Het ondersteunen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten door ten eerste de kwijtschelding van een deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten (in 2010) en ten tweede door het aanbieden van de mogelijkheid van een lopende inschrijving door Nederland tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.
Gelet op de autonomie hebben de landen hun eigen verantwoordelijkheid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten wordt op grond van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) uitgeoefend door de Rijksministerraad.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:
Financieren
De minister financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en heeft een lopende inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten via de begroting van Koninkrijksrelaties. Dit is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen.
Uitvoeren
Afspraken over het financieel beheer van Curaçao en Sint Maarten zijn geformaliseerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft). Op basis van deze wet begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Cft) naar de Rijksministerraad. Tevens is in de Rft bepaald dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.
Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de landen binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.
Liquiditeitssteun aan Sint Maarten, Curaçao en Aruba
Vanwege de aanhoudende gevolgen van de pandemie heeft de Staat der Nederlanden net als in 2020 en 2021 de landen Aruba en Sint Maarten liquiditeitssteun gegeven op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.
In 2022 is na besluitvorming in de Rijksministerraad (RMR) in 3 tranches € 19,7 mln. aan liquiditeitssteun verstrekt via ‘zachte’ leningen (aflossingsvrije leningen tegen 0% rente en met een looptijd tot 10 oktober 2023). Hierdoor konden de landen de noodzakelijke overheidstaken blijven uitvoeren. Aan deze tranches was als voorwaarde verbonden dat de landen voldeden aan de gestelde voorwaarden bij de eerder verstrekte tranches en voldoende voortgang boekten op het uitvoeren van de in 2020 overeengekomen landspakketten met structurele hervormingen. Door deze hervormingen zullen de landen in de toekomst beter in staat zijn om externe schokken zelfstandig op te vangen. In 2022 is vooral gewerkt aan de voorbereidingen van de hervormingen die de komende jaren zullen worden uitgevoerd. De Tweede Kamer wordt hierover geïnformeerd middels uitvoeringsagenda’s en – rapportages.
Op 10 april verliep de looptijd van de liquiditeitsleningen die vanaf april 2020 tot dat moment aan de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten waren verstrekt. Omdat de landen niet in staat waren de liquiditeitsleningen af te lossen en de gevolgen van de pandemie nog niet voorbij waren, zijn de toen aflopende leningen onder dezelfde voorwaarden (renteloos en aflossingsvrij) voor 1,5 jaar geherfinancierd. In totaal is voor € 1.032,1 mln. geherfinancierd, € 442,2 mln. voor Aruba (inclusief de eerste tranche liquiditeitssteun 2022 á € 6,1 mln.), € 448,3 mln. voor Curaçao en € 141,6 mln. voor Sint Maarten.
In totaal heeft Nederland vanaf 2020 € 1.032,1 mln. aan liquiditeitsleningen verstrekt met een looptijd tot 10 oktober 2023.
AWG/ANG | EURO | |
---|---|---|
Aruba | 915,5 | 442,2 |
Curaçao | 911,0 | 448,3 |
Sint Maarten | 316,4 | 141,6 |
Totaal | 2142,9 | 1032,1 |
Herfinanciering buitenlandse schuldverplichtingen Aruba
Naast de liquiditeitssteun heeft Nederland voor € 175,4 mln aan buitenlandse schuldverplichtingen van Aruba voor 2022 (in 2021 € 83,8 mln.) geherfinancierd middels een laagrentende lening met een looptijd van zeven jaar. De herfinanciering leverde Aruba in totaal een rentevoordeel op van minimaal € 39 mln. Dit rentevoordeel was afgesproken als onderdeel van de afspraken over het landspakket Aruba.
Realisatie | Vastgestelde begroting1 | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | |
Verplichtingen | 0 | 50.396 | 621.056 | 733.075 | 31.129 | 41.000 | ‒ 9.871 |
Uitgaven | 172.432 | 79.143 | 649.573 | 597.611 | 223.627 | 239.017 | ‒ 15.390 |
5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten | 172.432 | 28.517 | 28.517 | 28.517 | 28.517 | 28.517 | 0 |
Leningen | |||||||
Schuldsanering | 172.432 | 28.517 | 28.517 | 28.517 | 28.517 | 28.517 | 0 |
5.2 Leningen/ garanties landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba | 0 | 50.626 | 621.056 | 569.094 | 195.110 | 210.500 | ‒ 15.390 |
Leningen | |||||||
Leningen aan Aruba | 0 | 0 | 204.327 | 315.577 | 181.478 | 192.500 | ‒ 11.022 |
Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten | 0 | 50.626 | 416.729 | 253.517 | 13.632 | 18.000 | ‒ 4.368 |
Ontvangsten | 40.380 | 49.495 | 47.056 | 44.232 | 81.583 | 34.588 | 46.995 |
Uitgaven
5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten
Leningen
Schuldsanering
In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland zich met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen bereid verklaard om de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels te saneren of te herfinancieren. Dit betreft de sanering van de schuldomvang van het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. De schuldomvang is van 31 december 2005, die bestaat uit openbare en onderhandse geldleningen die zijn aangegaan jegens derden buiten de desbetreffende collectieve sector (inclusief de leningen die jegens Nederland zijn aangegaan). Deze leningen zijn, voor zover zij in omvang boven de rentelastnorm van dat jaar uitgaan, door Nederland gesaneerd.
5.2 Leningen/ garanties landen Curaçao en Sint Maarten en Aruba
Leningen aan Aruba
In het eerste kwartaal van 2022 is na besluitvorming in de Rijksministerraad (RMR) € 6,1 mln. (AWG 12 mln.) liquiditeitssteun aan het land Aruba toegekend, in de vorm van een renteloze bulletlening met een looptijd tot 10 april 2022. Hierbij zijn financieel-economische voorwaarden gesteld. Op 10 april zijn alle uitstaande liquiditeitsleningen van Aruba geherfinancierd tot 10 oktober 2023.
Daarnaast is een lening aan Aruba verstrekt van € 175,4 mln. (AWG 346 mln.) ten behoeve van de afspraken uit het landspakket om Aruba een rentevoordeel te schenken.
Het verschil tussen de realisatie en het budget van de tweede suppletoire begroting 2022 wordt veroorzaakt door wisselkoerstegenvallers. Aan de andere kant was er een meevaller omdat € 23 mln. gereserveerd voor liquiditeitssteun aan Aruba terwijl € 6,1 mln. (AWG 12 mln.) volstond.
Lopende inschrijvingen en leningen Curaçao en Sint Maarten
In 2022 is na besluitvorming in de Rijksministerraad (RMR) liquiditeitssteun aan het land Sint Maarten in de vorm van renteloze bulletleningen verstrekt, in twee tranches van in totaal € 13,6 mln. (ANG 24,0 mln.). Hierbij zijn tevens politieke en financieel-economische voorwaarden gesteld.
Het verschil tussen de realisatie en het budget van de tweede suppletoire begroting wordt veroorzaakt door wisselkoersverschillen tussen de begrotingskoers en de gerealiseerde wisselkoers. Uiteindelijk zijn er minder leningen toegekend, omdat de landen minder steun nodig hadden dan verwacht.
Nederland heeft in 2022 via de lopende inschrijving geen leningen aan de landen Curaçao en Sint Maarten voor investeringen (kapitaaldienst) verstrekt.
Ontvangsten
De reguliere rente en aflossingen op leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden hier verantwoord. De ontvangsten zijn onder andere hoger dan geraamd vanwege de extra aflossingen van Curaçao ten behoeve van de lening Girobank. Dit bedroeg € 26,6 mln. (ANG 48,3 mln). Daarnaast is er € 8,9 mln. meer rente ontvangen door een wisselkoersmeevaller. De rest van het verschil tussen de vastgestelde begroting en de realisatie wordt verklaard doordat aflossingen op de leningen vanaf de tweede suppletoire begroting 2022 ook op de ontvangsten van dit artikel worden verantwoord.