Base description which applies to whole site

15 Vreemdelingen

Algemene doelstelling

Een gereglementeerde en beheerste toelating tot, verblijf in en vertrek uit Nederland of terugkeer van vreemdelingen, die in nationaal en internationaal opzicht maatschappelijk verantwoord is.

Meerjarenperspectief

Met betrekking tot het vreemdelingenbeleid gelden verschillende uitgangspunten:

  • Een zorgvuldige en snellere asielprocedure ten behoeve van een rechtvaardig en humaan asielbeleid. Na de algemene asielprocedure wordt vreemdelingen een vertrektermijn gegund waardoor in vier weken vanuit een situatie van opvang gewerkt wordt aan vertrek. Hierbij is aandacht voor kwetsbare groepen zoals gezinnen met kinderen, alleenstaande minderjarigen, asielzoekers met medische problemen, achtergelaten vrouwen en slachtoffers van mensenhandel.

  • Een effectief en efficiënt toegangs- en grenstoezicht, waardoor illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit wordt voorkomen. Het grenstoezicht wordt zo ingericht dat personen die een (potentieel) risico vormen vanuit veiligheids- en/of immigratie perspectief sneller worden gedetecteerd en dat reizigers die geen risico vormen vlot de grens kunnen passeren.

  • Een toelatingsbeleid dat uitnodigend is waar het kan en restrictief waar het moet. Gewenste vormen van migratie worden met een innovatief en eigentijds migratiebeleid gestimuleerd; daartoe behoort ook de pilot circulaire migratie. Het huidige vergunningenstelsel wordt vereenvoudigd, de toelatingsprocedures verbeterd en toezicht en handhaving versterkt.

  • Effectieve terugkeer van vreemdelingen die niet voor toelating in aanmerking komen uitgaande van de eigen verantwoordelijkheid van de vreemdeling, met de nadruk op zelfstandig en vrijwillig vertrek en vermindering van herhaalde aanvragen.

  • Het realiseren van vertrek van vreemdelingen die een veiligheidsrisico vormen, zoals criminele vreemdelingen, al dan niet illegaal.

Omschrijving van de samenhang

Het vreemdelingenbeleid heeft betrekking op vreemdelingen die Nederland als veilig toevluchtsoord beschouwen, reguliere migranten die Nederland nodig heeft en gezinsmigranten. De toelating, het verblijf, de terugkeer en het grensbeheer zijn onder de operationele doelstellingen 15.2 en 15.3 uitgewerkt.

Daarbij zijn internationaal overeengekomen wettelijke uitgangspunten van belang:

  • 1) Voor vluchtelingen en asielzoekers is het beleid mede gebaseerd op het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden en de relevante Europese regelgeving;

  • 2) Reguliere migratie heeft onder meer betrekking op kennismigratie, au pairs en studenten, gezinsvorming of gezinshereniging en migratie op medische gronden. Van toepassing zijn Europese regelgeving, met name op grond van titel IV van het EG-verdrag (vrij verkeer van personen) en nationale regelgeving, zoals de Vreemdelingenwet 2000. Voor het behandelen van aanvragen tot naturalisatie is de Rijkswet op het Nederlanderschap van toepassing.

  • 3) Het vreemdelingenbeleid is gebaseerd op de geldende internationale en Europese kaders en houdt rekening met nationale en maatschappelijke belangen, vooral van economische, wetenschappelijke en culturele aard.

Verantwoordelijkheid

De Minister van Justitie is verantwoordelijk voor het vreemdelingenbeleid, de coördinatie en afstemming binnen de vreemdelingenketen en voor de uitvoering van het beleid. Goede ketensamenwerking is daarbij van groot belang.

De uitvoering is in handen van onder meer de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), de Koninklijke Marechaussee, de Vreemdelingenpolitie en de Zeehavenpolitie.

Voor de besturing van en samenwerking in de vreemdelingenketen is een besturingsmodel ontwikkeld, dat voorziet in bilaterale samenwerkingsafspraken tussen de ketenpartners, die gebaseerd zijn op prestatieafspraken. Daarnaast vindt informatieuitwisseling op zowel strategisch, tactisch en operationeel niveau plaats tussen de betreffende uitvoeringsdiensten en het Ministerie van Justitie.

Naast de samenwerking met collega-ministers wordt ook intensief samengewerkt met lagere overheden en diverse maatschappelijke partners.

Externe factoren

Het vreemdelingenbeleid wordt in hoge mate beïnvloed door wet- en regelgeving van de Europese Unie Nederland moet zich daarom actief blijven opstellen in de procedures voor de totstandkoming van deze wet- en regelgeving. Ten slotte beïnvloeden internationale factoren, zoals de medewerking van derde landen om de eigen burgers terug te nemen en de toestand in de landen van herkomst de uitvoering van het vreemdelingenbeleid.

Meetbare gegevens

Het is niet mogelijk om met een of enkele indicatoren volledig inzicht te bieden in de maatschappelijke effecten van het vreemdelingenbeleid (explain). Desalniettemin zijn diverse indicatoren opgenomen waarmee inzicht wordt geboden in de essentiële randvoorwaarden voor een maatschappelijk verantwoord vreemdelingenbeleid, waarbij wordt voldaan aan de internationaalrechtelijke eisen.

Zo wordt bij de operationele doelstellingen inzicht gegeven in de instroom, de tijdigheid waarmee besluiten worden genomen, de kwaliteit van de procedure, de opvang en de voortgang van de invoering van het modern migratiebeleid en de beleidsvoornemens in de asielbrief. Verder wordt ingegaan op de effectiviteit van de bestrijding van de illegaliteit, de terugkeer en de capaciteit in de vreemdelingenbewaring en vrijheidsbeperking.

Ten slotte wordt ook aan de hand van evaluatieonderzoeken inzicht verkregen in de gerealiseerde beleidseffecten.

Thema’s van toepassing op gehele vreemdelingenketen

Uniforme identificatie vreemdelingen – biometrie

Invoering van de opname van biometrische gegevens is gericht op uniforme identificatie van vreemdelingen in de diverse fasen van de vreemdelingenketen. In 2011 wordt de Europese verordening 380/2008 geïmplementeerd. Deze verordening verplicht lidstaten tot het opnemen van biometrische kenmerken op verblijfstitels van onderdanen van derde landen.

Het nationale wetsvoorstel biometrie zal voor advies en consultatie worden voorgelegd aan de relevante instituties en instellingen. Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk om de toepassing van biometrie uit te breiden tot alle processen in de Vreemdelingenketen en biedt een juridische basis voor het opslaan van biometrische kenmerken in een database. Het wetsvoorstel is gericht op ketenbrede toepassing van biometrie.

Keteninformatisering

De Basis Voorziening Vreemdelingenketen (BVV) is een centraal informatiesysteem voor de vreemdelingenketen. De recente (technische) ontwikkelingen van de BVV hebben er toe geleid dat de BVV voor de komende jaren een toekomstvast systeem is geworden. Voor de langere termijn worden met de ketenpartners scenario’s ontwikkeld om tot vernieuwing van de keteninformatisering te komen.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
  

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Verplichtingen

663 906

1 035 594

926 653

921 809

921 419

918 892

918 684

         

Waarvan garanties 1

0

0

0

0

0

0

0

         

Programma-uitgaven

1 099 984

1 035 594

926 653

921 809

921 419

918 892

918 684

         

15.1

Verblijfsrechten vreemdelingen

302 212

0

0

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht

      
 

15.1.1 IND

302 205

0

0

0

0

0

0

 

15.1.2 Overig

7

0

0

0

0

0

0

15.2

Opvang gedurende beoordeling verblijf

521 702

779 532

685 707

673 086

670 382

669 231

669 241

Waarvan juridisch verplicht

-

776 027

677 017

659 839

652 885

651 831

651 841

 

15.2.1 COA en overige opvanginstellingen

494 772

464 973

395 572

404 646

409 692

409 693

409 693

 

15.2.2 Overig

26 930

18 649

18 883

14 085

12 063

12 058

12 058

 

15.2.3 IND

 

295 910

271 252

254 355

248 627

247 480

247 490

15.3

Terugkeer vreemdelingen

276 070

256 062

240 946

248 723

251 037

249 661

249 443

Waarvan juridisch verplicht

-

255 217

226 971

232 332

233 088

231 760

231 533

 

15.3.1 DJI – vreemdelingenbewaring

142 443

127 648

114 327

119 185

119 289

118 342

118 286

 

15.3.2 DJI – uitzetcentra

43 339

39 480

35 232

36 715

36 712

36 438

36 274

 

15.3.3 IND

24 111

23 754

22 933

22 422

22 389

22 388

22 388

 

15.3.4 Overig

7 161

7 697

3 321

4 775

7 274

7 274

7 274

 

15.3.5 Dienst terugkeer en vertrek

59 016

57 483

65 133

65 626

65 373

65 219

65 221

         

Ontvangsten

252 697

467

467

467

0

0

0

Artikel 15: Het niet-juridisch verplichte deel van het budget op dit beleidsartikel is bestuurlijk gereserveerd voor onder meer de Vereniging Vluchtelingenwerk Nederland (VVN), voor de begeleiding van asielzoekers. Daarnaast is een deel bestuurlijk bestemd voor de International Organisation for Migration (IOM) teneinde haar in staat te stellen om (gewezen) asielzoekers te faciliteren om Nederland vrijwillig te verlaten. Tevens worden de kosten voor tolken en vertalers hieruit betaald.

1

De garanties betreffen het geschatte potentiële risico (0%) op het daadwerkelijk uit te keren bedrag inzake de afgegeven garanties voor het COA.

Ramingen meerjarige instroom en asielopvang

Naar aanleiding van het advies van de 13de studiegroep begrotingsruimte, heeft het kabinet Balkenende IV in 2010 besloten de budgettaire «spelregels» rond het asieldossier te veranderen door dit dossier te ontdoen van zijn generale karakter. Dit betekent dat alle toekomstige mee- en tegenvallers als gevolg van fluctuaties op het asieldossier binnen de Justitiebegroting zullen moeten worden opgevangen. Eventuele meevallers zullen door Justitie worden gestort in een interne begrotingsreserve om eventuele toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen. De maximale omvang van de reserve bedraagt € 100 mln. Er worden nog geen toevoegingen aan de reserve voorzien. Deze is op dit moment dan ook niet gevuld.

Tevens is het financiële beslag van beleidsartikel 15 meerjarig aangepast. Deze aanpassing is het gevolg van het besluit van het kabinet Balkenende IV om met ingang van dit jaar meerjarig uit te gaan van een meer realistische raming van de instroom van asielzoekers en van de benodigde opvangcapaciteit voor de opvang van asielzoekers.

Voor 2011 en de jaren daarna wordt rekening gehouden met een asielinstroom van 17 000. De geraamde instroom is mede gebaseerd op het aantal asielaanvragen in de afgelopen jaren in Nederland. De raming van de doorlooptijden van de asielprocedure vormen, samen met de instroomraming, de grondslag voor de raming van de gemiddelde bezetting in de opvang.

Operationele doelstelling 15. 2

Zorgvuldige en tijdige afdoening van aanvragen van verlening van een verblijfsvergunning of van een naturalisatieverzoek.

Motivering

Voor asielzoekers die bescherming nodig hebben, wil Nederland een veilig toevluchtsoord zijn. Asielaanvragen moeten dan ook zorgvuldig, efficiënt en tijdig worden afgedaan. Gedurende de asielprocedure krijgt de asielzoeker opvangvoorzieningen aangeboden.

Voor vreemdelingen die op reguliere gronden tot Nederland willen worden toegelaten, wordt het toelatingsbeleid in het kader van Modern Migratiebeleid (Kamerstukken II 32 052) uitnodigend waar het kan en restrictief waar het moet. Het Modern Migratiebeleid draagt bij aan een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie.

Het naturalisatiebeleid is gericht op de zorgvuldige en tijdige afdoening van naturalisatieaanvragen. Ook wordt toegezien op de zorgvuldige afwikkeling van procedures om met behulp van een optieverklaring via Nederlandse gemeenten en de autoriteiten in de Caribische delen van het Koninkrijk alsmede het Ministerie van Buitenlandse Zaken Nederlander te worden.

De asielprocedure

Instrumenten

Sneller en beter besluiten

De asielprocedure is in 2010 door het wetsvoorstel betreffende een wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 (Stb. jaargang 2010 nr. 244), in werking getreden op 1 juli 2010, fundamenteel verbeterd. 2011 is het eerste volledige jaar waarin de verbeterde asielprocedure van kracht is en de eerste effecten zichtbaar worden. De belangrijkste inzet voor 2011 is dan ook de goede uitvoering van deze procedure door de gehele keten.

Europese harmonisatie

Nederland is een belangrijke pleitbezorger van Europese harmonisatie van het asielbeleid. Onder «de vlag» van het Stockholmprogramma wordt in 2011 onderhandeld over de Kwalificatierichtlijn, de Procedurerichtlijn, de Opvangrichtlijn en de Dublinverordening om te komen tot een Europees asielstelsel.

De Nederlandse inzet is dat asielsystemen van de lidstaten zich zodanig tot elkaar verhouden dat een vreemdeling die binnen de Europese Unie internationale bescherming vraagt in alle lidstaten op eenzelfde uitkomst kan rekenen. Lidstaten behouden een zekere mate van procedurele autonomie, zolang wordt voldaan aan gezamenlijk vastgestelde procedurele waarborgen.

Verder draagt Nederland bij aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO). In de Verordening tot oprichting van het EASO is opgenomen dat de lidstaten nationale (asiel)deskundigen beschikbaar stellen aan zogenoemde asielondersteuningsteams, die operationele steun gaan verlenen aan lidstaten waarvan het asielstelsel en opvangvoorzieningen onder bijzonderde druk staan. Naar verwachting zijn in 2011 de eerste asielondersteuningsteams operationeel, waarvoor Justitie meerdere deskundigen met diverse expertise beschikbaar stelt.

Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s)

Met de implementatie van een stringenter amv-beleid in 2001 is de instroom van amv’s substantieel gedaald, zowel in absolute zin als ten opzichte van de totale asielinstroom. Onderstaande figuur laat zien dat vanaf 2007 de instroom van het aantal amv’s weer toeneemt. Net als in de meeste Europese lidstaten, zijn Somalië, Afghanistan en Irak de belangrijkste landen van herkomst.

In december 2009 is de beleidsnotitie Herijking beleid voor (alleenstaande) minderjarige vreemdelingen aan de Tweede Kamer verzonden (Kamerstukken II 2009–2010, 27 062, nr. 64). Deze heeft betrekking op amv’s en gezinnen met kinderen in het reguliere vreemdelingenbeleid. Centraal uitgangspunt is het belang dat kinderen hebben bij het snel verkrijgen van duidelijkheid over hun toekomstperspectief. Als na een zorgvuldige beoordeling van de toelatingsvraag blijkt dat kinderen niet in aanmerking komen voor verblijf in Nederland, dienen zij zo snel mogelijk terug te keren naar het land van herkomst.

In 2010 heeft de Minister van Justitie de Tweede Kamer geïnformeerd over de volgende maatregelen (Kamerstukken II 2009–2010, 27 065, nr. 65) inzake het amv-beleid die binnen het bestaande financiële kader worden gerealiseerd:

  • met ingang van 1 juli 2010 is de verbeterde asielprocedure ook van toepassing op amv’s;

  • in vervolg op de pilot beschermde opvang wordt zorg gedragen voor het continueren van een verantwoorde vorm van beschermde opvang;

  • in combinatie met het vervolg van de beschermende maatregelen wordt een alternatief regime voor bewaring voor amv’s uitgewerkt.

Ontwikkeling instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’s)

 Ontwikkeling instroom Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen (AMV’s)

In voorgaande jaren is enerzijds intensief ingezet op het tegengaan van fraude door middel van leeftijdsonderzoek en anderzijds op terugkeer van AMV‘s voor wie adequate opvang in het land van herkomst aanwezig is. Naar verwachting heeft deze inzet bijgedragen aan de geconstateerde daling van het aantal AMV‘s.

Geconstateerd wordt dat vanaf 2010 de instroom van amv’s in Nederland, net als in de meeste omringende lidstaten, weer afneemt.

Opvang

Opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers bij aanvragen op medische gronden

Sinds 1 januari 2010 wordt bij wijze van proef voor de periode van één jaar uitvoering gegeven aan de motie Spekman (Kamerstukken II 30 846, nr. 16). Daarmee wordt opvang geboden aan uitgeprocedeerde asielzoekers die een aanvraag op medische gronden hebben lopen, mits zij aan de in de motie gestelde voorwaarden voldoen. In 2010 zullen de opgedane ervaringen worden geëvalueerd en zal het kabinet besluiten of voortzetting van het beleid verantwoord en wenselijk is.

Uitplaatsing statushouders uit de centrale opvang

Asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben ontvangen moeten zo snel mogelijk deelnemen aan de Nederlandse samenleving. Daarom is het van belang dat statushouders zo snel mogelijk in een gemeente worden gehuisvest, zodat de bezette opvangplaatsen kunnen worden vrijgemaakt voor nieuwe asielzoekers. In 2011 wordt gewerkt aan het versnellen van het uitplaatsings- en huisvestingstraject van deze doelgroep. Hiertoe is de Taskforce Thuisgeven, onder voorzitterschap van de heer E. Nijpels, door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie en de Minister van Justitie in het leven geroepen. De Taskforce zal zich het komend jaar inzetten om de hoge wachtlijsten in de opvangcentra terug te dringen.

De reguliere procedure

Op 1 januari 2011 treedt de Wet modern migratiebeleid (Stb., jaargang 2010, nr. 290) in werking. Het modern migratiebeleid is selectief: uitnodigend waar het kan en restrictief waar het moet. Het beleid is gericht op een nieuw en efficiënt stelsel van verblijfsvergunningen, vermindering van het aantal procedures, kortere behandeltermijnen en op een beter gebruik van (digitale) gegevens binnen de overheid. Bedrijven, onderwijs- en onderzoeksinstellingen zullen als referent optreden bij het toelaten van migranten.

Voor de heffing van leges wordt een nieuw legesstelsel ontwikkeld. De IND zal in nauwe samenwerking met ketenpartners en overige relevante overheidsinstanties toezicht en handhaving vormgeven.

Gezinsmigratie

Een deel van de gezinsmigranten is onvoldoende toegerust om deel te nemen in de samenleving. Daarom heeft het kabinet maatregelen gepresenteerd (Kamerstukken II 32 175 nr. 1) die gericht zijn op het bevorderen van integratie en emancipatie, de inzet in Europa bij de verdere harmonisatie van het gezinsmigratiebeleid en de bestrijding van fraude en misbruik in de toelatingsprocedure. Een belangrijke maatregel in het kader van voorkoming van fraude en misbruik is de inzet van liaisonmedewerkers op de diplomatieke post. De liaisonfunctionarissen kunnen bijvoorbeeld ingezet worden om op verschillende posten medewerkers te trainen in het voorkomen en herkennen van fraude.

Verder wordt een wetsvoorstel voorbereid waarmee neef/nichthuwelijken worden verboden.

Staatkundige Hervorming Nederlandse Antillen en Aruba

In 2011 wordt de Wet toelating en uitzetting (WTU) BES ingevoerd. Daarnaast is door Curaçao, Sint Maarten en Nederland een onderlinge regeling getroffen waarin afspraken worden gemaakt over de vreemdelingenketen. Het gaat hier om afspraken over een gezamenlijk systeem, garanties voor professionaliteit, kwaliteit en integriteit, eenduidige procedures en registratiesystemen. In 2011 wordt de invoering van deze maatregelen afgerond.

Toezicht en handhaving

Om het toezichts- en handhavingsstelsel voor de reguliere procedure verder te versterken wordt in 2011 de gegevensuitwisseling met netwerkpartners en ketensamenwerking verbeterd. De IND zal nauw samenwerken met en gebruik maken van de expertise van organisaties zoals Politie, Openbaar Ministerie, Belastingdienst, Arbeidsinspectie, Rijksdienst voor het Wegverkeer, DUO, Kamers van Koophandel en het Centraal Justitieel Incassobureau.

Met de inwerkingtreding van de Wet modern migratiebeleid (Kamerstukken II 35 052) zal de IND gaan toezien op de informatie-administratie en zorgplichten van referenten, kan ze bestuurlijke boetes opleggen bij overtreding daarvan en de erkenning van referenten schorsen of intrekken.

Naturalisatie

De wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap is in juli 2010 tot stand gekomen (Stb. jaargang 2010, nr. 242) en treedt in werking op 1 oktober 2010. De wijziging houdt een uitbreiding in van de plicht om afstand te doen van de vreemde nationaliteit wanneer men al sinds hun vierde jaar hun hoofdverblijf hebben binnen het Koninkrijk. Ook wordt de Nederlandse taaltoets vanaf 1 januari 2011 een verplicht onderdeel bij naturalisatie in de Caribische delen van het Koninkrijk. Ten slotte kan het Nederlanderschap worden ingetrokken na een onherroepelijke veroordeling wegens misdrijven die de essentiële belangen van de staat ernstig schenden.

Meetbare gegevens

Hieronder wordt inzicht geboden in de beoogde tijdigheid en kwaliteit van de (afhandeling van) de vreemdelingenprocedures. Ook wordt inzicht gegeven in de gewenste voortgang van de invoering van het modern migratiebeleid en zijn gegevens opgenomen over de opvangcapaciteit en de kwaliteit van de opvang.

a. Prognose instroom IND (autonome ontwikkeling)

Hieronder wordt de te verwachten instroom in de asielprocedure, de reguliere procedure en naturalisatieprocedure weergegeven. De verwachte instroom vormt het uitgangspunt voor het beleid.

Instroom vreemdelingenketen
 

realisatie

      
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

1.

Asiel

       

Asielinstroom

16 163

18 000

17 000

17 000

17 000

17 000

17 000

Overige procedure asiel

6 475

6 266

6 198

7 037

8 022

5 933

5 933

Regulier (asielgerelateerd)

1 659

1 675

3 975

4 225

4 225

4 225

4 225

Totale instroom

24 297

25 941

27 173

28 262

29 247

27 158

27 158

        

2.

Regulier

       

Instroom:

       

Machtiging tot voorlopig verblijf (MVV)

       

– gezinsvorming en -hereniging

29 000

28 300

28 300

28 300

28 300

28 300

28 300

– overig

21 700

21 000

21 000

21 000

21 000

21 000

21 000

Verblijfsvergunningen regulier (VVR)

       

– eerste aanleg gezinsvorming en -hereniging.

22 000

22 900

22 900

22 900

22 900

22 900

22 900

– eerste aanleg overig

36 100

37 200

37 200

37 200

37 200

37 200

37 200

– vervolg

96 200

98 100

98 100

98 100

98 100

98 100

98 100

– overig

22 000

21 700

60 100

82 000

20 700

20 700

20 700

Visa

9 000

5 700

5 700

5 700

5 700

5 700

5 700

Totale instroom

236 000

234 900

273 300

295 200

233 900

233 900

233 900

        

3.

Naturalisatie

       

Instroom:

       

– verzoeken

25 150

26 500

26 500

26 500

26 500

26 500

26 500

– fraudeonderzoek

200

200

200

200

200

200

200

Totale instroom

25 350

26 700

26 700

26 700

26 700

26 700

26 700

Bron: IND

Toelichting

De asielinstroom betreft het totaal aantal personen dat een asielverzoek indient bij een daartoe aangewezen aanmeldcentrum of vanuit een bewaringslocatie, waarmee de asielprocedure aanvangt. De behandelcapaciteit van de IND wordt ingericht op een instroom van 17 000 asielzoekers. Medio 2010 is de verbeterde asielprocedure binnen de IND ingevoerd. In 2011 beoogt deze procedure de zorgvuldigheid te vergroten en de doorlooptijden te verkorten.

Onder «overige procedure asiel» zijn de herbeoordelingen, intrekkingen en de zij-instroom opgenomen. De zij-instroom wordt veroorzaakt door vernietiging van beschikkingen door de rechtbank of door intrekkingen van beschikkingen door de IND.

De «instroom regulier» heeft onder meer betrekking op aanvragen voor werk, studie, gezinsvorming en gezinshereniging. De stijging van het aantal Verblijfsvergunningen Regulier (VVR) «overig» heeft te maken met de periodieke omwisselingen in het kader van de Vreemdelingenwet 2000. Verblijfsvergunningen voor onbepaalde tijd moeten volgens de Vreemdelingenwet 2000 vijfjaarlijks worden vernieuwd. In 2002 heeft de Vreemdelingenpolitie een groot aantal verblijfsdocumenten vernieuwd, hetgeen tot gevolg heeft dat er vijfjaarlijks een extra inspanning gevergd wordt voor omwisseling van die verblijfsdocumenten. De instroom Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV) en VVR eerste aanleg is onderverdeeld in «gezinsvorming/gezinshereniging» en «overig».

In de begroting is rekening gehouden met een instroom van 26 500 naturalisatieverzoeken. Dit zijn 24 500 verzoeken in Nederland en 2 000 verzoeken in het buitenland en de Caribische delen van het Koninkrijk. De verwachting is dat als gevolg van de pardonregeling uit 2007 vanaf 2012 een stijging zal plaatsvinden van het aantal naturalisatieverzoeken. Op dit moment wordt bezien hoe groot deze stijging is en in welke jaren deze plaatsvindt. Dit is nog niet verwerkt in bovenstaande aantallen. Fraudeonderzoek vindt plaats naar het verzwijgen van een voor de verkrijging van het Nederlanderschap relevant feit.

b. Streefwaarden doorlooptijden

In 2009 is een onderzoek uitgevoerd naar verbetering van de rapportage over de wettelijke termijnen. Dit heeft geleid tot een dusdanige verbetering dat wettelijke opschortingen verwerkt worden binnen de wettelijke termijnen. Voor de jaren 2010 en verder is het streefpercentage hierdoor op 100% gezet voor de onderdelen regulier en naturalisatie. Voor asiel is een percentage van 80% vooralsnog realistisch.

% vreemdelingenzaken waarop binnen de gestelde wettelijke termijn is besloten
 

Realisatie

      
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Asiel

73

80

80

80

80

80

80

Regulier

93

100

100

100

100

100

100

Naturalisatie

95

100

100

100

100

100

100

c. Streefwaarden kwaliteit procedures

In onderstaande tabel zijn de streefwaarden opgenomen ten aanzien van de standhouding van de beslissingen. Dit percentage zegt voor een deel iets over de kwaliteit van de beslissingen die de IND neemt in vreemdelingenzaken (asiel, regulier en naturalisatie). Het standhouden van beslissingen heeft echter niet alleen betrekking op de kwaliteit van de beslissingen, evengoed kunnen zich bijvoorbeeld in de tijd tussen een beslissing en een beroep nieuwe feiten voordoen.

Standhouding beslissingen
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Asiel

85%

85%

85%

85%

85%

85%

Regulier

80%

80%

80%

80%

80%

80%

Teneinde de kwaliteit van de vreemdelingenprocedures vast te stellen wordt het percentage klachten gemeten.

Kwaliteit vreemdelingenprocedure (streefwaarden % klachten als indicator)

Doelstelling

2010

2011

2012

2013

2014

asielprocedure

< 2

< 2

< 2

< 2

< 2

reguliere procedure

< 2

< 2

< 2

< 2

< 2

procedure naturalisatie

< 0,5%

< 0,5%

< 0,5%

< 0,5%

< 0,5%

In de afgelopen 4 jaar zijn er twee klanttevredenheidsonderzoeken geweest met een tussenperiode van 2 jaar. Hierbij is gekeken naar verschillende aspecten van de dienstverlening, zoals snelheid, gemak, duidelijkheid en betrouwbaarheid. De klanttevredenheid zal ook de komende jaren systematisch worden gemeten.

d. Voortgang modern migratiebeleid

Het streven is om het wetsvoorstel per 1 januari 2011 in werking te laten treden.

e. Opvang

In onderstaande tabel worden enige kerngegevens voor de opvang weergegeven.

Kerngegevens opvang

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Instroom

15 300

15 300

16 600

16 600

16 600

16 600

16 600

Uitstroom

13 700

13 200

16 600

16 600

16 600

16 600

16 600

TNV-capaciteit

2 300

800

Gemiddelde bezetting

20 700

20 100

19 400

19 400

19 400

19 400

19 400

Gemiddelde kosten per opvanggerechtigde (x € 1)

20 550

20 550

20 550

20 550

20 550

20 550

20 550

Toelichting

Sinds de inwerkingtreding van de verbeterde asielprocedure in 2010 worden degenen die te kennen geven in aanmerking te willen komen voor asiel opgevangen in een regulier opvangcentrum van het COA. Dit betekent dat de tijdelijke noodvoorziening (TNV) niet meer bestaat. Het COA heeft de verantwoordelijkheid voor de eerste fase van de asielprocedure overgenomen van de IND. Het verschil tussen de instroom van 17 000 en de instroom in de opvang wordt onder meer gevormd door uitgenodigde vluchtelingen (die met ingang van het jaar 2011 niet meer eerst een aantal maanden centraal worden opgevangen) en vreemdelingen die in bewaring zitten en een asielaanvraag indienen en derhalve niet in de centrale opvang terecht komen.

In 2011 verblijven naar verwachting gemiddeld 19 400 asielzoekers in de opvang.

Een asielzoeker van wie het asielverzoek is afgewezen krijgt een vertrektermijn van vier weken om zelfstandig of met behulp van DT&V of IOM het vertrek te realiseren. Na het verstrijken van deze termijn wordt de opvang beëindigd. Wel kan de vreemdeling in voorkomende gevallen voor maximaal twaalf weken een vrijheidsbeperkende maatregel worden opgelegd in een vrijheidsbeperkende onderdaklocatie van het COA. Het betreft een sobere onderdaklocatie, waar de Regeling verstrekkingen asielzoekers niet van toepassing is en waar de begeleiding volledig in het teken staat van terugkeer.

De kosten per opvanggerechtigde worden geraamd op € 20 550. Het is de verantwoordelijkheid van Justitie dat alle opvanggerechtigden worden opgevangen. In opdracht van het Ministerie van Justitie realiseert het zelfstandig bestuursorgaan COA voldoende opvangcapaciteit. Het COA heeft als zelfstandig bestuursorgaan een eigen verslaglegging.

f. Kwaliteit opvang

Het project Herijking producten en kostprijzen van het COA, dat in de laatste maanden van 2009 is gestart, is in de zomer van 2010 afgerond. Doel van deze herijking was onder meer een verbeterde omschrijving van de te leveren producten en diensten ten behoeve van de opvang van asielzoekers. Ook worden de kwaliteitseisen waaraan de opvang moet voldoen geëxpliciteerd. Dit onder meer in het licht van de herziening van de in Europees verband afgesproken minimumnormen voor de opvang van asielzoekers – en de eisen die worden gesteld op het gebied van veiligheid. Inmiddels zijn indicatoren ontwikkeld voor de kwaliteit van de opvang. In het Justitie-jaarverslag 2011 zal voor het eerst over de volgende kwaliteitsindicatoren worden gerapporteerd:

  • het aantal gegronde klachten;

  • de termijn waarbinnen huisvesting van statushouders wordt gerealiseerd;

  • de gemiddelde duur van de opvang.

Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid

Beleidsdoorlichting

Omschrijving

Status

Vindplaats

Zorgvuldige en tijdige afdoening van aanvragen van verlening van een verblijfsvergunning of van een naturalisatieverzoek

Start in 2013, af te ronden in 2014/2015

n.n.b.

Toelichting

Door middel van de beleidsdoorlichting «zorgvuldige en tijdige afdoening van aanvragen van verlening van een verblijfsvergunning of van een naturalisatieverzoek» wordt onderzocht in hoeverre het geheel aan beleidsmaatregelen bijdraagt aan de doelstelling. De beleidsdoorlichting loopt min of meer parallel aan de voorgenomen evaluatie van de verbeterde asielprocedure, die medio 2010 in werking is getreden en het Modern Migratiebeleid, dat op 1-1-2011 in werking treedt.

Overig evaluatieonderzoek

Omschrijving

Status

Vindplaats

Evaluatie Perspectiefprojecten

Af te ronden in 2011

www.wodc.nl

Evaluatie Vreemdelingentoezicht

Voorgenomen

www.wodc.nl

Evaluatie regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (pardonregeling)

Voorgenomen

www.wodc.nl

Toelichting

Evaluatie Perspectiefprojecten

Dit betreft een uitvoering van een motie (motie-Spekman, Kamerstukken II 2007–2008, 19 637, nr. 1211).

Doelstelling van het experiment is het voorkomen van het vertrek met onbekende bestemming van ex-amv’s. Het WODC zal evalueren of de Perspectief-aanpak het aantal gevallen van vertrek met onbekende bestemming doet dalen.

Evaluatie Vreemdelingentoezicht

Het onderzoek naar de effectiviteit van het vreemdelingentoezicht moet een beeld geven van het vreemdelingentoezicht door de politie en de resultaten hiervan sinds 2004. De beleidsevaluatie moet ook de vraag beantwoorden welke verbeteringen mogelijk zijn in de toekomst. Eveneens wordt bezien in hoeverre de prioritering voor het vreemdelingentoezicht (criminele vreemdelingen, vreemdelingen die overlast veroorzaken en uitgeprocedeerde en/of illegale vreemdelingen) effectief is gebleken.

Evaluatie regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet (pardonregeling)

Vanaf medio 2010 zal het WODC de uitvoering van de regeling en de afspraken die daarover zijn gemaakt in het bestuursakkoord met de VNG evalueren (brief van 13 juli 2009 (Kamerstukken 2008–2009, 31 018, nr. 52)).

Operationele doelstelling 15.3

Een effectieve en zorgvuldige uitvoering van het vreemdelingentoezicht, grenstoezicht en terugkeerbeleid, opdat een vreemdeling die niet of niet meer rechtmatig in Nederland verblijft, Nederland zelfstandig of gedwongen verlaat.

Motivering

Vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven zijn maatschappelijk en sociaal-economisch bijzonder kwetsbaar. Bovendien vormen zij een belasting voor (gemeentelijke) overheden. Het terugkeerbeleid is gericht op het vertrek van vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven. Zij dienen terug te keren naar het land van herkomst of te vertrekken naar een ander geschikt land. Illegaal verblijf van vreemdelingen in Nederland moet zo veel mogelijk voorkomen worden, onder meer door een effectief en goed georganiseerd grenstoezicht. De uitvoering is onder meer in handen van KMar (grenstoezicht) en van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Vreemdelingenbewaring wordt uitgevoerd door de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI).

Effectievere terugkeer

Instrumenten

Strategische benadering landen van herkomst met het oog op terugkeer

Ook in 2011 blijft het realiseren van vertrek van vreemdelingen die niet (langer) in Nederland mogen verblijven prioriteit. Daarbij is voortzetting van de strategische benadering van landen van herkomst van belang, met als doel de verstrekking van (vervangende) reisdocumenten in het kader van gedwongen terugkeer te bevorderen. Hiertoe worden, in aanvulling op de bilaterale samenwerkingsrelaties die de DT&V met landen van herkomst onderhoudt, ook de relaties die de verschillende departementen onderhouden met landen van herkomst ingezet. Dit wordt periodiek in de Ministerraad besproken op basis van een rapportage van de Minister van Justitie. Het doel van deze strategische benadering is om aan inwilliging van verzoeken van landen van herkomst aan de Nederlandse overheid, de voorwaarde te verbinden dat er sprake is van effectieve medewerking aan de terugkeer van eigen onderdanen. Voorts kunnen waar mogelijk maatregelen worden getroffen tegen het betreffende land indien er sprake is van onvoldoende medewerking aan terugkeer.

Implementatie terugkeerrichtlijn

De Europese terugkeerrichtlijn (nr. 2008/115/EG) dient uiterlijk 24 december 2010 te zijn geïmplementeerd in het Nederlandse stelsel. In de terugkeerrichtlijn zijn duidelijke en transparante gemeenschappelijke (minimum) normen vastgesteld voor terugkeer, uitzetting, het gebruik van dwangmaatregelen, vreemdelingenbewaring en het opleggen van een inreisverbod aan niet-rechtmatig verblijvenden, met de volledige inachtneming van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkenen. In 2011 zal bij de toepassing van genoemde instrumenten en maatregelen dan ook steeds conform de terugkeerrichtlijn worden gehandeld. Omdat de Nederlandse stelsels met betrekking tot uitzetting van vreemdelingen, vreemdelingenbewaring en de bewaringsregimes ten aanzien van vreemdelingen reeds in belangrijke mate in overeenstemming zijn met de bepalingen van de richtlijn zal dit slechts in beperkte mate invloed hebben op de uitvoering.

Beter grenstoezicht

Nederland voldoet aan de voorschriften die in de Schengen grenscode zijn opgenomen. Dit houdt in dat alle reizigers die zich voor de inreis melden worden onderworpen aan een grenscontrole, tenzij op basis van risicoanalyse kan worden vastgesteld dat kan worden volstaan met een administratieve controle. Aanbevelingen tot verdere verbetering van het proces uit de door de Europese Commissie in 2009 en 2010 uitgevoerde evaluatie zullen in 2011 worden opgevolgd.

In 2011 worden onderdelen van het Programma Vernieuwing Grensmanagement geïmplementeerd (Kamerstukken 30 315, nr. 8). Het gaat hier om het gebruik van passagiersgegevens op basis van richtlijn 2004/82/EG, het gebruik van automatische grenspassage en het uitbreiden van reizigersprogramma’s voor geregistreerde passagiers. De initiatieven hebben tot doel om met vooraf verkregen passagiersinformatie beter zicht te krijgen op risico’s waardoor het veiligheidsniveau wordt verhoogd. Door het gebruik van automatische grenspassages wordt het grenspassageproces voor bepaalde groepen passagiers versneld.

Effectieve bestrijding illegaliteit

In vervolg op de Illegalennota uit 2008 (Kamerstukken 29 537, nr. 2) zijn verschillende openbare ordemaatregelen getroffen om illegaal verblijf beter te kunnen bestrijden.

De aanpak van criminele vreemdelingen/illegalen heeft in 2011 prioriteit. De maatregelen betreffen het instellen van een programma Uitzetten/Vastzetten van criminele vreemdelingen/illegalen en de Taskforce VRIS (vreemdelingen in de strafrechtsketen). Het doel is een krachtige integrale aanpak van criminele vreemdelingen/illegalen. Meer precies: de toepassing van specifiek voor vreemdelingen geldende strafrechtelijke maatregelen, dan wel – waar nodig – de uitzetting van vreemdelingen.

Daartoe wordt het VRIS-protocol toegepast. De Taskforce VRIS is ingesteld voor een periode van 1,5 jaar. De Taskforce zal zijn werkzaamheden één jaar na zijn oprichting evalueren en hierover aanbevelingen doen aan de Minister van Justitie in het voorjaar van 2011.

Meetbare gegevens

Hieronder wordt ingegaan op de bestrijding van de illegaliteit, de terugkeer, de vreemdelingenbewaring en de vrijheidsbeperkende locatie. Daarbij moet worden opgemerkt dat resultaten voor een groot deel buiten de beïnvloedingssfeer van Justitie tot stand komen.

Bestrijding illegaliteit

Het illegalenbeleid is erop gericht de overlast van illegaliteit voor de samenleving te verminderen en terugkeer van niet rechtmatig verblijvende vreemdelingen te stimuleren. Periodiek worden de resultaten van het programma «Aanpak Uitzetten/Vastzetten» gerapporteerd aan de Tweede Kamer in de Rapportage Vreemdelingenketen (RVK). In 2010 zal het WODC het onderzoek «schattingen van het aantal illegale vreemdelingen» laten verrichten. Doel is om eind 2010 tot nieuwe periodieke schattingen van de omvang van illegaliteit in Nederland te komen.

Terugkeer

Justitie bevordert dat vreemdelingen die zijn uitgeprocedeerd Nederland verlaten. Daarbij heeft zelfstandig vertrek de voorkeur, maar wordt zo nodig ingezet op gedwongen terugkeer.

Streefwaarden terugkeer
 

Realisatie

      
 

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Zelfstandig vertrek

14%

15%

15%

15%

15%

15%

15%

Gedwongen vertrek

33%

35%

35%

35%

35%

35%

35%

Niet aantoonbaar vertrek

53%

50%

50%

50%

50%

50%

50%

Totaal

100%

100%

100%

100%

100%

100%

100%

Vreemdelingenbewaring en vrijheidsbeperking

De capaciteit voor vreemdelingenbewaring is voldoende om vreemdelingen in bewaring te stellen en te houden indien dit aangewezen is.

Voor een volledig overzicht van de capaciteitsbehoefte en beschikbare capaciteit van vreemdelingenbewaring wordt verwezen naar de batenlastenparagraaf van DJI.

Overzicht naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid

Beleidsdoorlichting

Omschrijving

Status

Vindplaats

Effectiviteit van het vreemdelingenbeleid

Start in 2014, af te ronden in 2015/2016

n.n.b.

Toelichting

Door middel van de beleidsdoorlichting «effectiviteit van het vreemdelingenbeleid» wordt onderzocht in hoeverre het geheel aan beleidsmaatregelen bijdraagt aan een effectieve en zorgvuldige uitvoering van het vreemdelingentoezicht, grenstoezicht en terugkeerbeleid.

Licence