Deze paragraaf presenteert de exploitatiesaldi en vermogensposities van de sociale fondsen. De informatie is bedoeld als achtergrondinformatie bij het jaarverslag. De daadwerkelijke verantwoording van uitgaven en inkomsten van de fondsen vindt plaats via de jaarverslagen van de SVB en UWV. De cijfers in deze paragraaf zijn voornamelijk gebaseerd op informatie van SZW en van het CPB (CEP 2023) en sluiten niet precies aan op de jaarverslagen van UWV en de SVB. Een van de redenen hiervoor is dat SZW een ander boekhoudstelsel (kas-verplichtingenstelsel) voert dan UWV en de SVB (baten-lastenstelsel).
Exploitatiesaldi
Een groot deel van de uitgaven aan sociale zekerheid loopt via de sociale fondsen. In tabel 118 en tabel 119 zijn de exploitatierekeningen van de fondsen weergegeven. De arbeidsongeschiktheidsfondsen (Aof en Whk) en de WW-fondsen (Awf en Ufo) worden geïntegreerd weergegeven. Zowel de begrote bedragen als de gerealiseerde bedragen zijn weergegeven in prijzen 2022. Het exploitatiesaldo is het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven van een fonds. Naast de premieontvangsten behoren ook de rijksbijdragen en renteontvangsten tot de inkomsten van een fonds. De uitgaven bestaan naast de uitkeringen voornamelijk uit uitvoeringskosten. Daarnaast vinden tussen de fondsen onderlinge betalingen plaats, bijvoobeeld bij de premies die over uitkeringen worden betaald. Het saldo tussen ontvangen en betaalde onderlinge betalingen is voor de sociale fondsen van SZW negatief, omdat uit deze fondsen ook premies worden betaald voor de zorgverzekering van uitkeringsgerechtigden. Tegenover de uitgave door de sociale fondsen van SZW staan dus inkomsten bij de zorgfondsen.
Ouderdomsfonds (AOW) | Anw-fonds | |||
---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Begroting | Realisatie | |
Premies | 22.252 | 25.519 | 151 | 173 |
Bijdragen van het Rijk | 22.590 | 20.033 | 0 | 0 |
Ontvangen onderlinge betalingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo Interest | 23 | 21 | ‒ 3 | 10 |
Totaal Ontvangsten | 44.865 | 45.573 | 148 | 183 |
Uitkeringen / Verstrekkingen | 44.161 | 44.031 | 310 | 309 |
Uitvoeringskosten | 154 | 141 | 9 | 10 |
Betaalde onderlinge betalingen | 551 | 550 | 19 | 19 |
Totaal Uitgaven | 44.865 | 44.722 | 338 | 337 |
Exploitatiesaldo | 0 | 851 | ‒ 191 | ‒ 154 |
Bron: SZW (financiële administratie), SVB Jaarverslag 2022 en CPB (CEP 2023).
Tabel 118 laat zien dat het Ouderdomsfonds een positief exploitatiesaldo had, terwijl in de begroting geen overschot werd geraamd. Dat komt voornamelijk doordat de premie-ontvangsten hoger zijn uitgevallen dan geraamd. De in de begroting geraamde premie-inkomsten waren gebaseerd op de CPB MEV raming uit september 2021. Ten opzichte van die raming zijn de loonontwikkeling en de werkgelegenheid, en daarmee ook de premie-inkomsten, hoger uitgevallen. De bijdragen van het Rijk om het tekort te compenseren is in het voorjaar van 2022 weliswaar naar beneden bijgesteld, maar toen was nog maar een deel van de hogere premie-inkomsten bekend. De inkomsten van het nabestaandenfonds zijn om dezelfde redenen iets hoger uitgevallen, met een beter exploitatiesaldo dan verwacht tot gevolg.
Arbeidsongeschiktheidsfondsen | WW-fondsen | |||
---|---|---|---|---|
Begroting | Realisatie | Begroting | Realisatie | |
Premies | 19.440 | 20.722 | 7.529 | 9.086 |
Bijdragen van het Rijk | 243 | 257 | 97 | 99 |
Ontvangen onderlinge betalingen | 1.483 | 1.355 | 466 | 427 |
Saldo Interest | 88 | 53 | 29 | 29 |
Totaal Ontvangsten | 21.254 | 22.388 | 8.121 | 9.640 |
Uitkeringen/Verstrekkingen | 13.894 | 14.626 | 4.855 | 3.286 |
Uitvoeringskosten | 827 | 583 | 814 | 888 |
Betaalde onderlinge betalingen | 2.295 | 2.303 | 930 | 546 |
Totaal Uitgaven | 17.016 | 17.512 | 6.599 | 4.720 |
Exploitatiesaldo | 4.238 | 4.876 | 1.523 | 4.920 |
Bron: SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2023).
Het exploitatiesaldo van de arbeidsongeschiktheidsfondsen is hoger (meer postief) uitgevallen dan in de begroting werd verwacht. Ook dat komt vooral door hogere premie-inkomsten. Omdat de werkloosheid in 2022 lager was dan op Prinsjesdag 2021 werd verwacht vallen bij de WW-fondsen de uitkeringslasten lager uit. Tegelijkertijd zijn de inkomsten uit WW-premies hoger dan verwacht, door de hogere werkgelegenheid en de hogere loonontwikkeling. Het resultaat is een fors hoger positief exploitatiesaldo voor de WW-fondsen dan waar in de begroting van werd uitgegaan.
In tabel 120 worden de vermogensposities van de sociale fondsen vermeld. Hierbij zijn wederom de arbeidsongeschiktheidsfondsen en de werkloosheidsfondsen geïntegreerd weergegeven. Het aanwezige vermogen neemt jaarlijks toe of af met het exploitatiesaldo (zie tabellen 118 en 119). Net als het exploitatiesaldo is ook de vermogenspositie grotendeels gebaseerd op cijfers van het CPB (CEP 2023). De vermogensposities sluiten daarom niet precies aan op de jaarverslagen van UWV en de SVB.
Feitelijk vermogen ultimo 2021 | Exploitatiesaldo 2022 | Feitelijk vermogen ultimo 2022 | |
---|---|---|---|
Ouderdomsfonds (AOW) | 2.621 | 851 | 3.472 |
Anw-fonds | 2.938 | ‒ 154 | 2.784 |
Arbeidsongeschiktheidsfondsen | 20.572 | 4.876 | 25.449 |
WW-fondsen | ‒ 6.131 | 4.920 | ‒ 1.211 |
Totaal sociale fondsen | 20.001 | 10.493 | 30.494 |
Bron: SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2023).
De sociale fondsen hebben eind 2022 naar verwachting een positief vermogen van meer dan € 33 miljard. De afgelopen jaren heeft met name het positieve exploitatiesaldo van de arbeidsongeschiktheidsfondsen bijgedragen aan het opgebouwd vermogen. De werkloosheidsfondsen hebben weliswaar al een paar jaar een positief exploitatiesaldo, maar het vermogen was eind 2022 nog negatief. Het vermogensoverschot van het Ouderdomsfonds wordt meegenomen in het vaststellen van de rijksbijdrage voor 2023. Die rijksbijdrage kan daardoor dus lager zijn, waardoor het vermogensoverschot weer afneemt.
De sociale fondsen (en de beheerders, UWV en SVB) zijn onderdeel van de collectieve sector. Een vermogenstekort of -overschot houden ze aan op een rekening-courant bij het Rijk. De sociale fondsen kunnen daardoor altijd over voldoende middelen beschikken. Dat is ook nodig, omdat het recht op een uitkering niet afhankelijk is van de geraamde uitgaven. Als iemand recht heeft op een uitkering, dan wordt deze dus betaald, ongeacht de vermogenspositie van het fonds. Omdat de sociale fondsen onderdeel van de collectieve sector zijn, zijn de uitgaven en ontvangsten van de fondsen (en dus het exploitatiesaldo) onderdeel van het EMU-saldo, en de EMU-schuld.