Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2020 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 453.800 | 643.760 | 189.960 | 475.451 |
waarvan omzet moederdepartement | 331.900 | 527.692 | 195.792 | 352.491 |
waarvan omzet overige departementen | 87.200 | 91.223 | 4.023 | 81.900 |
waarvan omzet derden | 34.700 | 24.845 | ‒ 9.855 | 41.060 |
Rentebaten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Vrijval voorzieningen | ‒ | 505 | 505 | 158 |
Bijzondere baten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal baten | 453.800 | 644.265 | 190.465 | 475.609 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 448.200 | 612.213 | 164.013 | 453.870 |
- Personele kosten | 193.400 | 245.480 | 52.080 | 180.651 |
waarvan eigen personeel | 167.600 | 173.161 | 5.561 | 150.934 |
waarvan inhuur externen | 18.700 | 58.097 | 39.397 | 19.313 |
waarvan overige personele kosten | 7.100 | 14.222 | 7.122 | 10.404 |
- Materiële kosten | 254.800 | 366.733 | 111.933 | 273.219 |
waarvan apparaat ICT | 26.400 | 31.606 | 5.206 | 27.917 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 5.400 | 8.695 | 3.295 | 4.632 |
waarvan overige materiële kosten | 223.000 | 326.432 | 103.432 | 240.670 |
Rentelasten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Afschrijvingskosten | 5.600 | 6.263 | 663 | 6.031 |
- Materieel | 5.600 | 6.257 | 657 | 6.013 |
waarvan apparaat ICT | 4.100 | 4.305 | 205 | 4.409 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 1.500 | 1.952 | 452 | 1.604 |
- Immaterieel | ‒ | 6 | 6 | 18 |
Overige lasten | ‒ | 9.927 | 9.927 | 1.844 |
waarvan dotaties voorzieningen | ‒ | 9.927 | 9.927 | 1.844 |
waarvan bijzondere lasten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal lasten | 453.800 | 628.403 | 174.603 | 461.745 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 15.862 | 15.862 | 13.864 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | ‒ | 31 | 31 | 31 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 15.831 | 15.831 | 13.833 |
Toelichting op de staat van baten en lasten
Resultaat
Over 2021 heeft het RIVM een positief resultaat behaald van € 15,8 miljoen. Dit positieve resultaat is het gevolg van de forse stijging van de opdrachten. Deze opdrachten hadden betrekking op de bestrijding van COVID-19, de uitvoering van het COVID-19 vaccinatieprogramma voor VWS en een aantal grote milieuonderzoeken. Om de opdrachten te kunnen uitvoeren is in 2021 het personeelsbestand in dienst van het RIVM en de externe inhuur verder toegenomen. Desondanks vraagt de bestrijding van COVID-19 veel van de organisatie en het personeel. Er zijn veel extra uren gerealiseerd wat heeft geleid tot een hogere declarabiliteit, maar daar staat tegenover dat het ziekteverzuim vanaf het 3e kwartaal sterk is gestegen en het aantal niet opgenomen verlofuren is toegenomen.
Het positieve resultaat wordt verklaard door de volgende posten:
• Het resultaat uit het uitvoeren van de opdrachten en projecten is € 27,3 miljoen positief.
• Overige incidentele resultaten van € 11,5 miljoen negatief. Dit incidentele negatieve resultaat is behaald door:
• Mutaties in de voorzieningen van € 9,3 miljoen, waarvan € 8,3 miljoen betrekking heeft op een nieuw gevormde voorziening voor leegstand van het huidige terrein en gebouwen in Bilthoven.
• Negatief resultaat op projecten van € 1,1 miljoen en overige kosten van € 1,1 miljoen.
Het positieve resultaat na belastingen wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve als onderdeel van het eigen vermogen.
Baten
De totale baten van het RIVM zijn € 190,5 miljoen gestegen ten opzichte van de begroting 2021 en € 168,7 miljoen ten opzichte van de realisatie 2020. De belangrijkste reden is de sterke stijging van opdrachten gerelateerd aan de bestrijding van COVID-19. In onderstaande tabel wordt de gerealiseerde omzet (baten exclusief vrijval voorzieningen) per productgroep weergegeven.
2021 | 2020 | |
---|---|---|
Strategisch Programma RIVM | 9.369 | 8.774 |
Onderzoekingen o.b.v. uren x tarief en bijbehorende materiële kosten | 392.544 | 271.086 |
Uitvoeringskosten preventieprogramma’s | 227.799 | 181.877 |
ICT-dienstverlening voor andere organisaties dan het RIVM (SSC-Campus) | 14.048 | 13.714 |
Totaal omzet | 643.760 | 475.451 |
2021 | 2020 | |
---|---|---|
Omzet moederdepartement | 527.692 | 352.491 |
- waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten: | 521.990 | 352.491 |
- Strategisch Programma RIVM (eigenaarsbijdrage) | 9.369 | 8.774 |
- Cofinanciering voor EU projecten waarvan de RIVM tarieven volledig vergoed worden (eigenaarsbijdrage) | 1.032 | 1.032 |
- Opdrachten beleidsdirecties (opdrachtgever) VWS | 511.589 | 342.685 |
- waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement: | 5.702 | ‒ |
- Compensatie BTW-lasten i.v.m. huur na verkoop terrein en gebouwen | 5.702 | ‒ |
Totaal | 527.692 | 352.491 |
Omzet moederdepartement
De gerealiseerde omzet moederdepartement omvat de bijdrage van VWS als eigenaar (€ 16,1 miljoen) en de bijdrage van de VWS-opdrachtgevers (€ 511,6 miljoen). De bijdrage van eigenaar VWS bestaat voor € 9,4 miljoen voor het SPR-programma en € 1,0 miljoen cofinanciering voor het realiseren van internationale projecten en bijdrage in de voorbereidingskosten voor de nieuwe huisvesting van € 5,7 miljoen.
De omzet vanuit opdrachtgever VWS is € 195,8 miljoen hoger dan de begroting voor 2021 en € 175,2 miljoen gestegen ten opzichte van 2020 als gevolg van opdrachten in het kader van de bestrijding van COVID-19. Aan het COVID-19 vaccinatieprogramma is € 94,8 miljoen besteed en aan het onderzoeksprogramma COVID-19 € 76,2 miljoen.
Omzet overige departementen
In de opbrengst van overige departementen is inbegrepen de bijdrage voor de reguliere onderzoeks- en adviesprogramma’s en de bijdrage voor additionele opdrachten voor de volgende Ministeries.
2021 | 2020 | |
---|---|---|
I&W | 62.329 | 53.395 |
EZK | 1.042 | 2.043 |
LNV | 20.772 | 18.511 |
SZW | 4.904 | 5.109 |
DEF | 432 | 710 |
Overige departementen (o.a. J&V, BuZa, OC&W, NVWA, BZK) | 1.744 | 2.132 |
Totaal | 91.223 | 81.900 |
De totale omzet van overige departementen is € 4,0 miljoen hoger dan de begroting 2021 en € 9,3 miljoen hoger ten opzichte van 2020.
Omzet derden
Naast werkzaamheden in opdracht van het moederdepartement en overige departementen worden projecten en opdrachten uitgevoerd ten behoeve van derden. Bijvoorbeeld projecten voor en gefinancierd door andere nationale en internationale opdrachtgevers zoals de Europese Commissie en de WHO, Europese vrijgifte, Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming en overige projecten uitgevoerd door derden. De omzet derden is € 9,9 miljoen lager dan begroot en € 16,2 miljoen lager ten opzichte van 2020 doordat minder opdrachten van derden zijn verkregen dan in 2021.
Vrijval voorzieningen
De vrijval voorzieningen is niet begroot in verband met het incidentele karakter van de betreffende posten. De vrijval van de voorzieningen heeft voor € 0,5 miljoen betrekking op het vervallen van de verplichting voor personeel.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten (€ 245,5 miljoen) komen in 2021 € 52,1 miljoen hoger uit dan opgenomen in de begroting 2021. Om aan de toenemende vraag van onze opdrachtgevers te voldoen is het personeelsbestand verder gegroeid met 234 FTE in dienstbetrekking bij het RIVM. Ook is de externe inhuur en de inhuur via andere overheidsorganisaties sterk gegroeid. Vooral bij de uitvoering van het COVID-19 vaccinatieprogramma en bij de IV-organisatie is de inhuur sterk gestegen. Het percentage externe inhuur in 2021 bedraagt 23,6% (Rijksbrede norm bedraagt 10%). Daarnaast zijn de personeelskosten als gevolg van aanpassingen in de CAO met 2,0% gestegen en is een incidentele niet-begrote last wegens niet opgenomen verlof door personeel verwerkt van € 3,5 miljoen. Ook deze incidentele last is het gevolg van de uitvoering van COVID-19 opdrachten.
Materiële kosten
De materiële kosten van € 366,7 miljoen zijn € 111,9 miljoen hoger ten opzichte van de begroting 2021 en € 93,5 miljoen hoger dan 2020. De stijging wordt veroorzaakt door de kosten die zijn gemaakt in het kader van de opdrachten bestrijding van COVID-19 en door de inkoop van geneesmiddelen in opdracht van VWS voor de bestrijding van COVID-19. De ICT-kosten van € 31,6 miljoen zijn in 2021 € 5,2 miljoen hoger dan begroot als gevolg van de extra vraag naar ICT-diensten en licenties in het kader van de bestrijding van COVID-19 en door groei van het aantal FTE. Het aandeel SSO’s waar het RIVM diensten van afneemt is in 2021 € 3,3 miljoen hoger dan de begroting 2021. Dit wordt veroorzaakt door hogere beveiligingskosten van € 2,5 miljoen en door afgenomen diensten van DICTU (agentschap van EZ) van € 0,8 miljoen voor vervanging van een ICT systeem.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn € 0,7 miljoen hoger dan de begroting 2021 en € 0,2 miljoen hoger dan de realisatie 2020. De hogere afschrijvingskosten hangen samen met de noodzakelijke investeringen die zijn gedaan in ICT-middelen (€ 5,3 miljoen) en laboratoriumapparatuur (€ 3,2 miljoen) in 2021.
Dotaties voorzieningen
De dotatie voorzieningen heeft betrekking op aangegane en herberekende verplichtingen voor (voormalige) werknemers (€ 0,7 miljoen), een dotatie voor ingeschatte toekomstige verliezen op projecten (€ 0,9 miljoen), een dotatie van € 0,1 miljoen voor de voorziening herstelkosten Bilthoven en een dotatie van € 8,3 miljoen voor de kosten van toekomstige leegstand tijdens de opzegtermijn van het huurcontract van het huidige terrein en gebouwen in Bilthoven. De dotaties aan de voorzieningen zijn wegens het incidentele karakter niet begroot.
Balans 31-12-2021 | Balans 31-12-2020 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 13.878 | 11.413 |
Materiële vaste activa | 13.874 | 11.403 |
waarvan grond en gebouwen | ‒ | ‒ |
waarvan installaties en inventarissen | 411 | 374 |
waarvan projecten in uitvoering | ‒ | ‒ |
waarvan overige materiële vaste activa | 13.459 | 11.029 |
Immateriële vaste activa | 4 | 10 |
Vlottende activa | 284.320 | 281.389 |
Voorraden en onderhanden projecten | 83.267 | 55.185 |
Debiteuren | 8.058 | 7.579 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 8.604 | 8.922 |
Liquide middelen | 184.391 | 209.703 |
Totaal activa: | 298.198 | 292.802 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 29.664 | 13.833 |
Exploitatiereserve | 13.833 | ‒ |
Onverdeeld resultaat | 15.831 | 13.833 |
Voorzieningen | 15.986 | 7.686 |
Langlopende schulden | ‒ | ‒ |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | ‒ | ‒ |
Kortlopende schulden | 252.544 | 271.283 |
Crediteuren | 2.179 | 43.628 |
Belastingen en premies sociale lasten | 1.916 | 763 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | ‒ | ‒ |
Overige schulden en overlopende passiva | 248.449 | 226.892 |
Totaal passiva | 298.194 | 292.802 |
Toelichting op de balans
Activa
De voorraden betreffen de voorraad vaccins binnen RIVM ten behoeve van het uitvoeren van het Rijksvaccinatieprogramma (€ 68,3 miljoen), het aanhouden van voorraden in het kader van de overige nationale vaccinvoorziening (€ 5,8 miljoen), de aangekochte geneesmiddelen in het kader van COVID-19 (€ 13,1 miljoen) en afboeking van de expirerende voorraad (€ 3,9 miljoen negatief). De voorraadpositie per balansdatum is een momentopname en afhankelijk van zowel verbruik, levering als expiratie van vaccins.
De debiteurenpositie per balansdatum stijgt met € 0,5 miljoen. Het saldo per balansdatum bestaat voor € 4,0 miljoen uit vorderingen op andere ministeries en € 4,1 miljoen uit vorderingen op derden (internationale organisaties, ziekenhuizen en diverse overige opdrachtgevers in de publieke sector).
De overige vorderingen en overlopende activa bestaan grotendeels uit vooruitbetaalde kosten voor onder andere licenties, onderhoudscontracten, huren en abonnementen en daarnaast uit verleende voorschotten aan medewerkers in het kader van opleidingen. De overige vorderingen en overlopende activa zijn ten opzichte van 2020 gedaald met € 0,3 miljoen. De overlopende activa bestaan voor € 0,2 miljoen uit vooruitbetaalde kosten aan het moederdepartement en voor € 8,4 miljoen uit vooruitbetaalde kosten aan derden.
De analyse van de liquide middelen is opgenomen in het kasstroomoverzicht 2021.
Passiva
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
31-12-2021 | 31-12-2020 | |
---|---|---|
Exploitatiereserve | 13.833 | ‒ 1.155 |
Directe vermogensmutaties | ‒ | 1.155 |
Onverdeeld resultaat | 15.831 | 13.833 |
Totaal | 29.664 | 13.833 |
Het positieve saldo van baten en lasten over 2021 wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve, waarmee het eigen vermogen € 29,7 miljoen positief wordt.
De omvang van het eigen vermogen per balansdatum overschrijdt de grens van 5% van de gemiddelde omzet over 2019 t/m 2021. De maximaal toegestane omvang van het eigen vermogen bedraagt € 24,9 miljoen. Het surplus van € 4,8 miljoen zal bij de 1e suppletoire begrotingswijziging 2022 worden teruggestort aan het moederdepartement.
Het verloop van de post voorzieningen is als volgt:
Personeel | Reorganisatie | Projecten | Huur | Herstelkosten | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand voorzieningen per 31-12-2020 | 1.678 | 437 | 1.833 | ‒ | 3.738 | 7.686 |
Waarvan verantwoord onder de kortlopende schulden | 1.865 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 1.865 |
Totaalstand per 31-12-2020 | 3.543 | 437 | 1.833 | ‒ | 3.738 | 9.551 |
Dotatie t.l.v. exploitatie | 709 | ‒ | 867 | 8.250 | 101 | 9.927 |
Onttrekkingen | ‒ 469 | ‒ | ‒ 537 | ‒ | ‒ | ‒ 1.006 |
Vrijval | ‒ 476 | ‒ | ‒ 29 | ‒ | ‒ | ‒ 505 |
Mutaties | ‒ 236 | ‒ | 301 | 8.250 | 101 | 8.416 |
Totaalstand per 31-12-2021 | 3.307 | 437 | 2.134 | 8.250 | 3.839 | 17.967 |
Waarvan verantwoord onder de kortlopende schulden | 1.981 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 1.981 |
Stand voorzieningen per 31-12-2021 | 1.326 | 437 | 2.134 | 8.250 | 3.839 | 15.986 |
– De voorziening voor personeel omvat de toekomstige verplichtingen als gevolg van rechten (zoals werkloosheidswet, wachtgelden, pensioentoelagen) op balansdatum van voormalige werknemers.
– Voor overdracht van pensioenrechten van overgenomen medewerkers van de voormalige ent-administraties is in 2008 een voorziening getroffen. Vanwege de ontoereikende dekkingsgraad van de betrokken pensioenfondsen heeft tot op heden geen overdracht en afrekening kunnen plaatsvinden. In 2021 hebben zich geen mutaties voorgedaan.
– De voorziening ten behoeve van projecten betreft het bedrag aan voorziene tekorten op in uitvoering zijnde projecten.
– De voorziening leegstand Bilthoven is in 2021 gevormd als gevolg van afspraken die zijn gemaakt over het opzeggen van het huidige contract met betrekking tot de gebouwen en terreinen te Bilthoven. Omdat op dit moment nog niet geheel duidelijk is wanneer de overgang naar de nieuwe huisvesting op De Uithof in Utrecht zal plaatsvinden en als de overgang plaatsvindt dit gefaseerd zal gaan, zullen er dubbele huur- en exploitatielasten ontstaan. Ter dekking van deze lasten is een voorziening gevormd.
– De voorziening herstelkosten Bilthoven is gevormd voor de toekomstige verplichting om bij het verlaten van het terrein en de gebouwen te Bilthoven, de huisvesting in oorspronkelijke staat en bezemschoon op te leveren. Met de eigenaar van terrein en gebouwen is overeenstemming bereikt over het niet verwijderen van gebouwgebonden installaties op het moment van verhuizen. Als gevolg van inflatie is de voorziening met € 0,1 miljoen gedoteerd.
Van de voorziening is € 2,0 miljoen opgenomen onder de overlopende passiva wegens verplichtingen die in 2022 tot betaling gaan leiden.
De kortlopende schulden zijn ten opzichte van 2020 met € 18,7 miljoen gedaald. De daling wordt voor € 41,5 miljoen veroorzaakt door een daling van de crediteurenstand en een stijging van de overige schulden en overlopende passiva van € 21,6 miljoen en stijging van belastingen en sociale lasten van € 1,2 miljoen. De stijging van de overige schulden en overlopende passiva heeft voor € 22,7 miljoen betrekking op nog te betalen kosten aan leveranciers, voor € 3,6 miljoen betrekking op de verhoging van verlofrechten van personeel en voor € 4,7 miljoen negatief betrekking op veranderingen in het saldo van onderhanden projecten.
De kortlopende schulden hebben voor € 141,2 miljoen betrekking op het moederdepartement, voor € 20,6 miljoen betrekking op overige ministeries en voor € 90,7 miljoen betrekking op derden.
(1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | |
---|---|---|---|
Rekening-courant RHB 1 januari 2020 + stand depositorekeningen | 29.205 | 209.703 | 180.498 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 453.800 | 900.774 | 446.974 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 441.900 | ‒ 917.360 | ‒ 475.460 |
Totaal operationele kasstroom | 11.900 | ‒ 16.586 | ‒ 28.486 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 5.600 | ‒ 8.726 | ‒ 3.126 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal investeringskasstroom | ‒ 5.600 | ‒ 8.726 | ‒ 3.126 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ | ‒ | ‒ |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | ‒ | ‒ | ‒ |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ | ‒ | ‒ |
Beroep op leenfaciliteit (+) | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal financieringskasstroom | ‒ | ‒ | ‒ |
Rekening-courant RHB 31 december 2020 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 35.505 | 184.391 | 148.886 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Opgenomen zijn de standen van de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) van het ministerie van Financiën.
Operationele kasstroom
De sterke stijging van de operationele kasstroom ten opzichte van de begroting 2021 wordt veroorzaakt door de toename van het opdrachtenpakket als gevolg van de bestrijding van COVID-19 (onderzoeksprogramma COVID-19, COVID-19 vaccinatieprogramma en de aankoop van medicijnen). Daarnaast is de kassiersfunctie voor VWS om de betalingen te verrichten aan pandemielabs en GGD’en met betrekking tot het analyseren en verrichten van COVID-19-testen voor huisartsen en zorginstellingen uitgevoerd. In 2021 is voor deze opdracht € 102,7 miljoen ontvangen en € 187,6 miljoen betaald.
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de operationele kasstroom op basis van het saldo van baten en lasten.
2021 | |
---|---|
Saldo van baten en lasten | 15.831 |
Afschrijving | 6.263 |
Mutatie voorzieningen | 8.300 |
Mutatie werkkapitaal | ‒ 46.980 |
Totaal | ‒ 16.586 |
Investeringskasstroom
De investeringen bedragen € 8,7 miljoen en zijn € 3,1 miljoen hoger dan de investeringen opgenomen in de begroting. Het gaat om investeringen op het gebied van ICT (€ 5,3 miljoen) door toename van ICT activiteiten en noodzakelijke vervangingen en investeringen in laboratorium-apparatuur (€ 3,2 miljoen).
Financieringskasstroom
Er is in 2021 geen gebruik gemaakt van de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën. De gedane investeringen zijn gedaan uit de beschikbare liquide middelen.
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | |
Omschrijving generiek deel | |||||
1. Uurtarieven: | |||||
- Gewogen uurtarief in € | 108 | 113 | 118 | 122 | 122 |
- Ontwikkeling uurtarief ( 2017 = 100 ) | 103 | 107 | 112 | 113 | 108 |
2. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur) | 1660,3 | 1668,8 | 1842,0 | 2076 | 1800 |
3. Saldo van baten en lasten (% van de baten) | ‒ 6,2% | ‒ 1,0% | 2,9% | 2,5% | 0,0% |
Omschrijving specifiek deel | |||||
1. Liquiditeit (current ratio; norm: >1,5) | 1,1 | 1,0 | 1,0 | 1,1 | 1,2 |
2. Solvabiliteit (debt ratio) | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 0,9 | 0,9 |
3. Rentabiliteit eigen vermogen | ‒ 316,7% | ‒ 513,4% | 218,2% | 72,8% | 0,0% |
4. Percentage externe inhuur t.o.v. totale personele kosten | 11,4% | 10,0% | 10,9% | 23,6% | 10,0% |
5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen | 92,7% | 94,1% | 94,0% | 91,4% | 95,0% |
6. Declarabiliteit % primair proces | 64,4% | 64,3% | 67,4% | 68,2% | 65,0% |
7. FTE overhead als % totaal aantal FTE | 19,1% | 18,0% | 16,6% | 13,9% | 20,0% |
8. Ziekteverzuim | 4,0% | 3,6% | 3,8% | 4,2% | 3,3% |
9. % medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus | 79,3% | 78,8% | 64,5% | 70,1% | 80,0% |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Uurtarieven
De uurtarieven worden jaarlijks vastgesteld door de eigenaar. De tarieven 2021 zijn gestegen met € 4,- per uur ten opzichte van 2020 om de stijging van loon- en materiële kosten op te kunnen vangen.
Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)
Het RIVM streeft naar een bezetting die in lijn ligt met het opdrachtenpakket. Door een sterke stijging van het opdrachtenpakket als gevolg van de bestrijding van COVID-19 is het RIVM in 2021 met 234 FTE gegroeid.
Saldo van baten en lasten (% van de baten)
Het positieve percentage ten opzichte van de vastgestelde begroting is volledig toe te schrijven aan het positieve saldo van baten en lasten over 2021.
Liquiditeit/Solvabiliteit/Rentabiliteit
Voor wat betreft de financiële doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren liquiditeit, solvabiliteit en de rentabiliteit van het eigen vermogen. De current ratio geeft aan in hoeverre de kortlopende schulden kunnen worden voldaan vanuit de kortlopende activa. Een waarde van boven de 1 wordt over het algemeen als gezond gekenmerkt. Het RIVM voldoet hier met een waarde van 1,1 aan. De solvabiliteit is ten opzichte van de meerjarige realisatie is nagenoeg niet gewijzigd en voldoet aan de norm zoals opgenomen in de begroting. De positieve rentabiliteit op het eigen vermogen wordt veroorzaakt door het positieve saldo van baten en lasten.
Percentage inhuur externen ten opzichte van de totale personele kosten
De totale omvang van de inhuur externen bedroeg in 2021 € 57,7 miljoen. Het percentage externe inhuur komt hiermee uit op 23,6%. Dit is 13,6% boven de Rijksbrede norm van 10%. De grote stijging en overschrijding wordt volledig veroorzaakt door werkzaamheden in het kader van COVID-19. Het betreft vooral externe inhuur bij het COVID-19 vaccinatieprogramma, de IV-organisatie en binnen de bedrijfsvoering.
Percentage facturen betaald binnen 30 dagen
Het percentage facturen dat in 2021 is betaald binnen 30 dagen bedraagt 91,4% en ligt daarmee onder de norm/begroting van 95% en is gedaald ten opzichte van 2020. In de tweede helft van 2021 zijn acties ingezet om de knelpunten in het betaalgedrag op te lossen, onder andere het terugsturen van facturen zonder bestelnummer. De acties hebben niet geleid tot een percentage binnen de norm voor 2021. De verwachting is dat het betaalgedrag in 2022 weer binnen de norm zal vallen.
Declarabiliteit % primair proces
De sterke stijging van het % declarabiliteit primair proces wordt volledig veroorzaakt doordat meer declarabele uren zijn gemaakt door een toename van het opdrachtenpakket als gevolg van bestrijding van COVID-19.
FTE overhead als % totaal aantal FTE
In lijn met de resultaatontwikkeling is het percentage FTE overhead ten opzichte van het totaal aantal FTE lager dan de norm en lager dan in 2020. Het aantal FTE binnen de overheadsafdelingen is minder snel toegenomen dan in het primair proces. De oorzaak is volledig toe te schrijven aan de uitvoering van de COVID-19 programma’s.
Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim is toegenomen ten opzichte van 2019 en 2020 en is boven de norm. Dit beeld is vergelijkbaar met het algemene beeld van de ontwikkeling van het ziekteverzuim binnen het Ministerie. De oorzaak van de stijging is een combinatie van hoge werkdruk als gevolg van de bestrijding van COVID-19 en de gevolgen van COVID-19 voor de medewerkers binnen het RIVM.
% medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus
Ten opzichte van 2020 is het % medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus gestegen. Het achterblijven van de realisatie versus de norm wordt veroorzaakt doordat het RIVM op dit moment veel tijdelijke medewerkers in dienst heeft waar geen P-gesprek mee is gevoerd.