Onderstaande tabellen zijn een uitwerking van Strategische Evaluatie Agenda en de Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda uit de begroting voor 2022.
Thema | Subthema | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies / Toelichting | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Politie | Politieonderwijs | Ex post | 2022 | lopend | Doelmatigheid en doeltreffendheid van de Politieacademie en uitbesteding toegepast wetenschappelijk onderzoek. Wordt naar verwachting in 2023 afgerond. | 31.2 | |
Politiebestel | Ex post | 2022 | anders, nl | Vervolgevaluatie werking van het bestel, mogelijkerwijs te verschuiven naar 2023 gelet op recentelijke wijziging in deze wet. Onderzoek is voorlopig uitgesteld | 31.2 | ||
Veiligheidsregio's BES | Ex post | 2022 | afgerond | De veiligheidswet BES is voor een deel, te weten het gedeelte over rampenbestrijding, crisisbeheersing en brandweerzorg, gebaseerd op de Wet Veiligheidsregio’s. Nadat de uitkomsten van de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s bekend en verwerkt zijn, wil de Minister de Veiligheidswet BES laten evalueren. Het kabinet zal het evaluatierapport gebruiken voor de totstandkoming van een integraal wettelijk kader dat betrekking heeft op de crisisbeheersing en de brandweerzorg. Het kabinet zal samen met de veiligheidsregio’s en de betrokken crisispartners een meerjarige onderzoeksagenda ontwikkelen. | 31.2 | ||
Politie en samenleving / Preventief fouilleren | Ex durante | 2022 | afgerond | Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. Het kwantitatieve deel betreft de toepassing en werking van het instrument preventief fouilleren in de praktijk. Het kwalitatieve deel betreft de waardering van de toepassing en werking van het instrument preventief fouilleren, alsook de wenselijkheden en mogelijkheden voor verruiming of verdere optimalisering van het instrument naar andere fenomenen of andere soorten voorwerpen (bijvoorbeeld zwaar en illegaal vuurwerk). | 31.3 | ||
Politie en samenleving / Politie in de multi-etnische samenleving | Ex ante | 2022 | lopend | De Nederlandse samenleving is een multi-etnische samenleving. Het functioneren van de politie binnen die multi-etnische samenleving roept vragen op. Het gaat daarbij onder meer om etnisch profileren en de bejegening door de politie. Hoe, in welke mate en waarom vindt etnische profilering plaats? Hoe kan er valide zicht worden verkregen op deze problematiek? Wanneer voelen burgers zich (vanwege hun herkomst) door de politie onheus bejegend? Deze aanvraag betreft een systematische review van de binnen- en buitenlandse literatuur op dit onderwerp en een vertaling van de uitkomsten van het bestaande, internationale onderzoek naar de Nederlandse beleidscontext. Wat is de wetenschappelijke state of the art op dit terrein en wat kunnen we daar van leren voor de Nederlandse (beleids-)praktijk? Onderzoek wordt in 2023 afgerond | 31.3 | ||
Opsporing | Ex ante | 2022 | lopend | Criminaliteitsbestrijding omvat zowel de preventie van criminaliteit als de opsporing. Bij de opsporing kan de politie kiezen voor verschillende instrumenten en strategieën. Er is behoefte aan informatie over wat werkt en welke benaderingswijzen en strategieën effectief zijn. Ook is meer kennis nodig over methoden om de effectiviteit van criminaliteitsbestrijding te meten. Het onderzoek betreft een systematische review van de binnen- en buitenlandse literatuur over dit onderwerp en een vertaling van de uitkomsten van het bestaande internationale onderzoek naar de Nederlandse politiepraktijk en beleidscontext. Onderzoek wordt in 2023 afgerond. | 31.3 | ||
Bekostiging politie | Ex post | 2021 | afgerond | Beleidsdoorlichting van artikel 31.2 - bekostiging politie - waarbij wordt onderzocht in hoeverre sturing op bestel, beheer en landelijke beleidsdoelstellingen bijdraagt aan een goed functionerende politieorganisatie. | 31.2 | ||
Agressie en geweld tegen politieambtenaren | Ex ante | 2022 | afgerond | Agressie en geweld tegen politieambtenaren en andere functionarissen met een publieke taak: oorzaken en handelingsperspectieven. | 31.3 | ||
Multi governance Meldkamers | Ex durante | 2021/2022 | afgerond | Het functioneren evalueren van de multi governance van de meldkamers. | 31.3 | ||
Staatsnoodrecht | Ex ante | 2021/2022 | afgerond | In kaart brengen of er behoefte is aan een aanpassing cq. aanvulling op de geplande modernisering van het staatsnoodecht. | 31.3 | ||
Integrale aanpak van criminele jongeren | Ex durante | 2021 | afgerond | Uitvoering, resultaten en effecten van de integrale aanpak van criminele jongeren. Wat kunnen we leren van eerdere voorbeelden van een integrale aanpak van criminele jongeren, met name in relatie tot het voorkomen van doorgroei naar de georganiseerde criminaliteit? | 31.3 | ||
Onderzoek taakuitvoering LEBZ | Ex durante | 2022 | afgerond | Onderzoek naar de doelstellingen, de taken, de uitvoering van die taken en de behaalde resultaten van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ). | 31.3 | ||
Witwassen en de opsporing daarvan in het digitale tijdperk | Ex ante | 2021 | afgerond | Onderzoek naar fenomeen en (mogelijkheden voor) aanpak. | 31.3 | ||
Risico's belangenverstrengeling ex medewerkers | Ex ante | 2021 | afgerond | De risico’s van belangenverstrengeling, nadat een medewerker uit dienst is gegaan bij de politie en de Koninklijke Marechaussee. | 31.3 | ||
Hoorrecht burgers | Ex ante | 2021 | afgerond | Hoorrecht van burgers bij beoordeling geweldstoepassing politieambtenaren. | 31.3 | ||
Overig | Ex ante | 2022 | afgerond | Evaluatie pilot politiereprimande | 31.3 |
Thema | Subthema | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies / Toelichting | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Rechtspleging en rechtsbijstand | Hoge Raad | Ex post | 2022 | afgerond | Zie hoofdstuk 3.3 | 32.1 | |
Rechtsbestel | Ex post | 2022 | afgerond | Zie hoofdstuk 3.3 | 32.2 | ||
Rechtsbestel | Ex post | 2022 | afgerond | Zie hoofdstuk 3.3 | 32.3 | ||
Overig | 2022 | afgerond | Evaluatie artikel 80a Wet op de rechterlijke organisatie | 32.3 | |||
2022 | afgerond | Klassenjustitie in de strafrechtketen in Nederland ; Kwantitatief onderzoek | 32.3 | ||||
2022 | afgerond | Herstelrecht bij de politie | 32.3 | ||||
2022 | afgerond | Het begrip persoonsgegeven in de AVG | 32.3 | ||||
2022 | afgerond | Persoonsgegevens irt anonimerisering | 32.3 | ||||
2022 | afgerond | Elementen tijdelijke Covid-19 wetgeving Justitie en Veiligheid | 32 | ||||
2022 | afgerond | Verhouding strafvordering en gegevensverwerkingswetgeving | 32.3 | ||||
2022 | afgerond | Evaluatie UAVG | 32.3 | ||||
2022 | afgerond | Strafbaarstelling lijkschennis | 32 | ||||
2022 | afgerond | Eenvoudige adoptie | 32 |
Thema | Subthema | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies / Toelichting | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bestuur, informatie en technologie | Drugsbeleid | Ex post | 2022 | afgerond | Nederland telt eind 2020 564 coffeeshops verspreid over 102 gemeenten met een coffeeshopbeleid. Sinds de vorige meting eind 2018 – toen het aantal coffeeshops nog op 567 lag – zijn er negen coffeeshops verdwenen en zes bijgekomen. Ook in 2021 lijkt de stabilisatie van het aantal coffeeshops door te zetten: in maart 2021 is het aantal coffeeshops met één gestegen naar 565. In vergelijking met de voorgaande meting is in de beleidsvorm wederom weinig veranderd. | 33.2 | |
Experiment gesloten coffeeshopketen | Ex ante | 2023 | te starten | 33.2 | |||
Mensenhandel | Ex durante | 2022 | afgerond | 1. De drie prostitutiebeleidsvarianten criminalisering, regulering en decriminalisering hebben verschil lende politieke waarden, doelen en beleidsmaatregelen en acties. 2. Over veel mogelijke effecten van prostitutiebeleid kunnen op basis van eerder onderzoek geen ge fundeerde conclusies worden getrokken. 3. Bestaand onderzoek schijnt vooral licht op de gevolgen van beleid op de juridische en maatschappe lijke positie van sekswerkers. 4. (Gedeeltelijke) criminalisering verslechtert de positie en werkomstandigheden van sekswerkers.5. Regulering is de minst onderzochte beleidsvariant. 6. Decriminalisering in Nieuw-Zeeland verhoogt de ervaren autonomie van sekswerkers. | 33.2 | ||
Bestuurlijke aanpak | Ex post en ex durante | 2022 | afgerond | De wetswijziging van 2016 is in goede aarde gevallen. Cameratoezicht door gemeenten is flexibeler geworden en de meeste respondenten (90%) vinden dat de wet niet opnieuw hoeft te worden aangepast. | 33.2 | ||
Ex post | 2023 | afgerond | 1. Het bewustzijn van gemeenten van de aanwezigheid van georganiseerder criminaliteit is verder versterkt, maar nog niet organisatiebreed aanwezig. 2. De bestuurlijke en organisatorische verankering is verstevigd, maar de kwaliteit en continuïteit van de lokale organisatie blijft kwetsbaar. 3. De samenwerking in RIEC-verband is geprofessionaliseerd en zeer divers. 4. De informatiepositie van gemeenten is de achilleshiel bij de doorontwikkeling van de bestuurlijke aanpak. 5. Er is een kentering te zien in de aanpak van zaakgericht naar preventie. 6. De heroriëntatie op de bestuurlijke aanpak vraagt ook om een heroriëntatie van het strafrecht en het Rijk. 7. Er is een aanscherping nodig van de beleidstheorie achter de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. | 33.2 | |||
Opsporing en vervolging | Opsporingsmethoden | Ex ante en ex durante | nnb | lopend | De impact van encryptie op de opsporing. | 33.3 | |
Corruptie | Ex durante en ex post | 2023 | lopend | Onderzoek naar risico’s op corruptie in Nederland en weerbaarheid van het instrumentarium. | 33.3 | ||
Fraude | Ex post | 2023 | lopend | Evaluatie wet verruiming mogelijkheden bestrijding financieel-economische criminaliteit (wet Finec). | 33.3 | ||
Ex ante | ntb | lopend | Onderzoek naar voor- en nadelen van zelfonderzoek en zelfmelden door bedrijven. | 33.3 | |||
Ex post | 2023 | lopend | Evaluatie van de Wet versterking positie curator en de Wet civielrechtelijk bestuursverbod. | 33.3 | |||
Ex post | afstel | Aanvullende kwantitatieve data-analyses in het kader van de national risk assessment (NRA) witwassen en terrorismefinanciering 2019. Na een veranderde samenstelling van het iCOV is besloten dat de data-analyse geen meerwaarde heeft. | 33.3 | ||||
Verkeer | Ex post | 2023 | lopend | Evaluatie wet drugs in het verkeer. | 33.3 | ||
Privacy | Ex ante | 2022 | anders, nl | Nut en noodzaak om te komen tot een processenfonds.Valt niet onder art 33.3 | |||
Ondermijning | Ex post en ex durante | 2022 | afgerond | Nederland beschikt over misdaadondernemers die bij elkaar genomen ruime toegang hebben tot afnemers in binnen- en buitenland en tot uitvoerders met kennis en expertise. De situatie is daarmee tot op zekere hoogte vergelijkbaar met sommige legale markten waarop Nederland sterk is, met het belangrijke verschil dat de drugsmarkt zich minder eenvoudig laat sturen door middel van wet- en regelgeving, of met stimulerings- of ontmoedigingsmaatregelen. verder: 1. er lijkt geen sprake van een vestigingsklimaat dat buitenlandse criminele groeperingen ertoe heeft aangezet om zich (permanent) in ons land te vestigen. 2. Er zijn geen dwingende redenen waarom Nederland een spilfunctie zou moeten vervullen bij de grootschalige import, productie en de bijbehorende doorvoer en export van verdovende middelen. 3. publieke en private partijen hebben vele initiatieven ontplooid om de factoren die het vestigingsklimaat bepalen, te beïnvloeden. | 33.3 | ||
ex durante | 2022 | afgerond | Sinds medio 2019 heeft een onderzoeksteam van de Universiteit Maastricht (UM)/ Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), in opdracht van het WODC, de ontwikkelingen in het kader van deze versterking van de aanpak van ondermijnende criminaliteit op de voet gevolgd. Aanbevelingen: (1) Herbezin op de uitgangspunten; (2) Verbreed de kijk op het probleem; (3) Kijk meer over de grens; (4) Laat de term ondermijning los; (5) Laat de mantra van integraliteit los; (6) Denk niet in bestaande structuren; (7) Claim als Openbaar Ministerie een zichtbaardere rol in de aanpak; (8) Maak het werken bij de overheid aantrekkelijker. | ||||
ex ante | 2022 | afgerond | De onderzoekers schatten in dat een systeem van onderlinge informatiedeling door verhuurders uiteindelijk slechts een beperkte meerwaarde zal blijken te hebben bij het tegengaan van ondermijnende criminaliteit. Het is namelijk aannemelijk dat criminele personen c.q. groepen de nadelige gevolgen van deze lijst vrij eenvoudig zullen weten te neutraliseren. Daarbij komt dat er enige zorg bestaat over de mogelijk negatieve neveneffecten van een dergelijk systeem. | ||||
ex durante | 2022 | afgerond | De onderzoekers hebben een lijst indicatoren opgesteld die gebruikt zouden kunnen worden voor monitoring. Na beoordeling door experts van iedere indicator op wenselijkheid, beschikbaarheid en kwaliteit, resteerden 20 indicatoren die voldoende potentie hebben om te gebruiken voor de monitorfunctie. Deze indicatoren bevatten data die vaak periodiek beschikbaar zijn, maar waarvan de kwaliteit vaak nog verbeterd kan worden. De onderzoekers doen drie aanbevelingen: (1) Zoek aansluiting bij een bestaande monitor en richt niet zelf een nieuwe in; (2) Bestaande indicatoren dienen een kwaliteitsslag door te maken; (3) De monitormethodiek dient periodiek geëvalueerd te worden om te bezien of deze volstaat en hier beleidsrelevante vragen mee beantwoord kunnen worden. | ||||
Ex post | 2021 | afgerond | Daders van georganiseerde criminaliteit starten hun criminele carrière veelal als volwassenen. Personen in de georganiseerde criminaliteit komen vaak in hun twintigste levensjaar voor het eerst in aanra king met justitie en plegen rond hun veertigste een eerste delict in georganiseerd verband. Belangrijke ingroeimechanismen: 1) sociale relaties en het sociale sneeuwbaleffect, 2) de invloed van werk en werkrelaties, 3) hobby’s en nevenactiviteiten, 4) levens loopgebeurtenissen en 5) bewuste rekrutering door criminele groepen. Bij uitstek is het hebben van familieleden, vrienden en kennissen in de georganiseerde criminaliteit de belangrijkste risicofactor. De overige gefun deerde risicofactoren zijn: man-zijn, een hogere leeftijd ten opzichte van daders van «algemene» criminaliteit, antisociale persoonlijkheidskenmerken, het heb ben van een criminele achtergrond en criminele vaardigheden, drugsgebruik, een laag opleidingsniveau en het hebben van specifiek(e) werk(omstandigheden) | 33.3 | |||
Ex post | 2021 | afgerond | Om effecten van de aanpak van georganiseerde drugscriminaliteit te kunnen meten is het van belang dat heldere doelstellingen worden geformuleerd op beleidsmatig niveau. De belangrijkste knelpunten in de uitvoering kunnen als volgt worden samengevat: 1. Organisatieveranderingen en beleidskeuzes bij de politie. Als gevolg van wisselende organisatorische keuzes en gestelde prioriteiten én de opeenvolging van bezuinigingen en toedeling van extra middelen als gevolg van die wisselende prioriteiten, ging op het ene moment specialistische expertise verloren, terwijl die op een ander moment weer moest worden opgebouwd wanneer de problemen, zoals die rondom synthetische drugs, weer begonnen toe te nemen. 2. De uitvoering van de integrale aanpak vergt veel inspanning en de resultaten ervan zijn moeilijk te meten. 3. Financiële opsporing en ontneming blijven een aandachtspunt: twijfel of de ontnemingsvorderingen juist de ‘grote’ criminelen treffen of eerder de kleinere. Moet bij het ‘afpakken’ niet gekozen voor meer maatwerk, bijvoorbeeld door de ontnemingsvordering in specifieke gevallen te beschouwen als een ‘schuld aan de samenleving’ die criminelen geleidelijk kunnen aflossen door geen misdrijven meer te plegen? | 31.3 | |||
Geweld | Ex ante | 2022 | afgerond | De deskundigen zien geen heil zien in een betrouwbare omvangschatting op basis van de thans bekende methodes. Bij alle geselecteerde vormen van kindermishandeling en -misbruik is de registratie een obstakel voor een valide en betrouwbare schatting. Bij specifieke vormen van kindermishandeling in specifieke subgroepen, zoals seksueel misbruik van kinderen binnen de gemeenschap van Jehova’s getuigen en georganiseerd sadistisch misbruik gelden bovenstaande overwegingen evenzeer, maar vormen de inherente kenmerken van de vorm van misbruik een additionele hindernis voor een betrouwbare schatting. | 33.3 | ||
Cybercrime | Ex post | 2021 | afgerond | Aan de inzet van de hackbevoegdheid gaat een uitgebreid toetsingstraject vooraf door verschillende actoren. De technische toets vindt echter plaats bij een beperkt aantal personen. De rest van de actoren vaart op die deskundigheid. Binnendringen in een geautomatiseerd werk kan niet altijd volledig op afstand, in tegenstelling tot wat de wetgever lijkt te hebbenvoorzien. Digit heeft daarom behoefte aan een (heimelijke) steunbevoegdheid die er momenteel niet is.• De meldplicht ten aanzien van onbekende kwetsbaarheden geldt ook ten aanzien van kwetsbaarheden in geautomatiseerde werken die vrijwel alleen voor criminele doeleinden worden gebruikt. Dat is een knelpunt voor de opsporingsprakrijk, omdat personen met criminele intenties uiteindelijk op de hoogte moeten worden gebracht dat in hun systeem zich een kwetsbaarheid bevindt. Het is de vraag of dat werd bedoeld met het veiliger maken van computersystemen en het internet, een belangrijke reden waarom de meldplicht er is gekomen.• Bij het grootste deel van de inzetten is, in tegenstelling tot de verwachting van de wetgever, gebruikgemaakt van een commercieel middel. Voor de opsporingspraktijk is de inzet van dat middel noodzakelijk. Zonder de inzet ervan zou het grootste deel van de inzetten op een telefoon niet mogelijk zijn geweest.• De verplichting, voortvloeiend uit het Regeerakkoord, om bij een commercieel middel voor elke inzet een nieuwe licentie aan te schaffen, zorgt er hoogstwaarschijnlijk voor dat voor het gebruik ervan meer geld betaald wordt dan nodig is. Het is onwaarschijnlijk dat deze regeling voorkomt dat de markt van onbekende kwetsbaarheden gestimuleerd wordt. De Inspectie JenV richt zich op de naleving van regels en niet op de uitvoerbaarheid van die regels. Digit ervaart dit als lastig, omdat een deel van de regels in haar ogen niet uitvoerbaar is en Digit dus nooit aan die regels zal (kunnen) voldoen.• Het is onduidelijk wat de consequenties zijn als de Inspectie constateert dat de regels niet worden nageleefd.• De reikwijdte van het toezicht door de Inspectie leidt tot discussie. Die discussie wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het feit dat het werk van Digit OM en Digit-politie onlosmakelijk met elkaar verbonden is.• Het is voor de Inspectie niet goed mogelijk om systeemtoezicht uit te voeren, omdat Digit niet beschikt over een (volledig) eigen kwaliteitssysteem. In de praktijk bestaat onduidelijkheid over wat onder een kwaliteitssysteem moet worden verstaan. | 33.3 | ||
Overig | 2022 | afgerond | Neurotechnologie | 33.3 | |||
2022 | afgerond | Evaluatie versterking aanpak ondermijnende criminaliteit | 33.3 | ||||
2022 | afgerond | Nulmeting en evaluatie van de inzet en het gebruik van de korte wapenstok door buitengewone opsporingsambtenaren | 33.2 | ||||
2022 | afgerond | Beschikbare indicatoren om de ´effectiviteit´ van de aanpak van georganiseerde misdaad te beoordelen | 33.2 | ||||
2022 | afgerond | Informatiedeling verhuurders ter bestrijding van crimineel pandgebruik | 33 |
Thema | Subthema/kennisbehoefte | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies / Toelichting | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Sanctie uitvoering | Gevangeniswezen | Ex post | 2021 | afgerond | In opdracht van WODC is door EMMA een eindevaluatie uitgevoerd naar de Social Impact Bond. Hierin zijn inhoudelijke en procesmatige lessen van de SIB beschreven. Belangrijke lessen waren o.a. dat de partijen, door de constructieve/flexibele opstelling, geschoven zijn in hun feitelijke rol in de SIB. Dit heeft tot gevolg gehad dat de SIB in mindere mate gekarakteriseerd kan worden als Social Impact Bond. Daarnaast is een belangrijke les dat een dergelijk ingewikkeld project een gedegen voorbereiding behoeft, waabrij aan de voorkant meer gebruik wordt gemaakt van de beschikbare kennis over de doelgroep/interventie/mogelijke resultaten. | 34.3 | |
Ex durante | 2021 | afgerond | Door Panteia is een effectevaluatie uitgevoerd naar de Social Impact Bond ''werk na detentie''. Dit onderzoek is op 18 maart aan de Tweede Kamer aangeboden. Uit onderzoek is gebleken dat het minder goed gelukt is om deelnemers aan het project ''werk na detentie'' aan het werk te krijgen dan vooraf gedacht. Ook bleek er geen bewijs te zijn dat de interventie ervoor heeft gezorgd dat er minder vaak gebruik werd gemaakt van uitkeringen door de deelnemers. | 34.3 | |||
Ex durante | 2022 | lopend | Recidive onder justitiabelen, wordt tweejaarlijks herhaald (volgende 2023). | 34.3 | |||
Ex durante | 2022 | afgerond | Recidive onder volwassen en jonge daders. | 34.3 | |||
Ex durante | 2021 | afgerond | Recidive onder justitiabelen in Nederland. | 34.4 | |||
Ex durante | 2022 | afgerond | Kwalitatief onderzoek ISD. Volgt op effectmeting ISD uit 2020. | 34.4 | |||
Ex durante | 2022 | afgerond | Klantreisonderzoek re-integratie ex-gedetineerden. | 34.4 | |||
Ex post | 2022 | afgerond | Evaluatie regeling levenslanggestraften. Evaluatie regeling (ruim) drie jaar na start werkzaamheden. Geconcludeerd wordt dat het Besluit Adviescollege levenslanggestraften als zodanig adequaat functioneert maar er ruimte is voor verbetering. De aanbevelingen zien op: 1) De opzet, inclusief de duur van de re-integratiefase moet opnieuw worden doordacht, 2) Het ACL moet als organisatie worden verstevigd, 3) Veranderingen tijdens de detentie van levenslanggestraften tot aan toepassing van het Besluit, 4) Tijdige beschikbaarheid en volledigheid van informatie: strafdossier, penitentiair dossier, justitiële documentatie 5) Vervroeging van de start van de werkzaamheden van het Adviescollege, 6) Verbetering van de begeleiding van het slachtoffer, 7) Voorziening voor gefinancierde rechtsbijstand, 8) Verbeteringen in de informatievoorziening aan en in positie van levenslanggestrafte en 9) Actualiseren Ketenwerkproces, institutionaliseren van overleg. | 34.3 | |||
Geldelijke sancties | Ex ante | 2021 | afgerond | Ontwikkeling Evaluatiekader verplicht financieel toezicht . | 34.4 | ||
Ex post | 2022 | afgerond | Evaluatie noodstopprocedure. Bij invoering noodstopprocedure op 1 april 2020 is toegezegd deze na 2 jaar te evalueren. | 34.4 | |||
Wet SenB | Ex ante | 2021 | afgerond | Opstellen onderzoeksprogramma visie GW en wet Straffen en beschermen. | 34.3 | ||
Koers en Kansen | Ex post | 2022 | afgerond | Evaluatie programma Koers en Kansen. | 34.3 | ||
PGA | Ex post | 2022 | onbekend | Evaluatie van de PGA tool. | 34.4 | ‒ | |
Ketensturing | Executiedomein | Ex durante | 2022 | afgerond | Gateway Review op de wet SenB. | 34.3 | |
Zorg en veiligheidshuizen | Ex ante | 2022 | Nog te plannen | Beleidsonderzoek/evaluatie ex ante naar toekomstontwikkeling governance zorg- en veiligheidshuizen. | 34.5 | nvt | |
Forensische zorg | overige Forensische Zorg | Ex post | 2022 | afgerond | Plan-evaluatie Wet Forensische Zorg. De stelselwijziging van de forensische zorg en de daaruit voortkomende Wfz heeft geleid tot grootschalige wijzigingen in de systematiek van inkoop van en toeleiding naar forensische zorg. | 34.3 | |
Ex post | 2021 | afgerond | Basisprogramma recidiveonderzoek Forensische Zorg. Ondanks dat delicten tijdens FZ vaker in de publieke belangstelling hebben gestaan, geeft het huidige onderzoek voor het eerst cijfers over de aard en omvang van derecidive tijdens FZ-trajecten, verschillen wat betreft het recidiverisico tussen typen FZ en risicofactoren voor recidive tijdens FZ. De cijfers laten zien dat recidivedelictentijdens FZ-trajecten geen uitzondering zijn. | 34.3 | |||
Preventieve detentie | Ex ante | 2022 | Te starten | WODC onderzoek naar omvang van preventieve detentie. | 34.3 | nvt | |
Jeugdcriminaliteit | Doorlooptijden | Ex durante | Doorlopend | afgerond | Strafrechtketenmonitor. | 34.5 | |
Ex durante | Doorlopend | afgerond | Jeugdstrafrechtketenmonitor. | 34.5 | |||
Verharding | Ex durante | 2023 | Lopend | In de context van de Monitor Jeugdcriminaliteit is door het WODC reen deelstudie gestart naar de ontwikkeling en nadereduiding van ernstige geweldscriminaliteit onder jeugdigen, aan de hand van een nadere analyse van politie- en justitieregistratie, zelfrapportage-onderzoek onder jongeren, vonnisanalyse over meerdere jaren en literatuuronderzoek. De deelstudie is naar naar verwachting in het najaar van 2023 gereed. | 34.5 | nvt | |
Jeugdsancties | Ex durante | Doorlopend | afgerond | Monitor jeugdcriminaliteit. | 34.5 | ||
Te starten | Ex durante | 2021 | afgerond | Verdiepingsonderzoek toename jeugdrecidive. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) onderzoekt de stijging van recidive onder jongeren tussen uitstroomjaar/cohort 2008 en 2017. Uit dit onderzoek dat de stijging van de recidive niet doorzet in cohort 2016 en cohort 2017. Verder blijkt uit het onderzoek dat het hebben van eerdere justitiecontacten en het wonen in een buurt met hoge criminaliteitscijfers een sterkere risicofactor voor recidive is geworden. | 34.5 | ||
Ex durante | 2021 | afgerond | Recidivemonitor, jeugdige daders en ex JJI. | 34.5 | |||
Ex post | 2022 | afgerond | Evaluatie pilot Halt voor jongvolwassenen. Het rapport evalueert de pilot Halt 18+ die liep van november 2019 tot voorjaar 2021 in het arrondissement Rotterdam-Rijnmond. Bij deze pilot konden jongeren van 18 tot 23 jaar, die voor het eerst een ‘Halt-waardig’ delict pleegden ('first offenders') een Halt-afdoening krijgen. Het gaat om delicten als winkeldiefstal, vernieling of oplichting. | 34.5 | |||
Ex post | 2022 | afgerond | Predictieve validiteit Halt Signaleringsinstrument, daderprofielen Haltpopulatie. Jaarlijks krijgen zo’n 10.000 tot 15.000 jongeren een Halt-afdoening opgelegd. In het startgesprek worden hun recidiverisico en criminogene behoeften ingeschat via het Halt-signaleringsinstrument (Halt-SI). Op basis daarvan wordt de Halt-afdoening ingevuld en wordt de jongere, als het nodig is, doorverwezen naar hulpverlening. Door andere wegingen toe te passen, kan de voorspellende waarde (predictieve validiteit) van het Halt-SI worden verbeterd. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, in opdracht van het WODC. | 34.5 | |||
Ex post | 2021 | afgerond | Evaluatie pilot Reprimande. Het rapport bevat een evaluatie van de landelijke Pilot Reprimande. Het gaat hierbij om een politie -reprimande voor minderjarige first offenders van lichte feiten. | 34.5 | |||
Ex durante | 2022 | afgerond | Beleidsbenutting LIJ: op weg naar daderprofielen jeugdige delinquenten. | 34.5 | |||
Ex durante | 2022 | afgerond | Toeleiding gedragsinterventies vanuit het LIJ. | 34.5 | |||
Ex post | 2021 | afgerond | Evaluatie zorgconferenties 15+ . | 34.5 | |||
Ex durante | 2021 | afgerond | Monitor stelselwijziging vrijheidsbeneming justitiële jeugd (VIV JJ). | 34.5 | |||
Adolescentenstrafrecht | Ex post | 2021 | afgerond | Evaluatie van het adolescentenstrafrecht. Een Multi criteria evaluatie. Het rapport bevat een overkoepelende evaluatie van de aparte bejegening van jongvolwassenen volgens het jeugdstrafrecht in Nederland en de doeltreffendheid van deze aparte bejegening. Het richt zich op de mogelijkheden en knelpunten van de invoering van het adolescentenstrafrecht en op de mogelijkheden voor de toekomst in de aanpak van jongvolwassen daders van een misdrijf. | 34.5 | ||
Leerplicht | Ex durante | 2021 | afgerond | Effectrapportage methodische aanpak schoolverzuim. | 34.5 | ||
Familie/Personenrecht | Scheiden zonder schade | Ex post | 2022 | afgerond | Programmaevaluatie. | 34.1 | |
Meerouderschap | Ex ante | 2022 | lopend | Onderzoek meerouderschap. Ter uitvoering van de motie Van Ginneken wordt geInventariseerd hoe meerouderschap kan worden geïnventariseerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van focusgroepen om de diverse maatschappelijke behoeften (bijvoorbeeld van meerouders, kinderen en jeugdbescherming) in kaart te brengen | 34.5 | ||
Jeugdbescherming | Ex post | 2022 | afgerond | Eindevaluatie herziene kinderbeschermingswetgeving. Het betreft een eindevaluatie van de Wet herziening kinderbeschermingsmaatregelen die op 1 januari 2015 in werking is getreden, uitgevoerd door de Universiteit Leiden. Het onderzoek laat zien dat de randvoorwaarden die nodig zijn voor de realisatie van de beoogde doelen sinds de invoering van de Jeugdwet onder druk staan en onvoldoende zijn. Er spelen veel problemen in de praktijk, zoals financiële tekorten, wachtlijsten en lange doorlooptijden, tekorten aan jeugdbeschermers en aan jeugdhulpaanbod. De zorgen die er bestaan over de stand van de jeugdbescherming hebben er volgens de onderzoekers ook toe geleid dat in het afgelopen jaar een discussie is ontstaan over onvoldoende rechtsbescherming van kinderen en ouders in de jeugdbescherming. Ook in dit onderzoek zijn deze zorgen naar voren gekomen. Door de onderzoekers worden 25 aanbevelingen gedaan. De aanbevelingen hebben betrekking op de rechtsgrond voor de ots, de aanvaardbare termijn, de verhouding tussen de ots en de uithuisplaatsing, voogdij, toetsende taak van de kinderrechter, hoorrecht minderjarige, de ouder als verzoeker, het familiegroepsplan, de geschillenregeling bij de ots, een transparantie uitvoering van de ots, de rol van de kinderrechter, taken van de GI en RvdK en nader onderzoek. | 34.5 | ||
Ex post | 2022 | afgerond | De UvA heeft onderzoek gedaan naar het aantal broers en zussen dat bij een gezamenlijke (gelijktijdige) uithuisplaatsing gescheiden geplaatst wordt en welke redenen hieraan ten grondslag liggen. Door de onderzoekers worden aanbevelingen gedaan voor beleid en praktijk gericht op:1. het verbeteren van de registratie van plaatsingen;2. de Richtlijn Uithuisplaatsing (verdere uitbreiding en onderbouwing);3. het terugdringen van gescheiden plaatsingen door uitbreiding van de plaatsingsmogelijkheden, het beter faciliteren en ondersteunen van pleeggezinnen en gezinshuizen en het wegnemen van financiële belemmeringen. | 34.5 | |||
Ex post | 2022 | afgerond | Eindevaluatie van het Actieplan Verbetering feitenonderzoek in de jeugdbescherming | 34.5 | |||
Integriteit | VOG | Ex post | ntb | Te starten | Effectmeting van de VOG waarbij tevens CBS-data moeten worden betrokken. | 34.2 | nvt |
Slachtofferbeleid | Ex ante | ntb | Te starten | Implementatie van beleidspijlers (mede ingegeven door vastgestelde EU minimumnormen voor slachtoffers): rechtspositie, bescherming, bejegening/informeren en schadeverhaal van slachtoffers. | 34.4 | nvt | |
Adviescollege schade | Ex ante | 2022 | afgerond | Opvolging adviescollege schadeverhaal van slachtoffers van criminaliteit. Kan leiden tot een herziening van het stelsel van schadeverhalen van slachtoffers. Het rapport geeft op drie beleidsterreinen rechtvaardigingsgronden voor overheidsbeleid in geval van schade bij slachtoffers van strafbare feiten en leidt tot een aantal adviezen op onderstaande terreinen: A. Het wegnemen van belemmeringen bij de toegang tot algemene voorzieningen (gezondheidszorg, sociale zekerheid en verzekeringen) B. Het bieden van bijzondere vormen van ondersteuning aan bepaalde slachtoffers van ernstige misdrijven (het Schadefonds Geweldsmisdrijven). C. Het faciliteren van slachtoffers in hun schadevergoedingsaanspraak op de dader (de schadevordering in het strafproces). Het adviescollege heeft per beleidsterrein een aantal aanbevelingen gegeven om te komen tot een afgewogen, consistent en betaalbaar stelsel voor vergoeding van en tegemoetkoming in schade van slachtoffers van strafbare feiten. | 34.4 | ||
Bescherming van slachtoffers | Ex durante | 2021 | afgerond | What works bij slachtoffers. Uit dit onderzoek blijkt dat SHN psychosociale ondersteuning biedt die aansluit bij Europese en Nederlandse richtlijnen, waarbij er volgens de onderzoekers van uitgegaan mag worden dat die hulp daadwerkelijk bijdraagt aan het verwerken van de traumatische gebeurtenis. Benadrukt wordt dat dienstverlening, inclusief doorverwijzing wanneer een behandeling wenselijk is, altijd maatwerk is. | 34.4 | ||
Ex durante | 2021 | afgerond | Evaluatie van de (financiële) governance van de CSG´s. Het Centrum Seksueel Geweld (CSG) verleent sinds 2012 multidisciplinaire zorg aan slachtoffers van seksueel geweld. Inmiddels werken op zestien locaties in het land verpleegkundigen, politie, (forensisch) artsen en hulpverleners zoveel mogelijk vanuit één loket samen. Om deze waardevolle netwerksamenwerking verder te versterken en toekomstbestendig te maken, is het van belang om netwerkpartners langduriger te verbinden aan de regionale samenwerking. Ook is het belangrijk de sleutelposities van coördinatoren en casemanagers te verstevigen en met de financiers toe te werken naar een duurzaam commitment en langcyclischere financiering. | 34.4 | |||
Rechten van slachtoffers | Ex post | 2022 | afgerond | Evaluatie wet uitbreiding spreekrecht slachtoffers en nabestaanden in het strafproces. Het WODC heeft een evaluatie uitgevoerd naar het onbelemmerd spreekrecht voor slachtoffers van strafbare feiten. Slachtoffers maken vaak gebruik van de uitbreiding van het spreekrecht en ervaren dit als prettig. De ervaringen van professionals verschillen per beroepsgroep. | 34.4 | ||
Slachtofferbeleid in brede zin | Ex durante | 2022 | afgerond | Derde meting Slachtoffermonitor. Periodiek onderzoek om de ervaringen van slachtoffers met de justitiële slachtofferondersteuning te meten. | 34.4 | ||
Fenomenen / dadergerichte / slachtoffergerichte preventie | Voorkomen slachtofferschap | Ex durante | 2021 | afgerond | Onderzoek effectieve (inter)nationale preventie matregelen woninginbraken (WODC). Eenmalig onderzoek naar ‘best practices’ ter ondersteuning preventiebeleid. | 34.2 | |
Ex post | 2021-2022 | onbekend | Effectevaluatie campagne Preventie woninginbraken. Via AZ. | 34.2 | ‒ | ||
Ex post | 2022 | onbekend | Effectevaluatie campagne Preventie slachtofferschap ouderen: Ouderen en veiligheid. | 34.2 | ‒ | ||
Ex ante | 2020 | geannuleerd | Inventarisatie basisschool programma’s op digitale weerbaarheid door AEF. | 34.2 | nvt | ||
Voorkomen daderschap | Ex post | 2022 / 2023 | onbekend | Diverse effectevaluaties: IPTA, AJB, AJB junior, cyber rijbewijs. | 34.2 | ‒ | |
Geweld | Ex post | 2022 | afgerond | Evaluatie Wet Middelenonderzoek Geweldplegers door WODC. | 34.2 | ||
Verwarde personen | Ex post | ntb | onbekend | Effectevaluatie Pilot bestuurlijk toezicht. Onderzoek met het oog op de landelijke invoering van het toezicht. | 34.2 | ‒ | |
Personen met LVB | Ex post | 2021 | afgerond | Evaluatie actieprogramma ZonMW door universiteit van Rotterdam. De belangrijkste bevindingen:1 De implementatie van de Wvggz en Wzd is op gang gekomen, maar verloopt op tal van punten nog moeizaam, zeker waar het gaat om de Wzd. 2 De relatie tussen de Wvggz en de Wzd is ingewikkeld, en roept in de uitvoeringspraktijk veel vragen op. 3 De resultaten van de invoering van de Wvggz en Wzd bewegen zich langzaam in de richting van de met beide wetten beoogde doelstellingen. 4 Waar het gaat om het verbeteren van de rechtsbescherming van patiënten/cliënten is sprake van een gemengd beeld. 5 In de praktijk spelen zodanige vragen en problemen dat in dit onderzoek in totaal 70 aanbevelingen voor verbetering worden gedaan. Deze richten zich niet alleen op de inhoud van beide wetten, maar ook op randvoorwaarden en aanpalende kwesties (zoals bijvoorbeeld richtlijnen uit het veld). | 34.5 | ||
Ex post | 2021 | afgerond | Evaluatie Landelijk coördinatiepunt beveiligde bedden. De Nederlandse GGZ. | 34.5 | |||
Ex ante | 2021 | onbekend | Top 1500 verward en risicovol door AEF. | 34.5 | ‒ | ||
Ex ante | 2021 | Afgerond | Onderzoek Ketenveldnorm door Significant in opdracht van de Nederlandse GGZ. | 34.5 | |||
Huiselijke geweld & kindermishandeling | Ex post | 2022 | te starten | Meerjarenonderzoeks-programma. | 34.5 | nvt | |
Overig | Gevangeniswezen | 2022 | Afgerond | Recidive onder ex gedetineerden. | 34.3 | ||
2022 | Afgerond | Beklagrecht | 34.3 | ||||
Jeugdsancties | 2022 | Afgerond | Recidive van jeugdigen nader verklaard | 34.3 | |||
2022 | Afgerond | Hotspots MJC | 34.5 | ||||
2022 | Afgerond | Vervolgonderzoek strafmaat Jeugd | 34.5 | ||||
Verkeer | 2022 | Afgerond | Differentiële effectiviteit maatregelen (rij)geschiktheid voor bestuurders onder invloed van alcohol | 34.3 | |||
2022 | Afgerond | Onderzoek naar inning van buitenlandse boetes | 34.3 | ||||
Huiselijk geweld | 2022 | Afgerond | Effectiviteit van de BORG-training onder daders van huiselijk geweld | 34.3 | |||
2022 | Afgerond | Monitor huiselijk geweld en seksueel geweld (2e meting) | 34.4 | ||||
2022 | Afgerond | Secundaire analyse: fenomenen van seksueel geweld in Nederland | 34.4 | ||||
Forensische zorg | 2022 | Afgerond | Monitoring toepassingen WLT 2020 | 34.3 | |||
2022 | Afgerond | Evaluatie Wet Forensische Zorg - Vervolgonderzoek naar weigerende verdachten | 34.3 | ||||
2022 | Afgerond | Deelonderzoek wetswijzigingen weigeraanpak | 34.3 | ||||
2022 | Afgerond | Verbetermaatregelen BIJ-regeling | 34.3 | ||||
2022 | Afgerond | Sociale robotica in de forensische zorg | 34.3 | ||||
Slachtofferbeleid | 2022 | Afgerond | Gedragsverandering ter voorkoming van (slachtofferschap van) cybercriminaliteit | 34.4 | |||
2022 | Afgerond | Kosten van voorschotregeling bij afgesplitste vordering benadeelde partij | 34.4 | ||||
Scheiden zonder schade | 2022 | Afgerond | Factsheet scheidingen 2020 | 34.1 | |||
2022 | Afgerond | Gebruik internationale DNA-databanken door geadopteerden n.a.v. interlandelijke adopties | 34.5 |
Thema | Subthema/kennisbehoefte | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies / Toelichting | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Nationale Veiligheid | Nationale Veiligheid | Ex post | 2021 | Afgerond | Midterm review 2021 Nationale Veiligheid Strategie. Nederland is door zijn open samenleving in combinatie met verslechterde geopolitieke verhoudingen kwetsbaar. Onze veiligheidssituatie is verder verslechterd, onze weerbaarheid dient te worden verhoogd. Een integrale benadering die de uiteenlopende aspecten van veiligheid verbindt, is hiervoor noodzakelijk. | 36.2 | |
Contraterrorisme | Ex durante en ex post | 2021 | Afgerond | Evaluatie PNR wet. De PNR-wet lijkt steeds vaker in een behoefte te voorzien bij opsporingsinstanties. Of deze wet effect heeft bij de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven, is met het oog op het tijdsbestek nu nog niet te zeggen. | 36.2 | ||
Ex durante en ex post | 2021 | Afgerond | Evaluatie Wet Precursoren voor explosieven. Het onderzoek blikt terug op de wijze waarop het vergunningstelsel van de Wpe heeft gefunctioneerd. Inmiddels is het vergunningsstelsel echter aangepast. Of het vergunningstelsel zou moeten worden gecontinueerd, bijgesteld of afgeschaft, kan op basis van de onderzoeksresultaten daarom niet worden gezegd. | 36.2 | |||
Ex post | 2021 | Afgerond | Evaluatie Nationale Contraterrorismestrategie 2016-2020 fase 1: analyse en meetbaarheid beleidsmaatregelen. Het onderzoek bevestigt dat het kwantitatief meten van de effectiviteit van het CT-beleid niet mogelijk is. Dat komt met name doordat informatie over de voor-na en met-zonder situatie niet beschikbaar is. | 36.2 | |||
Ex durante en ex post | 2023 (herzien) | Lopend | Evaluatie contraterrorisme-wetgeving. | 36.2 | |||
Ex durante en ex post | Afgerond | Evaluatieonderzoek ROR | 36.2 | Nvt | |||
Ex ante, ex durante en ex post | 2022 | Afgerond | NRA Terrorismefinanciering 2021-2022. Gemeenten zetten in de omgang met de problematiek rond radicaliserende of extremistische personen, groepen en hun drijfveren vooral in op kennisverbetering, het vergroten van weerbaarheid onder kwetsbare groepen, en op het vroegtijdig ingrijpen bij individuen in het radicaliseringsproces. Om tot een meer evidence based aanpak te komen, is het nodig dat de doelstellingen voor de besteding van het geld duidelijk zijn geformuleerd. | 36.2 | |||
Ex ante, ex durante en ex post | 2024 | Lopend | NRA Terrorismefinanciering 2021-2022. | 36.2 | |||
Ex ante, ex durante en ex post | 2022 | Afgerond | Werken aan weerbaarheid tegen desinformatie en eenzijdige meningsvorming. Evaluatie lesprogramma Under Pressure. Uit zowel de interviews met docenten, leerlingen en peer educators als uit de observaties van de lessen ‘Under Pressure’ over desinformatie en eenzijdige meningsvorming komt naar voren dat de belangrijkste opbrengsten liggen op kennis- en bewustzijnsniveau. | 36.2 | |||
Cybersecurity | Ex post | 2022 | Afgerond | Evaluatie van de opbouw en meetbaarheid van de Nederlandse Cybersecurity Agenda. De NCSA heeft een duidelijk gelaagd karakter met een overkoepelende doelstelling die uiteenvalt in zeven ambities. Deze ambities sluiten goed aan bij de overkoepelende doelstelling, maar zijn noch gelijksoortig noch wederzijds uitsluitend. Hoewel in enkele gevallen rekening moet worden gehouden met de slechte meetbaarheid van bepaalde aspecten is het volgens de onderzoekers voor alle ambities mogelijk om een procesevaluatie uit te voeren. Waar het gaat om de meetbaarheid van het doelbereik zien de onderzoekers flinke verschillen tussen maatregelen en ambities. De meetbaarheid van de effectiviteit is het laagst. Vanuit een breder perspectief is het bovendien zeer lastig om te bepalen of de ambities behaald zijn en wat de rol van de NCSA daarin was. Hetzelfde geldt voor de overkoepelende doelstelling van de NCSA. | 36.2 | ||
Ex durante | 2021 | Afgerond | Initiele Evaluatie Cyber Intel / Info Cel (CI/IC) | 36.2 | Nvt | ||
Ex durante | 2023 (herzien) | Lopend | Evaluatie Cyber Intel / Info Cel (CI/IC). | 36.2 | Nvt | ||
Bewaken en Beveiligen | Ex ante | 2021 | Afgerond | Op dit moment staat het stelsel onder hoge (operationele) druk, waarbij het geconfronteerd wordt met complexe en langdurige zaken. Het stelsel krijgt hierdoor steeds vaker te maken met vraagstukken waar het niet altijd een uniform, efficiënt en flexibel antwoord op heeft. Het stelsel is in de huidige constellatie niet in staat gebleken om zichzelf door te ontwikkelen. Het stelsel is door de urgentie van de dagelijkse operationele actualiteit steeds meer reactief gaan werken en zoekt antwoorden en oplossingen in de waan van de dag. Hierdoor blijft er zeer beperkte ruimte over om ervaren knelpunten in samenhang te bezien en te werken aan kwaliteitsverbetering en innovatie. Vanuit het huidige fundament dient een transitie plaats te vinden van een reactief, vraaggericht en bestuurlijk versnipperd stelsel naar een flexibel, proactief en uniform stelsel. Hiervoor is geen grootschalige reorganisatie nodig, maar dienen gerichte versterkingen te worden aangebracht. Dit vergt scherpe keuzes. In de kern gaat het daarbij om een krachtige en robuuste aansturing, verscherping van een aantal (beleids)uitgangspunten, een sterkereinformatiepositie met de inzet om meer aan de voorkant van de dreiging te komen, synergie en innovatie in de uitvoering van beveiligingsopdrachten en kwaliteitsborging. | 36.2 | ||
Overig | 2022 | Afgerond | Handreiking evalueren | 36.2 | |||
2022 | Afgerond | Naar meer evidence based beleid | 36.2 | ||||
2022 | Afgerond | Open source encryptie | 36.2 | ||||
2022 | Afgerond | Ransomware risico-afwegingen | 36.2 |
Thema | Subthema/kennisbehoefte | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies / Toelichting | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Behandelen asielverzoeken | Procedures | 37.2 | |||||
a) Snelheid, kwaliteit, maatwerk, efficiëntie | Ex post | 2022 | afgerond | Onderzoek: Rapport Tijd voor kwaliteit (Inspectie Justitie en Veiligheid). Inspectierapport 'Tijd voor kwaliteit': de Immigratie- en Naturalisatiedienst dient voldoende mensen, middelen en tijd te krijgen om asielaanvragen zorgvuldig af te kunnen handelen. | 37.2 | ||
Ex post | 2022 | afgerond | Rapport Knelpuntenanalyse Nareis (IND O&A). De Directie Asiel en Bescherming (A&B) heeft de afdeling Onderzoek en Analyse (SUA/O&A) verzocht onderzoek te doen naar de afhandeling van nareisaanvragen asiel. Aanleiding hiervoor is haar vermoeden dat een groot deel van de nareisaanvragen asiel pas ingewilligd wordt na een traject van herstel verzuim bieden, onderzoek(en) doen, bezwaar, en eventueel beroep. De Directie A&B vermoedt dat deze gang van zaken verband houdt met het late moment van onderbouwing van de aanvraag. De directie stelt zich de vraag: waarom komen de relevante feiten of stukken pas zo laat boven tafel? In het licht van klantwaarde (de wens tot een snel besluit over gezinshereniging), dwangsommen en achterstanden, is het noodzakelijk de nareis aanpak te onderzoeken. Ook zal er een aanzienlijk aantal nareisaanvragen volgen op de ingewilligde asielaanvragen door de Taskforce. Dit rapport bevestigt de aanname van de directie A&B dat nareisaanvragen vaak pas ingewilligd worden na een traject van herstel verzuim bieden, onderzoek(en) doen, bezwaar en eventueel beroep. | 37.2 | |||
Ex post | 2022 | afgerond | Duiding inwilligingspercentages asiel, Mogelijke verklaringen voor de fluctuatie in het inwilligingspercentage over de periode 2015-2021 (IND O&A). Dit raakt ook aan procedures algemeen. | 37.2 | |||
c) Veiligelandenbeleid | 2022/2023 | lopend | Dit WODC onderzoek wordt afgerond in 2023. | 37.2 | |||
Ketensamenwerking | Ex post | 2022 | afgerond | Evaluatie van het Samenwerkingsverband Kinderen In het Vreemdelingenbeleid (SKIV), door de IND. | 37.2 | ||
Menselijke maat | Ex ante | 2022 | afgerond | Commentaar van de Adviesraad Migratie: Het evenredigheidsbeginsel biedt perspectief. Herziening van de belangenafweging bij intrekking verblijfsvergunning. | 37.2 | ||
Opvang-modaliteiten | Effectiviteit van verschillende modaliteiten | Ex durante | 2022 | afgerond | Onderzoek Incidenten en misdrijven door COA-bewoners 2017-2021 (WODC): Dit rapport bevat informatie over incidenten en misdrijven door COA-bewoners en heeft het karakter van een monitor. Het doel van de onderhavige rapportage is tweeledig. Ten eerste worden incidenten op COA-locaties (in relatie tot de totale groep COA-bewoners) beschreven en wordt daarmee een algemeen beeld geschetst van de situatie op COA-locaties. Daarnaast geeft het een overzicht van de misdrijven waarvan bewoners tijdens hun verblijf op COA-locaties verdacht werden. Om deze cijfers in perspectief te kunnen plaatsen, worden waar mogelijk vergelijkingen gemaakt met criminaliteitscijfers over de algemene Nederlandse bevolking. | 37.2 | |
Ex ante | 2022 | afgerond | Adviesrapport Een huis voor statushouders (Adviesraad Migratie). Er zitten al té lang té veel asielzoekers met een asielvergunning (statushouders) in de opvang voor asielzoekers. Dat belemmert hun integratie in de Nederlandse samenleving en houdt plekken bezet voor nieuwe asielzoekers, die daardoor zijn aangewezen op noodopvang. Het langdurige verblijf van statushouders in de COA-opvang is allereerst het gevolg van de wooncrisis. Maar ook de aanhoudende noodtoestand in het asielstelsel en knelpunten bij de uitvoering van het rijksbeleid op lokaal niveau belemmeren het tijdig huisvesten van statushouders in gemeenten. De Adviesraad Migratie (ACVZ) pleit voor een combinatie van maatregelen op deze drie gebieden om de uitstroom van statushouders uit de COA-opvang te stimuleren. | 37.2 | |||
Ex durante | afgerond | Onderzoek Incidenten en misdrijven op en rond COA-locaties, Een duiding van COA- en politiecijfers over de periode 2018-2019: De analyse laat zien dat de stijging van het aantal geregistreerde incidenten voor het grootste deel kan worden verklaard uit het feit dat er in 2019 gemiddeld meer asielzoekers op een COA-locatie verblijven dan in 2018. De hogere bezettingsgraad op COA-locaties kan enerzijds worden verklaard door de vertraagde beoordelingen van de asielaanvraag door IND-medewerkers (minder personeel en complexere aanvragen) en anderzijds door het minder snel uitstromen van statushouders naar gemeenten (door een tekort aan beschikbare woningen). Er is geen sprake van een gestegen instroom van asielzoekers in 2019 in vergelijking met 2018. De geringe stijging die na correctie voor de bezettingsgraad overblijft, komt voor rekening van AMV’ers – met name uit (veilige) Noord Afrikaanse landen – en betreft het overtreden van de COA-huisregels. | 37.2 | ||||
Efficiëntie/flexibilisering | Ex ante | 2022 | afgerond | Briefadvies De asielopvang uit de crisis (Adviesraad Migratie en Raad voor Openbaar Bestuur). De crisisaanpak bij de opvang van asielzoekers gaat ten koste van de kwaliteit van de opvang en bezorgt asielzoekers een valse start. Ook zet die aanpak het maatschappelijk en politiek draagvlak voor de opvang voortdurend onder druk. Om uit de continue crisismodus te komen adviseren de Adviesraad Migratie (ACVZ) en de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) de regering om gemeenten te verplichten asielzoekers op te vangen die grote kans hebben op een asielvergunning (de zgn. ‘kansrijke’ asielzoekers). Tegelijkertijd moet de Rijksoverheid gemeenten structureel de middelen maar ook de ruimte geven om dit naar eigen inzicht én met oog voor de sociale samenhang te kunnen doen. | 37.2 | ||
Reguliere migratie | Basis op orde | Ex durante/fenomeenonderzoek | 2022 | anders, nl | Dashboard Arbeidsmigratie niet-EU/EFTA (CBS). Het plan is dit dashboard jaarlijks op te leveren. Dit dashboard laat cijfers zien over reguliere (niet-asiel) migratie van personen met een nationaliteit van landen buiten de EU/EFTA, die tussen 1999 en 2020 naar Nederland zijn gekomen. De gepresenteerde cijfers gaan over jaarlijkse instroom, naturalisatie en vertrek, sociaaleconomische positie en arbeidsmarktpositie. In deze eerste versie van het dashboard zijn de cijfers tot en met 2020 opgenomen. Een belangrijk onderdeel van het dashboard betreft de verdere detaillering van immigranten met motief Arbeid naar migratieregeling en migratiesubregeling. Daarnaast is met behulp van registerdata afgeleid welke gezinsmigranten zijn meegekomen met arbeids- of studiemigranten. De migratiemotieven, migratieregelingen en migratiesubregelingen van immigranten van buiten de EU/EFTA zijn gebaseerd op het type verblijfsvergunning van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) (gefinancierd door SZW). | 37.2 | |
Ex ante | 2022 | afgerond | EAUT Regeling beoefenaars vrij beroep en dienstverleners (IND O&A). De twee voorgenomen nieuwe toelatingsregelingen zijn uitvoerbaar voor de IND, mits aan de randvoorwaarden wordt voldaan. De impact op de IND is beperkt, met name omdat een lage instroom wordt verwacht. Tijdens deze EAUT zijn een aantal inhoudelijke onduidelijkheden gesignaleerd, waarvoor nog afstemming nodig is tussen SUA, DMB, SZW en UWV voordat het implementatietraject kan beginnen. Ook is naar voren gekomen dat de handhaafbaarheid van de regelingen beperkt is. | 37.2 | |||
Arbeidsmigratie, kennis en talent | Ex post | 2022 | afgerond | Evaluatie startupbeleid (IND/O&A). De cijfers in de kwantitatieve analyse laten zien dat de aanvankelijke doelstelling van het aantrekken van enkele tientallen start-ups jaarlijks ruimschoots is behaald. Hierbij blijkt uit deskresearch dat Nederland het in vergelijking met andere lidstaten het goed doet voor wat betreft het aantrekken van start-ups van buiten de EU. | 37.2 | ||
Ex ante | 2022 | afgerond | Adviesrapport ‘Zorgvuldig arbeidsmigratiebeleid. Hoe de langdurige zorg profijt kan hebben van vakmigranten’ (Adviesraad Migratie). De Adviesraad Migratie (ACVZ) adviseert partnerschappen met zendende landen te ontwikkelen voor ‘vakmigranten’ om huidige en komende personeelstekorten in de langdurige zorg tegen te gaan. Het gaat om verplegende en verzorgende beroepen vanaf mbo niveau-3. Gelet op het belang van langdurige zorg voor ons welzijn moet specifieke en gerichte arbeidsmigratie onderdeel uitmaken van een breder palet aan arbeidsmarktmaatregelen om de (verwachte) personeelstekorten tegen te gaan. | 37.2 | |||
Ex durante | 2022 | afgerond | Inform: Skills Mobility Partnerships, innovatieve benaderingen voor arbeidsmigratie naar de EU (EMN-OECD). EMN-onderzoek in samenwerking met onder meer de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) naar Skills Mobility Partnerships (SMPs). SMPs zijn bilaterale of multilaterale samenwerkingsovereenkomsten tussen EU-lidstaten en landen van buiten de EU. Doel van de overeenkomsten is het vergroten van de vaardigheden van (arbeids)migranten, bijvoorbeeld door trainingen of stages, om zo de ontwikkeling van de betrokken landen te stimuleren. | 37.2 | |||
Ex post | 2022 | afgerond | Inform Aantrekken en behouden van internationale onderzoekers (EMN). EMN-onderzoek naar beleid en praktijk voor het aantrekken en behouden van onderzoekers van buiten de EU. Hoe pakken EU-lidstaten dit aan? Het onderzoek gaat in op de toepassing van de EU-richtlijn voor internationale studenten en onderzoekers. | 37.2 | |||
Ex post | 2022 | afgerond | Chapter Retention and economic impact of international students in the OECD (OECD). In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het behoud van internationale studenten, hun belang als aanjager van arbeidsmigratie en hun economische impact. Het begint met schattingen van hun verblijfspercentage vijf en tien jaar na toelating. Vervolgens wordt de omvang van internationale studenten als bron van arbeidsmigratie besproken. Het hoofdstuk eindigt met een bespreking van de economische impact van internationale studenten in het gastland. Nederland is een van de landen die worden geanalyseerd. | 37.2 | |||
Procedures behandelen reguliere verzoeken | Ex durante | 2022 | afgerond | Inform: Onderzoek: Het gebruik van nieuwe digitale technologieën en kunstmatige intelligentie in migratiemanagement (EMN en OECD). EMN-onderzoek in samenwerking met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) naar het gebruik van digitale technologieën en kunstmatige intelligentie in migratiemanagement in EU- en OESO-landen. Het onderzoek brengt het gebruik van deze technologieën in kaart, vooral de toegevoegde waarde en beperkingen hiervan, de informatiebeveiliging en privacy. | 37.2 | ||
Ex durante en ex post | 2022 | afgerond | Onderzoeksrapport Gebruik reguliere humanitaire en familiegerelateerde verblijfsregelingen Deel I: Waterbedeffecten in aanvragen? (IND O&A). Dit eerste deel gaat over de manier waarop beleidswijzigingen in verblijfsregelingen impact kunnen hebben op het aantal aanvragen van eventuele alternatieve reguliere humanitaire en familiegerelateerde verblijfsregelingen (waterbedeffect). | 37.2 | |||
Handhaving | Ex durante | 2022 | afgerond | Inform: Misbruik van verblijfsrecht studie voor andere doeleinden (EMN). EMN-onderzoek naar maatregelen in de EU-lidstaten om misbruik van verblijfsrecht te voorkomen en aan te pakken. Gekozen is voor studiemigratie als voorbeeld. In Nederland zijn er nauwelijks signalen over misbruik van het verblijfsrecht voor studie. | 37.2 | ||
Grensbeheer | Integrated Border Management | Ex durante | 2022 | Afgerond | Policy Brief: EU-grenzen zijn ook onze grenzen (Adviesraad Migratie). Policy brief over de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van Nederland voor mensenrechtenschendingen aan de EU-buitengrenzen. | 37.2 |
Thema | Subthema/kennisbehoefte | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies / Toelichting | Artikel | Hyperlink |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Begeleiding en ondersteuning | Terugkeerondersteuning | Ex post | 2022 | afstel | Het voorgenomen onderzoek naar terugkeerondersteuning en herintegratie is komen te vervallen vanwege de complexiteit van de uitvoerbaarheid van een dergelijke evaluatie. Bezien wordt of binnen de looptijd van de SEA op een andere manier meer inzicht kan worden gekregen in de werking van dit aspect van het terugkeerbeleid. | 37.3 | |
Ex durante | 2022 | afgerond | Onderzoek: Rapport Verantwoord vertrek vreemdelingen (Instpectie Justitie en Veiligheid). Dienst Terugkeer en Vertrek zou beter moeten nagaan of uitgeprocedeerde asielzoekers te maken hebben met bijzondere omstandigheden, zoals ernstige medische problemen. | 37.3 | |||
Motivatie om te vertrekken | Ex durante en ex post | 2022 | afgerond | Inform Prikkels en motieven voor vrijwillig vertrek (EMN). EMN-onderzoek naar de stimuleringsmaatregelen van EU-lidstaten en Noorwegen voor vrijwillig vertrek van migranten van buiten EU naar hun landen van herkomst, nationaliteit of langdurig verblijf. Het gaat om maatregelen naar aanleiding van een (verwacht) terugkeerbesluit voor een migrant. Ook gaat het onderzoek in op de motieven van migranten met een terugkeerbesluit om vrijwillig te vertrekken en de factoren die hierop van invloed zijn. | 37.3 | ||
Toezichtsmaatregelen | Toepassing toezichtsmaatregelen anders dan bewaring (registratie) | Ex durante en ex post | 2022/2023 | afgerond | EMN Inform Detention and alternatives to detention in international protection and return procedures. | 37.3 | |
Ex post | afgerond | Onderzoek Tijdsdruk bij opleggen vreemdelingenbewaring (WODC): Het onderzoek laat zien dat het opknippen van aanzegging en daadwerkelijke oplegging van vreemdelingenbewaring juridisch niet mogelijk is. Het onderliggende probleem van de vermeende tijdsdruk bij het opleggen van vreemdelingenbewaring is reëel. De ophoudingstermijn van zes uur is niet meegegroeid met de eisen die tegenwoordig aan een motivering worden gesteld. | 37.3 | ||||
Samenwerking keten en internationaal | Terugkeersamenwerking landen van herkomst | Ex post | 2022 | afgerond | Onderzoek Intergovernmental relations and return (WODC): Uit het onderzoek blijkt dat juridisch bindende terugkeerovereenkomsten die Europese landen zelfstandig afsluiten met herkomstlanden de mate van terugkeer met 5% tot 10% verhogen. Terugkeerovereenkomsten die in EU-verband worden afgesloten, blijken echter geen aantoonbaar effect te hebben op de mate van zelfstandige en gedwongen terugkeer. Ook niet-bindende afspraken die buiten EU-verband worden gemaakt, hebben geen aantoonbare invloed op de terugkeer. | 37.3 | |
Ex post | 2022 | afgerond | Inform Bilaterale terugname- en overnameovereenkomsten (EMN). EMN-onderzoek naar de bilaterale terugname- en overnameovereenkomsten (T&O's) die door EU-lidstaten zijn afgesloten met landen van buiten de EU in 2014-2020. | 37.3 | |||
Overkoepelend | Eindevaluatie LVV | Ex post | 2022 | afgerond | Eindevaluatie LVV (WODC): De LVV-pilotperiode loopt binnenkort ten einde. Terugkijkend wordt het ontstaan van enkele verbeteringen en bewegingen gezien. Dit is een mooie prestatie te noemen, gezien de complexe doelgroep en de tegengestelde visies. Ook corona heeft een negatieve invloed gehad op de begeleiding en de samenwerking, en dus op het realiseren van duurzame oplossingen. Zo bezien is elke doorbraak in een casus een meerwaarde van de LVV te noemen. De LVV is echter geen wondermiddel, het is niet dé oplossing waar bepaalde partijen van te voren op gehoopt hadden. Er blijft sprake van een complex vraagstuk waar geen eenvoudige oplossing voor te vinden is. | 37.3 | |
Overig | Ex ante | 2022 | Afgerond | Onderzoek Bijzonder ingewikkeld om aan papieren te komen (WODC): De ‘wet vaststellingsprocedure staatloosheid’ kan voor bepaalde staatloze Roma-families een oplossing bieden. Dit gaat Roma echter maar ten dele helpen, omdat de bevindingen erop duiden dat het ontbreken van verblijfs recht Roma meer problemen bezorgt dan staatloosheid zelf. In aanvulling daarop moeten we opmerken dat Roma slechts een klein deel vormen van een grote groep niet erkende staatlozen in Nederland, die bij deze vast stellingsprocedure zeker baat bij zouden kunnen hebben. | 37.2 | ||
Ex ante | 2022 | Afgerond | Adviesrapport ‘Realisme rond richtgetallen - Kansen en risico’s van streefcijfers en quota in het migratiebeleid’ (Adviesraad Migratie). De inzet van richtgetallen binnen het migratiedomein kan bijdragen aan een meer toekomstgericht, samenhangend en maatschappelijk ingebed migratiebeleid. Richtgetallen dienen dan wel een afgeleide te zijn van een bredere visie op migratie in de samenleving en realistisch worden toegepast. Een cruciale voorwaarde daarnaast is dat de nationale overheid voldoende beleidsruimte heeft om richtgetallen daadwerkelijk waar te maken, anders organiseert de overheid haar eigen teleurstellingen. Door externe factoren, zoals oorlog elders, heeft de nationale overheid op asielmigratie beperkte grip, anders dan bij arbeidsmigratie. Mocht de overheid willen inzetten op het gebruik van richtgetallen dan biedt het Canadese model - met aandacht voor burgerconsultatie - aanknopingspunten. | 37.2 | |||
Ex ante en ex durante | 2022 | Afgerond | Onderzoek naar gedragsinzichten gebruiken in het migratiebeleid (WODC): De Nederlandse beleidscontext biedt op het terrein van migratiebeleid ruimte voor het toepassen van gedragsinzichten. Het Nederlandse migratiebeleid kent een aantal issues waarbij de juridische grenzen om aanvullende (restrictieve) maatregelen te introduceren, zijn bereikt. Dit biedt perspectief voor het toepassen van gedragsinzichten. Een ‘quick scan’ van een aantal specifieke cases wijst uit dat het Nederlandse migratiebeleid tot op zekere hoogte al elementen kent die aansluiten bij inzichten uit de gedragswetenschappen. Er is echter nog ruimte voor het verder ontwikkelen van migratiebeleid gestoeld op gedragsinzichten. | 37.2 en 37.3 |