Vastgestelde begroting 2022 (1) | Realisatie 2022 (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2021 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 601.000 | 623.156 | 22.156 | 643.760 |
waarvan omzet moederdepartement | 479.500 | 490.488 | 10.988 | 527.692 |
waarvan omzet overige departementen | 90.500 | 96.896 | 6.396 | 91.223 |
waarvan omzet derden | 31.000 | 35.772 | 4.772 | 24.845 |
Rentebaten | ‒ | 698 | 698 | ‒ |
Vrijval voorzieningen | ‒ | 1.257 | 1.257 | 505 |
Bijzondere baten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal baten | 601.000 | 625.111 | 24.111 | 644.265 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 582.900 | 617.743 | 34.843 | 612.213 |
- Personele kosten | 232.500 | 268.642 | 36.142 | 245.480 |
waarvan eigen personeel | 200.400 | 189.578 | ‒ 10.822 | 173.161 |
waarvan inhuur externen | 22.200 | 65.763 | 43.563 | 58.097 |
waarvan overige personele kosten | 9.900 | 13.301 | 3.401 | 14.222 |
- Materiële kosten | 350.400 | 349.101 | ‒ 1.299 | 366.733 |
waarvan apparaat ICT | 35.900 | 37.278 | 1.378 | 31.606 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 4.700 | 8.791 | 4.091 | 8.695 |
waarvan overige materiële kosten | 309.800 | 303.032 | ‒ 6.768 | 326.432 |
Rentelasten | ‒ | ‒ | ‒ | |
Afschrijvingskosten | 8.400 | 6.320 | ‒ 2.080 | 6.263 |
- Materieel | 8.400 | 6.316 | ‒ 2.084 | 6.257 |
waarvan apparaat ICT | 6.200 | 4.406 | ‒ 1.794 | 4.305 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 2.200 | 1.910 | ‒ 290 | 1.952 |
- Immaterieel | ‒ | 4 | 4 | 6 |
Overige lasten | 9.700 | 4.109 | ‒ 5.591 | 9.927 |
waarvan dotaties voorzieningen | 9.700 | 4.109 | ‒ 5.591 | 9.927 |
waarvan bijzondere lasten | ‒ | ‒ | ‒ | |
Totaal lasten | 601.000 | 628.172 | 27.172 | 628.403 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | ‒ 3.061 | ‒ 3.061 | 15.862 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | ‒ | 29 | ‒ | 31 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 3.090 | ‒ 3.061 | 15.831 |
Toelichting op de staat van baten en lasten
Resultaat
Over 2022 heeft het RIVM een negatief resultaat behaald van € 3,1 miljoen. Dit negatieve resultaat is gerelateerd aan:
• Een negatief resultaat van € 0,1 miljoen op de bedrijfsvoering.
• Een door hoge inflatie gedreven indexatie op de voorziening gerelateerd aan de huisvesting van € 1,4 miljoen
• Mutaties op overige voorzieningen van € 1,5 miljoen: dit betreft met name voorzieningen voor toekomstig verlieslatende projecten.
• Een per saldo negatief resultaat € 0,1 miljoen op de opdrachten van het RIVM.
In 2022 is de bezetting van het RIVM meer in balans met de hoeveelheid opdrachten die zijn uitgevoerd. In 2021 heeft het RIVM onder zeer hoge druk met een onderbezetting een grote hoeveelheid werk verricht, terwijl de bezetting van de bedrijfsvoering en de ICT voorziening achter bleef bij de groei van het primair proces, wat resulteerde in een onnatuurlijk hoge declarabiliteit. In 2022 is deze declarabiliteit in het primair proces grotendeels weer op een normaal niveau gekomen en is de bezetting in de bedrijfsvoering en ICT op peil gebracht.
Het negatieve resultaat na belastingen wordt onttrokken aan de exploitatiereserve als onderdeel van het eigen vermogen.
Baten
De totale baten van het RIVM zijn € 24,1 miljoen hoger dan begroot en € 19,2 miljoen gedaald ten opzichte van de realisatie 2021. De belangrijkste reden voor de hoger dan begrootte omzet is het blijvend hoge volume van opdrachten in het kader voor onderzoek en SPR. De daling ten opzichte van 2021 heeft met name te maken met een daling in de omzet in vaccinatie en preventieprogramma’s. In onderstaande tabel wordt de gerealiseerde omzet (baten exclusief vrijval voorzieningen) per productgroep weergegeven.
2022 | 2021 | |
---|---|---|
Strategisch Programma RIVM | 11.457 | 9.369 |
Onderzoekingen o.b.v. uren x tarief en bijbehorende materiële kosten | 397.113 | 392.544 |
Uitvoeringskosten preventieprogramma’s | 200.221 | 227.799 |
ICT-dienstverlening voor andere organisaties dan het RIVM (SSC-Campus) | 14.365 | 14.048 |
Totaal | 623.156 | 643.760 |
2022 | 2021 | |
---|---|---|
Omzet moederdepartement | 490.488 | 527.692 |
- waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten: | 490.488 | 521.990 |
- Strategisch Programma RIVM (eigenaarsbijdrage) | 11.457 | 9.369 |
- Cofinanciering voor EU projecten waarvan de RIVM tarieven volledig vergoed worden (eigenaarsbijdrage) | 1.032 | 1.032 |
- Opdrachten beleidsdirecties (opdrachtgever) VWS | 477.999 | 511.589 |
- waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement: | ‒ | 5.702 |
- Bijdrage ten behoeve van de dekking van de voorbereidingskosten voor de nieuwbouw op De Uithof | 5.702 | |
Totaal | 490.488 | 527.692 |
Omzet moederdepartement
De gerealiseerde omzet moederdepartement omvat de bijdrage van VWS als eigenaar (€ 12,5 miljoen) en de bijdrage van de VWS-opdrachtgevers (€ 478,0 miljoen). De bijdrage van eigenaar VWS bestaat voor € 11,5 miljoen voor het SPR-programma en € 1,0 miljoen cofinanciering voor het realiseren van internationale projecten.
De omzet vanuit opdrachtgever VWS is € 11,0 hoger dan de begroting voor 2022 en € 37,2 miljoen lager ten opzichte van 2021. De daling is minder dan begroot door een hoger dan begrootte vraag vanuit de beleidsdirecties als gevolg van opdrachten in het kader van de bestrijding van COVID-19. Aan het COVID-19 vaccinatieprogramma is € 60,6 miljoen besteed en aan het onderzoeksprogramma COVID-19 € 78,4 miljoen.
Omzet overige departementen
In de opbrengst van overige departementen is inbegrepen de bijdrage voor de reguliere onderzoeks- en adviesprogramma’s en de bijdrage voor additionele opdrachten voor de volgende Ministeries.
2022 | 2021 | |
---|---|---|
I&W | 63.052 | 62.329 |
EZK | 936 | 1.042 |
LNV | 23.912 | 20.772 |
SZW | 6.768 | 4.904 |
DEF | 194 | 432 |
Overige departementen (o.a. J&V, BuZa, OC&W, BZK) | 2.034 | 1.744 |
Totaal | 96.896 | 91.223 |
De totale omzet van overige departementen is € 6,4 miljoen hoger dan de begroting 2022 en € 5,7 miljoen hoger ten opzichte van 2021.
Omzet derden
Naast werkzaamheden in opdracht van het moederdepartement en overige departementen worden projecten en opdrachten uitgevoerd ten behoeve van derden. Bijvoorbeeld projecten voor en gefinancierd door andere nationale en internationale opdrachtgevers zoals de Europese Commissie en de WHO, Europese vrijgifte, Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming en overige projecten uitgevoerd door derden. De omzet derden is € 4,8 miljoen hoger dan begroot.
Vrijval voorzieningen
De vrijval voorzieningen is niet begroot in verband met het incidentele karakter van de betreffende posten. De vrijval van de voorzieningen heeft voor € 1,2 miljoen betrekking op het vervallen van de verplichting voor personeel.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten (€ 268,6 miljoen) komen in 2022 € 36,1 miljoen hoger uit dan opgenomen in de begroting 2022. Om aan de blijvend hoge vraag van onze opdrachtgevers te voldoen is het personeelsbestand verder gegroeid met 108 FTE in dienstbetrekking bij het RIVM. De externe inhuur is gedurende 2022 licht gegroeid ten opzichte van het niveau aan het eind van 2021. Aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt en een hoog ziekteverzuim zijn belangrijke redenen voor het hoge aantal externen. Vooral bij de bedrijfsvoering en bij de IV-organisatie is de inhuur gestegen. Het percentage externe inhuur in 2022 bedraagt 24,4% (Rijksbrede norm bedraagt 10%). Voor 2023 is een initiatief gestart om de afhankelijkheid van externen te reduceren. Daarnaast zijn de personeelskosten als gevolg van aanpassingen in de CAO fors gestegen (afhankelijk van salaris, maar minimaal 3,2%) en is een incidentele niet-begrote last wegens niet opgenomen verlof door personeel verwerkt van € 3,0 miljoen. Deze post geeft aan dat de werkdruk nog steeds hoog is.
Materiële kosten
De materiële kosten van € 349,1 miljoen zijn € 1,3 miljoen lager ten opzichte van de begroting 2022 en € 17,6 miljoen lager dan 2021. De daling wordt vooral veroorzaakt door lagere kosten voor vaccinatie en preventieprogramma’s. De ICT-kosten van € 37,3 miljoen zijn in 2022 € 1,4 miljoen hoger dan begroot als gevolg van de blijvend hoge vraag naar ICT-diensten en licenties in het kader van de bestrijding van COVID-19 en door groei van het aantal FTE.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn € 2,1 miljoen lager dan de begroting 2022 en € 0,1 miljoen hoger dan de realisatie 2021. De lagere afschrijvingskosten zijn vooral een gevolg van de uitgestelde verhuizing van het RIVM en een vertraging van een drietal relatief grote ICT aanschaffingen. Hier komt bij dat de overige ICT investeringen relatief vaak hebben plaatsgevonden in het tweede halfjaar. In 2022 is voor € 3,9 miljoen geïnvesteerd in ICT middelen en voor € 1,8 miljoen in laboratorium apparatuur.
Dotaties voorzieningen
De dotatie voorzieningen heeft betrekking op aangegane en herberekende verplichtingen voor (voormalige) werknemers (€ 1,5 miljoen), een dotatie voor ingeschatte toekomstige verliezen op projecten (€ 1,2 miljoen), een dotatie van € 0,4 miljoen voor de voorziening herstelkosten Bilthoven en een dotatie van € 1,0 miljoen voor de voorziening leegstand gebouwen in Bilthoven.
Balans 31-12-2022 | Balans 31-12-2021 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 13.280 | 13.874 |
Materiële vaste activa | 13.280 | 13.870 |
waarvan grond en gebouwen | ‒ | |
waarvan installaties en inventarissen | 251 | 411 |
waarvan projecten in uitvoering | ‒ | |
waarvan overige materiële vaste activa | 13.029 | 13.459 |
Immateriële vaste activa | 4 | |
Vlottende activa | 352.178 | 286.581 |
Voorraden en onderhanden projecten | 72.127 | 83.267 |
Debiteuren | 10.919 | 8.058 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 13.134 | 10.865 |
Liquide middelen | 255.998 | 184.391 |
Totaal activa: | 365.458 | 300.455 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 21.849 | 29.664 |
Exploitatiereserve | 24.939 | 13.833 |
Onverdeeld resultaat | ‒ 3.090 | 15.831 |
Voorzieningen | 18.414 | 15.986 |
Langlopende schulden | ‒ | ‒ |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | ‒ | ‒ |
Kortlopende schulden | 325.195 | 254.805 |
Crediteuren | 11.927 | 2.179 |
Belastingen en premies sociale lasten | 1.528 | 1.916 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | ‒ | ‒ |
Overige schulden en overlopende passiva | 311.740 | 250.710 |
Totaal passiva | 365.458 | 300.455 |
Toelichting op de balans
Activa
De voorraden betreffen de voorraad vaccins binnen RIVM ten behoeve van het uitvoeren van het Rijksvaccinatieprogramma (€ 68,7 miljoen), het aanhouden van voorraden in het kader van de overige nationale vaccinvoorziening (€ 5,6 miljoen), de aangekochte geneesmiddelen in het kader van COVID-19 (€ 1,2 miljoen) en afboeking van de expirerende voorraad (€ 3,4 miljoen negatief). De voorraadpositie per balansdatum is een momentopname en afhankelijk van zowel verbruik, levering als expiratie van vaccins.
De debiteurenpositie per balansdatum stijgt met € 2,9 miljoen. Het saldo per balansdatum bestaat voor € 0,8 miljoen aan vorderingen op VWS, € 3,5 miljoen uit vorderingen op andere ministeries en € 6,6 miljoen uit vorderingen op derden (internationale organisaties, ziekenhuizen en diverse overige opdrachtgevers in de publieke sector).
De overige vorderingen en overlopende activa bestaan grotendeels uit vooruitbetaalde kosten voor onder andere licenties, onderhoudscontracten, huren en abonnementen en daarnaast uit verleende voorschotten aan medewerkers in het kader van opleidingen. Daarnaast is als gevolg van herziene externe verslagleggingsregels, de post projecten in uitvoering aan de overige vorderingen en overlopende activa toegevoegd. Deze post werd voorheen onder de overige schulden en overlopende passiva gesaldeerd weergegeven. De overige vorderingen en overlopende activa zijn ten opzichte van 2021 gestegen met € 2,3 miljoen. De overige vorderingen en overlopende activa bestaan volledig uit vooruitbetaalde kosten aan derden en nog te factureren omzet aan derden.
De analyse van de liquide middelen is opgenomen in het kasstroomoverzicht 2022.
Passiva
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
31-12-2022 | 31-12-2021 | |
---|---|---|
Exploitatiereserve | 29.664 | 13.833 |
Directe vermogensmutatie | ‒ 4.725 | ‒ |
Onverdeeld resultaat | ‒ 3.090 | 15.831 |
Totaal | 21.849 | 29.664 |
Het negatieve saldo van baten en lasten over 2022 wordt onttrokken aan de exploitatiereserve, waarmee het eigen vermogen € 21,8 miljoen positief wordt.
De omvang van het eigen vermogen per balansdatum overschrijdt de grens van 5% van de gemiddelde omzet over 2020 t/m 2022 niet. De maximaal toegestane omvang van het eigen vermogen bedraagt € 29,0 miljoen. In 2022 is € 4,7 miljoen teruggestort aan het moederdepartement omdat de exploitatiereserve eind 2021 met dit bedrag boven de norm uitkwam.
Het verloop van de post voorzieningen is als volgt:
Personeel | Reorganisatie | Projecten | Huur | Herstelkosten | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand voorziening per 31-12-2021 | 1.326 | 437 | 2.134 | 8.250 | 3.839 | 15.986 |
Waarvan verantwoord onder overlopende passiva | 1.981 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 1.981 |
Totaal per 31-12-2021 | 3.307 | 437 | 2.134 | 8.250 | 3.839 | 17.967 |
Dotatie | 1.513 | ‒ | 1.219 | 992 | 384 | 4.108 |
Onttrekkingen | ‒ 632 | ‒ | ‒ 53 | ‒ | ‒ | ‒ 685 |
Vrijval | ‒ 1.211 | ‒ 46 | ‒ | ‒ | ‒ 1.257 | |
Mutaties | ‒ 330 | ‒ 46 | 1.166 | 992 | 384 | 2.166 |
Totaal per 31-12-2022 | 2.977 | 391 | 3.300 | 9.242 | 4.223 | 20.133 |
Waarvan verantwoord onder Overlopende passiva | 1.719 | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ | 1.719 |
Stand voorziening per 31-12-2022 | 1.258 | 391 | 3.300 | 9.242 | 4.223 | 18.414 |
• De voorziening voor personeel omvat de toekomstige verplichtingen als gevolg van rechten (zoals werkloosheidswet, wachtgelden, pensioentoelagen) op balansdatum van voormalige werknemers.
• Voor overdracht van pensioenrechten van overgenomen medewerkers van de voormalige ent-administraties is in 2008 een voorziening getroffen. Vanwege de ontoereikende dekkingsgraad van de betrokken pensioenfondsen heeft tot op heden geen overdracht plaatsgevonden. Als gevolg van de uitdiensttreding van 4 van de betreffende medewerkers is de voorziening in 2022 met € 0,05 miljoen teruggebracht
• De voorziening ten behoeve van projecten betreft het bedrag aan voorziene tekorten op in uitvoering zijnde projecten.
• De voorziening leegstand Bilthoven is in 2021 gevormd als gevolg van afspraken die zijn gemaakt over het opzeggen van het huidige contract met betrekking tot de gebouwen en terreinen te Bilthoven. Omdat op dit moment nog niet geheel duidelijk is wanneer de overgang naar de nieuwe huisvesting op het USP-Utrecht zal plaatsvinden en als de overgang plaatsvindt dit gefaseerd zal gaan, zullen er dubbele huur- en exploitatielasten ontstaan. Ter dekking van deze lasten is een voorziening gevormd. In 2022 is de indexatie van de huurkosten van € 1,0 miljoen gedoteerd aan de voorziening.
• De voorziening herstelkosten Bilthoven is gevormd voor de toekomstige verplichting om bij het verlaten van het terrein en de gebouwen te Bilthoven, de huisvesting in oorspronkelijke staat en bezemschoon op te leveren. Met de eigenaar van terrein en gebouwen is overeenstemming bereikt over het niet verwijderen van gebouwgebonden installaties op het moment van verhuizen. Als gevolg van inflatie is de voorziening met € 0,4 miljoen gedoteerd.
Van de voorzieningen is € 1,7 miljoen opgenomen onder de overlopende passiva wegens verplichtingen die in 2023 tot betaling gaan leiden.
De kortlopende schulden zijn ten opzichte van 2021 met € 70,4 miljoen gestegen. De stijging wordt voor € 9,7 miljoen veroorzaakt door een stijging van de crediteurenstand, een stijging van de overige schulden en overlopende passiva van € 61,0 miljoen en een daling van belastingen en sociale lasten van € 0,4 miljoen. De stijging van de overige schulden en overlopende passiva heeft voor € 0,2 miljoen negatief betrekking op nog te betalen kosten aan leveranciers, voor € 2,7 miljoen betrekking op de verhoging van verlofrechten en kortlopende voorzieningen van personeel en voor € 58,5 miljoen betrekking op veranderingen in het saldo van onderhanden projecten.
De kortlopende schulden hebben voor € 191,6 miljoen betrekking op het moederdepartement, voor € 23,6 miljoen betrekking op overige ministeries en voor € 110,0 miljoen betrekking op derden.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2021 | |
---|---|---|---|---|
Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 35.505 | 184.391 | 148.886 | 209.703 |
totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 601.000 | 864.735 | 263.735 | 900.774 |
totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 592.280 | ‒ 782.678 | ‒ 190.398 | ‒ 917.360 |
Totaal operationele kasstroom | 8.720 | 82.057 | 73.337 | ‒ 16.586 |
totaal investeringen (-/-) | ‒ 15.000 | ‒ 5.725 | 9.275 | ‒ 8.726 |
totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal investeringskasstroom | ‒ 15.000 | ‒ 5.725 | 9.275 | ‒ 8.726 |
eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ | ‒ 4.725 | ‒ 4.725 | ‒ |
eenmalige storting door moederdepartement (+) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
aflossingen op leningen (-/-) | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
beroep op leenfaciliteit (+) | 15.000 | ‒ | ‒ 15.000 | ‒ |
Totaal financieringskasstroom | 15.000 | ‒ 4.725 | ‒ 19.725 | ‒ |
Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 44.225 | 255.998 | 211.773 | 184.391 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Opgenomen zijn de standen van de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) van het ministerie van Financiën.
Operationele kasstroom
De sterke stijging van de operationele kasstroom ten opzichte van de begroting 2022 wordt veroorzaakt door het aanhoudend hoge opdrachtenpakket als gevolg van de bestrijding van COVID-19 (onderzoeksprogramma COVID-19, COVID-19 vaccinatieprogramma en de aankoop van medicijnen). Daarnaast is de kassiersfunctie voor VWS om de betalingen te verrichten aan pandemielabs en GGD’en met betrekking tot het analyseren en verrichten van COVID-19-testen voor huisartsen en zorginstellingen uitgevoerd. In 2022 is voor deze opdracht € 20,6 miljoen ontvangen en € 21,5 miljoen betaald. In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de operationele kasstroom op basis van het resultaat.
2022 | |
---|---|
Saldo van baten en lasten | ‒ 3.090 |
Afschrijving | 6.320 |
Mutatie voorzieningen | 2.428 |
Mutatie werkkapitaal | 76.399 |
Totaal | 82.057 |
Investeringskasstroom
De investeringen bedragen € 5,7 miljoen en zijn € 9,3 miljoen lager dan de investeringen opgenomen in de begroting. Het gaat om investeringen op het gebied van ICT (€ 3,9 miljoen) door toename van ICT activiteiten en noodzakelijke vervangingen en investeringen in laboratorium-apparatuur (€ 1,8 miljoen). De investeringen vallen fors lager uit door de vertraging van de nieuwbouw van het RIVM; hierdoor worden grote investeringen waar mogelijk uitgesteld.
Financieringskasstroom
Er is in 2022 geen gebruik gemaakt van de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën. De gedane investeringen zijn gedaan uit de beschikbare liquide middelen.
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | |
Omschrijving generiek deel | |||||
1. Uurtarieven: | |||||
- Gewogen uurtarief in € | 113 | 118 | 122 | 125 | 125 |
- Ontwikkeling uurtarief ( 2019 = 100 ) | 100 | 104 | 108 | 110 | 106 |
2. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur) | 1668,8 | 1842,0 | 2076,0 | 2184 | 2250 |
3. Saldo van baten en lasten (% van de baten) | ‒ 1,0% | 2,9% | 2,5% | ‒ 0,5% | 0,0% |
Omschrijving specifiek deel | |||||
1. Liquiditeit (current ratio; norm: >1,5) | 1,0 | 1,0 | 1,1 | 1,1 | 1 |
2. Solvabiliteit (debt ratio) | 1,0 | 1,0 | 0,9 | 0,9 | 1 |
3. Rentabiliteit eigen vermogen | ‒ 513,4% | 218,2% | 72,8% | ‒ 12,0% | 0,0% |
4. Percentage externe inhuur t.o.v. totale personele kosten | 10,0% | 10,9% | 23,6% | 24,4% | 10,0% |
5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen | 94,1% | 94,0% | 91,4% | 93,2% | 95,0% |
6. Declarabiliteit % primair proces | 64,3% | 67,4% | 68,2% | 65,6% | 65,0% |
7. FTE overhead als % totaal aantal FTE | 18,0% | 16,6% | 13,9% | 16,2% | 20,0% |
8. Ziekteverzuim | 3,6% | 3,8% | 4,2% | 6,1% | 3,6% |
9. % medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus | 78,8% | 64,5% | 70,1% | 66,9% | 80,0% |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Uurtarieven
De uurtarieven worden jaarlijks vastgesteld door de eigenaar. De tarieven 2022 zijn gestegen met € 3,- per uur ten opzichte van 2021 om de stijging van loon- en materiële kosten op te kunnen vangen.
Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)
Het RIVM streeft naar een bezetting die in lijn ligt met het opdrachtenpakket. Door een aanhoudend hoog opdrachtenpakket, niet alleen als gevolg van de bestrijding van COVID-19, maar ook op andere dossiers, zoals stikstof en pfas, is het RIVM in 2022 met 108 FTE gegroeid naar 2.184 fte. Met name in de bedrijfsvoering en ICT loopt de groei van het aantal FTE achter op die in het primair proces waardoor in 2022 het personeelsbestand nog is toegenomen.
Saldo van baten en lasten (% van de baten)
Het negatieve percentage ten opzichte van de vastgestelde begroting is volledig toe te schrijven aan het negatieve saldo van baten en lasten over 2022.
Liquiditeit/Solvabiliteit/Rentabiliteit
Voor wat betreft de financiële doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren liquiditeit, solvabiliteit en de rentabiliteit van het eigen vermogen. De current ratio geeft aan in hoeverre de kortlopende schulden kunnen worden voldaan vanuit de kortlopende activa. Een waarde van boven de 1 wordt over het algemeen als gezond gekenmerkt. Het RIVM voldoet hier met een waarde van 1,1 aan. De solvabiliteit is ten opzichte van de meerjarige realisatie is nagenoeg niet gewijzigd en voldoet aan de norm zoals opgenomen in de begroting. De negatieve rentabiliteit op het eigen vermogen wordt veroorzaakt door het negatieve saldo van baten en lasten.
Percentage inhuur externen ten opzichte van de totale personele kosten
De totale omvang van de inhuur externen bedroeg in 2022 € 65,8 miljoen. Het percentage externe inhuur komt hiermee uit op 24,4%. Dit is 14,4 % boven de Rijksbrede norm van 10%.
Een deel van de oorzaak schuilt in de onzekerheid over het werkpakket en/of de tijdelijkheid van opdrachten en financiering en daarmee de noodzaak om met tijdelijke krachten te werken. Een andere belangrijke oorzaak is de arbeidsmarkt waar voor specifieke specialisten in bijvoorbeeld ICT en communicatie, grote krapte bestaat.
Percentage facturen betaald binnen 30 dagenHet percentage facturen dat in 2022 is betaald binnen 30 dagen bedraagt 93,2% en ligt daarmee onder de norm/begroting van 95% maar is gestegen ten opzichte van 2021.
Een aantal verbetertrajecten zijn in 2022 opgestart waardoor een verbetering zich reeds heeft ingezet. De verwachting is dat het betaalgedrag in 2023 weer binnen de norm zal vallen.
Declarabiliteit % primair proces
In 2022 bedraagt het percentage declarabiliteit primair proces 65,6%, een verlaging ten opzichte van het percentage 2021 (68,2%).
In 2021 kende het RIVM nog een onderbezetting, wat een hoge druk legde op de declarabiliteit. In 2022 is de bezetting beter op peil, wat een normaliserend effect heeft op de declarabiliteit die hiermee weer dichter bij de norm van 65% is gekomen.
FTE overhead als % totaal aantal FTE
Het percentage FTE overhead ten opzichte van het totaal aantal FTE in 2022 (16,2%) is lager dan de norm (20%) en hoger dan in 2021 (13,9%). Het aantal FTE binnen de overheadsafdelingen is bijgetrokken ten opzichte van het primair proces. De oorzaak is toe te schrijven aan de groei van het RIVM over de laatste jaren, waar de nadruk in eerste instantie lag bij het primair proces en in 2022 de overheadfuncties met vertraging ook op peil zijn gekomen.
Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim (6,1%) is verder toegenomen ten opzichte van 2021 en is boven de Verbaan norm. Er lijkt een verband te zijn met Covid-19 (long-covid en verhoogde gevoeligheid voor ‘normale’ virussen). Daarnaast zijn er ook langdurig zieken waar een verband ligt met de als te hoog ervaren werkdruk. In 2022 zijn diverse initiatieven opgezet om het verzuim te reduceren, die in 2023 zullen worden doorgezet.
% medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus
Ten opzichte van 2021 is het percentage medewerkers met een volledig afgeronde geregistreerde P-gesprekscyclus gedaald naar 66,9%. Het ziekteverzuim in de laatste maanden van het jaar was hoog, waardoor minder gesprekken doorgang hebben kunnen vinden.