6.946 |
Belastingen en premies sociale lasten | 657 | 795 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 10.300 | 11.746 |
Overige schulden en overlopende passiva | 160.017 | 105.950 |
Totaal passiva | 265.708 | 198.783 |
Toelichting op de balans
Debiteuren en nog te ontvangen bedragen
Onder de debiteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement, overige departementen en derden:
2021 | 2020 | |
---|---|---|
Moederdepartement | 811 | 455 |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 64 | 553 |
Agentschap DICTU | 0 | 2 |
Agentschap NVWA | 253 | 51 |
Agentschap Telecom | 13 | 0 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (beleidsadministratie) | 46 | 172 |
Belastingdienst Centrum Facilitaire Dienstverlening | 0 | 40 |
Belastingdienst Centrale Administratie | 0 | 0 |
Bureau Inspectieraad | 0 | 0 |
Centraal Planbureau | 0 | 5 |
Logius | 0 | 0 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 40 | 38 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 5.098 | 1.349 |
Ministerie van Defensie | 0 | 57 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 0 | 40 |
Ministerie van Financiën | 12 | 0 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 196 | 84 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 160 | 14 |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 71 | 33 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 384 | 492 |
Immigratie en Naturalisatie Dienst | 378 | 0 |
Rijksvastgoedbedrijf | 10 | 41 |
Dienst Publiek en Communicatie | 0 | 13 |
Rijkswaterstaat | 0 | 92 |
Rijksacademie voor Financiën en Economie | 25 | 7 |
Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk | 91 | 28 |
Derden | 11.525 | 13.586 |
Totaal | 19.178 | 17.151 |
Eigen vermogen
Het Eigen vermogen einde boekjaar is het totaal van de exploitatiereserve en het onverdeeld resultaat (zijnde het exploitatieresultaat) over het boekjaar. Het Eigen vermogen einde boekjaar bedraagt € 48,3 mln. Dit is 5,8% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar, terwijl maximaal 5% is toegestaan. Het verschil tussen het maximaal toegestaan eigen vermogen (€ 41,7 mln) en het eigen vermogen ultimo 2021 is derhalve € 6,6 mln te hoog. Dit surplus eigen vermogen zal worden uitgekeerd aan het moederdepartement EZK. Uiterlijk bij eerstvolgende suppletoire wet zal worden aangegeven hoe dit hersteld is bij besluit van het moederdepartement EZK.
Onder de directe mutaties in het Eigen vermogen is de uitbetaling van het surplus van € 30,2 mln over het jaar 2020 als uitkering aan het moederdepartement EZK verantwoord. In 2021 is een bijdrage van EZK van € 0,2 mln voor het Centrale Relatie Register (CRR) opgenomen. Door EZK is de keuze gemaakt om het maatwerk te verwijderen uit Oracle eBS. Hierdoor dient RVO een nieuw relatiebeheersysteem buiten eBS te realiseren. Deze bijdrage is ter dekking van de niet activeerbare kosten die dit met zich meebrengt.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|
1. Eigen vermogen per 1/1 | 18.347 | 26.367 | 28.299 | 55.594 |
2. Saldo van baten en lasten | 8.020 | 421 | 26.735 | 22.776 |
3. Directe mutaties in het eigen vermogen | 0 | |||
‒ 3a uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | ‒ 30.223 |
‒ 3b bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen | 0 | 1.511 | 560 | 162 |
‒ 3c overige mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Eigen vermogen per 31/12 | 26.367 | 28.299 | 55.594 | 48.309 |
Boekwaarde 1-1-2021 | Dotaties | Onttrekkingen | Vrijval | Boekwaarde 31-12-2021 | |
---|---|---|---|---|---|
Stand voorziening Herbeleggen Facilitaire Dienst (HFD) | 272 | 0 | 100 | 172 | 0 |
Totaal voorziening HFD | 272 | 0 | 100 | 172 | 0 |
Verloop en stand van de voorzieningen
Op 1 oktober 2020 heeft de overgang van personeel naar verschillende centrale dienstverleners (CDV’s) plaatsgevonden. Het grootste deel van de voorziening HFD heeft betrekking op de verplichtingen inzake de afbouwregeling van de toelage voor bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdiensten welke voor het jaar 2021 is onttrokken aan de voorziening. Het resterend deel van de voorziening voldoet niet meer aan de verslaggevingsvoorschriften van een Voorziening en valt om deze reden vrij en leidt tot een schuldpositie bij de Overige schulden en overlopende passiva.
Crediteuren en nog te betalen bedragen
Onder de crediteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement EZK, overige departementen en derden:
2021 | 2020 | |
---|---|---|
Moederdepartement EZK | 44.633 | 10.591 |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 4.535 | 0 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (beleidsadministratie) | 91 | 3.939 |
Dienst ICT Uitvoering | 7.535 | 17.329 |
Agentschap NVWA | 0 | 234 |
Ministerie van Algemene Zaken | 34 | 2 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 13.786 | 8.928 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 8.816 | 11.229 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 1.468 | 2.278 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 1.365 | 679 |
Ministerie van Financiën | 10.300 | 11.824 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 61 | 273 |
Ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid | 0 | 133 |
Belastingdienst | 905 | 2.216 |
Rijkswaterstaat | 178 | 110 |
Rijksdienst voor Wegverkeer | 0 | 0 |
Dienst Publiek en Communicatie (DPC) | 136 | 7 |
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) | 45 | 0 |
Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) | 141 | 234 |
Rijksvastgoedbedrijf | 0 | 0 |
Logius | 181 | 0 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 458 | 315 |
De Autoriteit Consument & Markt | 0 | 0 |
Centraal Justitieel Incasso Bureau | 0 | 0 |
Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) | 8 | 0 |
Interdepartementale Post- en Koeriersdienst (IPKD) | 2 | 22 |
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | 0 | 97 |
Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND) | 7 | 54 |
Algemene rekenkamer | 0 | 16 |
Derden | 90.034 | 54.929 |
Totaal | 184.719 | 125.437 |
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2021 + stand depositorekeningen | 112.718 | 144.744 | 32.026 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 772.836 | 970.971 | 198.135 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 758.279 | ‒ 880.682 | ‒ 122.403 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 14.557 | 90.289 | 75.732 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 29.200 | ‒ 24.085 | 5.115 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 7 | 7 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 29.200 | ‒ 24.078 | 5.122 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | ‒ 30.223 | ‒ 30.223 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 162 | 162 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 14.606 | ‒ 11.746 | 2.860 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 29.200 | 25.500 | ‒ 3.700 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 14.594 | ‒ 16.307 | ‒ 30.901 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2021 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 112.669 | 194.648 | 81.979 |
Toelichting kasstroomoverzicht
De gerealiseerde operationele kasstroom is € 75,7 mln hoger dan begroot. De gerealiseerde investeringskasstroom is € 5,1 mln lager dan verwacht. In 2021 is geïnvesteerd in immateriële vaste activa, dit betreft software en licenties (€ 13,1 mln) en activa in aanbouw (€ 24,1 mln). In materiële activa is niet geïnvesteerd. Het beroep op de leenfaciliteit is € 3,7 mln lager dan begroot als gevolg van een lager investeringsniveau.
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | |
Omschrijving generiek deel | |||||
Inputindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Verhouding direct/indirect personeel | 89% | 83% | 83% | 83% | 84% |
Outputindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Tariefindex in reële termen | 101,5% | 100,1% | 103,3% | 102,4% | 100,0% |
Totaal aantal ambtelijk fte werkzaam excl. externe inhuur | 3.557 | 3.906 | 4.084 | 4.574 | 3.917 |
Kwaliteitsindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Klanttevredenheid | 7,3 | 7,4 | 7,5 | 7,7 | 7,3 |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 36% | 36% | 41% | 44% | 25% |
Toelichting
Inputindicatoren
De verhouding van de gerealiseerde inzet van direct en indirect personeel (83%/17%) wijkt 1% af ten opzichte van de begroting (84%/16%).
Outputindicatoren
Het aantal ambtelijke fte ultimo 2021 is 4.574 fte, dit is hoger dan begroot. De bezetting is hoger dan begroot vanwege de toename van het opdrachtenpakket van RVO.nl. Dit is voornamelijk door meerwerk aan opdrachten vanwege de COVID-19 pandemie.
Kwaliteitsindicatoren
De klanttevredenheid wordt jaarlijks gemeten en is met een score van 7,7 hoger dan de begroting 2021.
Het percentage gehonoreerde bezwaarschriften is ook dit jaar beduidend hoger (44%) dan de begroting 2021 (25%). In totaal zijn in 2021 14.291 bezwaarschriften afgehandeld, waarvan 6.291 bezwaren gegrond zijn verklaard, circa 44 %. Dit percentage is vergelijkbaar met dat in 2020 (41%).
Het hogere percentage wordt met name veroorzaakt door de TVL regeling met meer dan 8000 afgehandelde bezwaren waarvan 50% gegrond is verklaard. In mindere mate heeft net als vorig jaar de Basisbetalingsregeling hieraan bijgedragen met bijna 1000 bezwaren waarvan 48% gegrond is verklaard.