Base description which applies to whole site

4.7 Artikel 19 Internationaal beleid

Internationaal samenwerken om klimaatweerbaarheid, circulaire economie en slimme en duurzame mobiliteit te realiseren.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 55 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid art.19
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

Verplichtingen

54.909

69.771

70.348

15.680

9.727

10.955

‒ 1.228

        

Uitgaven

55.891

68.125

73.422

11.452

11.009

11.377

‒ 368

        

2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking

55.891

68.125

73.422

11.451

11.009

11.377

‒ 368

        

Ontvangsten

5.780

2.811

1.868

1.960

729

0

729

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij Internationaal beleid. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.

Tabel 56 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Stimuleren

De Minister van IenW ontplooit diverse activiteiten om de nationale doelen te bereiken door verbinding met internationale activiteiten.- Het onderhouden van een netwerk met landen, EU-instellingen en mondiale organisaties, denktanks en non-gouvernementele organisaties.- Ter ondersteuning van beleidsontwikkeling neemt IenW deel aan diverse bilaterale en multilaterale overleggen (formeel en informeel) gericht op de totstandkoming van coalities met gelijkgezinde landen.- Samen met andere staten en actoren bevorderen van concrete internationale samenwerking en activiteiten in internationale multi-stakeholderpartnerschappen

Regisseren

De Minister van IenW bepaalt de inhoudelijke lijn voor de nationale inbreng in de ontwikkeling van het Europese en het mondiale transport- en milieubeleid.- De uitvoering van de relevante SDG's uit de 2030 Agenda voor duurzame ontwikkeling.- De regie op de internationale aspecten van het IenW-beleid, inclusief het politieke optreden en de vertegenwoordiging in de betreffende internationale gremia.- Het opstellen en uitdragen van de Nederlandse inzet in internationaal kader bij de vaststelling van normen en plafonds, de vertaling daarvan naar Nederlandse wet- en regelgeving.- De nationale en Europese beleidscoördinatie op het gebied van satellietnavigatie en de IenW-inzet op het gebruik van satellietdata en satellietnavigatie.Het internationale IenW-beleid vindt niet alleen zijn grondslag in dit beleidsartikel. Specifieke rollen en verantwoordelijkheden van de Minister op de verschillende beleidsterreinen van IenW zijn bij de betreffende artikelen vermeld.

(doen) uitvoeren

IenW heeft een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Het gaat hier om een aantal uitvoerende taken in het kader van de Europese programma’s Horizon Europe, Connecting Europe Facility (CEF), Trans European Transport Network (TENT), Interreg en LIFE.

De IenW-ambities kunnen door de hoge mate van verwevenheid met de internationale arena alleen maar effectief worden gerealiseerd in internationaal verband. Dit is niet alleen afhankelijk van de Nederlandse inzet, maar ook van de inbreng van partners en andere partijen. Het opnemen van kwantitatieve meetbare indicatoren gerelateerd aan het te realiseren doel is in dit verband zelden relevant of toepasselijk. Waar mogelijk zijn deze opgenomen bij de diverse beleidsartikelen.

Onderstaand wordt ingegaan op de beleidsconclusies van het artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal.

De belangrijkste wijzigingen op het terrein van internationaal beleid worden beschreven in de beleidsagenda. De internationale taken van IenW zijn bij verschillende dienstonderdelen belegd en worden op diverse beleidsartikelen gepresenteerd en verantwoord.

Het uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals opgenomen in de begroting 2023.

Circulaire economie

Nederland blijft de urgentie van de transitie naar een circulaire economie (CE) actief uitdragen in het buitenland. In de Europese Unie werd ingezet op ambitieuze regelgeving (zoals de Packaging and Packaging Waste regulation (PPPW), Green Claims). De WCEF2023 in Helsinki werd gebruikt om bijzondere aandacht te schenken aan de potentie van regionale samenwerking in de circulaire economie (bv. Noordelijke provincies presenteerden zich daar) en om financiering voor circulariteit te bevorderen. Daar hebben de multilaterale banken, zoals de Wereldbank en de European Investment Bank op hoog niveau aan de staatssecretaris hun commitment uitgesproken om in hun interne leen- en investeringsbeleid circulariteit te ontwikkelen, waarbij zij de ontwikkelde Roadmap hebben omarmd. Ook de belangrijke positie van jongeren in het CE-beleid werd over het voetlicht gebracht, samen met de Jonge Klimaatbeweging. In het najaar vonden de onderhandelingen voor een nieuw plasticsverdrag plaats (INC-3) plaats, waar Nederland een actieve rol speelde. Dat gold ook voor de klimaatconferentie COP28 (Dubai, november) en de G20 (India, augustus). Bilaterale contacten werden aangehaald, door uitgaande bezoeken aan Indonesië, de VS en China, maar ook door inkomende missies te faciliteren, zoals die uit Japan, China en Slovenië.

Klimaat

In navolging van de Climate Adaptation Summit (januari 2021) en de VN Waterconferentie (maart 2023) heeft Nederland ook in 2023 bilateraal, multilateraal en in Europese context bijgedragen aan het stimuleren van de weerbaarheid van mensen en ecosystemen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Het versterken van de uitvoering van een robuuste nationale adaptatiecyclus staat hierbij centraal. Daarom werkt Nederland aan het aanscherpen van internationale ambities en afspraken op het gebied van klimaatadaptatie. In 2023 droeg Nederland actief bij de adoptie van een ambitieus mondiaal framework voor klimaatadaptatie (aangenomen tijdens COP28) met als doel adaptatie actie en monitoring wereldwijd te verbeteren middels doelen die nationale adaptatieprocessen versterken en sectorale inzet, zoals integraal water management, ecosystemen (nature-based solutions), voedselzekerheid en gezondheid. Nederland zet actief in deze doelstellingen ook te koppelen aan de Europese en bilaterale inzet.

Verduurzaming van transport

Op het gebied van duurzame en slimme mobiliteit heeft Nederland bijgedragen aan wereldwijde ambitie en actie voor verduurzaming van transport. Dit wordt gedaan in VN-verband (de Inland Transport Committee en de mondiale mitigatiedialoog onder UNFCCC) en via platforms zoals het International Transport Forum en in EU-verband (TEN-T/CEF). Speerpunten daarbij waren onder meer het bevorderen van actieve mobiliteit, verduurzaming van vrachtvoertuigen, tijdige uitrol van duurzame energie-infrastructuur voor multimodaal transport, en een verantwoorde introductie van geautomatiseerde voertuigen. Daarnaast heeft het ministerie van IenW samen met het bedrijfsleven de Nederlandse kennis en technologie uitgedragen in het buitenland, om ons verdienvermogen voor de toekomst te versterken en bij te dragen aan het opschalen van goede voorbeelden.

EU Green Deal

Op het Europese vlak is de inzet met name gericht geweest op de beoordeling van en de onderhandelingen over de verschillende voorstellen voortkomend uit de Green Deal waar onder uitwerking van de nul-verontreinigingsambitie, het actieplan over een circulaire economie, de biodiversiteitsstrategie en bodemstrategie. Tenslotte zijn de onderhandelingen over het Fit-for-55 pakket afgerond en is gestart met de implementatie hiervan. Daar waar mogelijk is dit opgenomen onder de relevante beleidsartikelen en in het beleidsverslag.

Ruimtevaart- en satellietdata

IenW is nationaal beleidsverantwoordelijk voor het onderwerp plaats- en tijdsbepaling door middel van satellieten en het gebruik van aardobservatiedata afkomstig van satellieten. In 2023 is de follow-up ter hand genomen van een onderzoek naar de kwetsbaarheid en risico’s bij de uitval of verstoring van satellietnavigatie binnen vitale publieke en private processen (IKUS II). Ook leverde IenW de Nederlandse bijdrage aan het Europese Galileo satellietnavigatiesysteem (GNSS) onder andere met de werkzaamheden voor invoering van de overheidsdienst (publiek gereguleerde dienst, PRS) in Nederland en de start van de bouw van een Galileo Sensor Station (GSS) op Bonaire, een tastbare bijdrage aan de grondinfrastructuur van Galileo. Tot slot is er een toenemend belang in het gebruik van aardobservatiedata als ondersteuning van de belangrijke transitie-opgaves uit het coalitieakkoord zoals klimaat en energie, verduurzaming, digitalisering en de ontwikkeling van sleuteltechnologieën. Ook de Europese Commissie is in 2023 sterker gaan sturen op het gebruiken van aardobservatiedata, mede terug te zien in wetgevende voorstellen en voorwaarden voor deelname in programma’s onder Horizon Europe.

Tabel 57 Budgettaire gevolgen van beleid art. 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

 
         

Verplichtingen

54.909

69.771

70.348

15.680

9.727

10.955

‒ 1.228

1

         

Uitgaven

55.891

68.125

73.422

11.452

11.009

11.377

‒ 368

 
         

1 Tegengaan klimaatverandering

0

0

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

0

0

0

0

0

0

0

 

Subsidies

0

0

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan agentschappen

0

0

0

0

0

0

0

 

- Waarvan bijdrage aan NEa

0

0

0

0

0

0

0

 

- Waarvan bijdrage aan KNMI

0

0

0

0

0

0

0

 

- Waarvan bijdrage aan RWS

0

0

0

0

0

0

0

 
         

2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking

55.891

68.125

73.422

11.451

11.009

11.377

‒ 368

 

Opdrachten

5.324

9.009

6.733

2.692

3.435

4.613

‒ 1.178

2

Uitvoering Interreg

    

280

543

‒ 263

 

Uitvoering HGIS

1.722

2.543

2.011

574

536

1.408

‒ 872

 

Uitvoering niet-HGIS

3.441

6.357

3.803

607

1.988

814

1.174

 

DGMI algemene opdrachten

0

0

364

382

0

0

0

 

Overige Opdrachten

161

109

556

1.129

631

1.848

‒ 1.217

 

Subsidies

292

465

301

1.016

783

1.692

‒ 909

 

Interreg

237

435

35

991

755

1.622

‒ 867

 

Overige Subsidies

55

30

266

25

28

70

‒ 42

 

Bijdragen aan agentschappen

46.155

50.865

59.698

2.574

2.828

2.278

550

 

Waarvan bijdrage aan RIVM

34.714

39.394

46.275

241

141

0

141

 

Waarvan bijdrage aan RVO

11.029

11.145

13.022

1.911

2.043

1.880

163

 

Waarvan bijdrage aan KNMI

75

0

0

0

0

0

0

 

Waarvan bijdrage aan RWS

337

326

401

422

644

398

246

 

Overige bijdragen aan agentschappen

0

0

0

0

0

0

0

 

Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties

4.120

5.136

4.740

4.670

3.563

2.394

1.169

3

Waarvan bijdragen HGIS

0

0

0

2.415

2.963

2.194

769

 

Waarvan bijdragen niet-HGIS

0

0

0

2.255

600

200

400

 

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

100

0

0

0

 

Bekostiging

0

2.650

1.950

400

400

400

0

 
         

Ontvangsten

5.780

2.811

1.868

1.960

729

0

729

 

Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De lagere verplichtingenrealisatie van - € 1,2 miljoen is het gevolg van afwikkeling van in vorige jaren aangegane opdrachten waardoor er verplichtingenruimte is vrijgevallen (- € 3,0 miljoen). Daarnaast heeft er ook een verplichtingenschuif plaatsgevonden van de jaren 2024, 2025 en 2026 naar 2023 voor de uitvoeringskosten van het programma Interreg (€ 0,9 miljoen). Het restant van de saldo wordt verklaard door kleinere mutaties (€ 0,9 miljoen).

  • 2. De lagere uitgaven aan opdrachten is het gevolg van een herschikking binnen dit artikel waarbij € 1,2 miljoen is overgeboekt naar het financieel instrument bijdragen aan internationale organisaties voor de toekenning van een aantal incidentele internationale bijdragen (zie ad. 3).

  • 3. De hogere uitgaven aan bijdragen aan (inter-)nationale organisaties van € 1,2 miljoen is het gevolg van de toekenning van een aantal incidentele internationale bijdragen. Zie hiervoor tabel 57 internationale bijdragen. Budget hiervoor is beschikbaar gesteld vanuit het opdrachtenbudget op dit artikel (zie ad. 2).

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor de financiële instrumenten zoveel mogelijk aangegeven waarvoor de financiële overdracht in het jaar 2023 is aangewend.

2. Internationaal beleid coördinatie en samenwerking (€ 11,0 miljoen)

De volgende financiële instrumenten zijn ingezet:

  • 1. Opdrachten (€ 3,4 miljoen)

    • Uitvoering Interreg (€ 0,3 miljoen). Dit betreft de opdracht aan RVO voor de uitvoering van de subsidieregelingen Interreg.

    • Uitvoering HGIS (€ 0,5 miljoen). In 2023 zijn uitgaven gedaan op het beleidsterrein ruimtevaart en satelliet data. Het betreft onder andere de jaarlijkse gebruiksvergoeding van het Galileo Reference Centre te Noordwijk en overige partijen geleverde diensten ter ondersteuning van de uitvoering van het ruimtebeleid van IenW. 

    • Uitvoering niet HGIS (€ 2,0 miljoen). In 2023 zijn uitgaven gedaan op het beleidsterrein ruimtevaart en satelliet data. Het betreft onder andere de door het Nederlands Space Office (NSO) en overige partijen geleverde diensten ter ondersteuning van de uitvoering van het ruimtebeleid van IenW. Ook zijn er opdrachten verstrekt voor de inrichting van een autoriteit ter regulering van het gebruik van beveiligde satellietsignalen voor externe partners. Hiernaast zijn uitgaven gedaan voor de transitie naar een slimme en duurzame mobiliteit waaronder de verduurzaming van EU-top corridors.

    • Overige opdrachten (€ 0,6 miljoen). In 2023 zijn uitgaven gedaan ten behoeve van de uitvoering van het programma Interreg VI (programma periode 2021-2027). Het gaat hierbij om de verplichte kosten voor de technische bijstand van de EU-secretariaten die de lidstaten ondersteunen bij de uitvoering van het programma. Voorts zijn er middelen ingezet ten behoeve van het nieuw op te stellen Nationaal Milieu Programma. Het gaat hierbij o.a. om uitgaven voor de evaluatie van eerdere nationale milieubeleidsplannen en een participatietraject met burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Daarnaast zijn er middelen ingezet voor RIVM, RVO en RWS inzake diverse Europese programma's en het Nationaal Milieu Programma.

  • 6. Subsidies (€ 0,78 miljoen):

    • Interreg (€ 0,75 miljoen). In 2023 zijn voor de Europese subsidieregelingen Interreg V en Interreg VI subsidies verstrekt aan de Nederlandse partners. De uitvoering van de regelingen ligt bij RVO.

    • Overige subsidies (€ 0,03 miljoen). In 2023 is een incidentele subsidie toegekend aan de Jongeren Milieuraad voor de Nudge Global Impact Challenge.

  • 9. Bijdragen aan agentschappen (€ 2,8 miljoen).

    • Rijkswaterstaat (€ 0,6 miljoen). RWS heeft in 2023 werkzaamheden uitgevoerd voor de Wet bescherming Antarctica (vergunningenbeleid). Daarnaast zijn middelen toegekend voor ondersteunende activiteiten in het kader van het internationale beleid en grensoverschrijdende samenwerking, waaronder Horizon Europe en het UNEP Tienjarig kaderprogramma voor duurzame consumptie en productie (10YFP SCP). Ook zijn er middelen ingezet voor het Nationaal Milieu Programma.

    • Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (€ 2,0 miljoen). IenW heeft in 2023 een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het gaat hierbij om de uitvoering van de Europese subsidieregelingen Interreg en LIFE . Daarnaast heeft RVO ondersteuning geleverd bij de uitvoering van diverse Europese programma’s waaronder Horizon Europe, Connecting Europe Facility (CEF) en het Trans European Network (TEN-T).

    • RIVM (€ 0,2 miljoen). IenW heeft in 2023 een deel van de beleidsuitvoering uitbesteed aan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De middelen zijn ingezet voor beleid onderbouwend onderzoek voor het opstellen van het Nationaal Milieu Programma (NMP).Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties (€ 3,5 miljoen).

  • 13. Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties (3,6 miljoen). Op grond van internationale verdragen, internationale afspraken, contributieverplichtingen en aanvragen, zijn aan diverse internationale organisaties bijdragen toegekend in 2023. De bijdragen van € 0,1 miljoen of meer zijn kort toegelicht in onderstaand tabel.

Tabel 58 Internationale bijdragen

Organisatie

Toelichting

Bedrag x € 1.000

UNEP

Bijdrage 2023 aan het United Nations Environment Programme Environment Fund

615

GCA

Bijdrage voor het opzetten van een rapportagetools over adaptatie, het state and Trends on Adaptation, alsmede het ontwikkelen van een online Kennisplatform. Genoemde zaken dragen bij aan de gestelde doelen van IenW op het gebied van internationale klimaatadaptatie, zoals het verbinden van kennis en creëren van een brede wetenschappelijke basis voor adaptatie.

320

UNEP

Bijdrage aan de UNEP voor het nieuwe raamwerk chemicalienbeheer (Global Framework) dat tijdens de ICCM5 (International Conference on Chemical Management) in Bonn is vastgesteld.

200

WRI

Bijdrage aan WRI voor het Platform for Accelerating the Circular Economy (PACE). PACE wordt gezien als belangrijke partner om wereldwijdpublieke en private partijen samen te brengen om zo de transitie naar een circulaire economie op diverse gebieden te versnellen.

200

ITF

Bijdrage aan het International Transport Forum (ITF), een intergouvernementele mondiale organisatie van 62 lidstaten waar alle transportmodaliteiten aan bod komen. Deze denktank voor transport beleid organiseert jaarlijks een bijeenkomst over ontwikkelingen zoals verduurzaming.

161

SITRA

Bijdrage aan SITRA in het kader van het World Circular Economy Forum 2024 (Brussel). Deze bijdrage behoudt en vergroot de NLse rol als een invloedrijke strategischepartner in de organisatie van het WCEF. Het forum biedt de kans NL beleidsdoelen dichterbij te halen, EU-beleid te beïnvloeden en de mondiale positie vast te houden en te benutten.

150

IMO

Bijdrage aan het International Maritime Organization (IMO) Green Voyage, een project gericht op kennisopbouw bij nieuwetoetreders op IMO-instrumenten die duurzaamheid (in dit geval duurzaam varen)ondersteunen. Daarnaast wordt gewerkt aan een database die groeneinitiatieven moet koppelen aan implementatiepartners om zodoende zo veilig en milieuvriendelijk te maken.

100

OECD

Bijdrage aan de OECD voor de Global EnvironmentOutlook (GEO) die de kosteneffectiviteit van maatregelen in beeld brengt die landen nemen in de aanpak van de drie planetaire crisies.

100

UNEP

Bijdrage aan de UNEP voor de versnelling van klimaatadaptatie wereldwijd. UNEP is een belangrijke partner in het versnellen van adaptatie o.a. middels het Adaptation Gap Report, het Global Adaptation Network en ondersteuning bij concrete projecten. Deze financiële bijdrage is bedoeld voor het versterken van de implementatie van adaptatiemaatregelen waarbij de dwarsverbanden met natuur & water worden meegenomen.

100

IRP

Bijdrage aan het International Resource Panel dat overheden adviseert over duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Nederland bepleit daarbij dat het IRP meer werk maakt van het geschikt maken van mondiale datasets en regionale analyses. De bijdrage stelt het IRP in staat de kwaliteit van rapporten en adviezen te verbeteren en waar mogelijk te regionaliseren. Daarmee kunnen toekomstige analyses zowel mondiale als regionale doelen voor de transitie naar een circulaire economie dienen.

100

UNEP

Bijdrage aan de UNEP in het kader van Global Environmental Outlook (GEO) om de kwaliteit van monitoring, datamanagement en vertaling van wetenschappelijke data naar beleidsinformatie in verschillende VN-(sub)regio’s waaonder Afrika te versterken.

100

UNEP

Bijdrage aan de UNEP voor het nieuw te vormen science-policy panel voor chemicaliën, afval en vervuiling. Het nieuwe panel is een cruciale aanvulling op de al bestaande panels voor klimaat (IPCC) en biodiversiteit (IPBES) en zal de wetenschappelijke basis voor beleid verder versterken

100

SITRA

Bijdrage aan SITRA het Finse innovatiefonds in het kader van WCEF 2023. Het jaarlijkse World Circular Economy Forum is het wereldpodium voor circulaireeconomie waar Nederland als voorloper gezien wil worden.Met deze bijdrage kunnen extra activiteiten worden georganiseerd, en kan de deelnamevan niet-Europese deelnemers worden vergemakkelijkt.

100

UNEP

Bijdrage aan het Speciale Programma (SP) van UNEP. Dit programma is bedoeld voor institutionele versterking van ontwikkelingslanden en landen in transitie voor de implementatie van de chemicaliën- en afvalverdragen alsmede de strategische aanpak voor het international beheer van chemicaliën.

100

China Council for International Cooperation and Development

Nederland neemt (op uitnodiging van China) deel aan deze adviesraad op hoog niveau op het gebied van duurzame ontwikkeling. De contributies worden gebruikt voor het laten doen van studies. Nederland heeft veel ervaring en kennis op het voor China relevante thema vergroening en brengt dit thema met deze bijdrage onder de aandacht.

100

Diverse organisaties

Bijdragen van minder dan € 0,1 miljoen.

1.017

Totaal

 

3.563

5. Bekostiging (€ 0,4 miljoen).

In 2023 is de eindafrekening voldaan inzake een in 2021 toegekende bijdrage aan Stichting Global Commision on Adaptation (GCA) in het kader van de rol die de stichting vervuld als adaptatie kennisinstituut bij de uitvoering van kabinetsbeleid met betrekking tot versnelling en monitoring van de Klimaatadaptatie actieagenda.

6. Ontvangsten (€ 0,7 miljoen)

In 2023 is een bedrag van € 0,4 miljoen ontvangen (EU subsidie) voor het programma Trans European Transport Network (Ten-T). Daarnaast is € 0,3 miljoen ontvangen van RVO naar aanleiding van de eindafrekening over 2022. De werkelijke uitgaven zijn lager uitgevallen dan de verleende voorschotten.

Licence