Base description which applies to whole site

9.2 Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG)

Tabel 30 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap CIBG over 2023 (bijdragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

Realisatie (2)

Verschil (3) =(2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

Baten

    

- Omzet

107.776

97.684

‒ 10.092

100.150

waarvan omzet moederdepartement

66.634

49.959

‒ 16.675

47.196

waarvan omzet overige departementen

3.080

3.315

235

6.046

waarvan omzet derden

38.062

44.410

6.348

46.908

Rentebaten

1.517

1.517

180

Vrijval voorzieningen

Bijzondere baten

21.569

32.572

11.003

11.764

Totaal baten

129.345

131.773

2.428

112.094

   

 

Lasten

  

 

Apparaatslasten

126.072

122.637

‒ 3.435

107.305

- Personele kosten

41.169

53.991

12.822

48.787

waarvan eigen personeel

32.564

30.459

‒ 2.105

27.759

waarvan inhuur externen

7.098

21.245

14.147

19.329

waarvan overige personele kosten

1.507

2.287

780

1.699

- Materiële kosten

84.903

68.646

‒ 16.257

58.518

waarvan apparaat ICT

8.547

11.155

2.608

10.863

waarvan bijdrage aan SSO's

7.930

9.320

1.390

7.072

waarvan overige materiële kosten

68.426

48.171

‒ 20.255

40.583

Rentelasten

2

‒ 2

Afschrijvingskosten

3.271

2.829

‒ 442

3.482

- Materieel

waarvan apparaat ICT

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

- Immaterieel

3.271

2.829

‒ 442

3.482

Overige lasten

‒ 5

‒ 5

1.302

waarvan dotaties voorzieningen

waarvan bijzondere lasten

1.302

Totaal lasten

129.345

125.462

‒ 3.883

112.089

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

6.311

6.311

5

Agentschapsdeel Vpb-lasten

135

135

442

Saldo van baten en lasten

6.176

6.176

‒ 437

Tabel 31 Voorgestelde resultaatbestemming (bedragen x € 1.000)

Voorgestelde resultaatbestemming

Vastgestelde begroting (1)

realisatie (2)

Verschil (3) = (1) + (2)

Realisatie t-1 (4)

(Voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen)

    

Toevoeging/ onttrekking:

    

- Pok/ Wau *1

1.992

- Exploitatiereserve

6.176

6.176

‒ 437

Saldo van baten en lasten

6.176

6.176

1.555

1

Naar aanleiding van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en het programma Werk aan Uitvoering (WaU) zijn middelen vrijgemaakt ter versterking van uitvoeringsorganisaties, waaronder agentschappen. Indien deze middelen zijn doorverdeeld aan een agentschap via een vermogensstorting, dient op deze regel de mutatie van de gevormde POK/Wau reserve verantwoord te worden in de jaarverantwoording van het agentschap.

Toelichting bij de staat van baten en lasten

Algemeen

De baten over 2023 bedragen € 131,8 miljoen, waarvan € 23,8 miljoen betrekking op medicinale cannabis (hierna BMC) en € 29,0 miljoen voor Corona-gerelateerde activiteiten (Landelijk Consortium Hulpmiddelen en de CoronaMelder-app) en aanvullende opdrachten. Het resultaat exclusief BMC is positief en bedraagt € 6,2 miljoen. Dit resultaat is vertekend omdat voor € 5,3 miljoen aan onderfinanciering van projecten niet in de exploitatie is zichtbaar gemaakt. Een ander zeer positief effect op het resultaat is de vrijval van diverse transitoria voor een bedrag van € 6,9 miljoen. Wanneer in de presentatie van het resultaat rekening zou worden gehouden met de ondergefinancierde portefeuille van het CIBG dan zou het resultaat € 0,9 miljoen positief zijn. Exclusief de vrijval van de transitoria zou sprake zijn van een verlies van € 6,0 miljoen.

Met de vrijval van de transitoria, breekt het CIBG met oude verwerkingswijze en is de administratie opgeschoond en is zicht op de financiering van producten en activiteiten. De totale uitgaven van het CIBG zijn achtergebleven op de begroting voor 2023.

Omzet moederdepartement

De gerealiseerde baten van het moederdepartement ad € 50,0 miljoen (2022: € 47,2 miljoen) is 5,5% hoger dan in verantwoordingsjaar 2022 en € 19,2 miljoen lager dan de vastgestelde begroting € 66,6 miljoen.

Tabel 32 Omzet moederdepartement (bijdragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022

Marco-economische vraagstukken en arbeidsmarkt (MEVA)

1.797

1.890

93

1.718

Informatiebeleid CIO

5.753

6.565

812

8.954

Gemeensmiddelen en Medische Technologie (GMT)

40.164

27.246

‒ 12.918

21.421

Publieke Gezondheid (PG)

2.730

2.699

‒ 31

2.315

Patiënt en Zorgordening (PZo)

9.863

5.675

‒ 4.188

7.391

Directie Jeugd (DJ)

1.863

1.777

‒ 86

1.653

Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)

2.438

2.754

316

2.281

Directie Maatschappelijke Ondersteuning (DMO)

664

638

‒ 26

634

Langdurige Zorg (LZ)

475

612

137

526

Voeding, Gezondheidsbescherming en Preventie (VGP)

74

74

2

Programma-directie COVID-19

20

29

9

301

Dienst Testen

3.353

‒ 3.353

Baten VWS

69.120

49.959

‒ 19.161

47.196

Omzet overige departementen

De gerealiseerde baten € 3,3 miljoen (2022: € 6,0 miljoen) van overige departementen is in lijn met de begroting € 3,1 miljoen. Ten opzichte van de realisatie vorig jaar is sprake van een halvering.

Tabel 33 Omzet overige departementen (bijdragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)

1.177

1.177

3.905

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)

2.036

2.138

102

1.840

Ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK)

267

ICTU (ICT-Uitvoeringsorganisatie)

34

Baten overige departementen

3.213

3.315

102

6.046

Omzet derden

Onder de baten derden worden inkomsten verantwoord die verkregen zijn vanuit het maatschappelijk verkeer. De gerealiseerde baten van derden over 2023 is met € 44,4 miljoen (2022: € 46,9 miljoen) hoger dan begroot € 38,1 miljoen. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn de hogere de hogere vraag naar medicinale cannabis (BMC) en hogere productiecijfers voor de producten BIG, Unieke Zorgverlener Identificatie (UZI), Vakbekwaamheid, WTZA-bijdragen, LCSH en Medische hulpmiddelen.

Tabel 34 Omzet derden (bijdragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022

BIG-(her-)registratie

6.590

9.130

2.541

5.487

Vakbekwaamheid

365

477

112

407

WTZA bijdragen

109

222

113

91

UZI-register

7.232

7.284

52

14.430

Vergunningen en ontheffingen

1.669

1.604

‒ 63

1.779

Medische hulpmiddelen

328

650

322

2.020

Opiaten

1.088

1.049

‒ 39

975

BMC

21.199

23.762

2.566

21.719

LCSH

230

230

Baten derden

38.580

44.4101

5.604

46.908

1

Wijkt door afrondingsverschillen af

Bijzondere baten

Bijzondere baten betreffen bijdragen van het moederdepartement ter ondersteuning van baten derden (saldofinanciering), waarbij sprake is van niet kostendekkende en gemaximeerde tarieven. De realisatie over 2023 bedraagt € 32,6 miljoen (2022: € 11,8 miljoen) is hoger dan zowel de begroting € 21,6 miljoen als de realisatie vorig jaar. Dit wordt veroorzaakt door hogere productiecijfers dan verwacht voor de WTZA-bijdragen, LCSH en de vrijval van de transitoria van het CIBG.

Tabel 35 Bijzondere baten (bijdragen x € 1.000)
 

Opdrachtgever

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022

BIG-(her-)registratie

MEVA

9.090

6.744

‒ 2.346

6.294

Vakbekwaamheid

MEVA

5.083

5.118

35

4.529

WTZA bijdragen

PZo

3.909

3.909

UZI-register

GMT

8.171

7.783

‒ 388

179

Vergunningen en ontheffingen

GMT

192

142

‒ 50

619

Medische hulpmiddelen

VGP

1.506

1.238

‒ 268

61

Opiaten

GMT

255

125

‒ 130

82

BMC

GMT

LCSH

VGP

574

574

Vrijval CIBG

CIBG

6.941

6.941

Bijzondere baten

 

24.297

32.5731

8.276

11.764

1

Wijkt door afrondingsverschillen af.

Rentebaten

De rentebaten in 2023 € 1,5 miljoen (2022: € 0,2 miljoen) zijn aanzienlijk hoger dan begroot € 0,0 miljoen. Dit is een gevolg van een hogere rente die ontvangen is op onze uitstaande gelden.

Personele kosten

De personele lasten € 54,0 miljoen (2022: € 48,8 miljoen) waren hoger dan begroot € 41,2 miljoen. De personele lasten die zijn uitgegeven aan eigen personeel bleven met € 30,5 miljoen (2022: € 27,8 miljoen ) onder de begroting van € 32,6 miljoen Ten opzichte van vorig jaar is er sprake van een toename van de lasten van eigen personeel vanwege een hogere bezetting 357 FTE (2022: 343) en loonsverhoging vanwege de Cao Rijk.

De personele lasten die uitgegeven zijn aan inhuur externen € 21,2 miljoen (2022: € 19,3 miljoen), miljoen zijn substantieel hoger dan de begroting € 7,1 miljoen Een belangrijke verklaring hiervoor is dat relatief veel inhuur wordt ingezet op het ICT onderdeel en in mindere mate binnen bedrijfsvoering en dat verambtelijking later op gang is gekomen dan voorzien.

De overige personele lasten € 2,3 miljoen (2022: € 1,7 miljoen) waren hoger dan begroot € 1,5 miljoen.

Materiële kosten

De gerealiseerde materiële lasten € 68,6 miljoen (2022: € 58,5 miljoen) blijven ruim onder de begroting van € 84,9 miljoen.

De apparaatlasten ICT bedragen € 11,2 miljoen (2022: € 10,9) zijn hoger dan begroot € 8,5 miljoen. Dit is als gevolg van hogere lasten voor Hosting € 2,4 miljoen. De lasten voor de bijdrage aan SSO’s € 9,3 miljoen (2022: € 7,1) zijn eveneens hoger dan begroot € 7,9 miljoen. De belangrijkste verklaring hiervoor zijn gestegen tarieven. De overige materiële lasten € 48,2 miljoen (2022: € 40,6) blijven sterk onder de begroting van € 68,4 miljoen. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn de lagere uitgaven voor duurzame verwerking voor LCH € 6,6 miljoen (begroting € 16,7 miljoen) en lagere uitgaven voor logistieke dienstverlening LCH € 4,7 miljoen (begroting € 11,6 miljoen).

Afschrijvingskosten

Het CIBG heeft geen afschrijvingslasten voor materiële activa. Wel zijn er immateriële afschrijvingslasten als gevolg van het afschrijven op applicaties. De applicaties die zijn geactiveerd worden lineair afgeschreven in vijf jaar vanaf het moment van ingebruikname. De afschrijvingslasten € 2,8 miljoen (2022: € 3,5 miljoen) blijven onder de begroting € 3,3 miljoen. Dit wordt verklaard doordat minder investeringen zijn geactiveerd dan begroot.

Bijzondere lasten

In boekjaar 2023 zijn er geen bijzondere lasten gemaakt. In 2022 was dit € 1,3 miljoen.

Rentelasten

Rente is verschuldigd over de leningen die uitstaan bij het ministerie van Financiën. De lening met een restschuld van € 1,8 miljoen heeft een rentelast van 0,01% met een looptijd van 5 jaren. De resterende looptijd van de lening is 1 jaar. Vanwege de lage rentestand zijn de rentelasten nagenoeg nihil.

Agentschapsdeel Vpb-lasten

Deze lasten komen voort als geval van de verkoop van medicinale cannabis en de vennootschapsbelasting die als gevolg hiervan dient te worden afgedragen. Over 2023 bedraagt deze last € 0,1 miljoen (2022: € 0,4 miljoen).

Tabel 36 Balans van het baten-lastenagentschap CIBG per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Balans31-12-2023

Balans31-12-2022

Activa

  

Vaste activa

10.304

8.092

Immateriële vaste activa

10.304

8.092

Materiële vaste activa

waarvan grond en gebouwen

waarvan installaties en inventarissen

waarvan projecten in uitvoering

waarvan overige materiële vaste activa

Vlottende activa

49.510

87.784

Voorraden en onderhanden projecten

13.547

7.811

Debiteuren

7.794

8.131

Overige vorderingen en overlopende activa

7.281

15.568

Liquide middelen

20.888

56.274

Totaal activa:

59.814

95.876

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

10.847

6.171

Exploitatiereserve

4.671

4.616

Onverdeeld resultaat

6.176

‒ 437

Directe vermogensstorting

1.992

Voorzieningen

Langlopende schulden

1.760

Leningen bij het Ministerie van Financiën

1.760

Kortlopende schulden

48.967

87.945

Crediteuren

7.044

21.348

Belastingen en premies sociale lasten

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

1.760

1.760

Overige schulden en overlopende passiva

40.163

64.837

Totaal passiva

59.814

95.876

Toelichting op de balans per 31 december 2023

Immateriële vaste activa

De boekwaarde bedraagt ultimo 2023 € 10,3 miljoen. In 2023 is geïnvesteerd voor een bedrag van € 5,0 miljoen en bedragen de afschrijvingen € 2,8 miljoen. Er hebben geen buitengebruikstellingen of duurzame herwaarderingen plaatsgevonden in 2023.

Voorraden en onderhanden projecten

De voorraden € 13,5 miljoen (2022: € 7,8 miljoen) betreffen de aangekochte cannabis (Bedrocan, Bediol, Bedica, Bedrolite en Bedrobinol) voor de levering (verkoop) aan apothekers en buitenlandse afnemers. Dit is als gevolg van een toename in 2023 van de voorraad zijnde medicinale cannabis.

Debiteuren

Het debiteurensaldo ultimo 2023 bedraagt € 7,8 miljoen (2022: € 8,1 miljoen) Dit saldo is onder te verdelen naar de volgende debiteurengroepen:

  • € 0,1 miljoen vorderingen op het moederdepartement

  • € 0,1 miljoen vorderingen op overige departementen en

  • € 7,6 miljoen vorderingen op derden waarvan € 2,5 miljoen betrekking heeft op LCH.

De Dubieuze debiteuren zijn in 2023 van € 153 duizend gedaald naar € 129 duizend. Verder heeft het CIBG debiteuren afgeboekt in het kader van gerechtelijke uitspraken als gevolg van het een faillissement voor een bedrag van € 26,7 duizend. In de verantwoording van het CIBG worden alle debiteuren die ouder zijn dan 1 jaar aangemerkt als dubieus.

Overige vorderingen en overlopende activa

Ultimo van het jaar bedraagt het saldo overige vorderingen en overlopende activa € 7,3 miljoen (2022: € 15,6 miljoen). Deze post in de jaarrekening is als volgt samengesteld:

  • € 2,0 miljoen Nog te ontvangen BTW (LCH en medicinale cannabis)

  • € 1,7 miljoen Overige vorderingen op het moederdepartement

  • € 0,3 miljoen Overige vorderingen op overige departementen

  • € 1,9 miljoen Nog te factureren bedragen aan derden

  • € 0,6 miljoen Vooruitbetaalde bedragen aan derden en

  • € 0,8 miljoen Nog te ontvangen vennootschapsbelasting.

Liquide middelen

Het CIBG maakt gebruikt van schatkistbankieren en heeft de liquide middelen als gevolg hiervan ondergebracht bij het Ministerie van Financiën. Ultimo 2023 bedraagt het saldo liquide middelen € 20,9 miljoen (2022: € 56,1 miljoen). De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn dat veel financiële afwikkelingen met opdrachtgevers in 2023 hebben plaatsgevonden. Daarnaast zijn crediteuren, kortlopende schulden en de lening afgedaan in 2023 en is de vorderingen op derden gedaald en zijn overtollige middelen uit 2022 van € 1,5 miljoen afgedragen. Als gevolg hiervan is in vergelijking met 2022 een aanzienlijke daling zichtbaar van de liquide middelen.

Eigen vermogen

Ultimo 2023 bedraagt het eigen vermogen € 10,8 miljoen (2022: € 6,2 miljoen). Het eigen vermogen ultimo 2023 wordt gevormd door een exploitatiereserve van € 4,7 miljoen (2022: € 4,6 miljoen) en een onverdeeld resultaat van € 6,2 miljoen (2022: € -0,4 miljoen). De afroming van het onverdeelde resultaat over 2023 van € 6,2 miljoen van het eigen vermogen zal in 2024 in de administratie worden verwerkt.

Voorzieningen

Het CIBG neemt, onder verwijzing naar artikel 27 van de Regeling agentschappen, geen voorziening op voor bezwaar & beroep en ambtsjubilea. De lasten hiervoor worden genomen in het jaar dat ze zich voordoen.

Langlopende schulden

Eind 2023 bedraagt het saldo van de langlopende schulden € 0 miljoen (2022: € 1,8 miljoen). De lening heeft in 2023 een kortlopend karakter gekregen en zal in 2024 worden afgelost. Het bedrag van € 1,8 miljoen is derhalve verantwoord onder de kortlopende schulden onder ‘Kortlopend deel leningen ministerie van Financiën’. In 2023 zijn geen nieuwe leningen aangegaan bij het ministerie van Financiën.

Kortlopende schulden

De kortlopende schulden bedragen ultimo 2023 € 50,4 miljoen (2022: € 87,9 miljoen) en bestaan uit de Crediteuren, het kortlopend deel leningen ministerie van Financiën en de Overige schulden en overlopende passiva

Crediteuren

Ultimo 2023 bedraagt het saldo van de crediteuren € 7,0 miljoen (2022: € 21,3 miljoen). Hierbij zijn de belangrijkste crediteurengroepen:

  • € 0,1 miljoen Overige departementen

  • € 6,9 miljoen Crediteuren derden waarvan €3,0 miljoen betrekking heeft op LCH.

Kortlopend deel leningen ministerie van Financiën

Ultimo 2023 bedraagt het saldo € 1,8 miljoen Deze lening zal in 2024 worden afgelost en is om die reden verantwoord onder de kortlopende schulden.

Overige schulden en overlopende passiva

Ultimo 2023 bedraagt het saldo Overige schulden en overlopende passiva € 40,1 miljoen (2022: € 64,8 miljoen). Deze post is nader op te splitsen in de volgende categorieën:

  • € 10,1 miljoen Nog te betalen bedragen

  • € 3,9 miljoen Nog te betalen vakantiedagen

  • € 10,2 miljoen Vooruit ontvangen BIG-bedragen

  • € 0,3 miljoen Vooruit gefactureerde bedragen BMC en

  • € 15,6 miljoen Nog te betalen bedragen schulden aan opdrachtgevers.

Overige schulden ouder dan 1 jaar bedragen € 5,7 miljoen afkomstig van Vooruit ontvangen BIG-gelden.

De nog te betalen bedragen schulden aan opdrachtgevers € 15,6 miljoen bevatten de volgende schuldeisers:

  • € 11,6 miljoen Af te rekenen voorschotten moederdepartement

  • € 0,2 miljoen Af te rekenen voorschotten overige departementen

  • € 0,3 miljoen Vooruit ontvangen bedragen moederdepartement en

  • € 3,5 miljoen Vooruit ontvangen projectgelden.

Tabel 37 Kasstroomoverzicht van het baten-lastenagentschap CIBG over 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

18.264

56.274

38.010

 

totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

129.345

130.493

1.148

 

totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 126.074

‒ 163.236

‒ 37.162

2.

Totaal operationele kasstroom

3.271

‒ 32.743

‒ 36.014

 

totaal investeringen (-/-)

‒ 10.000

617

10.617

 

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 10.000

617

10.617

 

eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

‒ 1.500

‒ 1.500

 

eenmalige storting door moederdepartement (+)

 

aflossingen op leningen (-/-)

‒ 3.760

‒ 1.760

2.000

 

beroep op leenfaciliteit (+)

10.000

‒ 10.000

4.

Totaal financieringskasstroom

6.240

‒ 3.260

‒ 9.500

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

17.775

20.888

3.113

Toelichting kasstroomoverzicht

Het saldo aan liquide middelen is in 2023 met € 35,4 miljoen gedaald naar € 20,9 miljoen

De operationele kasstroom laat zien dat er meer is uitgegeven (€ 163,2 miljoen) dan ontvangen (€ 130,4 miljoen). De investeringskasstroom laat per saldo een toename zien van € 0,6 miljoen als gevolg van een toename van investeringen. De financieringskasstroom laat een daling zien van € 3,3 miljoen Als gevolg van teveel eigen vermogen is naar aanleiding van boekjaar 2022 € 1,5 miljoen extra afgedragen. Verder is € 1,8 miljoen afgelost op de lening.

Tabel 38 Overzicht doelmatigheidsindicatoren van het baten-lastenagentschap CIBG per 31 december 2023
 

2020

2021

2022

2023

Vastgestelde begroting 2023

Omschrijving Generiek Deel

     

1. Kostprijzen per product (groep)

     

- Beschikking BIG (her)registratie

165

190

163

190

172

- Vakbekwaamheidverklaring

5.381

5.035

4.023

6.063

4.899

- Vergunning en ontheffingen

2.563

2.183

2.484

1.802

1.613

- UZI-pas/certificaat

293

326

370

389

375

- Wilsbeschikking donorregister

7

10

10

10

11

      

2. Omzet per productgroep

     

(x € 1.000)

     

- BIG-register + herregistratie

5.269

11.317

11.779

15.874

15.680

- Vakbekwaamheid

4.229

4.204

4.936

5.596

5.448

- Farmatec

1.832

2.524

2.497

2.404

2.503

- UZI-register

5.785

12.727

14.609

15.068

15.402

- Donorregister

3.743

4.438

3.452

3.750

3.809

      

3. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

288

306

343

357

379

      

4. Saldo baten en lasten (% van de baten)

3%

4%

1%

‒ 1%

0%

      

Specifiek

     

1. Productievolume

     

- Beschikking BIG (her)registratie

25.278

18.506

100.090

142.444

118.760

- Vakbekwaamheidverklaringen

786

835

1.227

923

1112

- Vergunningen en ontheffingen

909

1.016

1.037

1.536

1.552

- UZI-passen en certificaten

21.800

30.873

51.410

26.864

26.600

- Wilsbeschikkingen donorregister

500.000

400.000

318.487

314.267

350.000

      

2. Aantal klachten / bezwaar en beroep

     

- Vakbekwaamheidverklaringen

1

1

2

3

10

- Wilsbeschikkingen donorregister

30

4

0

8

15

Toelichting op de doelmatigheidsindicatoren 2023

Kostprijzen, omzet en volumes

De kostprijzen zijn gebaseerd op de werkelijk gerealiseerde lasten en werkelijke outputvolumes. De kostprijzen voor BIG en UZI zijn berekend op basis van voortschrijdende gemiddelden van respectievelijk vijf en drie jaar (de termijn van een BIG-(her)registratie is vijf jaar en een UZI pas is drie jaar geldig).

Klachten en bezwaar en beroep

Als norm voor de klachten en bezwaren wordt gehanteerd de afspraak die met de opdrachtgever is vastgelegd. Het aantal klachten bleef onder de gemaakte afspraken.

Licence