Base description which applies to whole site

10. Saldibalans

Tabel 44 Saldibalans per 31 december 2022 van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) (bedragen x € 1.000)

Activa

1

   

Passiva

   
  

31-12-2022

31-12-2021

   

31-12-2022

31-12-2021

 

Intra-comptabele posten

       

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

31.400.530

33.112.558

 

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

1.257.938

784.853

3)

Liquide middelen

0

0

     

4)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

 

0

 

4a)

Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

30.085.752

32.292.891

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

280.000

275.000

 

5a)

Begrotingsreserves

280.000

275.000

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

527

16.900

 

7)

Schulden buiten begrotingsverband

57.367

51.714

8)

Kas-transverschillen

0

0

     

Subtotaal intra-comptabel

31.681.057

33.404.458

 

Subtotaal intra-comptabel

31.681.057

33.404.458

Extra-comptabele posten

      

9)

Openstaande rechten

0

0

 

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

0

10)

Vorderingen

1.010.217

686.038

 

10a)

Tegenrekening vorderingen

1.010.217

686.038

11a)

Tegenrekening schulden

0

0

 

11)

Schulden

0

0

12)

Voorschotten

17.152.872

21.559.620

 

12a)

Tegenrekening voorschotten

17.152.872

21.559.620

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

176.676

297.146

 

13)

Garantieverplichtingen

176.676

297.146

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

22.850.908

22.502.408

 

14)

Andere verplichtingen

22.850.908

22.502.408

15)

Deelnemingen

34.188

34.188

 

15a)

Tegenrekening deelnemingen

34.188

34.188

Subtotaal extra-comptabel

41.224.861

45.079.400

 

Subtotaal extra-comptabel

41.224.861

45.079.400

Totaal

72.905.918

78.483.858

 

Totaal

72.905.918

78.483.858

1

Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

Toelichting op de saldibalans

Intra comptabele posten

Intra comptabele posten zijn de saldi op de grootboekrekeningen die op basis van het bij het Rijk gevoerde begrotings/boekhoudstelsel (verplich­ tingen-kasstelsel) in een dwingend evenwichtsverband met het kas/ bankboek (inclusief de rekening-courant met Financiën/RHB) worden bijgehouden.

Extra-comptabele posten

Extra-comptabele posten zijn de saldi op de grootboekrekeningen die op grond van het bij het Rijk gevoerde begrotings-/boekhoudstelsel (verplichtingen-kasstelsel) niet in dwingend evenwichtsverband met het intra- comptabele deel van het grootboek worden bijgehouden. Er worden extra grootboekrekeningen voor ingericht, die door middel van aanvullende boekingen worden bijgehouden (vandaar extra-comptabel). De tegenreke­ ningen die daarbij worden gebruikt, zijn nodig om pro forma het evenwichtsverband in stand te kunnen houden.

De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.

ad 1 en 2) Uitgaven ten laste en –ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de post Uitgaven en ontvangsten ten laste van de begroting worden de gerealiseerde begrotingsuitgaven en -ontvangsten van het jaar opgenomen. De bedragen komen overeen met de bedragen uit de verant­ woordingsstaat. Door een verschillende afrondingssystematiek kunnen kleine afrondingsverschillen ontstaan (maximaal aantal begrotingsartikelen*1 (in duizenden)) tussen de posten ‘Uitgaven en ontvangsten ten laste van de begroting’ en de bedragen in de Verantwoordingsstaat.

ad 3) Liquide middelen

De post Liquide middelen is opgebouwd uit het saldo van de banken en de contante gelden. Als bedrag voor het banksaldo wordt opgenomen de stand van de bankrekeningen die meelopen in het saldoloos betalings­ verkeer via de schatkist van het Rijk. Van dit saldo ontvangende ministeries een opgave van de RHB. Het ministerie van VWS heeftvanwege saldore­gulatie geen saldo op haar bankrekeningen.

ad 4 en 4a) Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Op de rekening-courant met de RHB wordt de financiële verhouding met de schatkist van het Rijk geadministreerd. Opgenomen wordt het bedrag van het laatst verstuurde saldobiljet van de RHB. Het bedrag is per 31 december 2022 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofd­ boekhouding.

Ad 5 en 5a) Begrotingsreserves

Een begrotingsreserve is een geoormerkte meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën wordt aangehouden. Het gaat om een budgettaire voorziening of reserve binnende Rijksbegroting. De reserve blijftmeerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. Voor elke begrotingsreserve wordt in de administratie van de Rijkshoofdboekhouding een afzonderlijke rekening-courant aangehouden.

Tabel 45 Begrotingsreserve (bedragen x € 1.000)
 

Saldo 1-1-2022

Toevoegingen 2022

Ontrekkingen 2022

Saldo 31-12-2022

Artikel

      

VWS begrotingsreserve WFZ

25.000

5.000

0

30.000

9

Totaal

25.000

5.000

0

30.000

 
Tabel 46 Begrotingsreserve (bedragen x € 1.000)
 

Saldo 1-1-2022

Toevoegingen 2022

Ontrekkingen 2022

Saldo 31-12-2022

Artikel

      

VWS begrotingsreserve Stimuleringsregeling wonen en zorg

50.000

0

0

50.000

3

Totaal

50.000

0

0

50.000

 
Tabel 47 Begrotingsreserve (bedragen x € 1.000)
 

Saldo 1-1-2022

Toevoegingen 2022

Ontrekkingen 2022

Saldo 31-12-2022

Artikel

      

VWS begrotingsreserve Pallas

200.000

0

0

200.000

4

Totaal

200.000

0

0

200.000

 

Begrotingsreserve WFZ

In het kader van de verdere beperking van de risico’s rond de achterborg­ stelling van het Rijk bij het WFZ wordt er vanaf het jaar 2017 een begro­ tingsreserve aangelegd voor eventuele schade.

Begrotingsreserve Stimuleringsregeling wonen en zorg

Dit betrof de overheveling binnen artikel 3 van per saldo € 50 miljoen van de stimuleringsregeling woonzorg arrangementen naar het instrument storting/onttrekking begrotingsreserve. De stimuleringsregeling bestaat voor een deel uit een borgstellingsregeling. Voor eventuele verliezen worden middelen gereserveerd. In 2022 hebben geen mutaties plaatsgevonden.

Begrotingsreserve Pallas

Er wordt een begrotingsreserve garanties aangehouden. In 2022 hebben geen mutaties plaatsgevonden.

ad 6) Vorderingen buiten begrotingsverband

Deze post betreft een uitgavensaldo dat nog van derden moet worden ontvangen (saldo van openstaande vorderingen).

CIBG voert namens VWS een aantal opdrachten uit en heeft als zodanig een kassiersfunctie. 

Tabel 48 Vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
     

Personeel

   

176

Vordering CIBG

   

350

Totaal

   

526

ad 7) Schulden buiten begrotingsverband

Deze post betreft een ontvangstensaldo dat nog aan derden moet worden afgedragen (saldo van openstaande schulden).

Ten opzichte van vorig jaar is deze post ca. € 5 miljoen hoger vanwege hogere BTW (ca. € 3 mln.) en hogere loonheffing/premies en ABP afdracht (ca. € 2 mln.).

Tabel 49 Schulden buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
     

Loonheffing/ABP

   

43.783

Te betalen BTW

   

12.704

Overig

   

880

Totaal

   

57.367

ad 8) Kas-transverschillen

Op deze post wordenbedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk per kas zijn uitgegevenen ontvangen. Deze post is alleen van toepassing op Hoofdstuk 9A (Nationale Schuld).

ad 9 en 9a) Openstaande rechten

Openstaande rechten zijn vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar die op andere wijze zijn ontstaan. Zo kunnen rechten ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastge­ stelde aanslagen aan derden wordenopgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden).Openstaande rechten doen zich bij het ministerie van VWS niet voor.

ad 10 en 10a) Vorderingen

Vorderingen kunnen zijn voortgevloeid uit wettelijke heffingen, vorderingen van eerder gedane voorwaardelijke uitgaven en vorderingen uit verkoop of dienstverlening.

Vanaf verantwoordingsjaar 2017 worden de vorderingen met betrekking tot de zorgtoeslag verwerkt in de saldibalans van VWS (budgettair verant­ woordelijke departement). Het totaal aan vorderingen zorgtoeslag bedraagt

€ 487,6 miljoen.

Tabel 50 Vorderingen naar ouderdom (zorgtoeslag) (bedragen x € 1.000)

Toeslagjaar

Openstaand 1-1-2022

Ingestelde vorderingen

Ontvangsten

Afboekingen

Openstaand 31-12-2022

      

t/m 2019

219.745

16.231

64.016

18.050

153.910

2020

182.446

44.408

111.936

2.906

112.012

2021

56.424

322.344

212.275

2.017

164.476

2022

‒ 3

166.392

108.826

304

57.259

2023

 

‒ 35

  

‒ 35

Totaal

458.612

549.340

497.053

23.277

487.622

Tabel 51 Openstaande vorderingen naar ontstaansjaar (exclusief zorgtoeslag) (bedragen x € 1.000)
     

t/m 2019

   

43.575

2020

   

10.163

2021

   

59.198

2022

   

409.658

Totaal

   

522.594

Het vorderingensaldo (exclusief zorgtoeslag) van € 522,6 miljoen bestaat voornamelijk uit:

  • vorderingen voor een bedrag van € 365,0 miljoen voornamelijk in verband met afgerekende subsidie-voorschotten;

  • vordering uit hoofde van een geëffectueerde aanspraak op een garantie van € 21,6 miljoen. Een civielrechtelijke procedure door de Landsad­ vocaat loopt, naar verwachting zal het grootste gedeelte van deze vordering niet te verhalen zijn;

  • vordering van € 43,4 miljoen wegens niet nagekomen leveringsplicht van mondkapjes;

  • vorderingen met betrekking tot het innen van opgelegdebestuurlijke boetes uit hoofde van de Warenwet, Drank- en Horecawet, Tabakswet van € 7,6 miljoen.

    De op termijn opeisbarevorderingen van € 29,3 miljoen. Deze zijn hierna toegelicht.

Tabel 52 Opeisbaarheid van de vorderingen (inclusief zorgtoeslag) (bedragen x € 1.000)
     

Direct opeisbaar

   

980.880

Op termijn opeisbaar

   

29.336

Geconditioneerd

   

0

Totaal

   

1.010.216

  • vordering die op termijn opeisbaar is, betreft een vordering van € 9,2 miljoen met betrekking tot correctie aansluitverschil AFBZ bij het CAK. Dit bedrag zal met ingang van het jaar 2019 tot en met 2025 met gelijke bedragen van € 2,3 miljoen worden verlaagd. In 2022 is een bedrag van € 2,3 miljoen ontvangen. De stand per 31-12-2022 was € 4,6 miljoen;

  • vordering die op termijn opeisbaar is, betreft een vordering van € 5,0 miljoen van PD-ALT (onderdeel VWS) op de eigenaar van het RIVM terrein (PSP). Deze wordt verrekend met toekomstige verplichtingen rondom het schoon opleveren van het terrein (na verhuizing RIVM naar de nieuwbouw) aan PSP;

  • vordering die op termijn opeisbaar is, betreft een lening aan Stg. Voorbereiding Pallas van € 8 miljoen, die uiterlijk in 2025 wordt afgelost;

  • vordering die op termijn opeisbaar is, betreft een vordering van de Europese Commissie van € 46,7 miljoen uit 2020 die binnen vijf jaar wordt afgelost. De stand is nu € 11,7 miljoen.

ad 11 en 11a) Schulden

Extra-comptabele schulden zijn schulden die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunstevan de begroting. Het gaat om bedragendie binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Het Ministerie van VWS heeft geen schulden.

ad 12 en 12a) Voorschotten

Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen.

Vanaf verantwoordingsjaar 2017 worden de voorschotten met betrekking tot de toeslagregeling zorgtoeslag niet meer opgenomen in de saldibalans van het Ministerie van Financiën, maar verwerkt in de saldibalans van VWS (budgettair verantwoordelijk departement). De uitgaven die hiermee samenhangen zijn verantwoord onder de post uitgaven van artikel 8. In de onderstaande specificaties worden de openstaande voorschotten van het Ministerie verantwoord naar ouderdom, artikel en instrument. Het totaal aan voorschotten zorgtoeslag bedraagt € 6.473,7miljoen.

Tabel 53 Voorschotten naar ouderdom (exclusief zorgtoeslag) (bedragen x € 1.000)
  

Saldo 1-1-2022

Verstrekt

Afgerekend

Openstaand 31-12-2022

      

t/m 2019

 

992.232

0

503.549

488.683

2020

 

5.019.895

0

3.928.671

1.091.224

2021

 

9.501.783

0

6.403.594

3.098.189

2022

 

0

6.519.533

518.449

6.001.084

Totaal

 

15.513.910

6.519.533

11.354.263

10.679.180

Tabel 54 Voorschotten naar ouderdom (zorgtoeslag) (bedragen x € 1.000)

Toeslagjaar

 

Openstaand 1-1-2022

Verstrekt in 2022

Afgerekendin 2022

Openstaand 31-12-2022

      

t/m 2018

 

4.948

0

2.716

2.232

2019

 

46.572

0

40.198

6.374

2020

 

245.040

0

193.624

51.416

2021

 

5.291.607

95.065

5.057.296

329.376

2022

 

457.543

4.982.418

0

5.439.961

2023

 

0

644.333

 

644.333

Totaal

 

6.045.710

5.721.816

5.293.834

6.473.692

In de onderstaande tabel is het saldo van de openstaande voorschotten per instrument op artikelniveau groter dan € 50,0 miljoen weergegeven.

Tabel 55 Openstaande voorschotten per instrument op artikelniveau (bedragen x € 1.000)

Art

Omschrijving

Instrument

31-12-2022

1

Volksgezondheid

Bijdrage aan agentschappen

1.378.300

  

Bijdrage aan medeoverheden

1.236.756

  

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

961.882

  

Opdrachten

217.887

  

Subsidies

1.195.230

2

Curatieve Zorg

Bekostiging

93.662

  

Bijdragen aan agentschappen

70.959

  

Opdrachten

224.056

  

Subsidies

667.733

3

Langdurige zorg en ondersteuning

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

207.671

  

Opdrachten

55.526

  

Subsidies

449.579

4

Zorgbreed beleid

Bekostiging

176.139

  

Bijdrage aan agentschappen

80.157

  

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

311.083

  

Subsidies

1.546.221

5

Jeugd

Bijdragen aan medeoverheden

205.836

  

Subsidies

137.058

6

Sport en bewegen

Bijdragen aan medeoverheden

473.517

  

Subsidies

301.297

7

Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II

Inkomensoverdrachten

373.409

  

Subsidies

54.030

8

Tegemoetkoming specifieke kosten

Inkomensoverdrachten

6.473.692

9

Algemeen

Bijdrage aan (int.)nationale organisaties

67.912

Voorschotten groter dan € 100,0 miljoen zijn hieronder toegelicht:

Artikel 1 Volksgezondheid

De openstaande voorschotten hebben met name betrekking op bijdragen aan het RIVM (€ 1.266,3 miljoen), Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (€ 111,8 miljoen), GGD regio Utrecht (€ 123,6 miljoen), GGD Rotterdam Rijnmond (€ 115,9 miljoen), GGD Amsterdam (€ 112,3 miljoen), LCCB (€ 529,1 miljoen) en Zorgonderzoek Nederland (€ 432,8 miljoen). Verder hebben de openstaande voorschotten op dit artikel betrekking op opdrachten aan Mediq Nederland BV (€ 119,6 miljoen) en subsidies aan SNPG (€ 184,1 miljoen) en Stichting Bevolkingsonderzoek Nederland (€ 138,3 miljoen).

Artikel 2 Curatieve Zorg

De openstaande voorschotten hebben met name betrekking op opdrachten aan Mediq Nederland BV (€ 133,0 miljoen) en subsidie aan Stichting Voorbereiding PALLAS-reactor (€ 168,0 miljoen).

Artikel 3 MO en LZ

De openstaande voorschotten hebben met name betrekking op bijdrage aan Centrum Indicatiestelling Zorg (€ 106,9 miljoen) en subsidie aan Stichting VILANS (€ 137,7 miljoen).

Artikel 4 Zorgbreed beleid

Deopenstaande voorschotten hebben met name betrekking op bijdragen aan het CAK (€ 124,1 miljoen), subsidie aan de Coöperatief Samenwerkende Regio’s (€ 290,5 miljoen)en bekostiging van RCN Zorgcontracten ZJCN voor verschillende organisaties (€ 176,1 miljoen).

Artikel 6 Sport

De openstaande voorschotten hebben met name betrekking op subsidie aan het NOC*NSF (€ 153,1 miljoen).

Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II

De openstaande voorschotten op dit artikelhebben betrekking op de wetten Wereldoorlog II aan de Sociale Verzekeringsbank (€ 373,4 miljoen).

Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten

De openstaande voorschotten op dit artikel hebben met name betrekking op de zorgtoeslag (€ 6.473,7 miljoen).

ad 13 en 13a) Garantieverplichtingen

Onder deze post is het saldo van de garantieverplichtingen opgenomen. Een garantieverplichting is een voorwaardelijke financiële verplichting, die pas tot uitbetaling komt als zich bij de wederpartij een bepaalde omstan­ digheid (realisatie van een risico) voordoet. Een verschil tussen een garan­ tieverplichting en een andere verplichting is dat de hoofdsom van een garantie veelal niet of slechtsgedeeltelijk tot uitbetaling zal komen.

Tabel 56 Verloop van lopende verplichtingen uit hoofde van de verleende garanties van WFZ en niet sedentaire personen (bedragen x € 1.000)
  

Stand per 1 januari 2022

807.640

Verleende garanties in het verslagjaar

2269

Verleende garanties in het verslagjaar als gevolg van herfinanciering

0

Vervallen garanties in het verslagjaar

99133

Vervallen garanties in het verslagjaar als gevolg van herfinancieringen

0

Stand per 31 december 2022

710.776

Tabel 57 Verloop van de garantieverplichtingen WFZ en niet sedentaire personen op basis van de schuldrestant van de leningen (bedragen x € 1.000)
  

Stand per 1 januari 2022

186.713

Stortingen in het verslagjaar (inclusief herfinancieringen)

2.269

Aflossingen/afboekingen in het verslagjaar (inclusief herfinancieringen)

37431

Stand per 31 december 2022

151.551

Tabel 58 Verloop van de garantieverplichtingen NRG Petten op basis van de schuldrestant van de leningen (bedragen x € 1.000)
  

Stand per 1 januari 2022

22.624

Stortingen in het verslagjaar

0

Aflossingen/afboekingen in het verslagjaar

0

Stand per 31 december 2022

22.624

Tabel 59 Verloop van de corona garantieverplichtingen (bedragen x € 1.000)
  

Stand in SAP per 1 januari 2022

87.810

Aangegane verplichtingen

0

Tot betaling gekomen verplichtingen

0

Negatieve bijstellingen

85.310

Stand per 31 december 2022

2.500

Stichting Open Nederland (SON) die testcapaciteit voor toegangstesten heeft georganiseerd om de samenleving zoveel mogelijk open te houden, heeft een verzekering gevonden die met terugwerkende kracht per 21 april 2021 ingaat. Deze verzekering dekt niet alles. Het ministerie van VWS heeft daarom een garantie verstrekt met een plafond van € 2,5 miljoen voor mogelijke juridische kosten en claims die niet gedekt worden door de verzekering. De Stichting heeft dit comfort nodig om de leden van de raad van toezicht en de leden van het bestuur de zekerheid te kunnen bieden dat zij geen persoonlijke schade kunnen ondervinden van hun functie. Het toetsingskader is opgenomen in de bijlage van de achtste incidentele suppletoire begroting van 2022.

ad 14 en 14a) Andere verplichtingen

De post openstaande verplichtingen vormt het saldo van de aangegane verplichtingen, hierop verrichte betalingen en negatieve bijstellingen van in eerdere begrotingsjaren aangegane verplichtingen.

Tabel 60 Verloop van de andere verplichtingen (bedragen x € 1.000)
  

Stand per 1 januari 2022

22.502.407

Aangegane verplichtingen

31.698.423

Technische correctie

50.6061

Tot betaling gekomen verplichtingen

31.400.529

Stand per 31 december 2022

22.850.907

1

Deze technische correctie betreft o.a. een overheveling van garantieverplichtingen en een correctie van de beginstand.

In de onderstaande tabel is het saldo van de openstaande verplichtingen per instrument op artikelniveau groter dan € 50,0 miljoen weergegeven.

Tabel 61 Andere verplichtingen per instrument op artikelniveau (bedragen x € 1.000)
    

Art

Omschrijving

Instrument

31-12-2022

1

Volksgezondheid

Bijdrage aan agentschappen

569.257

  

Bijdrage aan medeoverheden

62.239

  

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

950.202

  

Opdrachten

446.012

  

Subsidies

389.319

2

Curatieve Zorg

Bekostiging

3.078.200

  

Subsidies

248.570

3

Langdurige zorg en ondersteuning

Bekostiging

15.283.300

  

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

136.185

  

Subsidies

206.700

4

Zorgbreed beleid

Bekostiging

130.624

  

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

261.178

  

Subsidies

472.280

5

Jeugd

Subsidies

57.338

6

Sport

Subsidies

70.143

7

Oorlogsgetroffenen

Inkomensoverdrachten

183.137

Negatieve bijstellingen

Er zijn in 2022 vier omvangrijke negatieve bijstellingen van eerder aangeganeverplichtingen geweest die toelichting behoeven.Hierbij is een grens gehanteerd van € 25 miljoenvoor de beleidsartikelen en 10% voor het apparaatsartikel met een minimum van € 1 miljoen.

  • Negatieve bijstelling van een vaccin verplichting (€ 33,8 miljoen).

  • Open House sneltesten: VWS heeft in dit dossier aan alle juridische verplichtingen voldaan en er is geen grond om nog een bedrag aan verplichtingen open te laten staan (€ 28,8 miljoen).

  • Stichting Open Nederland: Dit betreft een correctie om de openstaande verplichting in lijn te brengen met de uitgaven die op dit dossier maximaal nog kunnen worden verwachtvoor VWS. De reguliere kosten zijn in 2022 grotendeels afgerekend. In 2023 vindt nog een eindafre­ kening plaats die betrekking heeft op de resterende werkzaamheden in het kader van de afbouw en finale afwikkeling (€ 47,4 miljoen).

  • Zorginstituut Nederland: Lopende het jaar 2022 zijn er wijzigingen geweest op de afgegeven bedragen naar aanleiding van de bijgestelde ramingen van het CentraalPlanbureau (CPB) in het Centraal Economisch Plan (CEP 2022) en de Macro Economische Verkenning (MEV 2023). Op basis hiervan is de rijksbijdrage WLZ verlaagd (€ 350,0 miljoen).

Openstaande verplichtingen groter dan € 100,0 miljoen zijn hieronder toegelicht:

Artikel 1 Volksgezondheid

De openstaande verplichtingen op dit artikel hebben met name betrekking op bijdragen aan het RIVM (€ 440,7 miljoen), Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (€ 122,4 miljoen), ZonMw (€ 950,2 miljoen), opdracht voor vaccins (€ 390,0 miljoen) en subsidie aan Stichting Bevolkingsonderzoek Nederland (€ 138,3 miljoen).

Artikel 2 Curatieve Zorg

De openstaande verplichtingen op dit artikel hebben betrekking op Rijksbij­ drage tot 18 jaar (€ 3.078,2 miljoen).

Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

De openstaande verplichtingen op dit artikel hebben betrekking op bijdrage kosten in kortingen (€ 4.883,3 miljoen) en Rijksbijdrage Wlz (€ 10.400,0 miljoen).

Artikel 4 Zorgbreed beleid

De openstaande verplichtingen op dit artikel hebben grotendeels betrekking op bijdragen aan CAK (€ 117,9 miljoen) en Centrum Indicatiestelling Zorg (€ 119,8 miljoen) en subsidie aan Coöperatief Samenwerkende Regio’s (€ 261,0 miljoen).

Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II

De openstaande verplichtingen op dit artikelhebben betrekking op de uitke­ ringslasten aan de Sociale Verzekeringsbank (€ 183,1 miljoen).

Niet uit de balans blijkende verplichtingen

Achterborg

Het Ministerie van VWS is achterborg voor het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ). Het totaalbedrag aan uitstaande verplichtingen is, volgens informatie van het WFZ, € 6.146,8 miljoen. Dit bedrag is de uitstaande restschuld per 2022. Het Ministerie van VWS staat daadwerkelijk borg, indien het risicovermogen van het WFZ en de obligoverplichting van 3% van het restant geborgde leningen van de deelnemers tezamen niet voldoende is om het WFZ aan zijn verplichtingen jegens geldgevers te laten voldoen. Via renteloze leningen van VWS aan het WFZ wordt in die situatie invulling gegeven aan het borg staan.

Lopende geschillen

De lopende juridische geschillen hebben een mogelijke financiële impact van circa € 155,9 miljoen.

Risico btw en invoerrechten goederen LCH-voorraad

Op 17 oktober 2022 is met de Belastingdienst afgestemd dat VWS vanaf de start van de LCH activiteiten begin 2020 heeft gehandeld als ondernemer voor de btw. Verder is afgestemd dat bij verkoop, donatie of verwerking van goederen uit de bestaande voorraad het recht op aftrek volledig in stand blijft. In die gevallen is volgens de Belastingdienst geen herziening of onttrekking aan de orde. Dat betekent dat VWS niet langer het risico loopt een deel van de in de afgelopen jaren in aftrek gebrachte btw (dan wel nog te effectueren aftrek) terug te moeten betalen.

Op 30 januari 2023 is overeenstemming bereikt met de Douane over een volledige afhandeling van de douane-administratie en de mogelijke claim die daarop rust als de goederen niet volgens de voorwaarden van de vrijstelling bij invoer zouden worden aangewend. Aan de Douane zal worden verzocht om de bestaande voorraad goederen die met de invoervrijstelling zijn ingevoerd volledig uit de vergunning te halen. Hierover dienen invoerrechten te worden betaald. Op basis van de gemaakte afspraken is ingeschat dat circa € 0,2 miljoen aan invoerrechten in 2023 betaald dient te worden.

ad 15 en 15a) Deelnemingen

Per1 januari 2021 is IntravaccB.V. operationeel en formeel de eerste beleidsdeelneming van het ministerie van VWS. Begin 2020 was Intravacc in een ver gevorderd stadium om geprivatiseerd te worden. In verband met deze beoogde privatisering heeft het ministerie toen besloten om een CEO aan te stellen. Als gevolg van het uitbreken van de coronapandemie heeft de toenmalige minister dit verkoopproces «on hold» gezet. De pandemie was de belangrijkste aanleiding om de voorgenomen verkoop uit te stellen en de B.V. voorlopig in de handen van de staat te houden. In de raamover­ eenkomst van december 2020 die is afgesloten tussen Intravacc B.V. en het ministerie van VWS is vastgelegd dat Intravacc maximaal 2 jaar als beleidsdeelneming wordt aangehouden en dat een missionair kabinet hierover een formeel een besluit zal nemen. Met het besluit om Intravacc verder op afstand te plaatsen blijft de afspraak gelden dat publiekebelangen dienen worden gewaarborgd.

Deelnemingen dienen volgens de Rijksbegrotingsvoorschriften in beginsel gewaardeerd te worden op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. Aangezien Intravacc BV niet is aangekocht, is een aankoopprijs niet voorhanden. Een benadering van de aankoopkosten is de waarde van het eigen vermogen op de openingsbalans 01-01-2021 (34,2 mln.). Deze waarde vormt overigens geen indicatie voor de waarde die bij een eventuele verkoop van Intravacc BV kan worden verkregen.

De voorgenomen verkoop van Intravacc BV is onderwerp van discussie in de Tweede Kamer.

Tabel 62 Deelnemingen (bedragen x € 1.000)
  

Stand per 1 januari 2022

34.188

Mutaties 2022

0

Stand per 31 december 2022

34.188

Licence