Operationale gereedheid
De operationele gereedheid stond in 2022 onder druk door knelpunten in de drie gereedheidsaspecten: een lage personele gereedheid, een laag blijvende materiële gereedheid en een lage mate van geoefendheid. Onderstaande paragrafen geven een korte toelichting op deze drie gereedheidsaspecten en de invloed van investeringen en inzetvoorraden op de operationele gereedheid. Meer gedetailleerde informatie over de gereedheid en inzetbaarheid van de krijgsmacht is opgenomen in de geïntegreerde rapportage.
De operationele gereedheid geeft aan in welke mate eenheden inzetbaar zijn binnen de van toepassing zijnde reactietermijn. De operationele gereedheid is een resultaat van de onderstaande grootheden Personele Gereedheid, Materiele Gereedheid en Geoefendheid. In 2022 voldeed Defensie niet volledig aan de generieke gereedstellingsopdracht die is opgenomen in de opdrachtenmatrix.
Personele gereedheid
Personele gereedheid is de mate waarin het personeel van een eenheid beschikbaar en geschikt is voor het uitvoeren van de opgedragen opdracht. Personele Gereedheid omvat een kwantitatief (voldoende geplaatst personeel) en een kwalitatief (voldoende gekwalificeerd personeel) deel.
Kwantitatief zijn zowel de formatie als de personele bezetting gegroeid. Vergeleken met 1 januari 2022 zijn de formatie met 1.240 VTE’n en de totale personele capaciteit met 57 VTE’n gestegen. Door de formatiegroei is het vullingspercentage afgenomen van 86,7 naar 85,6 procent, maar in absolute zin is de bezetting toegenomen. De omvang van het burgerpersoneel is gestegen, terwijl het aantal militairen en reservisten licht is afgenomen. De tekorten bij diverse schaarstecategorieën militair personeel blijven onverminderd groot. Dit betreft met name logistiek, technisch en IT-personeel. Instroom van nieuw personeel kan op korte termijn niet de expertise en vakkennis van uitstromende militairen vervangen.
Op 1 september 2022 is een Kamerbrief over Behouden, Binden en Inspireren (Kamerstuk 36 200 X, nr. 8) verstuurd. Deze brief beschrijft de wijze waarop Defensie de personeelscapaciteit gaat vergroten. Dit betreft zowel personeel in vaste dienst als flexibele, schaalbare capaciteit. Daarnaast wordt het scenario geschetst dat Defensie, gegeven de krappe arbeidsmarkt, ook in de komende jaren mogelijk over onvoldoende personeel beschikt om haar opdracht uit te voeren. Hiervoor zijn mogelijke oplossingsrichtingen gegeven, zoals een gegarandeerde beschikbaarheid van reservisten wanneer het nodig is. Ook is in 2022 gewerkt aan de voorbereiding voor de invoering van het zogeheten vrijwillig dienjaar.
Voor het meten van het kwalitatieve aspect van personele gereedheid dient Kwaliteit in Beeld eind 2023 volledig geïmplementeerd te zijn. Defensie is bezig de druk op de opleidingscapaciteit te verminderen door het geven van afstandsonderwijs, e-learning en het uitbesteden van opleidingen aan civiele opleidingsinstanties. Daarnaast worden reservisten ingezet bij opleiding en individuele training. Ook is de mogelijkheid gecreëerd tot het verlengen van de functieduur van militairen. Dit draagt bij aan behoud van kennis en ervaring en helpt de opleidingsdruk te verminderen. Tevens wordt een (data)analyse uitgevoerd naar het toegenomen opleidingsverloop en de oorzaken hiervan.
Materiële gereedheid
Materiële gereedheid is de mate waarin het materieel van een eenheid beschikbaar en geschikt is voor het uitvoeren van de opdracht. De materiële gereedheid bleef ook in 2022 onder de norm door met name een tekort aan technisch en logistiek personeel voor de huidige onderhoudslast. Naast dit personele vullingsprobleem, vragen verouderde wapensystemen om meer onderhoud. Ook zijn nieuwe wapensystemen technologisch steeds complexer, hetgeen hogere eisen stelt aan de kennis, opleiding en ervaring van het schaarse technische en logistieke personeel. Ondanks deze uitdagingen zijn in 2022 ook positieve ontwikkelingen in de MG te constateren:
– De materiele gereedheid van enkele wapensystemen steeg wel: Apache, Chinook en NH90 lieten een lichte stijging zien en het Joint Support Ship laat een grotere stijging zien.
– De voorraadbeschikbaarheid van reservedelen is voor diverse wapensystemen op 90% gebracht. Dit effect is (nog) niet zichtbaar in de materiele gereedheid.
– De materiele beschikbaarheid (technische staat van het wapensysteem) blijft licht stijgen.
Met de middelen uit het Coalitieakkoord en de motie-Hermans (Kamerstuk 35 925, nr. 13 van 23 september 2021) de motie-Sjoerdsma (Kamerstuk 21 501, nr. 2499 van 15 juni 2022) kreeg Defensie vanaf 2022 extra financiële ruimte om de instandhoudingsachterstanden te verkleinen. De hieruit voorkomende nieuwe functies zijn eind 2022 gerealiseerd. Dit heeft nog geen positief effect gehad op de materiele gereedheid, omdat er nog onvoldoende gekwalificeerd personeel is om de extra financiële ruimte te benutten. De effecten van de investeringen in materieel hebben tijd nodig en zijn mede afhankelijk van het beschikbaar komen van kwantitatief en kwantitatief voldoende personele capaciteit. Substantieel herstel van de materiële gereedheid is daarom (nog) niet direct waarneembaar. In overleg met de Defensieonderdelen is afgesproken om de focus te leggen op het verhogen van de materiele gereedheid van zes hoofdwapensystemen (2 per OPCO: OPV, LCF, CV-90, Patriot-systemen, F-35 en de NH-90).
Geoefendheid
Geoefendheid is de mate waarin een eenheid de taken heeft beoefend en daarvoor voldoende niveau van beheersing van de taken heeft getoond. De mate van geoefendheid van de krijgsmacht is met name negatief beïnvloed door een lage personele en materiële gereedheid. Hierdoor vertalen de gerealiseerde oefenmogelijkheden zich nog niet ten volle in een hogere geoefendheid en operationele gereedheid. De geoefendheid van eenheden aangewezen voor missies en operaties blijft geborgd door het prioriteren van middelen om de norm qua geoefendheid te behalen. Deelname aan oefeningen op grotere schaal, op de hogere geweldniveaus en in grotere verbanden blijven noodzakelijk om de geoefendheid voor de eerste hoofdtaak in de breedte (dus voor alle eenheden en taken) te verbeteren. In Nederland zijn de oefenruimte en de milieu- en geluidsnormen te gelimiteerd voor dergelijke grootschalige oefeningen benodigd voor het samengesteld optreden in het hogere geweldspectrum. Er blijft aandacht nodig voor het behouden van ‘gebruiksruimte’ voor oefeningen in Nederland, zowel in het fysieke domein als in het virtuele informatiedomein. Verlies van ruimte vormt een risico voor de gereedstelling.
Voorraden
Om er te kunnen staan als het nodig is, moeten de inzetvoorraden op orde zijn. Want alleen met beter gevulde voorraden is Defensie voldoende voorbereid op inzet. Met de extra gelden uit het Coalitieakkoord en de Voorjaarsnota 2022 is Defensie de inzetvoorraden aan het verhogen. Tussen nu en medio 2030 hogen we de inzetvoorraden stapsgewijs verder op voor de eerste hoofdtaak voor de eigen en bondgenootschappelijke verdediging. Met deze ophoging groeien we in de richting van wat de NAVO van ons verwacht. Dit is een flinke stap in de groei van de voorraden die voorheen waren toegesneden op de tweede hoofdtaak: de bevordering van de internationale rechtsorde, door bijvoorbeeld bijdragen aan crisisbeheersingsoperaties. Door deze stapsgewijze opbouw van de voorraden kan Defensie de munitievoorraad actueel en modern houden.
Nationaal en civiel-militaire samenwerking
Defensie voert in samenwerking met Justitie en Veiligheid, veiligheidsregio’s, bedrijfsleven en politie het programma Civiel-Militaire Samenwerking uit. In dit programma wordt de rol van Defensie in het nationale veiligheidsdomein structureel verstevigd en de civiel-militaire samenwerking verder ontwikkeld tot een robuuste pijler van de nationale crisisbeheersing. Ook in 2022 zijn er op dit vlak stappen gezet, bijvoorbeeld door de structurele samenwerking tussen Defensie en relatieziekenhuizen uit te breiden van 7 naar 14 ziekenhuizen. Daarnaast verkent Defensie met nationale partners welke rol Defensie, binnen de juridische kaders, kan spelen bij het versterken van de weerbaarheid van het Koninkrijk tegen hybride dreigingen.
Defensie is ook structureel betrokken bij het interdepartementale programma Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg en het programma Versterkte Aanpak Vitaal, waaronder ook de bescherming van de infrastructuur op de Noordzee. De voorbereidingen om te komen tot een Landelijk Crisisplan Defensie zijn gestart.
In het afgelopen jaar heeft Defensie fors bijgedragen aan de strijd tegen de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Naast deelname aan de Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit, intensiveerde de KMar de bewakings- en beveiligingstaak en nam deel aan het project mainports, wat zich richt op grote logstieke knooppunten.
Binnen de Landspakketten (herstelmaatregelen voor liquiditeitssteun) die met de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten ten tijde van de COVID-19 crisis zijn overeengekomen, zijn diverse maatregelen opgenomen die bijdragen aan de versterking van de rechtsstaat, zoals de versterking van het grenstoezicht en de professionalisering van de Arubaanse en Curaçaose milities. In 2022 zijn t.a.v. het versterken van het grenstoezicht tientallen nieuwe vte’ en van KMar en Kustwacht Caribisch gebied ingestroomd en zijn t.a.v. ARUMIL en CURMIL stappen gezet om de juridische grondslag en rechtspositionele aspecten te verbeteren.