A. Algemene Beleidsdoelstelling
Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.
B. Rol en Verantwoordelijkheid Minister
De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en geldstromen. De doelstelling hierbij is publieke middelen doelmatig te beheren en daarbij financiële risico’s te voorkomen. Deze uitvoerende rol wordt nader toegelicht in de Eerste wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 (Kamerstukken II 2001/02, 28 035, nr. A).
Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van de rijksoverheid. Schatkistbankieren draagt bij aan een efficiënt en risico-arm beheer van publieke middelen.
Instellingen die een wettelijke taak uitvoeren (RWT’s) en hiervoor gelden van het Rijk ontvangen, kunnen schatkistbankieren. Dit houdt in dat zij de publieke gelden aanhouden bij het ministerie van Financiën. Publiek geld verlaat de schatkist dan niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Onder voorwaarden kunnen RWT’s lenen bij het ministerie van Financiën.
Betalingsverkeer van het Rijk
Wezenlijk onderdeel van het kasbeheer vormt het betalingsverkeer. Door middel van aanbestedingen van de verschillende percelen worden banken geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs/kwaliteitsverhouding aan te bieden. Het ministerie van Financiën treedt in aanbestedingsprocedures voor het betalingsverkeer van de Rijksoverheid op als opdrachtgever. Binnen het ministerie van Financiën is deze centrale inkoopfunctie bij het Agentschap van het ministerie van Financiën belegd.
C. Beleidswijzigingen
In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat in 2013 alle provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen hun tegoeden aanhouden in de Nederlandse schatkist. Schatkistbankieren zal op termijn een verlagend effect hebben op de Nederlandse EMU-schuld van naar verwachting enkele procentpunten bbp. Aangezien op dit moment de exacte omvang en met name de timing (wanneer vallen welke middelen vrij) onduidelijk is, zijn de effecten nog niet in de meerjarige raming van dit artikel opgenomen. Wel is in de raming van de EMU-schuld in de Miljoenennota 2013 op basis van beschikbare cijfers en technische veronderstellingen een schatting gemaakt van het effect op de EMU-schuld, dit is in 2013 – 1% bbp.Overigens zij opgemerkt dat de totale rentekosten voor de Rijksoverheid door het schatkistbankieren van mede-overheden niet of nauwelijks zullen worden beïnvloed omdat mede-overheden over hun tegoeden rentes vergoed krijgen die de Staat ook betaalt op extern schuldpapier ven dezelfde looptijd. Het betreft derhalve voornamelijk een herverdeling van de rentekosten Staatschuld IXA (artikel 1) naar rentekosten interne schuldverhoudingen (artikel 2).
Mede in het licht van bovenstaande zal verder in 2013 de nadruk komen te liggen op het efficiënter inrichten van de administratieve processen rondom het schatkistbankieren. De ambitie is om de doorlooptijd van administratieve taken te verminderen, met name ten aanzien van de inregeling. Hierbij zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van ICT-faciliteiten.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 8 598 | 7 020 | 8 868 | 9 701 | 12 472 | 13 408 | 15 393 |
Juridisch verplicht | 100% | ||||||
Programma-uitgaven | 8 597 | 7 019 | 8 868 | 9 701 | 12 472 | 13 407 | 15 393 |
Leningen en deposito’s | |||||||
Rentelasten | 110 | 92 | 88 | 95 | 102 | 102 | 102 |
Verstrekte leningen | 1 755 | 1 535 | 1 305 | 1260 | 1 225 | 1 215 | 1 215 |
Afname saldi in rekening-courant en deposito’s2 | 6 668 | 5 392 | 7 475 | 8 346 | 11 145 | 12 090 | 14 075 |
Uitgaven bij voortijdige beëindiging | – | ||||||
Apparaatuitgaven | 1 | ||||||
Ontvangsten | 2 224 | 2 123 | 1 929 | 3 199 | 1 860 | 2 320 | 2 885 |
Programmaontvangsten | 2 224 | 2 123 | 1 929 | 3 199 | 1 861 | 2 320 | 2 885 |
Leningen en deposito’s | |||||||
Rentebaten | 584 | 535 | 535 | 583 | 755 | 1 220 | 1 776 |
Ontvangen aflossingen | 1 525 | 1 588 | 1 394 | 2 616 | 1 106 | 1 100 | 1 109 |
Toename saldi in rekening-courant en deposito’s² | 111 | ||||||
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging | 4 |
D2: Budgetflexibiliteit
De ontvangsten en uitgaven zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven bestaan uit rente-ontvangsten over aan baten-lastendiensten en RWT’s verstrekte leningen respectievelijk uit rentebetalingen over door baten-lastendiensten, RWT’s en sociale fondsen aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s.
E: Toelichting op de instrumenten
De totale uitgaven en ontvangsten zijn opgebouwd uit vier onderdelen: (1) rentelasten en rentebaten, (2) verstrekte leningen en ontvangen aflossingen, (3) mutaties in rekening-courant en deposito’s, (4) uitgaven en ontvangsten bij voortijdige beëindiging. Onder de rentelasten vallen de rentebetalingen aan baten-lastendiensten, rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT’s) en sociale fondsen over de bij het Rijk aangehouden middelen. De rentebaten bestaan uit renteontvangsten over verstrekte leningen en roodstanden op de rekening-courant. Leningen, aflossingen, rekening-courant saldi en deposito’s bepalen de schuldverhouding van het Rijk met de deelnemers van het geïntegreerd middelenbeheer.