De overheid biedt financiële ondersteuning aan werkende ouders voor kinderopvang en bevordert de kwaliteit van kinderopvang.
De overheid hecht aan goede, veilige en financieel toegankelijke kinderopvang, zodat ouders arbeid en zorg kunnen combineren. Voor de bevordering van de arbeidsparticipatie is het belangrijk dat ouders van jonge kinderen actief blijven op de arbeidsmarkt. Bovendien zorgt goede kinderopvang er ook voor dat kinderen worden gestimuleerd in hun ontwikkeling. De kinderopvangtoeslag houdt formele kinderopvang betaalbaar voor ouders. Om de kwaliteit van kinderopvang te bevorderen heeft de overheid in de Wet kinderopvang (Wko) vastgesteld aan welke eisen de kinderopvangvoorzieningen moeten voldoen. De GGD houdt hier, in opdracht van gemeenten, toezicht op. Daarnaast steunt de Minister via subsidies projecten die de (informatie)positie van ouders versterken. Dit om te zorgen dat ouders hun kind naar een kinderopvangvoorziening kunnen brengen die veilig en van goede kwaliteit is. De kinderopvangondernemers zijn verantwoordelijk voor het goed functioneren van de kinderopvang. Gastouderbureaus en gastouders zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van gastouderopvang. Ouders hebben een eigen verantwoordelijkheid bij de keuze voor een kinderopvangvoorziening en kunnen hun invloed onder andere via de oudercommissies uitoefenen.
De Minister regisseert met wet- en regelgeving het stelsel, financiert met de kinderopvangtoeslag (KOT) het gebruik van kinderopvang en stimuleert met subsidies de (informatie)positie van ouders. Zij is in deze rollen verantwoordelijk voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
– het vaststellen van de hoogte van de kinderopvangtoeslag en de voorwaarden waaronder deze wordt toegekend;
– het ter beschikking stellen van middelen aan gemeenten via het Gemeentefonds ter financiering van toezicht en handhaving op de kinderopvang;
– het borgen van de kwaliteit van toezicht en handhaving;
– het verstrekken van middelen ten behoeve van de kinderopvang en voor- en naschoolse voorzieningen in Caribisch Nederland in het kader van het programma BES(t) 4 kids;
– het bevorderen van de kwaliteit en veiligheid van de kinderopvang.
De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering van de KOT door Dienst Toeslagen.
Verbetertraject Kinderopvangtoeslag
Vooruitlopend op het nieuwe kinderopvangstelsel wordt samen met Dienst Toeslagen binnen het Verbetertraject kinderopvangtoeslag doorgewerkt aan verbeteringen binnen het huidige stelsel. In 2022 is de Kamer geïnformeerd over de voortgang van het verbetertraject (Kamerstukken II 2021/22, 31 066, nr. 1016). Per 1 januari 2022 zijn kinderopvangorganisaties wettelijk verplicht om maandelijks kinderopvanggegevens te leveren aan Toeslagen. Hiermee kan Toeslagen ouders eerder signaleren, waarbij ouders op basis van actuele opvanggegevens eerder worden geattendeerd op mogelijke afwijkingen die kunnen leiden tot (hoge) terugvorderingen.
Herstel Toeslagen en vervolgacties POC KOT
Om de gedupeerde ouders te helpen met het maken van een nieuwe start, worden zij door de gemeenten geholpen met bijkomende problematiek onder andere op het gebied van wonen, zorg, gezin en werk. Dat gedupeerde ouders hun compensatie of tegemoetkoming moeten aanwenden voor de betaling aan nog openstaande schulden is ongewenst. Daarom worden publieke schulden kwijtgescholden. Ook in 2022 is uitvoering gegeven aan deze maatregelen. Gedurende 2022 is bij circa 4.000 ouders vastgesteld dat zij gedupeerde zijn van de problemen bij de kinderopvangtoeslag. In totaal is in 2022 bij gedupeerde ouders een bedrag van circa € 36 miljoen aan vorderingen kinderopvangtoeslag kwijtgescholden.
Op 4 november 2022 is de Wet Hersteloperatie Toeslagen gepubliceerd (Stb. 2022, 434). Hiermee zijn vorig jaar de wettelijke grondslagen voor een groot deel van de herstelmaatregelen geregeld. Het kabinet streeft er naar in het voorjaar 2023 het aanvullend wetsvoorstel op de Wet Hersteloperatie Toeslagen naar de Tweede Kamer te sturen. Hierin worden de aanvullende compensatieregelingen voor ex-partners en nabestaanden uitgewerkt.
Uitvoering Toeslagen
De samenwerking tussen beleid en uitvoering is verbeterd. Concreet betekent dit dat op verschillende niveaus meer overleggen plaatsvinden tussen beleid en uitvoering waardoor signalen die in de uitvoering gesignaleerd worden ook bij beleid terechtkomen. Signalen worden met elkaar uitgewisseld om vervolgens samen tot oplossingen te komen. Hier is extra capaciteit voor vrijgemaakt.
Verruiming koppeling gewerkte uren en enkele andere maatregelen
In het gewijzigde Besluit kinderopvangtoeslag (Stb. 2021, 434) zijn naast de indexatie van de maximum uurprijzen en inkomensgrenzen een aantal maatregelen van dekking voorzien. De dekking is geregeld door de toeslagpercentages per 2022 te verlagen. Het betreft de volgende maatregelen:
• Zoals door het vorige kabinet is aangekondigd, is de koppeling gewerkte uren voor de BSO per 1 januari 2022 verruimd. Ouders hadden in 2022 voor de BSO recht op kinderopvangtoeslag voor maximaal 140% van het aantal gewerkte uren van de minst werkende partner (voorheen was dit maximaal 70%).
• Per 2022 is een uitzondering op de arbeidseis voor het recht op kinderopvangtoeslag in werking getreden. Gezinnen waarvan een ouder is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel van langer dan drie maanden hebben aanspraak op kinderopvangtoeslag (Kamerstukken II 2020/21, 35 574, nr. 13).
• Tevens is de doelmatigheidsgrens voor terugvorderingen verhoogd vanaf berekeningsjaar 2021 (Kamerstukken II 2020/21, 35 574, nr. 12). Bedragen kleiner dan € 98 hoeven niet meer terugbetaald te worden aan Toeslagen.
Intensivering toezicht en handhaving gastouderopvang
Zoals in de begroting van 2022 is aangekondigd heeft het kabinet besloten om met ingang van 2022 het toezicht en handhaving in de gastouderopvang te intensiveren. Met deze intensivering ontvangen gemeenten extra middelen in het gemeentefonds om jaarlijks 50% van de voorzieningen voor gastouderopvang per gemeente te inspecteren. Deze toezichtsnorm is per 1 januari 2023 verankerd in de Wet kinderopvang. Daarmee zijn gemeenten wettelijk verplicht om jaarlijks 50% van de voorzieningen voor gastouderopvang te laten inspecteren. De Inspectie van het Onderwijs controleert dit. De maatregel is van dekking voorzien door de maximum uurprijs voor gastouderopvang in 2023 met 15 cent minder te indexeren (Stb. 2022, 386).
Verbetering kwaliteit en toegankelijkheid van kinderopvang in Caribisch Nederland
De inwerkingtreding van het wetsvoorstel Kinderopvang Caribisch Nederland is vertraagd. Dit komt mede doordat de afspraken over de kinderopvang uit het coalitieakkoord vertaald moesten worden naar de situatie in Caribisch Nederland. Het wetsvoorstel is begin 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden. Het onderdeel over de financiering van de kinderopvang binnen het wetsvoorstel kinderopvang zal naar verwachting pas in 2025 van kracht worden. Tot die tijd zal de Tijdelijke subsidieregeling Financiering kinderopvang Caribisch Nederland plaatsvinden. In 2022 zijn de subsidiebedragen van de tijdelijke subsidieregeling verhoogd om verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden inclusief verhoging van het wettelijk minimumloon in Caribisch Nederland te kunnen betalen. De openbare lichamen hebben in het kader van het programma BES(t) 4 kids een bijzondere uitkering ontvangen om de kinderopvangorganisaties te ondersteunen. Dit wordt onder andere gedaan door het bieden van opleidingen aan medewerkers.
Realisatie | Vastgestelde begroting1 | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | |
Verplichtingen | 2.955.372 | 3.366.289 | 3.913.026 | 4.115.024 | 4.217.155 | 3.857.977 | 359.178 |
Uitgaven | 2.958.302 | 3.366.184 | 3.912.442 | 4.108.446 | 4.206.526 | 3.857.977 | 348.549 |
Inkomensoverdrachten | |||||||
Kinderopvangtoeslag | 2.933.211 | 3.353.362 | 3.596.605 | 3.813.334 | 4.105.961 | 3.827.732 | 278.229 |
Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO | 0 | 0 | 296.200 | 275.578 | 74.097 | 0 | 74.097 |
Subsidies | |||||||
Kinderopvang | 1.898 | 1.693 | 1.248 | 1.411 | 969 | 1.300 | ‒ 331 |
Subsidies Caribisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 5.221 | 7.535 | 8.043 | ‒ 508 |
Versterking T&I vaardigheden kinderopvang | 2.914 | 4 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | |||||||
Opdrachten Caribisch Nederland | 91 | 67 | 953 | 73 | 270 | 1.048 | ‒ 778 |
Overige opdrachten | 4.417 | 3.426 | 2.048 | 1.524 | 1.621 | 3.003 | ‒ 1.382 |
Bekostiging | |||||||
Projectbureau PGV | 0 | 0 | 980 | 1.394 | 1.478 | 1.500 | ‒ 22 |
Bijdrage aan agentschappen | |||||||
DUO | 15.559 | 7.631 | 6.827 | 7.275 | 7.698 | 8.551 | ‒ 853 |
Justis | 212 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||
Versterking Kinderopvang Samenwerking BES(t) 4 kids CN | 0 | 0 | 7.580 | 2.636 | 6.897 | 6.800 | 97 |
Ontvangsten | 1.510.526 | 1.522.517 | 1.483.420 | 1.498.566 | 1.627.788 | 1.583.186 | 44.602 |
Ontvangsten | |||||||
Werkgeversbijdrage kinderopvang | 1.203.577 | 1.257.158 | 1.237.337 | 1.321.216 | 1.426.253 | 1.327.537 | 98.716 |
Restituties en overige ontvangsten | 306.949 | 265.359 | 246.083 | 177.350 | 201.535 | 255.649 | ‒ 54.114 |
Stand inclusief amendementen, moties en NvW. De stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, incidentele suppletoire begrotingen en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de incidentele suppletoire begrotingen die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij de realisatie.
Inkomensoverdrachten
Kinderopvangtoeslag
Ouders die betaalde arbeid verrichten en ouders die tot een doelgroep behoren zoals omschreven in de Wko, ontvangen een inkomensafhankelijke bijdrage in de kosten van kinderopvang: de kinderopvangtoeslag. Hierbij geldt de voorwaarde dat zij hun kinderen naar een kinderopvanginstelling of gastouder brengen die voldoet aan de eisen van de Wko en daarom geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). De KOT wordt uitgevoerd door Dienst Toeslagen van het Ministerie van Financiën. DUO verzorgt de inschrijving in het register buitenlandse kinderopvang en de SVB is verantwoordelijk voor de uitbetaling van de aanvulling op de KOT in het buitenland.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitgaven Kinderopvangtoeslag zijn in 2022 uitgekomen op € 4.106,0 miljoen en daarmee € 278,2 miljoen hoger dan in de begroting 2022 was geraamd. In de begroting was zoals gebruikelijk nog gerekend in het prijsniveau van het voorgaande jaar. Indien rekening wordt gehouden met het geraamde bedrag voor de loon- en prijsbijstelling (€ 19,7 miljoen) is er € 258,5 miljoen meer aan kinderopvangtoeslag uitgegeven dan was voorzien.
De hogere dan verwachte uitgaven komen vooral doordat er in 2022 meer gebruik is gemaakt van kinderopvang dan verwacht. Het aantal kinderen dat naar de opvang gaat en het gemiddelde aantal uren kinderopvang per kind zijn beide hoger uitgekomen, zowel in de dagopvang als in de buitenschoolse opvang. Dit is verder toegelicht in het gedeelte Beleidsrelevante kerncijfers. Naast een hoger gebruik waren er in 2022 ook enkele andere ontwikkelingen, waaronder een lager bedrag aan nabetalingen over eerdere jaren.
Beleidsrelevante kerncijfers
Het aantal huishoudens met kinderopvangtoeslag is in 2022 4,3% hoger uitgekomen dan in de begroting werd verwacht. Het aantal kinderen waarvoor ouders kinderopvangtoeslag hebben ontvangen is 34.000 (+4,0%) hoger uitgekomen. Daarnaast gingen kinderen gemiddeld bijna 2½ uur per maand meer naar de opvang (+3,9%). Procentueel zijn de verschillen ten opzichte van de raming voor 2022 redelijk vergelijkbaar voor de dagopvang en de buitenschoolse opvang.
Het hogere gebruik wordt voor een belangrijk deel verklaard door de gunstige economische ontwikkeling en de demografie. Zo is de werkloosheid in 2022 fors lager uitgekomen dan verwacht en waren er meer werkende ouders. Daarnaast was er een licht opwaarts effect op het gebruik van kinderopvang doordat het aantal kinderen van 0 tot 12 jaar in de Nederlandse bevolking iets hoger is uitgekomen dan verwacht.
De gemiddelde tarieven van kinderopvanginstellingen zijn in 2022 bij alle opvangsoorten hoger uitgekomen dan waar rekening mee was gehouden. Het verschil was zowel in absolute zin als procentueel het sterkst in de dagopvang met € 0,27 (+3,1%).
Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Begroting 2022 | Verschil 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal huishoudens dat gebruik maakt van kinderopvangtoeslag (x 1.000) | 524 | 547 | 551 | 556 | 588 | 564 | 24 | |
Aantal kinderen met kinderopvangtoeslag (x 1.000) | ||||||||
0-12 jaar | 785 | 818 | 825 | 832 | 879 | 845 | 34 | |
0-4 jaar (dagopvang) | 375 | 387 | 389 | 399 | 419 | 401 | 18 | |
4-12 jaar (buitenschoolse opvang) | 410 | 431 | 436 | 432 | 460 | 443 | 17 | |
Deelname kinderen met kinderopvangtoeslag (%) | ||||||||
0-12 jaar | 36 | 38 | 38 | 39 | 41 | 40 | 1 | |
0-4 jaar (dagopvang) | 54 | 56 | 57 | 58 | 60 | 58 | 2 | |
4-12 jaar (buitenschoolse opvang) | 28 | 29 | 30 | 30 | 32 | 31 | 1 | |
Aantal uren per kind per maand | ||||||||
0-12 jaar | 58,1 | 59,2 | 61,2 | 63,9 | 64,5 | 62,1 | 2,4 | |
0-4 jaar (dagopvang) | 80,5 | 82,6 | 85,4 | 88,6 | 89,9 | 86,5 | 3,4 | |
4-12 jaar (buitenschoolse opvang) | 37,7 | 38,3 | 39,6 | 41,2 | 41,4 | 39,9 | 1,5 | |
Gebruik kinderopvangtoeslag naar verzamelinkomen (aantal kinderen met kinderopvangtoeslag x 1.000) | ||||||||
Tot 130% Wml | 77 | 81 | 80 | 76 | 73 | 72 | 1 | |
130% Wml tot 1 1/2 x modaal | 189 | 193 | 187 | 179 | 160 | 173 | ‒ 13 | |
1 1/2 x modaal tot 3 x modaal | 401 | 420 | 431 | 442 | 492 | 464 | 28 | |
3 x modaal en hoger | 117 | 124 | 127 | 135 | 154 | 136 | 18 | |
Aantal uren per kind met kinderopvangtoeslag | ||||||||
Tot 130% Wml | 71 | 72 | 74 | 79 | 83 | 80 | 3 | |
130% Wml tot 1 1/2 x modaal | 56 | 57 | 59 | 63 | 64 | 60 | 4 | |
1 1/2 x modaal tot 3 x modaal | 55 | 56 | 58 | 60 | 60 | 58 | 2 | |
3 x modaal en hoger | 65 | 66 | 68 | 70 | 70 | 68 | 2 |
Bron: SZW, berekening op basis van informatie van CBS en Toeslagen.
De cijfers van 2022 zijn gebaseerd op de opgaven van aanvragers, die nog kunnen wijzigen als gevolg van het definitief vaststellen van inkomen en gebruik. Voor 2021 is het merendeel van de beschikkingen definitief vastgesteld. Voor 2020 en eerdere jaren zijn vrijwel alle beschikkingen en onderliggende gegevens definitief.
Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | Begroting 2022 | Verschil 2022 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bijdragen sectoren (in %) | ||||||||
Collectief | 70 | 73 | 73 | 71 | 71 | 71 | 0 | |
waarvan Overheid | 38 | 43 | 46 | 45 | 45 | 45 | 0 | |
waarvan Werkgevers | 32 | 30 | 27 | 26 | 26 | 27 | ‒ 1 | |
Ouders | 30 | 27 | 27 | 29 | 29 | 29 | 0 | |
Wettelijke maximum uurprijs (in €) | ||||||||
Dagopvang | 7,45 | 8,02 | 8,17 | 8,46 | 8,50 | 8,50 | 0 | |
Buitenschoolse opvang | 6,95 | 6,89 | 7,02 | 7,27 | 7,31 | 7,31 | 0 | |
Gastouderopvang | 5,91 | 6,15 | 6,27 | 6,49 | 6,52 | 6,52 | 0 | |
Gemiddelde tarieven van kinderopvanginstellingen (in €)2 | ||||||||
Dagopvang | 7,46 | 8,12 | 8,42 | 8,70 | 8,85 | 8,58 | 0,27 | |
Buitenschoolse opvang | 7,22 | 7,40 | 7,64 | 7,84 | 7,94 | 7,72 | 0,22 | |
Gastouderopvang | 6,00 | 6,24 | 6,41 | 6,57 | 6,60 | 6,44 | 0,16 | |
Ouderbijdrage eerste kind in € per uur voor gezinsinkomen3 | ||||||||
130% Wml | 0,46 | 0,35 | 0,36 | 0,37 | 0,38 | 0,38 | 0 | |
1 1/2 x modaal | 1,77 | 1,60 | 1,63 | 1,68 | 1,72 | 1,72 | 0 | |
3 x modaal | 4,97 | 4,70 | 4,79 | 4,96 | 5,06 | 5,06 | 0 | |
Ouderbijdrage volgend kind in € per uur voor gezinsinkomen | ||||||||
130% Wml | 0,38 | 0,34 | 0,35 | 0,36 | 0,37 | 0,37 | 0 | |
1 1/2 x modaal | 0,48 | 0,47 | 0,47 | 0,49 | 0,50 | 0,50 | 0 | |
3 x modaal | 1,24 | 1,19 | 1,22 | 1,26 | 1,28 | 1,28 | 0 |
Bron: SZW, berekening op basis van informatie van Toeslagen.
De cijfers van 2022 zijn gebaseerd op de opgaven van aanvragers, die nog kunnen wijzigen als gevolg van het definitief vaststellen van uurtarieven. Voor 2021 is het merendeel van de beschikkingen definitief vastgesteld. Voor 2020 en eerdere jaren zijn vrijwel alle beschikkingen en onderliggende gegevens definitief.
De cijfers over de gemiddelde uurprijs zijn gebaseerd op de uurprijzen die ouders aan Toeslagen doorgeven. Deze kunnen afwijken van de door de ouders werkelijk betaalde uurprijzen. Het betreft de gemiddelde uurprijzen, waarbij gewogen is naar gebruik. Ter illustratie: de uurprijs van gebruikers die 60 opvanguren afnemen weegt drie keer zo zwaar mee bij bepaling van het gemiddelde als de uurprijs van gebruikers die 20 opvanguren afnemen.
Tegemoetkomingsregeling Eigen Bijdrage
Vanwege de kabinetsmaatregelen rondom COVID-19 is de kinderopvangsector gedurende enkele periodes gesloten geweest. Ouders met kinderopvangtoeslag, ouders met gemeentelijke subsidiëring en personen zonder overheidsvergoeding die de factuur hebben doorbetaald tijdens de periode(s) dat de kinderopvang gesloten was, konden voor een tegemoetkoming van de eigen bijdrage in aanmerking komen.
Daarnaast kunnen ouders die in de eerste sluitingsperiodes (voorjaar 2020 en winter 2020/21) te weinig TTKO hadden ontvangen op basis van de op dat moment bekende kinderopvanggegevens, in aanmerking komen voor een additionele tegemoetkoming op basis van de kinderopvanggegevens zoals die op 1 mei 2022 bekend waren.
Budgettaire ontwikkelingen
De middelen voor de Tegemoetkoming eigen bijdrage zijn aan de begroting toegevoegd via de 1e Incidentele suppletoire begroting SZW 2022. Dit was voor de derde periode van sluiting en voor de additionele regeling (Stb. 2022, 163). In totaal is € 78 miljoen vrijgemaakt voor de Tegemoetkoming eigen bijdrage.
De realisatie in 2022 is uitgekomen op € 74,1 miljoen. Het verschil van € 3,9 miljoen wordt vooral verklaard doordat de middelen voor de uitvoeringskosten zijn overgeboekt naar artikel 11 voor de SVB en naar de begroting van het Ministerie van Financiën voor Dienst Toeslagen.
Subsidies
Voor projectsubsidies kinderopvang in Nederland is € 1 miljoen uitgegeven (€ 0,3 miljoen lager dan begroot). Een eindafrekening van € 0,2 miljoen is verschoven naar 2023. De uitgaven op subsidies zijn daarnaast afhankelijk van de ingediende aanvragen vanuit de sector.
Voor de tijdelijke subsidieregeling financiering kinderopvang Caribisch Nederland is € 8,0 miljoen begroot, de realisatie was € 7,5 miljoen. Bij de raming van de uitgaven voor de tijdelijke subsidieregeling is uitgegaan van een hogere deelname van kinderen aan de opvang dan in de praktijk in 2022 is gebleken.
Opdrachten
Op het budget voor ‘Overige opdrachten’ van € 3,0 miljoen is € 1,6 miljoen uitgegeven (€ 1,4 miljoen minder dan begroot). De lagere realisatie komt voornamelijk doordat een reservering voor sneltesten kon vervallen. Daarnaast waren er minder opdrachten en onderzoeken dan eerder was voorzien.
Op het budget voor Opdrachten Caribisch Nederland van ruim € 1 miljoen is afgerond € 0,8 miljoen minder uitgegeven dan eerder begroot. In 2022 zijn een aantal activiteiten in het kader van het programma BES(t) 4 kids niet tot uitvoering gekomen. Een ICT-applicatie voor de bekostiging van de kinderopvang conform de Wet kinderopvang BES is vertraagd (€ 0,6 miljoen).
Bekostiging
De bekostiging betreft uitgaven aan Stichting Projectenbureau Publieke Gezondheid van de Vereniging van Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland (PGV) voor de coördinatie op het toezicht op de kinderopvang. PGV is wettelijk aangewezen voor deze taak. De gerealiseerde uitgaven hiervoor wijken nauwelijks af van de begroting van € 1,5 miljoen.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget van € 8,5 miljoen is geheel bestemd voor de uitvoering door DUO van het Landelijk Register Kinderopvang en het Personenregister Kinderopvang. De kosten kwamen € 0,9 miljoen lager uit dan begroot, onder andere door vertraging bij een migratietraject van het Personenregister kinderopvang en het annuleren van een project voor het digitaliseren van de aanvraagformulieren voor het Landelijk Register Kinderopvang. Ook waren er lagere kosten bij bezwaar en beroep.
Bijdrage aan medeoverheden
De openbare lichamen hebben in het kader van het programma BES(t) 4 kids een bijzondere uitkering ontvangen om de kinderopvangorganisaties te ondersteunen. Dit wordt onder andere gedaan door het bieden van opleidingen aan medewerkers. Het budget hiervoor van € 6,8 miljoen is met € 0,1 miljoen overschreden.
Ontvangsten
De restituties en overige ontvangsten zijn in 2022 in totaal € 54,1 miljoen lager uitgekomen dan begroot.
De restituties ofwel de terugontvangsten op de kinderopvangtoeslag waren € 65,3 miljoen lager dan verwacht. Bij het bepalen van het definitieve recht van huishoudens kwam het totale bedrag aan terugvorderingen lager uit dan eerder verwacht. Ouders hoeven dus minder terug te betalen en daardoor waren er ook minder ontvangsten. Daarnaast heeft het effect van de pauzering van invorderingen die pas in het voorjaar van 2022 is opgeheven mogelijk tot lagere ontvangsten geleid.
De overige ontvangsten zijn juist € 11,2 miljoen hoger uitgekomen. Dit houdt vrijwel geheel verband met een terugontvangst voor de Tegemoetkoming eigen bijdrage. De voorschotten die zijn verstrekt aan de SVB voor de eerste en tweede periode van sluiting zijn afgerekend. Per saldo kwamen de kosten lager uit dan verwacht, voornamelijk voor de tegemoetkoming voor ouders die geen gebruik maken van kinderopvangtoeslag. Aangezien deze ouders niet bekend zijn bij de overheid was het lastig om vooraf een goede inschatting te maken van de omvang van deze groep.
De ontvangsten werkgeversbijdrage kinderopvang zijn € 98,7 miljoen hoger dan in de begroting 2022 was voorzien. De werkgeversbijdrage voor de kinderopvang bestaat uit een vast percentage (0,5%) van de totale loonsom. Doordat de totale loonsom in 2022 hoger is uitgekomen zijn er ook meer ontvangsten uit de werkgeversbijdrage kinderopvang.
Onder vrouwen en moeders met jonge kinderen is het aantal gewerkte uren per week in 2022 gestegen ten opzichte van 2021. Mannen en vaders met jonge kinderen zijn in 2022 gemiddeld juist iets minder uren gaan werken.
Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vrouwen 15 tot 75 jaar | 26,1 | 26,3 | 26,2 | 27,4 | 27,9 | |||
Mannen 15 tot 75 jaar | 35,7 | 35,6 | 35,4 | 36,3 | 36,1 | |||
Moeders met jonge kinderen (0-11 jaar) | 26,6 | 26,8 | 26,9 | 27,5 | 28,1 | |||
Vaders met jonge kinderen (0-11 jaar) | 39,8 | 39,6 | 39,4 | 40,4 | 40,1 |
Bron: CBS, Enquête Beroepsbevolking.
De netto arbeidsparticipatie is in 2022 in de meeste categorieën gestegen ten opzichte van 2021. De netto arbeidsparticipatie onder vaders met jonge kinderen is in 2022 vrijwel stabiel gebleven en onder alleenstaande moeders licht gedaald.
Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Realisatie 2022 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal mannen en vrouwen 15 tot 75 jaar | 67,8 | 68,8 | 68,4 | 70,4 | 72,2 | |||
Moeders (lid van ouderpaar) | 79,0 | 80,4 | 80,5 | 81,4 | 82,6 | |||
Vaders (lid van ouderpaar) | 91,7 | 92,1 | 91,7 | 91,8 | 92,6 | |||
Alleenstaande moeders | 65,9 | 66,2 | 68,5 | 71,5 | 70,5 | |||
Alleenstaande vaders | 76,6 | 80,4 | 79,8 | 83,5 | 84,4 | |||
Moeders met jonge kinderen (0-11) | 77,8 | 79,4 | 80,1 | 79,7 | 81,5 | |||
Vaders met jonge kinderen (0-11) | 94,0 | 94,2 | 93,9 | 94,4 | 94,3 |
Bron: CBS, Enquête Beroepsbevolking.