Realisatie 20111) | Raming 20122) | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||||
Opbrengst moederdepartement | 9 647 | 10 100 | 10 000 | 9 980 | 9 880 | 9 805 | 9 805 | ||
Opbrengst overige departementen | – | – | – | – | – | – | – | ||
Opbrengst derden | – | – | – | – | – | – | – | ||
Rentebaten | 104 | 30 | 5 | – | – | – | – | ||
Bijzondere baten | |||||||||
Vrijval voorzieningen | 2 032 | – | – | – | – | – | – | ||
Totaal baten | 11 783 | 10 130 | 10 005 | 9 980 | 9 880 | 9 805 | 9 805 | ||
Lasten | |||||||||
Apparaatskosten | |||||||||
Personele kosten | 7 321 | 8 380 | 8 495 | 8 495 | 8 445 | 8 370 | 8 370 | ||
waarvan eigen personeel | 6 385 | 7 200 | 7 325 | 7 325 | 7 275 | 7 200 | 7 200 | ||
waarvan externe inhuur | 391 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 | ||
Materiële kosten | 1 548 | 1 660 | 1 435 | 1 435 | 1 435 | 1 435 | 1 435 | ||
waarvan apparaat ICT | 131 | 105 | 165 | 165 | 165 | 165 | 165 | ||
waarvan bijdrage aan SSO’s | 151 | 370 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | ||
Rentelasten | 17 | – | – | – | – | – | – | ||
Afschrijvingskosten | |||||||||
Materieel | 71 | 15 | – | – | – | – | – | ||
waarvan apparaat ICT | – | – | – | – | – | – | – | ||
Immaterieel | 74 | 75 | 75 | 50 | – | – | – | ||
Overige kosten | |||||||||
Dotaties voorzieningen | 576 | – | – | – | – | – | – | ||
Bijzondere lasten | – | – | – | – | – | – | – | ||
Totaal Lasten | 9 607 | 10 130 | 10 005 | 9 980 | 9 880 | 9 805 | 9 805 | ||
Saldo van baten en lasten | 2 176 | – | – | – | – | – | – |
1) Slotwet
2) Vastgestelde begroting
Algemeen
De baten-lastendienst Inspectie Werk en Inkomen (IWI) is per 1 januari 2012 met de Arbeidsinspectie en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst samengegaan in de Inspectie SZW. Binnen de nieuwe inspectie is het gemakkelijker om de beschikbare menskracht flexibel in te zetten, met het doel om maximaal maatschappelijk effect te kunnen bereiken.
De taken van IWI zijn binnen de Inspectie SZW belegd bij de directie Werk en Inkomen (W&I). Vanuit de directies Analyse, Programmeren en Signaleren (APS) en Inspectieondersteuning en Informatiehuishouding (I&I) wordt specialistische kennis en ondersteuning geleverd. De omvang hiervan is forfaitair bepaald.
IWI is de onafhankelijke toezichthouder voor de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het doel van het toezicht is om onafhankelijk inzicht te bieden in de effectiviteit van de uitvoeringspraktijk in samenhang met het beleid op het terrein van werk en inkomen. De focus van het systeemgerichte toezicht van IWI richt zich voornamelijk op de werking en de opbrengsten van het stelsel. Het toezicht is signalerend, de inspectie heeft geen interventiemogelijkheden. Het is aan de bewindslieden en de uitvoeringsorganisaties om aan de signalen van de inspectie gevolgen te verbinden voor verbetering van de uitvoering en/of het beleid.
Per 1 mei 2012 zijn, als uitvloeisel van de vorming van de Auditdienst Rijk (ADR), de uitvoering van het risicogerichte onderzoek zbo’s en het onderzoek naar de uitvoering van de WWB door de gemeenten weer ondergebracht bij IWI. Deze onderzoeken worden verricht op verzoek van de bewindslieden. De formatie van IWI is als gevolg van deze overheveling verhoogd met 7,0 fte tot 90,7 fte.
De invulling van de taakstelling van het kabinet Rutte/Verhagen voor de jaren 2012 tot en met 2015 leidt tot een afname van de formatie van IWI met 8,0 fte tot 82,7 fte in 2016. De omvang van de formatie 2013 is 88,7 fte. Binnen de Inspectie SZW worden slechts vacatures vervuld, indien dat meerjarig en rekening houdend met de taakstelling tot en met 2015, niet tot overbezetting zal leiden. In de (meerjaren-)begroting IWI is rekening gehouden met een reële bezetting voor 2013 van 84,6 fte.
Evenals in 2012 zal in 2013 de beschikbare capaciteit volledig worden ingepland op projecten. Eventuele aanvullende onderzoeken op verzoek van de bewindslieden kunnen, na besluitvorming door de IG, leiden tot het (tijdelijk) stopzetten van geplande onderzoeken.
Baten
Toelichting bij de begroting van baten en lasten
Opbrengst moederdepartement
Evenals in 2012 is een inspectiebrede risicoanalyse de basis voor de uitwerking van het jaarplan 2013 van de Inspectie SZW. De programma’s van IWI maken daar integraal onderdeel van uit. In de loop van 2012 worden de voorgenomen activiteiten van IWI uit het Jaarplan 2013 uitgewerkt in de Tarievennota 2013. IWI gaat voor 2013 opnieuw uit van de productie van 8 programmarapportages. Voor elke programmarapportage zullen 2 à 3 onderzoeken worden uitgevoerd die elk uitmonden in een nota van bevindingen. Daarnaast voert IWI onderzoek uit op verzoek van de bewindslieden, hieronder begrepen de uitvoering van het risicogerichte onderzoek zbo’s en het onderzoek naar de uitvoering van de WWB door de gemeenten.
De realisatie van de producten uit de Tarievennota 2013 is de basis voor de opbrengsten van IWI. De doorbelasting van de geleverde producten aan het moederdepartement geschiedt op basis van de 82 400 ingeplande uren tegen het gecalculeerde uurtarief van € 121,37. Ter vergelijking: het tarief 2012 is € 127,53.
Lasten
Personele kosten
De formatie 2013 bedraagt 88,7 fte, dit is inclusief een afname van 2,0 fte als gevolg van de taakstelling. De personele kosten 2013 zijn gebaseerd op een reële bezetting van 84,6 fte. Hierbij is inbegrepen de tijdelijke vervulling van 2,0 fte van de openstaande vacatureruimte.
Voor de inhuur van overige tijdelijke personeelstekorten én externe deskundigheid is een begrotingspost opgenomen van € 0,6 miljoen. Deze blijft binnen de SZW-norm voor inhuur. Daarnaast voorziet de begroting in kosten voor rechtspositionele regelingen, opleidingen en overige personeelskosten.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan uit de kosten voor automatisering/ICT, huisvestingskosten en bureaukosten. De omvang van deze post is deels bepaald aan de hand van de vaste kosten en deels gerelateerd aan de personele omvang.
De daling van deze kosten komt in het bijzonder doordat de medewerkers van de directie Werk en Inkomen nadat zij zijn ingetrokken in het hoofdkantoor van SZW volledig zijn gaan flexwerken. Hierdoor zijn minder werkplekken nodig en komen de huurkosten lager uit.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten betreffen vanaf 2013 uitsluitend nog de immateriële activa. De overige activaposten zijn volledig afgeschreven.
Saldo van baten en lasten
Met de gekozen uitgangspunten sluit de begroting precies.
Realisatie 20111) | Raming 20122) | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Rekening courant RHB 1 januari | 12 453 | 10 715 | 4 616 | 3 583 | 2 924 | 2 587 | 2 414 |
(incl. depositorekeningen) | ||||||||
2 | Totaal operationele kasstroom | –3 057 | –2 195 | –1 033 | –659 | –337 | –173 | –108 |
–/– Totaal investeringen | – | – | – | – | – | – | – | |
+/+ Totaal boekwaarde desinvesteringen | 30 | – | – | – | – | – | – | |
3 | Totaal investeringskasstroom | 30 | – | – | – | – | – | – |
4a | –/– Eenmalige uitkering aan moederdepartement | –375 | –2 520 | – | – | – | – | – |
4b | +/+ Eenmalige storting door moederdepartement | – | – | – | – | – | – | – |
4c | –/– Aflossingen op leningen | – | – | – | – | – | – | – |
4d | +/+ Beroep op leenfaciliteit | – | – | – | – | – | – | – |
4 | Totaal financieringskasstroom | –375 | –2 520 | – | – | – | – | – |
5 | Rekening courant RHB 31 december | 9 051 | 6 000 | 3 583 | 2 924 | 2 587 | 2 414 | 2 306 |
(incl. depositorekeningen) |
1) Slotwet
2) Vastgestelde begroting
Toelichting bij het kasstroomoverzicht
De operationele kasstroom 2013 ad € – 1,033 miljoen betreft de uitgaven ten laste van de voorzieningen voor € 1,083 miljoen en de afschrijvingen van vaste activa voor € 0,05 miljoen.
IWI verwacht de komende jaren geen investeringen te hoeven doen in materiële en immateriële activa en verwacht eveneens geen financieringskasstroom.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Generiek deel: | |||||||
Tarieven/uur in € | 131,85 | 127,53 | 121,37 | 121,12 | 121,59 | 122,38 | 122,38 |
fte-totaal (excl. externe inhuur) | 85,3 | 86,3 | 84,6 | 84,6 | 83,6 | 82,6 | 82,6 |
Saldo van baten en lasten (%) : | 18,5% | – | – | – | – | – | – |
Kwaliteitsindicator: | |||||||
Tijdigheid afronding projecten | 100% | 70% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% |
Verklarende variabelen: | |||||||
Declarabiliteit toezichtmedewerkers (%) | 68% | 71% | 72% | 72% | 72% | 72% | 72% |
Inhuur externen in % van loonsom inclusief inhuur | 5,7% | 7,7% | 7,6% | 7,6% | 7,6% | 7,6% | 7,6% |
Overhead (in % van totale formatie) | 29% | 20% | 19% | 19% | 19% | 19% | 19% |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Met de gekozen uitgangspunten komt het uurtarief 2013 voor de medewerkers van IWI op € 121,37. Vanaf 2015 zal het tarief iets stijgen, als gevolg van gelijkblijvende declarabiliteit van de toezichtmedewerkers en een beperkte afname van de primaire bezetting.
Na de verwerking van de taakstelling komt de formatie van IWI voor 2013 uit op 88,7 fte. De formatie 2012 was 83,7 fte, maar is als gevolg van de overheveling van medewerkers van de AD SZW toegenomen tot 90,7 fte. Als gevolg van de taakstelling zal de formatie de komende jaren afnemen van 90,7 fte in 2012 tot 82,7 fte vanaf 2016. In bovenstaande tabel is de verwachte bezetting aan het einde van het jaar opgenomen.
Voor de jaren vanaf 2012 tot en met 2017 wordt een sluitende begroting gepresenteerd. De lagere bijdrage ten opzichte van het beschikbare budgettaire kader komt ten goede aan de, door de SG aan de Inspectie SZW, opgelegde taakstelling.
De tijdigheidsnorm wordt verhoogd van 70% in 2012 naar 80% vanaf 2013. Uiteraard stuurt IWI op een tijdige afronding van haar producten, maar stemt het moment van uitbrengen ook af op de actualiteit. Omdat een norm haalbaar moet zijn zal deze ook na 2013 gehandhaafd worden op 80%.
IWI werkt continue aan de verbetering van haar producten. Naast de verdiepingsopleidingen als vervolg op de Mastercourse «Toezichtonderzoek in de sociale zekerheid» is in 2011 gestart met de zogenaamde Verbeteragenda. Het doel van de Verbeteragenda is: «Door taken eenduidiger te organiseren en medewerkers vanuit hun functie meer verantwoordelijkheid te geven kan het werk beter. Zo ontstaat meer ruimte om tot heldere conclusies en gezaghebbende oordelen te komen». Daarnaast wordt de kwaliteit en effectiviteit van de producten van IWI continue verbetert door het bespreken van de werkplannen met de stakeholders, feedbackbijeenkomsten en de interne kenniskring. Deze activiteiten laten zich niet meten in kengetallen.
Een strakke sturing op de verhoging van de declarabiliteit heeft de afgelopen jaren geleid tot een stijging van de gerealiseerde declarabiliteit van 65% in 2010 tot 67% in 2011. In 2012 wordt gestuurd op het realiseren van de norm van 71%. De declarabiliteitsnorm van de toezichtmedewerkers (inclusief de specialisten en projectsecretarissen vanuit APS) is voor 2013 gesteld op 72%. Omdat het steeds lastiger wordt om een verdere verhoging te realiseren en een norm in de praktijk ook haalbaar moet zijn, is vooralsnog ook voor de jaren ná 2013 de norm gesteld op 72%.
Voor de programmamanagers geldt een vaste declarabiliteitsnorm van 50%, voor de overige APS medewerkers 20%. De ondersteunende I&I-medewerkers dragen niet direct bij aan de totstandkoming van de producten.
In de (meerjaren-)begroting van IWI is een post opgenomen voor de tijdelijke inhuur in geval van capaciteitstekorten en voor de inhuur van externe deskundigheid. De omvang van deze post blijft binnen de SZW-norm van 8%.
Zoals aangegeven zijn de primaire taken van IWI belegd bij de directie Werk en Inkomen en wordt vanuit APS en I&I specialistische kennis en ondersteuning ingebracht. Tot overhead wordt gerekend de leiding binnen de directie W&I en de aan IWI toegerekende ondersteuning vanuit APS en I&I. De overhead bedraagt de komende jaren circa 19% van de totale bezetting.