Base description which applies to whole site

9.3 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Tabel 39 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RIVM over 2023 (bijdragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2023 (1)

Realisatie 2023 (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2022 (4)

Baten

    

- Omzet

639.000

715.664

76.664

623.156

waarvan omzet moederdepartement

510.000

565.282

55.282

490.488

waarvan omzet overige departementen

103.000

109.371

6.371

96.896

waarvan omzet derden

26.000

41.011

15.011

35.772

Rentebaten

10.363

10.363

698

Vrijval voorzieningen

1.130

1.130

1.257

Bijzondere baten

Totaal baten

639.000

727.157

88.157

625.111

     

Lasten

    

Apparaatskosten

630.500

705.056

74.556

617.743

- Personele kosten

252.000

298.605

46.605

268.642

waarvan eigen personeel

213.000

208.194

‒ 4.806

189.578

waarvan inhuur externen

25.000

78.055

53.055

65.763

waarvan overige personele kosten

14.000

12.356

‒ 1.644

13.301

- Materiële kosten

378.500

406.451

27.951

349.101

waarvan apparaat ICT

35.000

39.368

4.368

37.278

waarvan bijdrage aan SSO's

6.500

10.581

4.081

8.791

waarvan overige materiële kosten

337.000

356.502

19.502

303.032

Rentelasten

0

0

0

Afschrijvingskosten

8.500

6.416

‒ 2.084

6.320

- Materieel

8.500

6.414

‒ 2.086

6.316

waarvan apparaat ICT

6.300

4.529

‒ 1.771

4.406

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

2.200

1.885

‒ 315

1.910

- Immaterieel

2

2

4

Overige lasten

2.066

2.066

4.109

waarvan dotaties voorzieningen

2.066

2.066

4.109

waarvan bijzondere lasten

Totaal lasten

639.000

713.538

74.538

628.172

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

13.619

13.619

‒ 3.061

Agentschapsdeel Vpb-lasten

57

57

29

Saldo van baten en lasten

13.562

13.562

‒ 3.090

Tabel 40 Voorgestelde resultaatbestemming (bedragen x € 1.000)

Voorgestelde resultaatbestemming

Vastgestelde begroting (1)

realisatie (2)

Verschil (3) = (1) + (2)

Realisatie t-1 (4)

(Voorgesteld het resultaat als volgt te verdelen)

    

Toevoeging/ onttrekking:

    

- Exploitatiereserve

0

13.562

13.562

‒ 3.090

Saldo van baten en lasten

0

13.562

13.562

‒ 3.090

Toelichting op de staat van baten en lasten

Resultaat

Over 2023 heeft het RIVM een positief resultaat behaald van € 13,6 miljoen. Dit positieve resultaat is gerelateerd aan:

  • Een per saldo positief resultaat van € 4,1 miljoen uit reguliere bedrijfsvoering, waaronder het uitvoeren van opdrachten;

  • Een per saldo negatieve toevoeging van € 0,9 miljoen aan de voorzieningen; en

  • Rentebaten van € 10,4 miljoen op de rekening courant van het RIVM.

Het volume aan opdrachten voor het RIVM is ten opzichte van vorig jaar wederom gegroeid, mede door de nieuwe opdrachten en taken voor het RIVM op het gebied van aankoop van COVID-19 vaccins, Landelijke Functie Opschaling Infectieziektebestrijding (LFI) en Pandemische Paraatheid (PP). De kosten voor de bedrijfsvoering zijn, mede door een aantal incidentele meevallers, minder dan evenredig meegegroeid. Wel heeft het RIVM in 2023 de bezetting in de ondersteunende functies meer in relatie tot de omvang van het opdrachtenpakket gebracht. Ondanks dat blijft de werkdruk binnen de gehele organisatie een structureel aandachtspunt. Dit zien we tevens terug in een stijgend opgebouwd verlofrecht en een hoog ziekteverzuim.

Het positieve resultaat na belastingen wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve als onderdeel van het eigen vermogen. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De overschrijding van de maximaal toegestane omvang van het eigen vermogen zal worden teruggestort naar het moederdepartement.

Baten

De totale baten van het RIVM zijn € 88,2 miljoen hoger dan begroot en € 102 miljoen hoger ten opzichte van de realisatie 2022. De belangrijkste reden voor deze hogere baten zijn aanvullende uitvoering- en onderzoekstaken, aanvullende taken rondom de aankoop- en donatie van COVID-19 vaccins en een rentebate op de rekening courant van het RIVM. Onderstaand worden deze baten verder toegelicht.

In onderstaande tabel wordt de gerealiseerde omzet (baten exclusief vrijval voorzieningen en rentebaten) per productgroep weergegeven.

Tabel 41 Omzet naar productgroepen (bedragen x €1.000)
 

2023

2022

   

Strategisch Programma RIVM

12.152

11.457

Onderzoeken o.b.v. uren x tarief en bijbehorende materiële kosten

492.704

397.113

Uitvoeringskosten preventieprogramma's

195.832

200.221

ICT-dienstverlening voor andere organisaties dan het RIVM (SSC-Campus)

14.976

14.365

Totaal

715.664

623.156

Omzet moederdepartement

Tabel 42 Omzet moederdepartement (bedragen x €1.000)
 

2023

2022

   

Omzet moederdepartement

565.282

490.488

- waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten:

565.282

490.488

- Strategisch Programma RIVM

12.152

11.457

- Cofinanciering voor EU projecten via eigenaarsbijdrage

1.308

1.032

- Opdrachten beleidsdirecties (opdrachtgever) VWS

551.822

477.999

- waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement

- Bijdrage ten behoeve van de dekking van de voorbereidingskosten voor de verhuizing

Totaal

565.282

490.488

De gerealiseerde omzet moederdepartement omvat de bijdrage van VWS als eigenaar (€ 14,4 miljoen) en de bijdrage van de VWS-opdrachtgevers (€ 550,9 miljoen). De bijdrage van eigenaar VWS bestaat voor € 12,1 miljoen uit baten ten behoeve van het Strategisch Programma RIVM (SPR), voor € 1,3 miljoen uit cofinanciering voor het realiseren van internationale projecten en voor € 1 miljoen uit wetenschapsbudget uit het OCW Fonds.

De omzet vanuit opdrachtgever VWS is € 72,9 miljoen hoger ten opzichte van 2022, mede door de aankoop van COVID-19 vaccins, de nieuwe opdrachten en taken voor het RIVM op het gebied van Landelijke Functie Opschaling Infectieziektebestrijding (LFI) en Pandemische Paraatheid (PP). Daarentegen is het COVID-19 vaccinatieprogramma afgebouwd ten opzichte van 2022.

Per 1 september 2023 heeft het RIVM aanvullende taken rondom de aankoop- en donatie van COVID-19 vaccins overgenomen van VWS, waarmee de beschikkingsmacht naar het RIVM is verlegd. Deze nieuw aangekochte COVID-19 vaccins – welke voorheen niet als baten zijn verantwoord – dragen in 2023 voor € 80,3 miljoen bij aan de omzet vanuit opdrachtgever VWS.

Omzet overige departementen

In de opbrengst van overige departementen is inbegrepen de bijdrage voor de reguliere onderzoeks- en adviesprogramma’s en de bijdrage voor additionele opdrachten voor de volgende ministeries:

Tabel 43 Omzet overige departementen (bijdragen x € 1.000)
 

2023

2022

   

I&W

68.124

63.052

EZK

2.322

936

LNV

27.817

23.912

SZW

9.709

6.768

Overige departementen (o.a. J&V, BuZa, OCW, BZK, DEF)

1.399

2.228

Totaal

109.371

96.896

De totale omzet van overige departementen is € 6,4 miljoen hoger dan de begroting 2023 en € 12,5 miljoen hoger ten opzichte van 2022.

Omzet derden

Naast werkzaamheden in opdracht van het moederdepartement en overige departementen worden projecten en opdrachten uitgevoerd ten behoeve van derden. Bijvoorbeeld projecten voor en gefinancierd door andere nationale en internationale opdrachtgevers zoals de Europese Commissie en de WHO, Europese vrijgifte, Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) en overige projecten uitgevoerd door derden. De omzet derden is € 15 miljoen hoger dan begroot, met name door een conservatieve inschatting van de omzet derden in de begroting. Dit is onderkend in de 1e suppletoire begroting, waarin de verwachting is bijgesteld naar € 37,5 miljoen. Deze baten zijn daarmee meer in lijn der verwachting en realisatie 2022.

Vrijval voorzieningen

De vrijval van de voorzieningen heeft voor € 0,9 miljoen betrekking op het vrijvallen van de verplichting voor personeel en voor € 0,2 miljoen betrekking op het vrijvallen van de verplichting voor overdracht van pensioenrechten van overgenomen medewerkers van de voormalige ent-administraties. De vrijval voorzieningen is niet begroot in verband met het incidentele karakter van de betreffende posten.

Rentebaten

De rentebaten zijn niet begroot gezien de lage rentestand van de afgelopen jaren. De rentebaten van € 10,4 miljoen hebben betrekking op ontvangen rente op de rekening courant van het RIVM.

Lasten

Personele kosten

De personele kosten van € 298,6 miljoen komen in 2023 € 46,6 miljoen hoger uit dan opgenomen in de begroting 2023. Om aan de blijvend hoge vraag van onze opdrachtgevers te voldoen is het personeelsbestand verder gegroeid met 112 fte in dienstbetrekking bij het RIVM. De externe inhuur is gedurende 2023 met € 12,3 miljoen gegroeid ten opzichte van 2022. Het percentage externe inhuur in 2023 bedraagt 26,0%. Dit is 16% boven de Rijksbrede norm van 10%. Naast de personele invulling op opdrachten, zijn aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt, behoefte aan specifieke specialisten, een minder competitief salarisaanbod en vervanging tijdens ziekte belangrijke redenen voor het hoge aantal externen. Vooral bij de centrale bedrijfsvoering, de IV-organisatie en Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s is de inhuur blijvend hoog. Het RIVM heeft eerder aangegeven, gezien bovenstaande redenen, de norm van 10% als onhaalbaar te zien en te streven naar maximaal 20%.

Daarnaast zijn de personeelskosten als gevolg van aanpassingen in de CAO gestegen (afhankelijk van salaris, maar minimaal 3%) en is een niet-begrote toekenning van IKB-verlofrecht van € 5,7 miljoen verwerkt.

Materiële kosten

De materiële kosten van € 406,5 miljoen zijn € 28 miljoen hoger ten opzichte van de begroting 2023 en € 57,4 miljoen hoger dan 2022. De stijging wordt voor een groot deel veroorzaakt door de aanvullende materiaalkosten rondom de aankoop- en donatie van COVID-19 vaccins per 1 september 2023, welke voorheen niet als lasten zijn verantwoord. De materiële kosten voor de overige vaccinatie en preventieprogramma’s zijn gedaald.

De ICT-kosten van € 39,4 miljoen zijn in 2023 € 4,4 miljoen hoger dan begroot en € 2,1 miljoen hoger dan 2022. De hogere software en licentiekosten zijn het gevolg van aanvullende ICT-diensten en licenties in het kader van online rekeninstrumenten en vaccinatie- en preventieprogramma’s.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten zijn € 2,1 miljoen lager dan de begroting 2023 en € 0,1 miljoen hoger dan de realisatie 2022. De lager dan begrote afschrijvingskosten zijn met name een gevolg van uitblijven en uitstellen van investeringen in verband met grote ICT projecten en de aanstaande verhuizing van het RIVM.

Dotaties voorzieningen

De dotatie voorzieningen heeft betrekking op aangegane en herberekende verplichtingen voor (voormalige) werknemers van € 1,5 miljoen, op ingeschatte toekomstige verliezen op projecten van € 0,2 miljoen, op de indexatie van de voorziening herstelkosten Bilthoven van € 0,2 miljoen en op de voorziening leegstand gebouwen in Bilthoven van € 0,3 miljoen.

Balans per 31 december 2023

Na verwerking van het resultaat. De balans en alle onderliggende tabellen zijn opgesteld in duizenden euro’s.

Tabel 44 Balans van het baten-lastenagentschap RIVM per 31 december 2023 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 31-12-2023

Balans 31-12-2022

Activa

  

Vaste activa

15.264

13.280

Immateriële vaste activa

15.254

13.280

Materiële vaste activa

waarvan grond en gebouwen

196

251

waarvan installaties en inventarissen

waarvan projecten in uitvoering

15.058

13.029

waarvan overige materiële vaste activa

10

Vlottende activa

452.670

352.178

Voorraden en onderhanden projecten

70.060

72.127

Debiteuren

12.776

10.919

Overige vorderingen en overlopende activa

25.194

13.134

Liquide middelen

344.640

255.998

Totaal activa:

467.934

365.458

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

35.411

21.849

Pok/ Wau reserve

  

Exploitatiereserve

21.849

24.939

Onverdeeld resultaat

13.562

‒ 3.090

Voorzieningen

18.194

18.414

Langlopende schulden

Leningen bij het Ministerie van Financiën

Kortlopende schulden

414.329

325.195

Crediteuren

28.796

11.927

Belastingen en premies sociale lasten

1.599

1.528

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

Overige schulden en overlopende passiva

383.934

311.740

Totaal passiva

467.934

365.458

Toelichting op de balans

Activa

De vaste activa zijn ten opzichte van 2022 per saldo gestegen met € 2,0 miljoen, met name door investeringen bestaande uit € 5,8 miljoen aan ICT middelen en € 2,5 miljoen aan laboratorium apparatuur en een afschrijvingslast van € 6,4 miljoen.

De voorraden betreffen de voorraad vaccins binnen RIVM ten behoeve van het uitvoeren van het Rijksvaccinatieprogramma (€ 61,3 miljoen), het aanhouden van voorraden in het kader van de overige nationale vaccinvoorziening (€ 8,2 miljoen), de aangekochte geneesmiddelen in het kader van COVID-19 (€ 0,9 miljoen) en voorziening van de expirerende voorraad (€ 0,3 miljoen negatief).

De debiteurenpositie per balansdatum stijgt met € 1,9 miljoen. Het saldo per balansdatum bestaat voor € 0,4 miljoen aan vorderingen op het moederdepartement, € 8,4 miljoen uit vorderingen op overige ministeries en € 4,0 miljoen uit vorderingen op derden (internationale organisaties, ziekenhuizen en diverse overige opdrachtgevers in de publieke sector).

De overige vorderingen en overlopende activa zijn ten opzichte van 2022 gestegen met € 12 miljoen. Het saldo per balansdatum bestaat voor € 14,7 miljoen uit vorderingen op ministeries anders dan het moederdepartement en € 10,5 miljoen uit vorderingen op derden. De overige vorderingen en overlopende activa bestaan met name uit nog te ontvangen rente (€ 10,4 miljoen), vooruitbetaalde kosten voor onder andere licenties, onderhoudscontracten, huren en abonnementen (€ 9,6 miljoen), nog te factureren omzet aan derden (€ 4,8 miljoen) en verleende voorschotten aan medewerkers in het kader van opleidingen (€ 0,4 miljoen).

De analyse van de liquide middelen is opgenomen in het kasstroomoverzicht 2023.

Passiva

Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:

Tabel 45 Eigen vermogen per 31-12-2023 (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2023

31-12-2022

   

Exploitatiereserve

21.849

29.664

Directe vermogensmutaties

‒ 4.725

Onverdeeld resultaat

13.562

‒ 3.090

Totaal

35.411

21.849

Het positieve saldo van baten en lasten over 2023 wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve, waarmee het eigen vermogen € 35,4 miljoen positief wordt.

De omvang van het eigen vermogen per balansdatum overschrijdt de grens van 5% van de gemiddelde omzet over 2021 tot en met 2023. De maximaal toegestane omvang van het eigen vermogen bedraagt € 33,0 miljoen. Het surplus van € 2,4 miljoen zal uiterlijk bij de 1e suppletoire begrotingswijziging 2024 worden teruggestort naar het moederdepartement.

Het verloop van de post voorzieningen is als volgt:

Tabel 46 Verloopstaat voorzieningen (bedragen x € 1.000 )
 

Personeel

Reorganisatie

Projecten

Leegstand Bilthoven

Herstelkosten Bilthoven

Totaal

Stand voorzieningen per 31-12-2022

1.258

391

3.300

9.242

4.223

18.414

Verantwoord onder Overlopende passiva

1.719

1.719

Totaal per 31-12-2022

2.977

391

3.300

9.242

4.223

20.133

      

Dotatie

1.475

154

277

160

2.066

Onttrekkingen

‒ 618

‒ 365

‒ 983

Vrijval

‒ 891

‒ 192

‒ 48

‒ 1.131

Mutaties

‒ 34

‒ 192

‒ 259

277

160

‒ 48

       

Totaal per 31-12-2023

2.943

199

3.041

9.519

4.383

20.085

      

Waarvan verantwoord onder overlopende passiva

1.891

1.891

      

Stand voorzieningen per 31-12-2023

1.052

199

3.041

9.519

4.383

18.194

  • De voorziening voor personeel omvat de toekomstige verplichtingen als gevolg van rechten (zoals werkloosheidswet en pensioentoelagen) op balansdatum van voormalige werknemers.

  • Voor overdracht van pensioenrechten van overgenomen medewerkers van de voormalige entadministraties is in 2008 een voorziening getroffen. Vanwege ontoereikende dekkingsgraden van de betrokken pensioenfondsen en een langdurig verwerkingstraject heeft tot op heden geen overdracht en afrekening kunnen plaatsvinden. De voorziening is met € 0,2 miljoen teruggebracht als gevolg van marktontwikkelingen en de uitdiensttreding van 3 van de betreffende medewerkers.

  • De voorziening ten behoeve van projecten betreft het bedrag aan voorziene nog te produceren verliezen op in uitvoering zijnde projecten.

  • De voorziening leegstand Bilthoven is in 2021 gevormd als gevolg van afspraken die zijn gemaakt over het opzeggen van het huidige contract met betrekking tot de gebouwen en terreinen te Bilthoven. De nieuwe huisvesting op het Utrecht Science Park zal naar verwachting gefaseerd plaatsvinden vanaf 2025. Hierdoor zullen dubbele huur- en exploitatielasten ontstaan. Ter dekking van deze dubbele verplichting is een voorziening gevormd. In 2023 is de indexatie van de huurkosten van € 0,3 miljoen gedoteerd aan de voorziening.

  • De voorziening herstelkosten Bilthoven is gevormd voor de toekomstige verplichting om bij het verlaten van het terrein en de gebouwen te Bilthoven, de huisvesting in oorspronkelijke staat en bezemschoon op te leveren. Met de eigenaar van terrein en gebouwen is overeenstemming bereikt over het niet verwijderen van gebouwgebonden installaties op het moment van verhuizen. Als gevolg van inflatie is de voorziening met € 0,2 miljoen gedoteerd.

Van de voorziening is € 1,9 miljoen opgenomen onder de overlopende passiva wegens verplichtingen die in 2024 tot betaling gaan leiden.

De kortlopende schulden zijn ten opzichte van 2022 met € 89,1 miljoen gestegen. De stijging wordt voor € 16,9 miljoen veroorzaakt door een stijging van de crediteurenstand en een stijging van de overige schulden en overlopende passiva van € 72,2 miljoen.

De stijging van de overige schulden en overlopende passiva heeft voor € 74,3 miljoen betrekking op veranderingen in het saldo van onderhanden projecten en voor € 7,5 miljoen op de verhoging van verlofrechten en kortlopende voorzieningen van personeel. De nog te betalen kosten aan leveranciers zijn met € 8 miljoen gedaald en vorderingen aan medecontractanten zijn met € 1,7 miljoen gedaald.

De kortlopende schulden hebben voor € 266,2 miljoen betrekking op het moederdepartement, voor € 32,4 miljoen betrekking op overige ministeries en voor € 115,7 miljoen betrekking op derden.

Kasstroomoverzicht 2023

Tabel 47 Kasstroomoverzicht van het baten-lastenagentschap RIVM over 2023 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting 2023 (1)

Realisatie 2023 (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

44.225

255.998

211.773

 

totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

639.000

835.494

196.494

 

totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 641.500

‒ 738.452

‒ 96.952

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 2.500

97.042

99.542

 

totaal investeringen (-/-)

‒ 15.000

‒ 8.400

6.600

 

totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 15.000

‒ 8.400

6.600

 

eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

 

eenmalige storting door moederdepartement (+)

 

aflossingen op leningen (-/-)

‒ 1.500

1.500

 

beroep op leenfaciliteit (+)

15.000

‒ 15.000

4.

Totaal financieringskasstroom

13.500

‒ 13.500

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

40.225

344.640

304.415

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Opgenomen zijn de standen van de rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) van het ministerie van Financiën.

Operationele kasstroom

De kasstroom van de vrije liquide middelen bedraagt in 2023 € 88,6 miljoen positief. Deze wordt met name gedreven door een resultaat van € 13,6 miljoen en een daling van het netto werkkapitaal van € 77,1. De kasstromen uit het positieve resultaat zijn het gevolg van nieuwe opdrachten en taken voor het RIVM, een afbouw van het COVID-19 vaccinatieprogramma en aanvullende taken rondom de aanschaf van COVID-19 vaccins. De mutatie in het werkkapitaal komt voornamelijk voort uit een gestegen onderhandenwerkpositie onder de kortlopende schulden.

In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de operationele kasstroom op basis van het resultaat

Tabel 48 Operationele kasstroom (bedragen x € 1.000)
 

2023

2022

   

Saldo van baten en lasten

13.562

‒ 3.090

Afschrijving

6.416

6.320

Mutatie voorzieningen

‒ 48

2.428

Mutatie werkkapitaal

77.112

76.399

Totaal operationele kasstroom

97.042

82.057

Investeringskasstroom

De investeringen bedragen € 8,4 miljoen en zijn € 6,6 miljoen lager dan de investeringen opgenomen in begroting 2023, maar € 2,7 miljoen lager ten opzichte van 2022. Het gaat om investeringen op het gebied van ICT (€ 5,8 miljoen), waaronder investeringen ten behoeve van uitbreiding en vervanging van Block Storage infrastructuur en investeringen in laboratoriumapparatuur (€ 2,5 miljoen). De investeringen vallen lager uit dan begroot als gevolg van uitblijven en uitstellen van investeringen in verband met grote ICT projecten en de aanstaande verhuizing van het RIVM.

Financieringskasstroom

In 2023 is geen gebruik gemaakt van de begrote leenfaciliteit bij het ministerie van Financiën vanwege de goede liquiditeitspositie. De gedane investeringen zijn gedaan uit de beschikbare liquide middelen.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Tabel 49 Overzicht doelmatigheidsindicatoren van het baten-lastenagentschap RIVM per 31 december 2023
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2020

2021

2022

2023

2023

Omschrijving Generiek Deel

     

Kostprijzen per product (groep)

0

0

0

0

0

Tarieven/uur

118,2

122,0

124,8

135,3

128,8

Omzet per productgroep (PxQ)

475.451

643.760

623.156

715.665

639.000

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

1.842

2.076

2.184

2.296

2.350

Saldo van baten en lasten (%)

2,9%

2,5%

‒ 0,5%

1,9%

0,0%

      

Omzet per productgroep

     

Strategisch Programma RIVM

8.774

9.369

11.457

12.152

Omzet per productgroep niet gesplitst afgegeven in begroting

Onderzoekingen o.b.v. uren x tarief en bijbehorende materiële kosten

271.086

392.544

397.113

492.704

Uitvoeringskosten preventieprogramma’s

181.877

227.799

200.221

195.832

ICT-dienstverlening voor andere organisaties dan het RIVM (SSC-Campus)

13.714

14.048

14.365

14.976

      

Kwaliteitsindactoren

     

1. Liquiditeit (current ratio)

1,0

1,1

1,1

1,1

1,0

2. Solvabiliteit (debt ratio)

1,0

0,9

0,9

0,9

1,0

3. Rentabiliteit eigen vermogen

218,2%

72,8%

‒ 12,0%

47,4%

0,0%

4. Percentage externe inhuur t.o.v. totale personele kosten

10,9%

23,6%

24,4%

26,0%

10,0%

5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen

94,0%

91,4%

93,2%

86,3%

95,0%

6. Declarabiliteit % primair proces

67,4%

68,2%

65,6%

64,8%

65,0%

7. FTE overhead als % totaal aantal FTE

16,6%

13,9%

16,2%

16,5%

20,0%

8. Ziekteverzuim

3,8%

4,2%

6,1%

5,7%

3,3%

9. % medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus

64,5%

70,1%

66,9%

61,9%

80,0%

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

Uurtarieven

De uurtarieven worden jaarlijks vastgesteld door de eigenaar. De tarieven zijn ten opzichte van 2022 gestegen met gemiddeld € 11,- per uur om de ontwikkelingen in prijsstijgingen van de Shared Service Organisaties (SSO’s), CAO-verhogingen, structurele investeringen en stijgingen van huur- en energiekosten op te kunnen vangen.

Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

Het RIVM streeft naar een bezetting die in lijn ligt met het opdrachtenpakket. Door een aanhoudend hoog opdrachtenpakket is het RIVM in 2023 met 112 fte gegroeid naar 2.296 fte.

Saldo van baten en lasten (% van de baten)

Het positieve percentage ten opzichte van de vastgestelde begroting is volledig toe te schrijven aan het positieve saldo van baten en lasten over 2023.

Liquiditeit/Solvabiliteit/Rentabiliteit

Voor wat betreft de financiële doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren liquiditeit, solvabiliteit en de rentabiliteit van het eigen vermogen. De liquiditeit (current ratio) geeft aan in hoeverre de kortlopende schulden kunnen worden voldaan vanuit de kortlopende activa. Een waarde van boven de 1 wordt over het algemeen als gezond gekenmerkt. Het RIVM voldoet hier met een waarde van 1,1 aan. De solvabiliteit (debt ratio) is door een begrenst eigen vermogen relatief hoog. Ten opzichte van voorgaande jaren is deze nagenoeg niet gewijzigd. De positieve rentabiliteit op het eigen vermogen wordt veroorzaakt door het positieve saldo van baten en lasten.

Percentage inhuur externen ten opzichte van de totale personele kosten

De totale omvang van de inhuur externen bedroeg in 2023 € 78,1 miljoen. Het percentage externe inhuur komt hiermee uit op 26,0%. Dit is 16% boven de Rijksbrede norm van 10%. Naast de personele invulling op tijdelijke opdrachten, zijn aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt, behoefte aan specifieke specialisten een minder competitief salarisaanbod en vervanging tijdens ziekte belangrijke redenen voor het hoge aantal externen. Vooral bij de centrale bedrijfsvoering, de IVorganisatie en Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s is de inhuur blijvend hoog.

Het RIVM heeft eerder aangegeven, gezien bovenstaande redenen, de norm van 10% als onhaalbaar te zien.

Percentage facturen betaald binnen 30 dagen

Het percentage facturen dat in 2023 is betaald binnen 30 dagen bedraagt 86,3%. Daarmee is het percentage gedaald ten opzichte van 2022 (93,2%) en ligt onder de norm en begroting van 95%. Verbeterplannen en -acties zijn en worden ingezet, waardoor we in het laatste kwartaal van 2023 het maandelijks gemiddelde zien stijgen. Verbeteringen worden in 2024 verder doorgezet en de verwachting is dat het betaalgedrag weer binnen de norm zal vallen.

Declarabiliteit % primair proces

In 2023 bedraagt het percentage declarabiliteit primair proces 64,8%, een verlaging ten opzichte van het percentage 2022 (65,6%) en in lijn met de norm van 65%.

FTE overhead als % totaal aantal FTE

Het percentage fte overhead ten opzichte van het totaal aantal fte in 2023 is 16,5%. Daarmee is het percentage lager dan de norm (20%) en hoger dan in 2022 (16,2%). De gewijzigde verhouding van het aantal fte tot het primaire proces is toe te schrijven aan de groei van het RIVM over de laatste jaren, waar de overheadfuncties met enige vertraging op peil zijn gekomen.

Ziekteverzuim

Het jaarlijks gemiddelde ziekteverzuim van 5,7% is gedaald ten opzichte van 2022 (6,1%). Het verzuim ligt boven de Verbaan norm van 2,6% en blijft relatief hoog. Naast het kortdurend verzuim, onder andere veroorzaakt door griepvirussen en COVID-19, heeft een relatief groot aantal medewerkers met long-COVID-klachten een aandeel in het langdurig verzuim. Daarnaast blijft het verzuimpercentage voor het RIVM een punt van aandacht en is extra aandacht voor de werkdruk.

% medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus

Het jaarlijks percentage medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus is 61,9%. Dit is gedaald ten opzichte van 2022 (66,9%). Dit wordt deels verklaard door het niet tijdig en volledig afronden van het dossier, ziekte of instroom van medewerkers waar nog geen functioneringsgesprek voor heeft plaatsgevonden.

Licence