Realisatie 20111) | Raming 20122) | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||||
Opbrengst moederdepartement | 14 328 | 14 077 | 10 530 | 9 560 | 2 600 | 970 | 755 | ||
Opbrengst overige departementen | 489 | 1 082 | 350 | 40 | 40 | – | – | ||
Opbrengst derden | – | – | – | – | – | – | – | ||
Rentebaten | 89 | – | – | – | – | – | – | ||
Bijzondere baten | |||||||||
Baten out of pocket (OOP) | 10 562 | 5 633 | 7 080 | 3 830 | 180 | 50 | 50 | ||
Onttrekking bestemmingsreserve | 133 | – | – | – | – | – | – | ||
Onttrekking reorganisatievoorziening | – | – | 300 | 200 | 960 | 430 | 345 | ||
Totaal baten | 25 601 | 20 792 | 18 260 | 13 630 | 3 780 | 1 450 | 1 150 | ||
Lasten | |||||||||
Apparaatskosten | |||||||||
Personele kosten | 11 983 | 11 868 | 8 840 | 7 650 | 2 790 | 1 090 | 850 | ||
waarvan eigen personeel | 9 272 | 9 103 | 8 040 | 7 250 | 2 690 | 1 040 | 800 | ||
waarvan externe inhuur | 2 711 | 2 765 | 800 | 400 | 100 | 50 | 50 | ||
Materiële kosten | 9 533 | 9 064 | 9 010 | 5 620 | 810 | 360 | 300 | ||
waarvan apparaat ICT | 666 | 1 293 | 1 300 | 1 100 | 300 | 150 | 150 | ||
waarvan bijdrage aan SSO’s | 420 | 450 | 500 | 350 | 100 | 50 | 50 | ||
Rentelasten | – | – | – | – | – | – | – | ||
Afschrijvingskosten | |||||||||
Materieel | 14 | 10 | 10 | 10 | 5 | – | – | ||
waarvan apparaat ICT | 14 | 10 | 10 | 10 | 5 | – | – | ||
Immaterieel | 3 334 | 150 | 400 | 350 | 175 | – | – | ||
Overige kosten | |||||||||
Dotaties voorzieningen | 38 | 2 235 | – | – | – | – | – | ||
Bijzondere lasten | – | – | – | – | – | – | – | ||
Totaal Lasten | 24 902 | 23 327 | 18 260 | 13 630 | 3 780 | 1 450 | 1 150 | ||
Saldo van baten en lasten | 699 | –2 535 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Deze begroting is exclusief de uitvoering van ESF 2014–2020
1) Slotwet
2) Vastgestelde begroting
Algemeen
Het Agentschap SZW voert (subsidie)regelingen uit op het terrein van het sociaal-economische beleid, in het bijzonder op het gebied van Werk en Inkomen. Het gaat hierbij om internationale en nationale (subsidie)regelingen.
De kernactiviteiten van het Agentschap SZW worden gevormd door de uitvoering van Europese subsidieregelingen. De huidige programmaperiode van de Europese regeling loopt tot en met 2013 met afrondende werkzaamheden in de jaren daarna. Er is nog veel onzekerheid over de programmaperiode 2014–2020: wat de omvang ervan is en of het Agentschap SZW deze programmaperiode mag uitvoeren. Gezien deze onzekerheid is de uitvoering van de programmaperiode 2014–2020 niet begroot.
De uitvoering van nationale regelingen zijn over het algemeen kortlopende opdrachten. De nationale regelingen die momenteel worden uitgevoerd lopen in de komende jaren af. Er is geen rekening gehouden met nieuw te acquireren subsidieregelingen.
De hieruit resulterende begroting is tot en met 2013 gebaseerd op een going-concern situatie. De werkvoorraad en de daarvoor benodigde urenbesteding heeft een zodanige omvang, dat alle vaste en variabele kosten door middel van het integraal berekende kostentarief aan de opdrachtgevers kunnen worden doorberekend.
Als afgezien wordt van de uitvoering van de ESF-programmaperiode 2014–2020, is er in de jaren 2014 en daarna sprake van een snel afnemende werkvoorraad. Hierdoor moet het Agentschap SZW zodanig inkrimpen dat de tarieven die aan de opdrachtgevers marktconform in rekening kunnen worden gebracht (jaarlijks maximaal stijgend met de verwachte stijging van de consumentenprijsindex), niet opwegen tegen de kosten die gemaakt moeten worden. Dit levert in de begroting vanaf 2014 een verliesgevende situatie op. Dit verlies wordt in de begroting gedekt door de in 2012 op te bouwen reorganisatievoorziening.
Baten
Toelichting bij de begroting van baten en lasten
Opbrengst moederdepartement
De opbrengst van het moederdepartement betreft grotendeels de uitvoering van de Europese subsidies te weten ESF doelstelling 2 2007–2013. Daarnaast worden in opdracht van het moederdepartement diverse andere regelingen uitgevoerd met variërende looptijden.
Opbrengst overige departementen
Agentschap SZW voert in 2013 de volgende subsidieregelingen in opdracht van andere departementen uit:
-
• bekostiging van de Wet Inburgering in opdracht van het ministerie van BZK;
-
• regeling Tegemoetkoming in de Adoptiekosten (RTA) van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Rentebaten
De rentebaten worden ontvangen over deposito’s bij het ministerie van Financiën.
Baten out of pocket (OOP)
De baten out of pocket betreffen specifieke wensen van de opdrachtgevers waarvan de werkelijke kosten afzonderlijk in rekening worden gebracht bij de opdrachtgevers. De kosten betreffen hoofdzakelijk uitbestede controlewerkzaamheden (ESF-2 2007–2013) en communicatie- en ICT-kosten.
Onttrekking bestemmingsreserve
Het Agentschap SZW beschikte met instemming van het ministerie van Financiën (in 2007 verleend) over een geoormerkte bestemmingsreserve. Deze bestemmingsreserve is per 31 december 2011 vrijgevallen ten gunste van het eigen vermogen. In overleg met de eigenaar is besloten om het eigen vermogen in 2012 en 2013 af te romen. In eerste instantie is dit gebruikt voor een tariefsverlaging in 2012. Het restant zal gebruikt worden voor het opbouwen van een reorganisatievoorziening.
Onttrekking reorganisatievoorziening
In 2012 wordt, ten laste van het eigen vermogen een reorganisatievoorziening gevormd. Allereerst is deze voorziening nodig voor de kosten van de reorganisatie die in 2013 wordt doorgevoerd. In het scenario dat ESF programmaperiode 2014–2020 niet door het Agentschap SZW wordt uitgevoerd, zal eveneens een voorziening moeten worden gevormd ter dekking van de verliezen die vanaf 2014 ontstaan.
Het bedrag van de dotatie aan de reorganisatievoorziening in 2012 is gelijk aan het per 1 januari 2012 beschikbare eigen vermogen.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten vormen de belangrijkste kostenpost voor het Agentschap SZW. Het verloop van de regelingen en hiermee het aantal activiteiten bepaalt in hoge mate de ontwikkeling in de personele kosten. Het huidige personeelbestand bestaat uit een kern van vast en tijdelijk ambtelijk personeel. Daarnaast vindt noodzakelijke inhuur van externen plaats (via mantelcontracten SZW).
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan uit personeelsgebonden kosten (reis-, verblijf- en opleidingskosten), huisvestingskosten, automatiseringskosten, kantoorkosten en de kosten van voorlichting & communicatie en advies & onderzoek. De out of pocketkosten maken onderdeel uit van deze post.
Rentelasten
De rentelasten hebben voornamelijk betrekking op de betalingen van toegekende wettelijke renten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten betreffen de materiële en immateriële activa.
Dotaties voorzieningen
Dit betreft in 2011 de dotatie aan de voorziening personeel. De kosten in 2012 hebben betrekking op de reorganisatievoorziening (zie hierboven).
Saldo van baten en lasten
Het negatief saldo in 2012 wordt grotendeels veroorzaakt door de vorming van een reorganisatievoorziening. Tevens is al in 2011 besloten om in de begroting 2012 een verlies van € 0,3 miljoen in te calculeren ten behoeve van een tariefsverlaging.
Het saldo van baten en lasten zal in het jaar van ontstaan opgenomen worden in het onverdeelde resultaat. In het jaar daarop wordt het resultaat verwerkt in de balans in overeenstemming met het besluit van de eigenaar.
Realisatie 20111) | Raming 20122) | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Rekening courant RHB 1 januari (incl. depositorekeningen) | 8 289 | 8 099 | 7 059 | 6 919 | 6 979 | 6 149 | 5 719 |
2 | Totaal operationele kasstroom | 4 683 | 160 | 110 | 160 | – 780 | – 430 | – 345 |
–/– Totaal investeringen | – 3 370 | – 1 200 | –250 | –100 | –50 | – | – | |
+/+ Totaal boekwaarde desinvesteringen | – | – | – | – | – | – | – | |
3 | Totaal investeringskasstroom | – 3 370 | –1 200 | –250 | –100 | –50 | – | – |
4a | –/– Eenmalige uitkering aan moederdepartement | – 375 | – | – | – | – | – | – |
4b | +/+ Eenmalige storting door moederdepartement | – | – | – | – | – | – | – |
4c | –/– Aflossingen op leningen | – | – | – | – | – | – | – |
4d | +/+ Beroep op leenfaciliteit | – | – | – | – | – | – | – |
4 | Totaal financieringskasstroom | –375 | – | – | – | – | – | – |
5 | Rekening courant RHB 31 december (incl. depositorekeningen) | 9 227 | 7 059 | 6 919 | 6 979 | 6 149 | 5 719 | 5 374 |
1) Slotwet
2) Vastgestelde begroting
Operationele kasstroom
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in het werkkapitaal.
Investeringskasstroom
De investeringskasstroom wordt bepaald door de geschatte investeringen in materiële en immateriële activa. Kleinschalige investeringen worden uit eigen vermogen gefinancierd.
Financieringskasstroom
In 2011 heeft de eigenaar het eigen vermogen met een bedrag ad € 0,375 miljoen afgeroomd.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Tarieven/uur: | |||||||
Voorcalculatorisch integraal uurtarief (gemiddeld)(1) | € 89,23 | € 87,69 | € 89,25 | € 91,00 | € 93,00 | € 94,90 | € 96,70 |
Index ten opzichte van 2010 (2010 = 100) | 99,7 | 98,0 | 99,7 | 101,7 | 103,9 | 106,0 | 108,1 |
Omzet per produktgroep (pxq) (x 1 000): | |||||||
Totale omzet (excl.OOP) | € 14 817 | € 15 159 | € 10 880 | € 9 600 | € 2 640 | € 970 | € 775 |
Omzet Europese: nationale regelingen (2) | 87 : 13 | 88 : 12 | 96 : 4 | 99 : 1 | 98 : 2 | 100 : 0 | 100 : 0 |
Omzet productenregelingen: urenregelingen (3) | 89 : 11 | 91 : 9 | 93 : 7 | 98 : 2 | 92 : 8 | 91 : 9 | 89 : 11 |
fte-totaal: | |||||||
fte-totaal (excl. externe inhuur) | 138 | 142 | 106 | 92 | 25 | 7 | 5 |
Omzet per fte: | |||||||
Omzet per fte inclusief externe inhuur | € 93 494 | € 96 021 | € 97 757 | € 99 691 | € 101 835 | € 131 762 | € 141 641 |
Saldo van baten en lasten (%): | |||||||
Saldo van baten en lasten (4) | € 699 | – € 2 535 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten als % van de totale baten | 3% | 12% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Productiviteit: | |||||||
Declarabiliteit (= gedeclareerde uren (direct) / beschikbare uren) | 71% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% |
Ziekteverzuimpercentage: | |||||||
Ziekteverzuimpercentage (totaal incl. langdurig) | 4,5% | 4,9% | 4,5% | 4,5% | 4,5% | 4,5% | 4,5% |
Uitvoeringskosten per opdracht: | |||||||
Europees: ESF–2 2007–2013 (5) | |||||||
Uitvoeringskosten / gemiddelde projectsubsidie | 8,6% | 8,5% | 8,5% | 8,5% | nvt | nvt | nvt |
Nationaal: (6) | |||||||
Uitvoeringskosten / gemiddelde projectsubsidie | 4,2% | nvt | nvt | nvt | nvt | nvt | nvt |
Toelichting financiële indicatoren
(1) De voorcalculatorische uurtarieven zijn integrale kostprijzen (alle kosten / facturabele uren). Alleen regeling-specifieke kosten worden niet in de tariefsberekening meegenomen; deze worden als out-of-pocketkosten (OOP) rechtstreeks in rekening gebracht bij de opdrachtgevers. De uurtarieven vormen de basis voor de facturering aan de opdrachtgevers.
In de begroting stijgt het uurtarief jaarlijks met de voor dat jaar verwachte stijging van de consumentenprijsindex (CPI).
(2) De uitvoering van de subsidieregeling ESF-2 2007–2013, is een gewaarborgde opdracht tot en met 2016.
De uitvoering van de ESF-periode 2014–2020 is niet meegenomen in de begroting.
De nationale opdrachten die het Agentschap SZW uitvoert zijn doorgaans kortlopend. In de begroting is uitgegaan van de opdrachten die met zekerheid worden uitgevoerd. De uitvoering van deze opdrachten loopt in de komende jaren af. Er wordt voorzichtigheidshalve niet vooruitgelopen op prospecten of lopende onderhandelingen.
(3) Productregelingen: uitvoeringskosten = gerealiseerde producten x productprijs (= normtijd uren x uurtarief).
Urenregelingen: uitvoeringskosten = werkelijk bestede uren x uurtarief.
Het streven is om elke opdracht als productregeling uit te voeren. Uitzonderingen zijn opdrachten waarbij geen sprake is van concrete «producten» en nieuwe regelingen waarbij nog onvoldoende ervaringsgegevens beschikbaar zijn om de productprijs te berekenen.
(4) Het Agentschap SZW heeft geen winststreven.
(5) De hoogte van de uitvoeringskosten per project wordt met name bepaald door de subsidie-vereisten die de opdrachtgever stelt. Bovendien speelt de gemiddelde projectsubsidie een rol. De benodigde behandeltijd stijgt niet evenredig met de projectomvang.
(6) De meeste nationale regelingen zijn kortlopende opdrachten. De enige regelingen die met zekerheid na 2012 worden uitgevoerd zijn de Regeling Tegemoetkoming in de Adoptiekosten en de Wet Inburgering. Deze regelingen lenen zich niet om de indicator met betrekking tot de uitvoeringskosten te berekenen.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Klanttevredenheid: (1) | |||||||
Totaalwaardering onderzoek | 7,50 | 7,00 | 7,10 | 7,20 | 7,20 | 7,20 | 7,20 |
Telefonische bereikbaarheid: (2) | |||||||
% oproepen dat leidt tot contact | niet gemeten | 95% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% |
% van contact binnen 15 seconden | niet gemeten | 65% | 70% | 75% | 75% | 75% | 75% |
Uitkomsten bezwaar- en beroepsprocedures (3): | |||||||
% bezwaarprocedures geheel gegrond | 14% | 6% | 5% | 5% | 5% | 5% | 5% |
% bezwaarprocedures deels gegrond | 5% | 16% | 15% | 15% | 15% | 15% | 15% |
% beroepsprocedures geheel of deels gegrond | 38% | 22% | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% |
Aanvragen / einddeclaraties via internet: | |||||||
Europese regelingen | 100% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% |
Nationale regelingen | 0% | 80% | 80% | 80% | 80% | nvt | nvt |
Doorlooptijd beschikkingen: | |||||||
% tijdige beschikkingen | 93% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% |
Aantal dwangsommen betaald | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bedrag dwangsommen betaald | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 |
Doorlooptijd betalingen: | |||||||
% tijdige betalingen | 98% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% | 99% |
Aantal malen wettelijke rente betaald | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bedrag wettelijke rente betaald | € 278 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 | € 0 |
Bedrag wettelijke rente teruggevorderd | € 1 776 |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
(1) In 2011 heeft het uitgevoerde klanttevredenheidsonderzoek zich beperkt tot de aanvragers van de nationale subsidieregelingen en leverde een waardering van gemiddeld 7,5 op (2010: 6,85). Streven is om in 2014 uit te komen op een gemiddelde score die hoger is dan de benchmark (7,12). Het klanttevredenheidsonderzoek zal in het najaar van 2012 opnieuw worden uitgevoerd.
(2) In 2011 was oorspronkelijk een nieuw onderzoek gepland. Besloten is dit onderzoek uit te stellen tot na de verhuizing (februari 2012) en aan te sluiten bij het SZW-breed bereikbaarheidsonderzoek. De planning van dit onderzoek is nog niet bekend.
(3) De bezwaar- en beroepsprocedures worden door directie WBJA (Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden) van het ministerie van SZW uitgevoerd. De resultaten van de procedures worden ontleend aan de rapportages van WBJA. Voor beroeps- en hoger beroep procedures is geen onderscheid te maken tussen geheel of gedeeltelijk gegrond-verklaringen. Agentschap SZW hecht meer waarde aan de uitkomsten van de beroepsprocedures. Bij de bezwaarprocedures kunnen door de aanvragers namelijk nieuwe feiten en/of omstandigheden worden aangedragen. De gegrond-verklaringen in bezwaar geven dus niet in alle gevallen een oordeel over de kwaliteit van het subsidieverleningsproces.