Base description which applies to whole site

4.10 Beleidsartikel 14 Cultuur

Het bevorderen van een sterke, pluriforme, toegankelijke en kwalitatief hoogwaardige cultuursector en het zorgen voor het erfgoed.

De verantwoordelijkheid van de Minister is in de Wet op het specifiek cultuurbeleid verankerd. De Minister is verantwoordelijk voor het scheppen van voorwaarden voor het in stand houden, ontwikkelen en sociaal en geografisch spreiden van cultuuruitingen. Overwegingen van kwaliteit en verscheidenheid zijn daarbij leidend. Dit is aanvullend op het cultuuraanbod dat zonder betrokkenheid van de overheid tot stand komt. De Minister is ook verantwoordelijk voor de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen, de Erfgoedwet en de Archiefwet.

Financieren

De Minister heeft een financierende rol door het bekostigen van de basisinfrastructuur cultuur en subsidiëring van specifieke (wettelijke) programma's en regelingen, onder meer op het gebied van erfgoed, kunsten en bibliotheken.

Stimuleren

De Minister heeft een stimulerende rol bij het versterken van de cultuursector door programma’s als cultuureducatie, leesbevordering en internationaal cultuurbeleid.

Regisseren

De Minister heeft een regisserende rol bij de uitvoering van en toezicht op het behoud en beheer van het erfgoed en (digitale) archieven. Dit betreft onder meer de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen, de Erfgoedwet en de Archiefwet. Toezicht op naleving van de laatste twee wetten ligt bij de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) en de rijksgesubsidieerde musea zijn onder andere belast met de uitvoering van de Erfgoedwet. Het Nationaal Archief geeft uitvoering aan de Archiefwet.

Kengetallen
Tabel 49 Kengetallen

Kengetal1

2017

2018

2019

2020

2021

2022

1

Percentage van de bevolking 6 jaar en ouder dat voorstellingen, musea, kunsttentoonstellingen en bibliotheken heeft bezocht

89%

75%

86%

2

Percentage van de bevolking 6 jaar en ouder dat erfgoed heeft bezocht (anders dan in een museum)

63%

45%

64%

3

Percentage kinderen tussen 6-11 jaar dat voorstellingen, musea, kunsttentoonstellingen bibliotheken heeft bezocht

99%

94%

98%

4

Percentage kinderen tussen 12-19 jaar dat voorstellingen, musea, kunsttentoonstellingen en bibliotheken heeft bezocht

99%

89%

93%

1

Bron: kerngetallen Cultuurbereik in procenten, alle respondenten, VTO 2012-2022. Maatwerktabel uit Vrijetijdsomnibus (VTO), op verzoek door de Boekmanstichting geleverd geleverd vooruitlopend op de publicatie via de Cultuurmonitor (). De gegevens zijn met terugwerkende kracht voor de gehele periode op een uniforme wijze herberekend waardoor lichte afwijkingen met eerdere publicatie mogelijk zijn. In 2020 is een aantal vragen anders geformuleerd, wat tot een lichte afwijking in de respons kan hebben geleid met eerdere jaren. In 2022 zijn een aantal antwoordcategorieën samengevoegd of komen te vervallen en is een andere vraagopzet gehanteerd voor bezoekfrequenties. Rondom het bezoek van voorstellingen en tentoonstellingen is daardoor mogelijk een trendbreuk ontstaan met eerdere jaren.

Cultuurbereik

Deze kengetallen geven de ontwikkelingen weer van het cultuurbereik. Daarmee zijn deze in lijn met de algemene doelstelling voor artikel 14; het bevorderen van de deelname aan cultuur. De gegevens over 2022 zijn de meest recente.

In 2022 is het teruggelopen bezoek aan voorstellingen, musea, kunsttentoonstellingen en bibliotheken dat in 2020 te zien was grotendeels hersteld. De lagere cijfers in 2020 zijn vooral toe te schrijven aan de beperkte toegang tot cultuur tijdens de coronapandemie. Voorstellingen, musea en bibliotheken werden in 2022 door 86% van de bevolking bezocht, waarmee het bijna op het niveau zit van voor de coronapandemie. Erfgoed (archieven, opgravingen, historische plekken en historische evenementen) werd door 64% van de mensen bezocht, wat zelfs iets hoger is dan voor de pandemie. Het is belangrijk dat iedereen al vroeg met cultuur in aanraking komt. Op basis van deze gegevens blijkt dat kinderen grotendeels nog veel in contact bleven met cultuur. Wel valt op dat de groep kinderen tussen 12 en 19 jaar dat voorstellingen, musea, kunsttentoonstellingen en bibliotheken bezocht met 93% in 2022 achterblijft bij de percentages van voor de coronapandemie, toen dit stabiel rond de 98 procent lag.

De kwantitatieve onderbouwing van de doelstellingen op basis van data, kwantitatieve en kwalitatieve informatie, (beleids)evaluaties en onderzoek worden zo compleet mogelijk op OCW in Cijfers gepubliceerd. Daarnaast brengt de Boekmanstichting met de Cultuurmonitor, in opdracht van het Ministerie van OCW, trends en ontwikkelingen in het culturele leven in Nederland in beeld. Een interactief dashboard biedt toegang tot een database met indicatoren over de Nederlandse cultuursector.

Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten zijn conform de verwachtingen in de begroting. Een uitgebreide toelichting op de behaalde resultaten wordt gegeven in het onderdeel beleidsprioriteiten en in de toelichting op de financiële instrumenten.

Tabel 50 Budgettaire gevolgen van beleid van artikel 14 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

564.102

2.864.257

1.132.743

1.149.980

770.632

641.444

129.188

         

Uitgaven

960.734

1.356.245

1.455.624

1.648.336

1.285.438

1.209.069

76.369

         

Bekostiging

829.903

1.110.322

1.187.118

1.042.439

1.022.574

1.014.984

7.590

Culturele basisinfrastructuur

448.841

672.278

631.782

548.019

518.380

511.750

6.630

 

Vierjaarlijkse instellingen

246.119

359.633

267.733

249.434

242.093

246.802

‒ 4.709

 

Vierjaarlijkse fondsen

202.722

312.645

364.049

298.585

276.287

264.948

11.339

Erfgoedwet

133.986

131.579

0

0

0

0

0

 

Huisvesting

87.088

88.524

0

0

0

0

0

 

Beheer en onderhoud collecties

46.898

43.055

0

0

0

0

0

Museale instellingen met een wettelijke taak

0

0

289.693

257.017

249.509

229.141

20.368

Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen

0

49.785

55.522

59.813

70.113

83.183

‒ 13.070

 

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen

0

23.100

23.867

24.761

37.611

52.731

‒ 15.120

 

Digitale openbare bibliotheken

0

14.674

19.118

22.026

18.599

17.426

1.173

 

Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

0

12.011

12.537

13.026

13.903

13.026

877

Monumentenzorg

205.974

213.403

176.593

143.025

146.548

154.096

‒ 7.548

Archieven incl. Regionale Historische Centra

25.860

26.359

28.528

28.448

31.299

30.696

603

Flankerend beleid huisvesting

5.024

6.700

5.000

6.117

6.725

6.117

608

Cultuureducatie met Kwaliteit

10.218

10.218

0

0

0

1

‒ 1

Subsidies (regelingen)

71.099

179.056

200.934

324.986

128.190

91.929

36.261

Verbreden inzet cultuur

14.233

17.117

8.144

15.218

22.042

25.131

‒ 3.089

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

8.319

8.337

9.069

8.963

12.111

9.445

2.666

Programma leesbevordering

3.427

3.900

4.137

16.910

20.724

13.049

7.675

Creatieve Industrie

2.397

2.161

1.661

2.098

1.876

1.894

‒ 18

Monumentenzorg

5.603

4.443

0

0

0

0

0

Erfgoed en ruimte

258

0

0

0

0

0

0

Erfgoed en fysieke leefomgeving

0

36

0

0

0

0

0

Programma ondernemerschap

0

0

0

0

0

0

0

Specifiek cultuurbeleid

36.862

143.062

169.976

273.326

67.589

40.679

26.910

Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

0

0

7.947

8.471

3.848

1.731

2.117

Opdrachten

14.308

17.972

22.727

200.163

24.350

24.087

263

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

1.139

1.342

920

1.212

1.413

1.967

‒ 554

Monumentenzorg

6.850

8.275

96

0

0

0

0

Archeologie

3.493

3.031

6

0

0

0

0

Erfgoed en ruimte

276

301

0

0

0

0

0

Erfgoed en fysieke leefomgeving

0

0

0

0

0

0

0

Opdrachten Rijksdienst

0

0

14.893

10.896

12.933

14.021

‒ 1.088

Overige opdrachten

2.550

5.023

6.812

188.055

10.004

8.099

1.905

Bijdrage aan agentschappen

42.496

45.971

43.088

52.249

60.986

49.668

11.318

Nationaal Archief

27.571

31.786

42.588

52.229

60.986

49.648

11.338

Nationaal Archief Programma

14.925

14.185

500

20

0

20

‒ 20

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

26.634

47.464

26.500

20.964

Medeoverheden

0

0

0

26.634

47.464

26.500

20.964

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

2.928

2.924

1.757

1.865

1.874

1.901

‒ 27

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

2.928

2.924

1.757

1.865

1.874

1.901

‒ 27

         

Ontvangsten

4.376

5.447

17.158

90.447

26.300

4.537

21.763

Tabel 51 Uitsplitsing verplichtingen
       

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

 

564.102

2.864.257

1.132.743

1.149.980

770.632

641.444

129.188

waarvan garantieverplichtingen

8.404

‒ 114.750

198.957

‒ 11.864

‒ 38.244

0

‒ 38.244

waarvan overige verplichtingen

555.698

2.979.007

933.786

1.161.844

808.876

641.444

167.432

Verplichtingen

De realisatie van de verplichtingen in 2023 is per saldo € 129,2 miljoen hoger dan was geraamd bij de vastgestelde begroting. In dit saldo zitten negatieve bijstellingen van totaal ‒ € 58,6 miljoen. Een negatieve bijstelling is het verlagen van een aangegane verplichting uit een eerder jaar. De totale ‒ € 58,6 miljoen bestaat voor ‒ € 57,3 miljoen uit vervallen garantieverplichtingen. Het overige bedrag betreft negatieve bijstellingen op oudere verplichtingen binnen subsidies en opdrachten. Dit bedrag is samengesteld uit een negatief saldo van verleende en vervallen garanties (€ 38,2 miljoen) en hogere gerealiseerde dan geraamde overige verplichtingen (€ 167,4 miljoen). Het verschil tussen de hogere overige verplichtingen ten opzichte van de hogere uitgaven (€ 76,4 miljoen) bedraagt afgerond € 91,1 miljoen. Het grootste deel van dit verschil is ontstaan door bijstellingen van de verplichtingen voor de culturele basisinfrastructuur en museale instellingen met een wettelijke taak in verband met loon- en prijsbijstelling 2023, die in 2023 is beschikt voor de jaren 2023 en 2024. Voor de museale instellingen met een wettelijke taak zijn daarbij ook hogere verplichtingen gerealiseerd als gevolg van aanpassingen in het huisvestingsstelsel met ingang van 2024. Daarnaast is een aantal andere meerjarige verplichtingen aangegaan, zoals voor leesbevordering, voor de Film Production Incentive via het Filmfonds en voor de specifieke uitkeringen Impuls Jongerencultuur 2023-2024.

Bekostiging

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen

Hier worden de subsidies verantwoord die aan instellingen zijn verstrekt in het kader van de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. De besluiten over de culturele basisinfrastructuur voor de periode 2021-2024 zijn opgenomen in de Kamerbrief van 15 september 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 32820, nr. 383). De gerealiseerde uitgaven zijn lager dan de raming. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door het saldo van een overboeking van bekostiging naar het instrument subsidies, en een verhoging van het budget door de extra prijsbijstelling 2022 en de loon- en prijsbijstelling over 2023. In 2023 hebben instellingen extra prijsbijstelling van 1,0 % en een loon- en prijsstelling van gemiddeld rond de 6% (indexatie) op hun subsidie ontvangen als een gedeeltelijke tegemoetkoming voor de gestegen inflatie. Deze mutaties zijn ook toegelicht in de 1e suppletoire begroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VIII, nr. 2).

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen

De besluiten over de subsidies aan de zes cultuurfondsen, onderdeel van de culturele basisinfrastructuur, zijn te vinden in de bijlagen bij de Kamerbrief Besluitvorming culturele basisinfrastructuur 2021-2024 (Kamerstukken II 2020/21, 32820, nr. 383). De verantwoorde uitgaven in 2023 bestaan uit de subsidies die bedoeld zijn voor de uitvoering van regelingen voor vierjarige instellingensubsidies en de overige subsidieregelingen waarmee makers en instellingen op projectbasis kunnen worden ondersteund. De gerealiseerde uitgaven zijn hoger dan de raming. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door het saldo van een overboeking van bekostiging naar het instrument subsidies en een verhoging van het budget door de extra prijsbijstelling 2022 en de loon- en prijsbijstelling over 2023. Ook de fondsen hebben in 2023 extra prijsbijstelling van 1,0 % en een loon- en prijsstelling van gemiddeld 6,1% (indexatie) ontvangen als gedeeltelijke tegemoetkoming voor de gestegen inflatie. Deze mutaties zijn ook toegelicht in de 1e suppletoire begroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VIII, nr. 2).

Museale instellingen met een wettelijke taak

Op basis van de Erfgoedwet (Stb. 2015, 511) zijn museale instellingen belast met de zorg voor het beheer van de museale cultuurgoederen van de Staat of andere cultuurgoederen of verzamelingen. Hiervoor ontvingen deze instellingen met een wettelijke taak een structurele vergoeding. Voor de subsidiëring van deze taak zijn op grond van de regeling Beheer rijkscollectie en subsidiëring museale instellingen (Stcrt. 2016, 1220) middelen beschikbaar gesteld, waarbij onderscheid is gemaakt in enerzijds beheer en onderhoud van collecties en anderzijds huisvesting. Daarnaast ontvingen museale instellingen, op grond van dezelfde regeling, middelen voor hun publieksactiviteiten. De uitgaven zijn € 20,4 miljoen hoger dan was geraamd in de begroting. Dit is grotendeels het gevolg van de uitkering van loon- en prijsbijstelling, die bij de Eerste Suppletoire Begroting werd toegevoegd aan het budget.

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen, digitale openbare bibliotheek en bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

De Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) organiseert het openbare bibliotheekwerk als een netwerk van samenwerkende lokale en provinciale openbare bibliotheekvoorzieningen, waarbij de Koninklijke Bibliotheek (KB) een coördinerende rol vervult. In het netwerk verricht de KB als nationale bibliotheek van Nederland taken voor het stelsel als geheel, waaronder het beheer en de doorontwikkeling van de landelijke digitale openbare bibliotheek en de bibliotheekvoorziening voor personen met een leeshandicap. Voor de uitvoering van deze taken heeft de KB in 2023 een rijksbijdrage van in totaal € 73,5 miljoen ontvangen, waarvan onder andere € 24,0 miljoen voor landelijke stelseltaken en digitale infrastructuur, € 17,4 miljoen voor e-content en de online bibliotheek en € 13,0 miljoen voor de voorziening leesgehandicapten. De loon- en prijsbijstelling bedroeg in 2023 € 3,8 miljoen. Binnen het kader van de rijksbijdrage is in 2023 in totaal nog € 12,0 miljoen aan aanvullende middelen vanuit het coalitieakkoord aan de KB beschikbaar gesteld, voor de online bibliotheek en de digitale infrastructuur. Deze middelen worden besteed in nauwe samenspraak met het veld. Datzelfde geldt voor de € 1,6 miljoen die de KB in 2023 heeft ontvangen voor vier initiatieven in het kader van de werkagenda Werken aan Uitvoering (WaU). Voorts zijn binnen de rijksbijdrage nog enkele kleinere bedragen aan de KB overgemaakt, bedoeld voor Muziekweb, voor de Certificeringsorganisatie Bibliotheekwerk, Cultuur en Taal, voor kennisuitwisseling met Caribisch Nederland en ten behoeve van enkele incidentele projecten. De stand van zaken voor wat betreft het versterken van het stelsel van openbare bibliotheken is uitgewerkt in de Bibliotheekbrief van 24 november 2023 (Kamerstukken II 2023/24, 33846, nr. 71). De per saldo € 15,1 miljoen lagere uitgaven wordt grotendeels veroorzaakt door de overboeking bibliotheken van € 18,6 miljoen naar het financieel instrument bijdragen aan medeoverheden voor een op de toekomst gerichte bibliotheekvoorziening. Dit is reeds toegelicht in de suppletoire begroting Prinsjesdag (Kamerstukken II 2023/24, nr. 2).

Monumentenzorg

De Erfgoedwet is sinds 1 juli 2016 het juridisch kader voor de financiering van de monumentenzorg. Voor de instandhouding van rijksmonumenten werden ook in 2023 middelen beschikbaar gesteld via de Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim) en de Woonhuisregeling. Het budget voor de Sim tot en met 2025 is opgehoogd met € 20 miljoen per jaar. Er is eenmalig € 15 miljoen beschikbaar gesteld voor een aantal urgente restauraties van grote monumenten. Op initiatief van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) is het Ontzorgingsprogramma Verduurzaming Monumenten gestart. Het doel van het programma is het stimuleren en begeleiden van eigenaren van rijksmonumenten bij het verduurzamen van hun monumentale panden. Met een eenmalige kapitaalstorting van € 7,5 miljoen aan het Nationaal Restauratiefonds is, zoals aangekondigd in de Kamerbrief over de Verkenning van het financieringsstelsel voor de monumentenzorg (Kamerstukken II 2022/23, 32156 nr. 123), het fonds versterkt van waaruit leningen worden verstrekt voor verduurzaming van niet-woonhuismonumenten.

Archieven inclusief Regionale Historische Centra

Het Ministerie van OCW draagt bij aan de kosten van bewaring en presentatie van de rijksarchieven uit de provincie door de Regionale Historische Centra, die in elke provinciehoofdstad met uitzondering van Zuid-Holland zijn gevestigd. Momenteel wordt de archiefwet gemoderniseerd. Op 11 april 2022 heeft de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een verslag uitgebracht over het wetsvoorstel tot modernisering van de Archiefwet 1995 (Kamerstukken II 2021/22, 35968, nr. 5), dat op 17 november 2021 is ingediend. In reactie op het Verslag van de Tweede Kamer zijn de nota naar aanleiding van het verslag(Kamerstukken II 2022/23, 35968, nr. 7) en Nota van Wijziging (Kamerstukken II 2022/23, 35968, nr. 8) bij de Tweede Kamer ingediend op 7 juli 2023. De antwoorden op de vragen uit het Nader Verslag Tweede Kamer van 10 oktober 2023 (Kamerstukken II 2023/24, 35968, nr. 9) zullen begin 2024 worden ingediend bij Tweede Kamer. De gemoderniseerde onderliggende regelgeving (Archiefbesluit en Archiefregeling) is op 15 december 2023 de (internet)consulatie- en de adviesfase in gegaan.

Flankerend beleid huisvesting

Het beschikbare budget is met een kapitaalstorting overgeboekt aan het Garantiefonds Rijksmusea, dat wordt aangehouden bij het Nationaal Restauratiefonds. Via dit fonds staat het Ministerie van OCW garant voor leningen van rijksmusea voor renovatie en/of nieuwbouw.

Cultuureducatie met Kwaliteit

Conform de begroting zijn de verantwoorde uitgaven in 2023 nul. De middelen voor cultuureducatie en museumbezoek in het primair onderwijs zijn eerder tot en met 2024 overgeboekt naar begrotingsartikel 1 (Primair onderwijs). Voor het begrotingsjaar 2023 bedroeg deze overboeking € 25,2 miljoen.

Subsidies

Verbreden inzet cultuur

In de periode 2021-2024 stimuleert het Programma Cultuurparticipatie cultuurdeelname voor mensen voor wie dit niet vanzelfsprekend is. Het gaat om actieve participatie zoals zelf dansen, muziek maken, vloggen, toneel spelen, schrijven of verhalen vertellen. Het Ministerie van OCW, het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) en het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) werken samen in de uitvoering van programma. Aan de stichting Cultureel Jongeren Paspoort (CJP) is subsidie verleend voor een pilot voor een cultuurkaart met budget voor het middelbaar beroepsonderwijs. Het Ministerie van OCW ambieert een cultuursector die gelijkwaardig toegankelijk is voor iedereen, een evenwichtige afspiegeling van de samenleving vormt en ruimte biedt aan verschillende verhalen. Een sector waar iedereen een deel van zichzelf kan herkennen en waar iedereen zich welkom voelt. Hiervoor zijn initiatieven gestimuleerd op het gebied van inclusief aanbod, gelijke toegang en doorstroom, en een veilige en toegankelijke werkomgeving. Met de middelen uit het coalitieakkoord is de inzet op het stimuleren van de digitale transformatie in de culturele en creatieve sector versterkt. DEN, kennisinstituut voor cultuur en digitale transformatie, heeft projecten uitgevoerd om de sector met expertise en kennis te ondersteunen en stimuleert samenwerking zoals bij het gebruik van publieksdata. Daarnaast worden instellingen met een regeling gestimuleerd digitale technologie te gebruiken voor het versterken van de relatie met het publiek en draagt een scholingsregeling bij aan de ontwikkeling van vaardigheden en deskundigheid van het personeel. Met de middelen uit het coalitieakkoord is ook een extra impuls gegeven aan de uitvoering van de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed. Via een regeling voor kleine erfgoedorganisaties en samenwerkingsverbanden wordt de drempel verlaagd om gebruik te maken van de gemeenschappelijke voorzieningen voor het verbinden van erfgoed. Daarnaast is een decentraal ondersteuningsnetwerk opgestart voor het verbeteren van de kwaliteit van erfgoedinformatie. Beide maatregelen dragen bij aan de digitale toegankelijkheid en het gebruik van erfgoed, archieven en collecties.

Internationaal cultuurbeleid (inclusief Homogene Groep Internationale Samenwerking) 

Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Ministeries van OCW en BZ. Voor de verwezenlijking van de doelstellingen in de periode 2021-2024 is gekozen voor een meerjarige strategische inzet in 23 landen. Per land worden nadere afspraken gemaakt tussen betrokken spelers (o.a. diplomatieke posten, rijkscultuurfondsen en DutchCulture) over samenwerking en uitvoering. Door maatwerk per land worden cultuur en buitenlandprioriteiten met elkaar verbonden. In 2023 heeft het kabinet € 4,4 miljoen vrijgemaakt om de Oekraïense culturele sector te helpen. Met dit geld kon onder meer gewerkt worden aan bescherming en versterking van het cultureel erfgoed in Oekraïne, en werd een regeling opgezet om lokale kunstenaars in Oekraïne te ondersteunen. Daarnaast werden deze middelen ingezet om culturele makers kunstenaars die uit Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht, tijdelijk te ondersteunen in de uitoefening van hun werkpraktijk.

Programma leesbevordering

In de culturele basisinfrastructuur 2025-2028 is structureel een bedrag voor leesbevordering en letteren beschikbaar van € 21,54 miljoen. Dit is bekend gemaakt in de Kamerbrief uitgangspunten cultuursubsidies 2025-2028. De letterensector draagt bij aan leesbevordering door middel van onder andere onderzoek en kennis, het aanbieden van inspirerend literair aanbod en literaire evenementen en campagnes. In 2023 zijn extra middelen aangewend voor initiatieven van diverse organisaties die het lezen bevorderen.

Creatieve Industrie

Ten laste van dit budget zijn uitgaven gedaan ten behoeve van de Creatieve Industrie. Dit is gebeurd in samenwerking met het Ministerie van EZK in het kader van het Topsectorenbeleid. Het Ministerie van OCW draagt bij aan de ontwikkeling en uitvoering van de kennis- en innovatieagenda van het Topteam Creatieve Industrie en aan de internationaliseringsagenda van dit Topteam. Daarnaast zijn middelen beschikbaar gesteld voor de ontwerpdisciplines zoals architectuur, vormgeving en digitale cultuur. In samenwerking met het Ministerie van BZK werd een architectuurprogramma gefinancierd. Dit Actieprogramma Ruimtelijk Ontwerp (Kamerstuk II 2020/21, 31535, nr. 12) is een meerjarig samenwerkingsprogramma waarbij de inzet van ontwerp en ontwerpend onderzoek bij opgaven in de fysieke leefomgeving gestimuleerd wordt.

Specifiek cultuurbeleid

Het in de oorspronkelijke begroting geraamde bedrag, bestemd voor diverse incidentele subsidies, is met name bij de Eerste Suppletoire Begroting verhoogd. Daarvan betrof € 19,1 miljoen een overboeking vanuit het financiële instrument Bekostiging voor het verbeteren van de honorering van werkenden en zzp-ers. Er zijn daarnaast middelen voor financiering van het cultuurplan van de landelijke publieke omroep (€ 5,0 miljoen) en voor tegemoetkoming aan overvraag bij subsidies voor maatschappelijke initiatieven rond de herdenking van het slavernijverleden (€ 5,3 miljoen). De middelen voor 2023 zijn conform de ramingen besteed aan subsidies voor onder meer ter stimulering en ondersteuning van de arbeidsmarktagenda, het herdenkingsjaar slavernijverleden, de aankoopregeling van het Mondriaan Fonds, het cultuurplan van de landelijke publieke omroep, beleidsinnovatie bibliotheken, het Revolverend Productiefonds bij Cultuur+Ondernemen, archeologie, erfgoed en fysieke leefomgeving, mobiel erfgoed, het project Slavernijverleden Digitaal van de Koninklijke Bibliotheek, het programma PONT de Publieke Ontwerppraktijk, het Holocaustmuseum en de Adviescommissie Restitutieverzoeken Cultuurgoederen en Tweede Wereldoorlog. Uit de middelen voor de herdenking van het slavernijverleden is een meevaller ontstaan van € 2,4 miljoen. Tot slot is bijgedragen aan enkele kunstaankopen, via onttrekkingen aan het Museaal Aankoopfonds. In de saldibalans is bij de post begrotingsreserve voor het Museaal aankoopfonds een tabel opgenomen met de stand en de toevoegingen en onttrekkingen aan deze reserve. De belangrijkste mutaties zijn reeds toegelicht in de eerste suppletoire begroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VIII, nr. 2).

Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De middelen zijn door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verstrekt voor subsidies ter ondersteuning van het erfgoedveld in de domeinen archeologie, gebouwd-, roerend-, internationaal- en religieus erfgoed, cultuurlandschap en leefomgeving. Er is geïnvesteerd in kennis- en onderzoeksprogramma’s, de ondersteuning en infrastructuur voor erfgoed en informatie- en communicatietechniek. Vanuit Erfgoed Telt (Kamerstukken II 2017/18, 32820, nr. 248) is extra geïnvesteerd in (maritieme) archeologie, verduurzaming, curricula voor bouwspecialismen, kwaliteitsnormen, het ondersteunen van vrijwilligers en de implementatie van het Verdrag van Faro.

Opdrachten

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

Dit budget is bestemd voor beleidsonderzoek en -statistiek, evaluaties, visitatie/monitoring en versterking van de kennisbasis in de sector.

Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

De middelen zijn door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed besteed aan dezelfde onderwerpen als vermeld onder de kop ‘Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed’, maar dan voor uitgaven aan opdrachten. Ook is budget beschikbaar gesteld voor monumenten in het aardbevingsgebied in Groningen.

Overige opdrachten

Het budget is conform de ramingen besteed aan de cultuurkaart (€ 5 miljoen), de overeenkomst vergoeding uitleningen schoolbibliotheken 2023-2025 (€ 1,8 miljoen), de restitutie van oorlogskunst (€ 1 miljoen), opdrachten in het kader van het programma Discriminatie en Racisme (€ 0,8 miljoen inclusief opdrachten in het kader van het herdenkingsjaar Slavernijverleden) en allerlei kleine opdrachten voor onder meer communicatie, ICT en juridische kwesties.

Bijdrage aan agentschappen

Deze middelen betreffen de rijksbijdrage aan het Nationaal Archief. Het Nationaal Archief is belast met de uitvoering van de archiefwet en ondersteunt overheden om bewust om te gaan met de informatie die gemaakt wordt, informatie duurzaam te beheren en openbaar te maken. Het recht op informatie voor de burger staat daarbij centraal. De baten en lasten van deze dienst zijn apart in het jaarverslag opgenomen.

Bijdrage aan medeoverheden

Er zijn onder andere bijdragen gerealiseerd voor toekomstbestendige lokale bibliotheekvoorzieningen (€ 17,5 miljoen), de impuls jongerencultuur (€ 13,9 miljoen), het aardbevingsgebied in Groningen (€ 6,7 miljoen), Erfgoedpark Batavialand (€ 5,8 miljoen) en de impuls versterking regionale culturele infrastructuur (€ 2,0 miljoen). Ook ten behoeve van Caribisch Nederland zijn enkele bedragen uitgekeerd, voor het ondersteunen van cultuurcoaches en de doorontwikkeling van bibliotheken. De belangrijkste mutaties zijn reeds toegelicht in de suppletoire begroting Prinsjesdag (Kamerstukken II 2023/24, nr. 2).

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Naast prioriteiten die onder het financieel instrument Internationaal cultuurbeleid zijn genoemd, is Nederland aan een aantal verplichtingen gebonden en draagt Nederland bij aan de uitvoering van internationale verdragen. Dit geldt voor UNESCO erfgoedverdragen voor het werelderfgoed, het immaterieel erfgoed, de bescherming van cultureel erfgoed bij gewapend conflict, de bestrijding van illegale handel in cultuurgoederen en het cultuurverdrag voor de diversiteit van cultuuruitingen. Daarnaast is bijgedragen aan het Europees filmprogramma (Eurimages).

Ontvangsten

In 2023 is een bedrag van € 26,3 miljoen aan ontvangsten gerealiseerd. In de Ontwerpbegroting was rekening gehouden met € 4,5 miljoen. De raming is tweemaal verhoogd, met € 5,6 miljoen en € 8,5 miljoen, wat is toegelicht bij de Eerste (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VIII, nr. 2) en Tweede Suppletoire Begroting (Kamerstukken II 2023/24, 36470 VIII, nr. 2). Alle tot en met de Tweede Suppletoire Begroting geraamde ontvangsten van € 18,7 miljoen zijn gerealiseerd. Dat de realisatie nog hoger is dan de raming bij de Tweede Suppletoire Begroting, komt met name door de ontvangst van € 6,7 miljoen als gevolg van de onttrekking van middelen aan de balanspost van het Nationaal Archief.

Licence