Vastgestelde begroting | Realisatie (2) | Verschil (3) =(2) - (1) | Realisatie 2022 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 107.776 | 97.684 | ‒ 10.092 | 100.150 |
waarvan omzet moederdepartement | 66.634 | 49.959 | ‒ 16.675 | 47.196 |
waarvan omzet overige departementen | 3.080 | 3.315 | 235 | 6.046 |
waarvan omzet derden | 38.062 | 44.410 | 6.348 | 46.908 |
Rentebaten | ‒ | 1.517 | 1.517 | 180 |
Vrijval voorzieningen | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
Bijzondere baten | 21.569 | 32.572 | 11.003 | 11.764 |
Totaal baten | 129.345 | 131.773 | 2.428 | 112.094 |
‒ | ||||
Lasten | ‒ | |||
Apparaatslasten | 126.072 | 122.637 | ‒ 3.435 | 107.305 |
- Personele kosten | 41.169 | 53.991 | 12.822 | 48.787 |
waarvan eigen personeel | 32.564 | 30.459 | ‒ 2.105 | 27.759 |
waarvan inhuur externen | 7.098 | 21.245 | 14.147 | 19.329 |
waarvan overige personele kosten | 1.507 | 2.287 | 780 | 1.699 |
- Materiële kosten | 84.903 | 68.646 | ‒ 16.257 | 58.518 |
waarvan apparaat ICT | 8.547 | 11.155 | 2.608 | 10.863 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 7.930 | 9.320 | 1.390 | 7.072 |
waarvan overige materiële kosten | 68.426 | 48.171 | ‒ 20.255 | 40.583 |
Rentelasten | 2 | ‒ | ‒ 2 | ‒ |
Afschrijvingskosten | 3.271 | 2.829 | ‒ 442 | 3.482 |
- Materieel | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
waarvan apparaat ICT | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
- Immaterieel | 3.271 | 2.829 | ‒ 442 | 3.482 |
Overige lasten | ‒ | ‒ 5 | ‒ 5 | 1.302 |
waarvan dotaties voorzieningen | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
waarvan bijzondere lasten | ‒ | ‒ | ‒ | 1.302 |
Totaal lasten | 129.345 | 125.462 | ‒ 3.883 | 112.089 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ | 6.311 | 6.311 | 5 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | ‒ | 135 | 135 | 442 |
Saldo van baten en lasten | ‒ | 6.176 | 6.176 | ‒ 437 |
Voorgestelde resultaatbestemming | Vastgestelde begroting (1) | realisatie (2) | Verschil (3) = (1) + (2) | Realisatie t-1 (4) |
---|---|---|---|---|
(Voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen) | ||||
Toevoeging/ onttrekking: | ||||
- Pok/ Wau *1 | ‒ | ‒ | ‒ | 1.992 |
- Exploitatiereserve | ‒ | 6.176 | 6.176 | ‒ 437 |
Saldo van baten en lasten | ‒ | 6.176 | 6.176 | 1.555 |
Naar aanleiding van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en het programma Werk aan Uitvoering (WaU) zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van uitvoeringsorganisaties, waaronder agentschappen. Indien deze middelen zijn doorverdeeld aan een agentschap via een vermogensstorting, dient op deze regel de mutatie van de gevormde POK/Wau reserve verantwoord te worden in de jaarverantwoording van het agentschap.
Toelichting bij de staat van baten en lasten
Algemeen
De baten over 2023 bedragen € 131,8 miljoen, waarvan € 23,8 miljoen betrekking op medicinale cannabis (hierna BMC) en € 29,0 miljoen voor Corona-gerelateerde activiteiten (Landelijk Consortium Hulpmiddelen en de CoronaMelder-app) en aanvullende opdrachten. Het resultaat exclusief BMC is positief en bedraagt € 6,2 miljoen. Dit resultaat is vertekend omdat voor € 5,3 miljoen aan onderfinanciering van projecten niet in de exploitatie is zichtbaar gemaakt. Een ander zeer positief effect op het resultaat is de vrijval van diverse transitoria voor een bedrag van € 6,9 miljoen. Wanneer in de presentatie van het resultaat rekening zou worden gehouden met de ondergefinancierde portefeuille van het CIBG dan zou het resultaat € 0,9 miljoen positief zijn. Exclusief de vrijval van de transitoria zou sprake zijn van een verlies van € 6,0 miljoen.
Met de vrijval van de transitoria, breekt het CIBG met oude verwerkingswijze en is de administratie opgeschoond en is zicht op de financiering van producten en activiteiten. De totale uitgaven van het CIBG zijn achtergebleven op de begroting voor 2023.
Omzet moederdepartement
De gerealiseerde baten van het moederdepartement ad € 50,0 miljoen (2022: € 47,2 miljoen) is 5,5% hoger dan in verantwoordingsjaar 2022 en € 19,2 miljoen lager dan de vastgestelde begroting € 66,6 miljoen.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2022 | |
---|---|---|---|---|
Marco-economische vraagstukken en arbeidsmarkt (MEVA) | 1.797 | 1.890 | 93 | 1.718 |
Informatiebeleid CIO | 5.753 | 6.565 | 812 | 8.954 |
Gemeensmiddelen en Medische Technologie (GMT) | 40.164 | 27.246 | ‒ 12.918 | 21.421 |
Publieke Gezondheid (PG) | 2.730 | 2.699 | ‒ 31 | 2.315 |
Patiënt en Zorgordening (PZo) | 9.863 | 5.675 | ‒ 4.188 | 7.391 |
Directie Jeugd (DJ) | 1.863 | 1.777 | ‒ 86 | 1.653 |
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) | 2.438 | 2.754 | 316 | 2.281 |
Directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO) | 664 | 638 | ‒ 26 | 634 |
Langdurige Zorg (LZ) | 475 | 612 | 137 | 526 |
Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP) | ‒ | 74 | 74 | 2 |
Programma-directie COVID-19 | 20 | 29 | 9 | 301 |
Dienst Testen | 3.353 | ‒ | ‒ 3.353 | ‒ |
Baten VWS | 69.120 | 49.959 | ‒ 19.161 | 47.196 |
Omzet overige departementen
De gerealiseerde baten € 3,3 miljoen (2022: € 6,0 miljoen) van overige departementen is in lijn met de begroting € 3,1 miljoen. Ten opzichte van de realisatie vorig jaar is sprake van een halvering.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2022 | |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) | 1.177 | 1.177 | ‒ | 3.905 |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) | 2.036 | 2.138 | 102 | 1.840 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) | ‒ | ‒ | ‒ | 267 |
ICTU (ICT-Uitvoeringsorganisatie) | ‒ | ‒ | ‒ | 34 |
Baten overige departementen | 3.213 | 3.315 | 102 | 6.046 |
Omzet derden
Onder de baten derden worden inkomsten verantwoord die verkregen zijn vanuit het maatschappelijk verkeer. De gerealiseerde baten van derden over 2023 is met € 44,4 miljoen (2022: € 46,9 miljoen) hoger dan begroot € 38,1 miljoen. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn de hogere de hogere vraag naar medicinale cannabis (BMC) en hogere productiecijfers voor de producten BIG, Unieke Zorgverlener Identificatie (UZI), Vakbekwaamheid, WTZA-bijdragen, LCSH en Medische hulpmiddelen.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2022 | |
---|---|---|---|---|
BIG-(her-)registratie | 6.590 | 9.130 | 2.541 | 5.487 |
Vakbekwaamheid | 365 | 477 | 112 | 407 |
WTZA bijdragen | 109 | 222 | 113 | 91 |
UZI-register | 7.232 | 7.284 | 52 | 14.430 |
Vergunningen en ontheffingen | 1.669 | 1.604 | ‒ 63 | 1.779 |
Medische hulpmiddelen | 328 | 650 | 322 | 2.020 |
Opiaten | 1.088 | 1.049 | ‒ 39 | 975 |
BMC | 21.199 | 23.762 | 2.566 | 21.719 |
LCSH | ‒ | 230 | 230 | ‒ |
Baten derden | 38.580 | 44.4101 | 5.604 | 46.908 |
Bijzondere baten
Bijzondere baten betreffen bijdragen van het moederdepartement ter ondersteuning van baten derden (saldofinanciering), waarbij sprake is van niet kostendekkende en gemaximeerde tarieven. De realisatie over 2023 bedraagt € 32,6 miljoen (2022: € 11,8 miljoen) is hoger dan zowel de begroting € 21,6 miljoen als de realisatie vorig jaar. Dit wordt veroorzaakt door hogere productiecijfers dan verwacht voor de WTZA-bijdragen, LCSH en de vrijval van de transitoria van het CIBG.
Opdrachtgever | Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2022 | |
---|---|---|---|---|---|
BIG-(her-)registratie | MEVA | 9.090 | 6.744 | ‒ 2.346 | 6.294 |
Vakbekwaamheid | MEVA | 5.083 | 5.118 | 35 | 4.529 |
WTZA bijdragen | PZo | ‒ | 3.909 | 3.909 | ‒ |
UZI-register | GMT | 8.171 | 7.783 | ‒ 388 | 179 |
Vergunningen en ontheffingen | GMT | 192 | 142 | ‒ 50 | 619 |
Medische hulpmiddelen | VGP | 1.506 | 1.238 | ‒ 268 | 61 |
Opiaten | GMT | 255 | 125 | ‒ 130 | 82 |
BMC | GMT | ‒ | ‒ | ‒ | ‒ |
LCSH | VGP | ‒ | 574 | 574 | ‒ |
Vrijval CIBG | CIBG | ‒ | 6.941 | 6.941 | ‒ |
Bijzondere baten | 24.297 | 32.5731 | 8.276 | 11.764 |
Rentebaten
De rentebaten in 2023 € 1,5 miljoen (2022: € 0,2 miljoen) zijn aanzienlijk hoger dan begroot € 0,0 miljoen. Dit is een gevolg van een hogere rente die ontvangen is op onze uitstaande gelden.
Personele kosten
De personele lasten € 54,0 miljoen (2022: € 48,8 miljoen) waren hoger dan begroot € 41,2 miljoen. De personele lasten die zijn uitgegeven aan eigen personeel bleven met € 30,5 miljoen (2022: € 27,8 miljoen ) onder de begroting van € 32,6 miljoen Ten opzichte van vorig jaar is er sprake van een toename van de lasten van eigen personeel vanwege een hogere bezetting 357 FTE (2022: 343) en loonsverhoging vanwege de Cao Rijk.
De personele lasten die uitgegeven zijn aan inhuur externen € 21,2 miljoen (2022: € 19,3 miljoen), miljoen zijn substantieel hoger dan de begroting € 7,1 miljoen Een belangrijke verklaring hiervoor is dat relatief veel inhuur wordt ingezet op het ICT onderdeel en in mindere mate binnen bedrijfsvoering en dat verambtelijking later op gang is gekomen dan voorzien.
De overige personele lasten € 2,3 miljoen (2022: € 1,7 miljoen) waren hoger dan begroot € 1,5 miljoen.
Materiële kosten
De gerealiseerde materiële lasten € 68,6 miljoen (2022: € 58,5 miljoen) blijven ruim onder de begroting van € 84,9 miljoen.
De apparaatlasten ICT bedragen € 11,2 miljoen (2022: € 10,9) zijn hoger dan begroot € 8,5 miljoen. Dit is als gevolg van hogere lasten voor Hosting € 2,4 miljoen. De lasten voor de bijdrage aan SSO’s € 9,3 miljoen (2022: € 7,1) zijn eveneens hoger dan begroot € 7,9 miljoen. De belangrijkste verklaring hiervoor zijn gestegen tarieven. De overige materiële lasten € 48,2 miljoen (2022: € 40,6) blijven sterk onder de begroting van € 68,4 miljoen. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn de lagere uitgaven voor duurzame verwerking voor LCH € 6,6 miljoen (begroting € 16,7 miljoen) en lagere uitgaven voor logistieke dienstverlening LCH € 4,7 miljoen (begroting € 11,6 miljoen).
Afschrijvingskosten
Het CIBG heeft geen afschrijvingslasten voor materiële activa. Wel zijn er immateriële afschrijvingslasten als gevolg van het afschrijven op applicaties. De applicaties die zijn geactiveerd worden lineair afgeschreven in vijf jaar vanaf het moment van ingebruikname. De afschrijvingslasten € 2,8 miljoen (2022: € 3,5 miljoen) blijven onder de begroting € 3,3 miljoen. Dit wordt verklaard doordat minder investeringen zijn geactiveerd dan begroot.
Bijzondere lasten
In boekjaar 2023 zijn er geen bijzondere lasten gemaakt. In 2022 was dit € 1,3 miljoen.
Rentelasten
Rente is verschuldigd over de leningen die uitstaan bij het ministerie van Financiën. De lening met een restschuld van € 1,8 miljoen heeft een rentelast van 0,01% met een looptijd van 5 jaren. De resterende looptijd van de lening is 1 jaar. Vanwege de lage rentestand zijn de rentelasten nagenoeg nihil.
Agentschapsdeel Vpb-lasten
Deze lasten komen voort als geval van de verkoop van medicinale cannabis en de vennootschapsbelasting die als gevolg hiervan dient te worden afgedragen. Over 2023 bedraagt deze last € 0,1 miljoen (2022: € 0,4 miljoen).
Balans31-12-2023 | Balans31-12-2022 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 10.304 | 8.092 |
Immateriële vaste activa | 10.304 | 8.092 |
Materiële vaste activa | ‒ | ‒ |
waarvan grond en gebouwen | ‒ | ‒ |
waarvan installaties en inventarissen | ‒ | ‒ |
waarvan projecten in uitvoering | ‒ | ‒ |
waarvan overige materiële vaste activa | ‒ | ‒ |
Vlottende activa | 49.510 | 87.784 |
Voorraden en onderhanden projecten | 13.547 | 7.811 |
Debiteuren | 7.794 | 8.131 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 7.281 | 15.568 |
Liquide middelen | 20.888 | 56.274 |
Totaal activa: | 59.814 | 95.876 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 10.847 | 6.171 |
Exploitatiereserve | 4.671 | 4.616 |
Onverdeeld resultaat | 6.176 | ‒ 437 |
Directe vermogensstorting | ‒ | 1.992 |
Voorzieningen | ‒ | ‒ |
Langlopende schulden | ‒ | 1.760 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | ‒ | 1.760 |
Kortlopende schulden | 48.967 | 87.945 |
Crediteuren | 7.044 | 21.348 |
Belastingen en premies sociale lasten | ‒ | ‒ |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 1.760 | 1.760 |
Overige schulden en overlopende passiva | 40.163 | 64.837 |
Totaal passiva | 59.814 | 95.876 |
Toelichting op de balans per 31 december 2023
Immateriële vaste activa
De boekwaarde bedraagt ultimo 2023 € 10,3 miljoen. In 2023 is geïnvesteerd voor een bedrag van € 5,0 miljoen en bedragen de afschrijvingen € 2,8 miljoen. Er hebben geen buitengebruikstellingen of duurzame herwaarderingen plaatsgevonden in 2023.
Voorraden en onderhanden projecten
De voorraden € 13,5 miljoen (2022: € 7,8 miljoen) betreffen de aangekochte cannabis (Bedrocan, Bediol, Bedica, Bedrolite en Bedrobinol) voor de levering (verkoop) aan apothekers en buitenlandse afnemers. Dit is als gevolg van een toename in 2023 van de voorraad zijnde medicinale cannabis.
Debiteuren
Het debiteurensaldo ultimo 2023 bedraagt € 7,8 miljoen (2022: € 8,1 miljoen) Dit saldo is onder te verdelen naar de volgende debiteurengroepen:
– € 0,1 miljoen vorderingen op het moederdepartement
– € 0,1 miljoen vorderingen op overige departementen en
– € 7,6 miljoen vorderingen op derden waarvan € 2,5 miljoen betrekking heeft op LCH.
De Dubieuze debiteuren zijn in 2023 van € 153 duizend gedaald naar € 129 duizend. Verder heeft het CIBG debiteuren afgeboekt in het kader van gerechtelijke uitspraken als gevolg van het een faillissement voor een bedrag van € 26,7 duizend. In de verantwoording van het CIBG worden alle debiteuren die ouder zijn dan 1 jaar aangemerkt als dubieus.
Overige vorderingen en overlopende activa
Ultimo van het jaar bedraagt het saldo overige vorderingen en overlopende activa € 7,3 miljoen (2022: € 15,6 miljoen). Deze post in de jaarrekening is als volgt samengesteld:
– € 2,0 miljoen Nog te ontvangen BTW (LCH en medicinale cannabis)
– € 1,7 miljoen Overige vorderingen op het moederdepartement
– € 0,3 miljoen Overige vorderingen op overige departementen
– € 1,9 miljoen Nog te factureren bedragen aan derden
– € 0,6 miljoen Vooruitbetaalde bedragen aan derden en
– € 0,8 miljoen Nog te ontvangen vennootschapsbelasting.
Liquide middelen
Het CIBG maakt gebruikt van schatkistbankieren en heeft de liquide middelen als gevolg hiervan ondergebracht bij het Ministerie van Financiën. Ultimo 2023 bedraagt het saldo liquide middelen € 20,9 miljoen (2022: € 56,1 miljoen). De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn dat veel financiële afwikkelingen met opdrachtgevers in 2023 hebben plaatsgevonden. Daarnaast zijn crediteuren, kortlopende schulden en de lening afgedaan in 2023 en is de vorderingen op derden gedaald en zijn overtollige middelen uit 2022 van € 1,5 miljoen afgedragen. Als gevolg hiervan is in vergelijking met 2022 een aanzienlijke daling zichtbaar van de liquide middelen.
Eigen vermogen
Ultimo 2023 bedraagt het eigen vermogen € 10,8 miljoen (2022: € 6,2 miljoen). Het eigen vermogen ultimo 2023 wordt gevormd door een exploitatiereserve van € 4,7 miljoen (2022: € 4,6 miljoen) en een onverdeeld resultaat van € 6,2 miljoen (2022: € -0,4 miljoen). De afroming van het onverdeelde resultaat over 2023 van € 6,2 miljoen van het eigen vermogen zal in 2024 in de administratie worden verwerkt.
Voorzieningen
Het CIBG neemt, onder verwijzing naar artikel 27 van de Regeling agentschappen, geen voorziening op voor bezwaar & beroep en ambtsjubilea. De lasten hiervoor worden genomen in het jaar dat ze zich voordoen.
Langlopende schulden
Eind 2023 bedraagt het saldo van de langlopende schulden € 0 miljoen (2022: € 1,8 miljoen). De lening heeft in 2023 een kortlopend karakter gekregen en zal in 2024 worden afgelost. Het bedrag van € 1,8 miljoen is derhalve verantwoord onder de kortlopende schulden onder ‘Kortlopend deel leningen ministerie van Financiën’. In 2023 zijn geen nieuwe leningen aangegaan bij het ministerie van Financiën.
Kortlopende schulden
De kortlopende schulden bedragen ultimo 2023 € 50,4 miljoen (2022: € 87,9 miljoen) en bestaan uit de Crediteuren, het kortlopend deel leningen ministerie van Financiën en de Overige schulden en overlopende passiva
Crediteuren
Ultimo 2023 bedraagt het saldo van de crediteuren € 7,0 miljoen (2022: € 21,3 miljoen). Hierbij zijn de belangrijkste crediteurengroepen:
– € 0,1 miljoen Overige departementen
– € 6,9 miljoen Crediteuren derden waarvan €3,0 miljoen betrekking heeft op LCH.
Kortlopend deel leningen ministerie van Financiën
Ultimo 2023 bedraagt het saldo € 1,8 miljoen Deze lening zal in 2024 worden afgelost en is om die reden verantwoord onder de kortlopende schulden.
Overige schulden en overlopende passiva
Ultimo 2023 bedraagt het saldo Overige schulden en overlopende passiva € 40,1 miljoen (2022: € 64,8 miljoen). Deze post is nader op te splitsen in de volgende categorieën:
– € 10,1 miljoen Nog te betalen bedragen
– € 3,9 miljoen Nog te betalen vakantiedagen
– € 10,2 miljoen Vooruit ontvangen BIG-bedragen
– € 0,3 miljoen Vooruit gefactureerde bedragen BMC en
– € 15,6 miljoen Nog te betalen bedragen schulden aan opdrachtgevers.
Overige schulden ouder dan 1 jaar bedragen € 5,7 miljoen afkomstig van Vooruit ontvangen BIG-gelden.
De nog te betalen bedragen schulden aan opdrachtgevers € 15,6 miljoen bevatten de volgende schuldeisers:
– € 11,6 miljoen Af te rekenen voorschotten moederdepartement
– € 0,2 miljoen Af te rekenen voorschotten overige departementen
– € 0,3 miljoen Vooruit ontvangen bedragen moederdepartement en
– € 3,5 miljoen Vooruit ontvangen projectgelden.
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 18.264 | 56.274 | 38.010 |
totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 129.345 | 130.493 | 1.148 | |
totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 126.074 | ‒ 163.236 | ‒ 37.162 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 3.271 | ‒ 32.743 | ‒ 36.014 |
totaal investeringen (-/-) | ‒ 10.000 | 617 | 10.617 | |
totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ‒ | ‒ | ‒ | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 10.000 | 617 | 10.617 |
eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ | ‒ 1.500 | ‒ 1.500 | |
eenmalige storting door moederdepartement (+) | ‒ | ‒ | ‒ | |
aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 3.760 | ‒ 1.760 | 2.000 | |
beroep op leenfaciliteit (+) | 10.000 | ‒ | ‒ 10.000 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 6.240 | ‒ 3.260 | ‒ 9.500 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 17.775 | 20.888 | 3.113 |
Toelichting kasstroomoverzicht
Het saldo aan liquide middelen is in 2023 met € 35,4 miljoen gedaald naar € 20,9 miljoen
De operationele kasstroom laat zien dat er meer is uitgegeven (€ 163,2 miljoen) dan ontvangen (€ 130,4 miljoen). De investeringskasstroom laat per saldo een toename zien van € 0,6 miljoen als gevolg van een toename van investeringen. De financieringskasstroom laat een daling zien van € 3,3 miljoen Als gevolg van teveel eigen vermogen is naar aanleiding van boekjaar 2022 € 1,5 miljoen extra afgedragen. Verder is € 1,8 miljoen afgelost op de lening.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | Vastgestelde begroting 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||
1. Kostprijzen per product (groep) | |||||
- Beschikking BIG (her)registratie | 165 | 190 | 163 | 190 | 172 |
- Vakbekwaamheidverklaring | 5.381 | 5.035 | 4.023 | 6.063 | 4.899 |
- Vergunning en ontheffingen | 2.563 | 2.183 | 2.484 | 1.802 | 1.613 |
- UZI-pas/certificaat | 293 | 326 | 370 | 389 | 375 |
- Wilsbeschikking donorregister | 7 | 10 | 10 | 10 | 11 |
2. Omzet per productgroep | |||||
(x € 1.000) | |||||
- BIG-register + herregistratie | 5.269 | 11.317 | 11.779 | 15.874 | 15.680 |
- Vakbekwaamheid | 4.229 | 4.204 | 4.936 | 5.596 | 5.448 |
- Farmatec | 1.832 | 2.524 | 2.497 | 2.404 | 2.503 |
- UZI-register | 5.785 | 12.727 | 14.609 | 15.068 | 15.402 |
- Donorregister | 3.743 | 4.438 | 3.452 | 3.750 | 3.809 |
3. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur) | 288 | 306 | 343 | 357 | 379 |
4. Saldo baten en lasten (% van de baten) | 3% | 4% | 1% | ‒ 1% | 0% |
Specifiek | |||||
1. Productievolume | |||||
- Beschikking BIG (her)registratie | 25.278 | 18.506 | 100.090 | 142.444 | 118.760 |
- Vakbekwaamheidverklaringen | 786 | 835 | 1.227 | 923 | 1112 |
- Vergunningen en ontheffingen | 909 | 1.016 | 1.037 | 1.536 | 1.552 |
- UZI-passen en certificaten | 21.800 | 30.873 | 51.410 | 26.864 | 26.600 |
- Wilsbeschikkingen donorregister | 500.000 | 400.000 | 318.487 | 314.267 | 350.000 |
2. Aantal klachten / bezwaar en beroep | |||||
- Vakbekwaamheidverklaringen | 1 | 1 | 2 | 3 | 10 |
- Wilsbeschikkingen donorregister | 30 | 4 | 0 | 8 | 15 |
Toelichting op de doelmatigheidsindicatoren 2023
Kostprijzen, omzet en volumes
De kostprijzen zijn gebaseerd op de werkelijk gerealiseerde lasten en werkelijke outputvolumes. De kostprijzen voor BIG en UZI zijn berekend op basis van voortschrijdende gemiddelden van respectievelijk vijf en drie jaar (de termijn van een BIG-(her)registratie is vijf jaar en een UZI pas is drie jaar geldig).
Klachten en bezwaar en beroep
Als norm voor de klachten en bezwaren wordt gehanteerd de afspraak die met de opdrachtgever is vastgelegd. Het aantal klachten bleef onder de gemaakte afspraken.