Base description which applies to whole site

4.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat 1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen en 2. – wanneer dit nodig is - thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg geboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

De minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland.

Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit of thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen. Gemeenten dragen zorg voor de ondersteuning via de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015).

Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. Zorgkantoren sluiten namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.

De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren:

  • en aanjagen van een adequate uitvoering van betreffende wetten en vernieuwing in de maatschappelijk ondersteuning en de langdurige zorg. Vernieuwing wordt hoofdzakelijk door burgers, cliëntenorganisaties, gemeenten, zorg- en welzijnsaanbieders en zorgverzekeraars vormgegeven.

  • van de ontwikkeling en verspreiding van kennis, waaronder goede voorbeelden en innovaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg en initiatieven om de kwaliteit en het innoverend vermogen van de ondersteuning en zorg te versterken.

Financieren:

  • van de Wmo 2015 en de Wlz.

  • van partijen die een belangrijke rol vervullen binnen het stelsel.

Regisseren:

  • vaststellen van de wettelijke kaders van de Wmo 2015 en de Wlz en sturen door het maken van bestuurlijke afspraken en door gebruik te maken van de bevoegdheid van interbestuurlijk toezicht.

  • monitoren en evalueren van de werking van de Wmo 2015 en de Wlz.

Wonen Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO)

In juli 2022 is het beleidsprogramma WOZO52aan de Tweede Kamer aangeboden. Het beleidsprogramma draagt bij aan een brede maatschappelijke beweging, om een omslag te maken in de organisatie van ondersteuning en zorg. Gedurende het jaar zijn op verschillende vlakken resultaten behaald en acties uitgezet om deze beweging te faciliteren. 

Op 30 november 2023 is het nieuwe Generiek kompas ‘Samen werken aan kwaliteit van bestaan’53door betrokken partijen ingediend bij het Zorginstituut. Het Zorginstituut heeft bekendgemaakt dat het Kompas bijna is afgerond en er doorzettingsmacht wordt ingezet om een impuls te geven aan het implementatieplan. Ten aanzien van het scheiden van wonen en zorg heeft de NZa in 2023 de effecten van het scheiden van wonen en zorg in de verpleging en verzorging in beeld gebracht.54 Daarnaast beschikken zorgkantoren over twee regiobudgetten: een transitiebudget van € 40 miljoen voor Scheiden Wonen Zorg (SWZ) en een regionaal investeringsbudget van € 30 miljoen voor innovatie en technologie, goed werkgeverschap en domeinoverstijgende samenwerking. In 2023 is een groot deel van deze middelen toegekend.

Over de versterking van de kennisinfrastructuur en passende zorg heeft de Tweede Kamer in maart 2023 een brief ontvangen.55 In deze brief is een werkagenda opgenomen om tot passende zorg in de Wlz te komen. Belangrijke onderdelen die in 2023 in uitvoering zijn genomen zijn:

  • het inventariseren van de in de Wlz gebruikte interventies;

  • het samenbrengen van deze interventies in een kennisplatform;

  • het ontwikkelen van richtlijnen en een apart ZonMw onderzoeksprogramma voor passende zorg in de Wlz.

Om een stimulans te geven aan de bouw van 20.000 geclusterde zorggeschikte woningen in de sociale huur, is per 15 september de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen opengesteld. Er zijn voor deze regeling reeds 24 aanvragen ingediend voor het realiseren van in totaal 1.100 zorggeschikte woningen.

Ook zijn er ten aanzien van «samen vitaal ouder worden» belangrijke stappen gezet. De subsidieregeling intergenerationeel wonen is in juli opengesteld en het kennisprogramma Reablement is van start gegaan. Daarnaast is bij de Werkplaatsen Sociaal Domein voortvarend gestart met uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend en is ook de subsidie voor het vervolg van het programma «Samen Ouder Worden» verleend.

In 2023 zijn diverse activiteiten verricht om de inzet van digitale zorg en ondersteuning bij ouderen thuis te versnellen. Zo zijn er vanuit de regeling «implementatie- en opschalingscoaching Ouderen Thuis» 200 vouchers verstrekt waarmee aanbieders van zorg of ondersteuning hulp krijgen bij specifieke implementatie- of opschalingsvraagstukken. Tot slot zijn er belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van de Stimuleringsregeling Innovatie TAZ-WOZO.

Huisvesting voor aandachtsgroepen

In 2023 is het Expertteam Huisvesting Aandachtsgroepen (EHA) van RVO van start gegaan. Het EHA maakt deel uit van de ondersteuningsstructuur van het programma "Een thuis voor Iedereen". Dit programma heeft als doel te zorgen voor voldoende betaalbare woningen voor specifieke aandachtsgroepen met een evenwichtige verdeling over gemeenten en met de juiste zorg, ondersteuning en begeleiding. Het EHA ondersteunt gemeenten, provincies, woningcorporaties, (zorg)partijen en maatschappelijke organisaties bij het opzetten van een integrale aanpak om de woon- en zorgopgave in beeld te brengen en uitvoering te geven aan nieuwe verplichtingen die voortkomen uit het wetsvoorstel Versterking regie op de Volkshuisvesting.

Verregaande regionale samenwerking op het gebied van wonen en zorg zoals in het wetsvoorstel wordt voorgesteld, is nog niet vanzelfsprekend. Het afgelopen jaar heeft het EHA een belangrijke rol gespeeld door gemeenten en betrokken partijen in de regio’s (waaronder Koploperregio’s) te ondersteunen bij het maken van integrale woonzorgvisies, uitvoeringsagenda’s, prestatie- en (meerjarige) samenwerkingsafspraken.

Het EHA werkt vraaggestuurd. Het eigenaarschap blijft bij de organisatie die de hulp inschakelt. Het EHA heeft tot en met oktober 2023, 35 ondersteuningstrajecten onderhanden of afgerond. Daarnaast heeft het EHA verschillende gemeenten, woningcorporaties en zorgpartijen geholpen met kortdurende activiteiten. Bijvoorbeeld door adviesgesprekken te voeren en mee te werken aan de kennisoverdracht over het programma door inhoudelijke bijdragen te leveren aan o.a. webinars, masterclasses en het Online kennis- en Expertisecentrum huisvesting aandachtsgroepen en ouderen.

Gehandicaptenzorg

Met de ‘Toekomstagenda: zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking’ is opvolging gegeven aan het programma ‘Volwaardig Leven’. Hiermee is een beweging in gang gezet naar een toekomstbestendige gehandicaptenzorg. In 2023 zijn de Innovatie Impuls 2 en Begeleiding à la carte 2 van start gegaan. Hiermee wordt, zoals in de Toekomstagenda is aangekondigd, de aanpak van zowel technologische als sociale innovatie verder gebracht. Ook de pilots gespecialiseerde cliëntondersteuning zijn in 2023 geborgd.

Palliatieve zorg en geestelijke verzorging thuis

In het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II (NPPZ II, 2021 ‒ 2026) wordt gewerkt aan het vergroten van de maatschappelijke bewustwording over wat palliatieve zorg is en wat het voor iemand kan betekenen. Verder wordt gewerkt aan de implementatie van proactieve zorg en ondersteuning. In het kader van dit programma is onder andere de publiekscampagne ‘Ongeneeslijk, niet uitbehandeld’ uitgevoerd (in maart en in december 2023). Verder heeft een stimuleringsregeling voor Palliatieve Thuiszorg (PaTz) geleid tot het inrichten van nieuwe PaTz-groepen waarin huisartsen en wijkverpleegkundigen samen met een consulent palliatieve zorg de zorg voor palliatieve patiënt in complexe situaties samen organiseren. In het kader van proactief gegevens delen wordt in afstemming met Nictiz gewerkt aan een landelijke informatiestandaard voor het uitwisselen van behandelwensen en grenzen van mensen in de palliatieve fase. Deze standaard sluit aan bij de landelijke richtlijn Proactieve zorgplanning.

Infectiepreventie in langdurige zorg

De langdurige zorg werkte in 2023 aan de voorbereiding op een nieuwe pandemie door het verbeteren van hygiënisch werken en infectiepreventie in verpleeghuizen en de gehandicaptenzorg. Het voor de verpleeghuizen lopende programma SWIPE is voortgezet en het programma voor de gehandicaptenzorg is versterkt. Om meer zicht te hebben op infectieziekten en mogelijke uitbraken in de gehandicaptenzorg is in 2023 subsidie verleend aan het Radboudumc voor monitoring en surveillance, in samenwerking met de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) en de Nederlandse Vereniging Artsen Verstandelijk Gehandicapten (NVAVG). De monitoring en surveillance voor de verpleeghuiszorg door VUmc samen met de vereniging van specialisten ouderengeneeskunde Verenso en het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel) is voortgezet.

Programma Eén tegen eenzaamheid

Meer bewustwording in de samenleving over eenzaamheid

In 2023 is de jaarlijkse publiekscampagne «Eén tegen eenzaamheid» doorontwikkeld en spreekt nu niet alleen omstanders aan, maar ook mensen met gevoelens van eenzaamheid zelf. De tussentijdse campagne-effectmeting laat zien dat meer mensen die eenzaamheidsgevoelens ervaren, iets hebben gedaan om zich minder eenzaam te voelen na het zien van de campagne. Via de ‘Hey, het is Oké’ campagne is in 2023 expliciet ingezet op het voorkomen van eenzaamheid onder jongeren. Daarnaast zijn tijdens de Week tegen Eenzaamheid in 2023 honderden activiteiten georganiseerd door het hele land en is er extra aandacht gevraagd voor eenzaamheid. 90% van de bij het actieprogramma Eén tegen eenzaamheid aangesloten gemeenten deden hieraan mee. Ook heeft in 2023 de Wetenschappelijke Adviescommissie van het actieprogramma een advies uitgebracht over de formulering van een sociaal-netwerkadvies.56 Daarin beschrijft de Wetenschappelijke Adviescomissie (WAC) het belang van een sociaal netwerk. Verder heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in samenwerking met de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) een call voor eenzaamheid opengesteld. In 2023 zijn vijf consortia gevormd die tot en met 2025 onderzoek doen om te komen tot verbeterd inzicht in:

  • de oorzaken en aard van eenzaamheid;

  • effectieve inzet op het verminderen van eenzaamheid;

  • het mogelijke taboe op eenzaamheid.

Dit doen zij onder vijf doelgroepen die op dit moment prioriteit hebben voor nader onderzoek. 

Meer maatschappelijk initiatief tegen eenzaamheid

In 2023 is het landelijk netwerk (Nationale Coalitie tegen Eenzaamheid) gegroeid naar 196 partijen. Daarmee staat een stevig netwerk, verdeeld over verschillende sectoren. Hierbij is aandacht voor uitbreiding passend bij de verbreding van het actieprogramma met voor heel de samenleving herkenbare partijen, waaronder organisaties die zich inzetten op eenzaamheid bij de risicogroepen. Verder is in samenwerking met het Oranje Fonds het programma «Verminderen Eenzaamheid (2023–2025)» gestart om maatschappelijke initiatieven die eenzaamheid verminderen te versterken. In 2023 zijn 15 initiatieven door dit programma ondersteund.

In alle gemeenten een lokale aanpak tegen eenzaamheid

In 2023 is 80% van alle gemeenten aangesloten bij "Eén tegen eenzaamheid". Het actieprogramma biedt gemeenten een landelijk ondersteunend kader op vijf pijlers. De jaarlijkse benchmark rapportage57 laat zien dat:

  • 37% van de wethouders zich lokaal actief inzet rond eenzaamheid;

  • 83% van de aangesloten gemeenten een lokaal netwerk eenzaamheid heeft opgezet;

  • 61% van de aangesloten gemeenten de doelgroep zelf betrekt in het beleid;

  • 91% van de aangesloten gemeenten gebruik maakt van best practices;

  • 68% van de aangesloten gemeenten monitort en evalueert het beleid.

Eerlijkere eigen bijdrage Wmo voor alle Wmo voorzieningen

In 2023 zijn voorbereidingen getroffen om voor Wmo-maatwerkvoorzieningen, waarvoor nu nog het abonnementstarief geldt, (opnieuw) een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage in te voeren en het abonnementstarief af te schaffen. De herintroductie van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage is noodzakelijk om de druk op de beschikbaarheid van Wmo-voorzieningen te beperken.

Verbeteren van het Wmo-toezicht

In 2023 is het beleidskader Wmo-toezicht (kwaliteit) tussen VWS en de VNG vastgesteld. In dit beleidskader staan maatregelen om het Wmo-toezicht op zowel de korte als lange termijn te verbeteren, met een breed implementatie/verbeterprogramma en een stevige verankering van het onafhankelijke functioneren van de toezichthouder in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

Onbeperkt meedoen / coördinatie implementatie VN-verdrag handicap

In 2023 is verdere uitvoering gegeven aan de "aanpak Onbeperkt meedoen!". Hier wordt de komende jaren verder op ingezet langs vijf actielijnen58:

  • 1. de vormgeving van inclusiepacten;

  • 2. het voortzetten van de samenwerking met departementen en gemeenten en bedrijfsleven;

  • 3. inzetten op verdere kennisontwikkeling;

  • 4. het bevorderen van de inzet ervaringsdeskundigheid;

  • 5. het organiseren van meer bewustwording.

In 2023 heeft de eerste pijler van deze inzet vorm gekregen door het uitwerken van diverse inclusiepacten met maatschappelijke initiatiefnemers. Bijvoorbeeld rond de aansluiting van onderwijs naar arbeidsmarkt voor leerlingen in het speciaal voortgezet onderwijs en het creëren van een samenhangend pakket van lokale maatregelen om toe te werken naar een inclusieve generatie.

De vervolgplannen van de Alliantie VN-verdrag (De Alliantie van samenwerkende organisaties van mensen met een beperking of chronische ziekte bestaat uit Ieder(in), Per Saldo, MIND en LFB), VNG en MKB-Nederland en het SamenSpeelNetwerk die ontwikkeld zijn in 2022, zijn in 2023 als tweede pijler van deze inzet wel in uitvoering gekomen. De Alliantie VN-verdrag werkte mee aan de totstandkoming van de nationale strategie voor mensen met een beperking. MKB-Nederland is gestart met het project Toegankelijke Routes waarbij 120 winkelgebieden -en uiteindelijk 5.000 ondernemingen- toegankelijk worden gemaakt voor mensen met een beperking. De VNG organiseerde bijeenkomsten en webinars voor gemeenten die inclusief lokaal beleid maken. Het SamenSpeelNetwerk heeft verschillende gemeenten, scholen, ouders en ontwerpers van speeltuinen geïnformeerd hoe zij werk kunnen maken van inclusieve speeltuinen.

Tot slot komen overkoepelend alle actielijnen samen in de ontwikkeling van een meerjarige Nationale strategie voor de verdere implementatie van het VN-verdrag handicap. De Tweede Kamer is tussentijds geïnformeerd over het ontwerpproces59. In 2024 wordt er doorgewerkt aan de uitwerking van de werkagenda bij deze Nationale strategie, waarin de concrete maatregelen staan om de doelstellingen uit de strategie te bereiken.

Aanpak dak- en thuisloosheid en beschermd wonen

In 2023 is in nauwe samenwerking met een brede coalitie met cliëntorganisaties, aanbieders en overige stakeholders uitvoering gegeven aan het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis. Het doel van dit programma is om dakloosheid in Nederland voor 2030 te beëindigen. Met het Actieplan wordt ingezet op de beweging van opvang naar preventie van dakloosheid en Wonen Eerst. Hoewel de cijfers van het CBS over het aantal dakloze mensen in januari 2022 een lichte daling laten zien, blijven we uit het veld signalen ontvangen dat de druk op de opvang onverminderd groot is – of zelfs toeneemt. Daarom is het van belang om de acties uit het Actieplan onverminderd door te zetten.

Ten aanzien van de doordecentralisatie van beschermd wonen geldt dat het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel60 begin 2023 is verstuurd aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel is vervolgens controversieel verklaard. De voortdurende onzekerheid voor gemeenten over de invoering van het woonplaatsbeginsel en het nieuwe objectieve verdeelmodel zorgen er (mede) voor dat de gewenste beweging van beschermd wonen naar een beschermd thuis stagneert. Gemeenten zijn gereed voor de invoering van het wetsvoorstel per 1 januari 2025 en dringen daarom aan op zorgvuldige maar ook voortvarende behandeling van het wetsvoorstel.

De Tweede Kamer is in december 2023 geïnformeerd over de voortgang van het Nationaal Actieplan Dakloosheid en Beschermd Wonen61.

Gezinnen en volwassenen beschermd

Het ministerie van VWS heeft in 2023 gewerkt aan de doorontwikkeling van de aanpak huiselijk geweld door de focus te leggen op het doorbreken van de cirkel van geweld. Daarom is ingezet op ondersteuning van gemeenten, verbetering van traumabehandeling en maatregelen tegen ouderenmishandeling. Dit heeft onder andere geleid tot een handreiking die gemeenten en uitvoeringsorganisaties kunnen gebruiken bij de aanpak van stalking. Ten aanzien van de aanpak ouderenmishandeling heeft VWS samen met de VNG een ‘Expertpool’ opgericht. Vanuit deze expertpool hebben gemeenten en regio’s een expert ingehuurd om de lokale aanpak verder vorm te geven en te versterken. De brede alliantie is actief betrokken bij de vernieuwde aanpak.

VWS heeft in 2023 ook samen met de ministeries van JenV en OCW en in afstemming met de VNG, uitvoeringsorganisaties, kennisinstituten en het maatschappelijk middenveld een plan van aanpak ontwikkeld ter versterking van de aanpak van gendergerelateerd geweld. Deze nieuwe acties geven concreet vorm aan het verbeteren van de plegeraanpak en -aanbod van gemeenten, de voorkoming van femicide (moord op vrouwen door partner of ex-partner) en deskundigheidsbevordering van professionals.

In het kader van het Nationaal Actieprogramma Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag en Seksueel Geweld, hebben VWS, JenV en VNG in 2023 het initiatief van een aantal ketenpartners gefaciliteerd om in een gezamenlijk proces het landschap van laagdrempelige hulpverlening te verbeteren voor slachtoffers, plegers en naasten. Alle betrokken partijen ervaren de noodzaak om te komen tot een gedragen en duurzaam ontwerp van het landschap van laagdrempelige hulpverlening en willen zich hieraan committeren.

Verder zijn in 2023 maatregelen rondom schadelijke praktijken uitgewerkt op basis van het coalitieakkoord, zoals het faciliteren van het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, de VNG en Valente om de vrouwenopvangsinstellingen en Veilig Thuis door te ontwikkelen. Concreet heeft dit onder meer geleid tot een geactualiseerd beleidskader in-, door- en uitstroom van de vrouwenopvang.

Vanuit het programma Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming is in 2023 voortgebouwd op de basis die de afgelopen jaren is gelegd. Concrete resultaten die zijn behaald zijn onder meer het meerjarenplan "Beproeven en verbreden in de praktijk". Hierin is opgenomen hoe het programma stapsgewijs de overgang maakt van beproeven en ontwikkelen in 11 proeftuinen, naar beproeven en ontwikkelen in alle regio’s. Ook is het projectplan Ontwikkelopgave lokale teams opgeleverd. Binnen dit project wordt gewerkt aan een werkpakket Veiligheid voor lokale teams. De monitoring van de proeftuinen levert inmiddels resultaten op over een grotere groep gezinnen en huishoudens. Het beeld dat er veel minder gedwongen maatregelen worden ingezet door integraal systeem- en mensgericht werken, zet door. De resultaten zijn hoopvol voor de kinderen, gezinnen en huishoudens waar we het voor doen.

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

 

Verplichtingen

8.287.933

14.199.190

14.790.146

15.459.398

32.366.506

16.187.537

16.178.969

         
 

Uitgaven

6.110.787

10.062.532

12.186.970

13.655.535

29.589.725

16.187.863

13.401.862

         

3.10

Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

154.852

214.609

165.522

139.465

305.460

439.638

‒ 134.178

 

Subsidies (regelingen)

38.092

102.981

64.234

47.557

60.186

96.212

‒ 36.026

 

Toegang tot zorg en ondersteuning

2.915

4.440

9.286

8.658

7.633

9.984

‒ 2.351

 

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

0

4.966

25.182

13.626

13.151

5.590

7.561

 

Inclusieve samenleving

0

70.834

14.734

6.053

20.464

71.245

‒ 50.781

 

Kennis en informatiebeleid

0

7.879

11.571

11.149

14.765

8.845

5.920

 

Overige

35.177

14.862

3.461

8.071

4.173

548

3.625

 

Opdrachten

80.829

73.166

57.504

62.862

67.995

114.722

‒ 46.727

 

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

63.678

62.153

48.948

52.645

58.025

62.231

‒ 4.206

 

Toegang tot zorg en ondersteuning

0

499

187

3.663

53

1.783

‒ 1.730

 

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

0

2.287

2.933

3.342

2.091

2.651

‒ 560

 

Inclusiviteit

231

2.538

2.747

1.865

7.078

35.903

‒ 28.825

 

Kennis, informatie en innovatiebeleid

0

0

170

0

233

1.566

‒ 1.333

 

Aanbesteden Sociaal Domein

298

1.244

1.146

28

0

0

0

 

Overige

16.622

4.445

1.373

1.319

515

10.588

‒ 10.073

 

Bijdrage aan agentschappen

0

6.865

16.891

3.100

6.774

43.869

‒ 37.095

 

Overige

0

6.865

16.891

3.100

6.774

43.869

‒ 37.095

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

7.531

12.583

11.280

15.267

16.385

13.329

3.056

 

UWV Tolkvoorziening

7.531

12.583

11.280

15.267

16.385

13.329

3.056

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

4.714

8.313

10.512

153.816

144.706

9.110

 

Overige

0

4.714

8.313

10.512

153.816

144.706

9.110

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

28.400

14.300

7.300

167

304

26.800

‒ 26.496

 

Stimuleringsregeling wonen en zorg

28.400

14.300

7.300

167

304

26.800

‒ 26.496

         

3.21

Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

5.955.935

9.847.923

12.021.448

13.516.070

29.284.265

15.748.225

13.536.040

 

Subsidies (regelingen)

129.876

110.281

159.281

154.481

176.350

263.332

‒ 86.982

 

Zorg merkbaar beter maken

89.563

53.910

77.359

69.928

85.798

163.987

‒ 78.189

 

Kennis, informatie en innovatiebeleid

2.167

14.349

37.129

33.403

28.000

34.535

‒ 6.535

 

Palliatieve zorg en ondersteuning

38.146

42.022

44.793

51.150

62.552

64.810

‒ 2.258

 

Overige

0

0

0

0

0

0

0

 

Bekostiging

5.660.000

9.566.500

11.681.043

13.184.000

28.923.125

15.283.300

13.639.825

 

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

3.710.000

3.666.500

4.101.700

4.234.000

4.823.800

4.883.300

‒ 59.500

 

Bijdrage Wlz

1.950.000

5.900.000

7.579.343

8.950.000

9.650.000

10.400.000

‒ 750.000

 

Overige

0

0

0

0

14.449.325

0

14.449.325

 

Opdrachten

35.051

36.216

31.566

25.938

14.052

21.738

‒ 7.686

 

Zorgdragen voor langdurige zorg

35.051

36.216

31.566

25.938

14.052

21.738

‒ 7.686

 

Bijdrage aan agentschappen

244

45

427

865

476

463

13

 

Overige

244

45

427

865

476

463

13

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

130.764

134.881

148.007

150.112

165.003

168.796

‒ 3.793

 

Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank

44.264

37.181

42.317

43.222

43.603

48.378

‒ 4.775

 

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

86.500

97.700

105.690

106.890

121.400

120.418

982

 

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

1.124

674

5.259

10.596

‒ 5.337

 

Overige

0

0

1.124

674

5.259

10.596

‒ 5.337

         
 

Ontvangsten

9.577

6.772

10.547

6.606

12.943

5.691

7.252

 

Overige

9.577

6.772

10.547

6.606

12.943

5.691

7.252

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

Kengetal: De participatie van mensen met een lichamelijke beperking, lichte of matige verstandelijke beperking, ouderen (≥ 65 jaar) en de algemene bevolking in 2022 (percentages)

Kernbevindingen participatie 2022

De tabel geeft inzicht in de participatie van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en de algemene bevolking op de indicatoren in 2022. Over het algemeen is de participatie bij mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking lager dan in de algemene bevolking. Een uitzondering hierop is zichtbaar bij fysiek sociaal contact, dat nagenoeg gelijk is voor mensen met een lichamelijke beperking (61%) en de algemene bevolking (58%). Vooral voor mensen met een verstandelijke beperking zijn verschillen in participatie ten opzichte van de algemene bevolking groot. Een uitzondering is te zien bij de indicator uitgaan, groepsactiviteiten en openbare voorzieningen, waarvan de uitkomst nagenoeg gelijk is voor deze groep (53%) en de algemene bevolking (55%). Het gaat hierbij zowel om reguliere activiteiten als activiteiten die speciaal voor de doelgroep zijn georganiseerd.

Het verschil in participatie door mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking ten opzichte van de algemene bevolking is het grootst op het gebied van betaald werk. Waar 43 procent van de mensen met een lichamelijke beperking minimaal een uur per week betaald werk doet, is dit aandeel in de algemene bevolking twee keer zo groot (86%). De participatie op dit gebied is het laagst voor mensen met een verstandelijke beperking (13%), maar 71% van deze groep heeft dagbesteding.

Subsidies

Inclusieve samenleving

Het verschil van € 50,8 miljoen is door meerdere 1e en 2e suppletoire begroting mutaties ontstaan. Onder andere is bij 1e suppletoire begroting € 29,5 miljoen verschoven van 2023 naar 2027 voor de stimuleringsregeling geclusterde woonvormen voor ouderen uit het programma Wonen en Zorg voor Ouderen. Dit is onderdeel van een grotere kasschuif (€ 48,3 miljoen) voor deze regeling die deels ook plaatsvond onder het artikelonderdeel 'Storting/onttrekking begrotingsreserve'. Daarnaast is er in 2023 € 9 miljoen voor valpreventie overgeheveld naar bijdragen aan medeoverheden. Deze middelen zijn onderdeel van de brede specifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026. Vanwege verwachte onderuitputting is er structureel € 2,1 miljoen ingeboekt op dit instrument. Bij 2e suppletoire begroting is onder andere het budget met € 3,8 miljoen verlaagd omdat er geen volledige benutting was op de subsidieregeling intergenerationeel wonen en € 1,8 miljoen op het budget voor Wonen en Zorg voor Ouderen.

Opdrachten

Inclusiviteit

Het verschil van ongeveer € 28,8 miljoen is onder andere veroorzaakt door een overboeking van € 1,9 miljoen voor de regeling Implementatie en Opschalingscoach Ouderen Thuis die in de 1e suppletoire begroting al vermeld is.

In de 1e suppletoire begroting is er € 30,9 miljoen bijgeboekt voor meerkosten Oekraïense ontheemden in het sociaal domein (per saldo in totaal € 45,7 miljoen). Dit budget was tijdelijk geboekt op artikelonderdeel 3.1. Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen. De verantwoordelijkheid voor de zorg en ondersteuning aan Oekraïense ontheemden vanuit de Wmo, Jeugdwet en de Wet publieke gezondheid ligt bij gemeenten. Het beschikbare bedrag voor gemeenten voor deze meerkosten is voor 2023 vastgesteld op € 20,2 miljoen op basis van (een raming van) daadwerkelijke aantallen opgevangen Oekraïense ontheemden en een onderzoek naar de gemaakte kosten bij gemeenten. Dit bedrag is in 2023 beschikbaar gesteld aan gemeenten via een decentralisatie uitkering in het Gemeentefonds. De overige € 25,5 miljoen is ten gunste van de staatskas vrijgevallen. Bij de 2e suppletoire begroting is er € 1,8 miljoen aan middelen van Wonen en Zorg voor Ouderen (WOZO), € 1,4 miljoen van respijtzorg en € 2,9 miljoen vanuit het programma Onbeperkt meedoen! vrijgevallen.

Bovenregionaal vervoer

Kengetal: Over het geheel genomen geven de pashouders het reizen met het BRV een hoog waarderingscijfer.

Overig

Het verschil van € 10,1 miljoen is ontstaan doordat er bij 1e suppletoire begroting een overheveling van € 10 miljoen heeft plaatsgevonden naar dit instrument vanuit bijdrage aan agentschappen voor de eigen bijdrage Wmo. Hiervan is € 2,5 miljoen overgeboekt naar het CAK voor de implementatie eigen bijdrage huishoudelijke hulp en in de 2e suppletoire begroting € 0,5 miljoen voor de indexatie van het abonnementstarief. De resterende middelen van ongeveer € 6,8 miljoen zijn ten gunste van de staatskas vrijgevallen. Verder is er in 2023 € 2,7 miljoen overgeheveld  voor de subsidie Ketenbureau I-sociaal domein. Daarnaast is er gedurende het jaar € 8,5 miljoen niet uitgegeven.

Overige

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Stimuleringsregeling wonen en zorg

Het verschil van € 26,5 miljoen is ontstaan omdat er bij de 1e suppletoire begroting € 8 miljoen is overgeboekt naar het ministerie van BZK voor de uitbreiding van de regeling ontmoetingsruimtes. Tevens is er € 18,8 miljoen verschoven van 2023 naar 2027 voor de stimuleringsregeling geclusterde woonvormen voor ouderen. In de stimuleringsregeling wonen en zorg is afgesproken dat de onbenutte middelen kunnen revolveren zolang de regeling bestaat (leningen die worden afbetaald, kunnen opnieuw worden uitgeleend). Het saldo van de in 2023 onbenutte middelen bedraagt € 18,6 miljoen.

Overige

Bijdragen aan agentschappen

Het verschil van € 37,1 miljoen is ontstaan doordat er bij de 1e suppletoire begroting € 10 miljoen voor de uitvoering van de eigen bijdrage Wmo is overgeheveld naar het instrument opdrachten. Tevens is in 2023 voor € 19,1 miljoen budget verschoven naar de jaren 2025 tot en met 2028 voor de Stimulering E-health Thuis regeling. Dit betreft een verschuiving van middelen uit het budget voor de CA-maatregel Woon-zorg combinaties en stimulering langer thuis wonen. Ook is bij de 2e suppletoire begroting € 8 miljoen overgeboekt naar het instrument subsidies passende zorg en levensbrede ondersteuning ten behoeve van de Stimuleringsregeling E-health Thuis.

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

Subsidies

Zorg merkbaar beter maken

De ‘Toekomstagenda: zorg en ondersteuning voor mensen met beperking' heeft als doel om de in gang gezette beweging naar toekomstbestendige zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking robuuster te maken. De zorgvragen worden complexer en vraagt om domein overstijgende samenwerking van zorgaanbieders en maakt het toezicht intensiever. Vanuit de Toekomstagenda gehandicaptenzorg is een impuls gegeven (€ 1 miljoen) aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) zodat ze haar toezicht op gehandicaptenzorg kon intensiveren. Verder is er voor de uitvoering van Waardigheid en trots in de regio middelen (€ 0,6 miljoen) overgeheveld naar Wlz-uitvoerders. Voor de ambities uit de toekomstagenda geldt 2023 als opstartjaar. Gezien deze fase zijn de gereserveerde middelen voor onder andere Gewoon Bijzonder (€ 1,1 miljoen), complexe zorg ‘Kwaliteitsverbetering hogere zorgprofielen’ (€ 3 miljoen) en overige onderwerpen (€ 1,4 miljoen) niet (volledig) tot besteding gekomen.

Voor het Groninger Zorgakkoord, een convenant tussen verschillende partijen die de toekomst van de zorg in het aardbevingsgebied willen verbeteren, is er een groot deel van het voorgenomen budget niet in 2023 tot besteding gekomen (€ 35,1 miljoen).

De zorgaanbieders moeten een transitie maken om zorg in toenemende mate zonder verblijf te organiseren. De gereserveerde middelen om de transitie Scheiden wonen en zorg (SWZ) op gang te brengen zijn niet volledig tot besteding gekomen. Dit geldt voor onder andere E-health en zorgvastgoed. Voor E-health (€ 5,1 miljoen) is gebleken dat de plannen niet aansloten bij de behoefte van het veld of overlap had met bestaande regelingen. Andere onderbestedingen in het kader van de transitiemiddelen van Scheiden wonen en zorg (€ 1,4 miljoen) komen onder andere door vertraging in uitvoering van de plannen.

Tevens is uit onderzoek, dat is uitgevoerd door AAG, gebleken dat er geen verdere zorgvastgoed vraagstukken aanleiding gaven voor verdere onderzoeken of ontwikkeling van producten (€ 2 miljoen). Verder heeft de vertraging bij de implementatie van het Kwaliteitskompas tot lagere bestedingen geleid (€ 1,1 miljoen).

In het kader van de afspraken over pandemische paraatheid zijn middelen (€ 22,7 miljoen) overgeheveld naar de Wlz ter ondersteuning van de zorgaanbieders bij het versterken en borgen van de hygiëne en infectiepreventie en -bestrijding in de langdurige zorg. Tevens zijn middelen overgeheveld (€ 1,4 miljoen) naar Wlz-uitvoerders voor de uitvoering van de pilot «naasten» dat onderdeel is van de pilot Gespecialiseerde cliëntenondersteuning (GCO).

Verder zijn middelen overgeheveld naar andere artikelen van VWS voor onder andere het Nationale Programma Hoofdzaken (€ 2,9 miljoen) en dagactiviteiten voor Mensen met Dementie (€ 0,4 miljoen). De overige mutaties leiden tot een mutatie van per saldo € 1 miljoen.

Kennis, informatie en innovatiebeleid

De implementatie van de elektronische Verpleegkundige Overdracht gebeurt in samenwerking met verschillende organisaties. Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) ontvangt als eigenaar van de informatiestandaard een projectsubsidie om stapsgewijs te werken naar een proces waarin het structurele onderhoud geborgd is. De uitgaven voor het programma e-overdracht (€ 1,0 miljoen) vinden plaats via het budget subsidie algemeen.

Tevens zijn middelen overgeheveld naar het opdrachten budget ter dekking van het implementatie programma Verpleegkundige Overdracht (€ 1,9 miljoen). Met deze middelen is door ICTU een programmabureau eOverdracht ingericht als vervolg op de VIPP-regeling Inzicht. Doordat de technische ontwikkeling van de eOverdracht niet volgens planning verliep, kon een deel van de activiteiten niet uitgevoerd worden door het bureau eOverdracht (€ 2,1miljoen).

Verder zijn middelen overgeheveld naar andere artikelen van VWS. Zo is een bedrag van € 1,3 miljoen overgeheveld voor een bijdrage in de beheerskosten voor het Zorginstituut Nederland als extra bijdrage voor implementatieactiviteiten en onderzoek door het programma KIK-V.

Voor de projectsubsidies 2023 PGB 2.0 aan de drie belangenverenigingen is € 1 miljoen euro budget beschikbaar gesteld eind 2022 en besteed in 2023. De overige mutaties en interne herschikkingen leiden tot een mutatie van per saldo € 1,2 miljoen.

Bekostiging

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

De BIKK compenseert het Fonds langdurige zorg (Flz) voor de derving aan Wlz-premie door heffingskortingen. Omdat de omvang van de heffingskortingen in de Macro Economische Verkenning 2024 (MEV) van het CPB lager groeit dan geraamd in de MEV 2023, is de BIKK € 59,5 miljoen lager vastgesteld in de begroting 2023.

Bijdrage Wlz

De Rijksbijdrage Wlz dient er toe om te voorkomen dat er in het Fonds langdurige zorg een tekort ontstaat. Door een meevaller in de premieontvangsten volstond een lagere Rijksbijdrage Wlz (€ 750 miljoen).

Afsluiting Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ)

Sinds 2015 wordt de langdurige zorg via de Wet langdurige zorg (Wlz) gefinancierd. Daarvoor gebeurde dat via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). In de Wlz is geregeld dat de bij de AWBZ betrokken partijen een aantal jaren de tijd kregen om zaken af te wikkelen. In de Wlz (artikel 11.2.10) is geregeld dat het saldo van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) naar de situatie op 1 januari van het achtste jaar na het jaar waarin de AWBZ werd ingetrokken (lees: 1 januari 2023), ten bate of ten laste van ’s Rijks schatkist komt. In 2014 was de inschatting dat dit saldo circa € 20 miljard negatief zou bedragen. Daarna is – vooral vanwege nabetalingen van de belastingdienst – het saldo verbeterd tot € 14,5 miljard negatief. Hierover is in de VWS jaarverslagen gerapporteerd. In het jaarverslag over 2020 is gemeld dat het saldo werd ingeschat op € 14,5 miljard negatief. In 2023 is bij eerste suppletoire begroting via een rijksbijdrage van VWS aan het AFBZ het negatieve saldo overgenomen door het rijk. Daarna is het AFBZ formeel opgeheven.

Opdrachten

Eind 2022 is besloten het beheer en de ontwikkeling van het PGB 2.0-systeem voorlopig niet door een derde partij maar door het kerndepartement van VWS te laten uitvoeren. Hiervoor heeft in 2023 een budgetwijziging van deze post opdrachten naar de post inhuur plaatsgevonden van € 6,6 miljoen. De overige mutaties en interne herschikkingen leiden tot een mutatie van per saldo € 0,9 miljoen.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank

Ter ondersteuning van budgethouders, zorgverleners en verstrekkers en uitvoerder SVB, wordt het PGB2.0-systeem doorontwikkeld en geïmplementeerd62. Het aansluiten van gemeenten verloopt niet conform eerdere planning. Prioriteit wordt gegeven aan het verder verbeteren van het beheer van het platform PGB2. en terugdringen van een aantal workarounds in de uitvoering. De SVB is gevraagd de operationele regie op zich te nemen en vanuit deze rol het aansluitplan in overleg met betrokken ketenpartijen te actualiseren. Besluitvorming over aansluitplanning wordt eind Q1 2024 verwacht.

De met VNG gemaakte afspraken over de uitvoeringskosten van de SVB ten laste van het Gemeentefonds zijn in 2023 gerealiseerd (totaal € 27,2 miljoen). Deze afspraken lopen door en worden geëvalueerd in 2026. De evaluatie kan aanleiding zijn om de structurele uitname uit het Gemeentefonds bij te stellen.

Bijdrage aan medeoverheden

Overige

Een deel van de voorgenomen bestedingen voor domein overstijgende samenwerking (DOS) is niet tot besteding gekomen (€ 5,3 miljoen).

52

Kamerstukken II 2021/2022, 29389, nr. 111

54

Kamerstukken II 2022/2023, 34104,nr. 394

55

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2023/03/31/kamerbrief-over-kennisinfrastructuur-en-passende-zorg-wlz

56

Kamerstukken II 2023/2024, 29538, nr. 355

57

Kamerstukken II 2023/2024, 29538, nr. 355

58

Kamerstukken II 2021/2022, 24 170 nr. 254

59

Kamerstukken II 2022/2023, 24170, nr. 287

60

Kamerstukken II 2022/2023, 36 288, nr. 2

61

Kamerstukken II 2023/2024, 29325 nr. 156

62

Kamerstukken II 2022/2023, 25657, nr. 340

Licence