Base description which applies to whole site

2.3 Niet-beleidsartikelen

Artikel 91. Nominaal en Onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Niet-beleidsartikel 91 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

0

0

0

854.188

854.188

777.012

779.190

776.165

775.315

Uitgaven

0

0

0

854.188

854.188

777.012

779.190

776.165

775.315

Loonbijstelling

0

 

0

782.354

782.354

706.795

705.663

702.867

701.739

Prijsbijstelling

0

 

0

73.534

73.534

73.517

73.527

73.298

73.576

Onvoorzien

0

 

0

– 1.700

– 1.700

– 3.300

0

0

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Loonbijstelling

  • De post «Loonbijstelling» wordt per saldo met € 782,4 miljoen verhoogd. Het betreft de toevoeging van:

    • de loonbijstelling tranche 2016 (€ 488,6 miljoen);

    • de meerjarige doorwerking van de loonruimte-overeenkomst publieke sector 2015–2016 (€ 232,2 miljoen); en

    • een eenmalige extra loonbijstelling in 2016 voor het werkgeversdeel van de herstelopslag voor pensioenpremies in 2016 (€ 72,7 miljoen).

  • Een deel van de loonbijstelling tranche 2016 wordt ingezet ter dekking van OCW-brede uitvoeringsproblematiek. Het betreft de loonbijstelling over de financiële instrumenten subsidies en opdrachten (totaal € 11,1 miljoen).

  • Het restant van de loonbijstelling wordt in de begroting 2017 verdeeld over de begrotingsartikelen.

Prijsbijstelling

  • De post «Prijsbijstelling» wordt per saldo met € 73,5 miljoen verhoogd. Het betreft de toevoeging van:

    • de kaderrelevante prijsbijstelling tranche 2016 (€ 56,4 miljoen); en

    • de niet-kaderrelevante prijsbijstelling met betrekking tot studiefinanciering (€ 18,5 miljoen).

  • Een deel van de prijsbijstelling tranche 2016 wordt ingezet ter dekking van OCW-brede uitvoeringsproblematiek. Het betreft de prijsbijstelling over de financiële instrumenten subsidies en opdrachten (totaal € 1,4 miljoen).

  • Het restant van de prijsbijstelling wordt in de begroting 2017 verdeeld over de begrotingsartikelen.

Onvoorzien

  • De post «Onvoorzien» wordt per saldo met € 1,7 miljoen verlaagd. Het betreft de bijdrage van OCW aan de ontwikkeling van een eID (elektronische identiteit) door het Ministerie van BZK (€ 1,7 miljoen in 2016 en € 3,3 miljoen in 2017).

  • Daarnaast hebben er nog een aantal andere mutaties op dit artikel plaatsgevonden. Zo levert OCW een bijdrage aan de begroting van V&J (3 x € 8,2 miljoen in 2016 tot en met 2018) en aan het uitwerkingsakkoord 2015 met de VNG (2 x € 17,3 miljoen in 2016 en 2017). Deze bijdrage is geboekt op dit artikel en vervolgens gedekt binnen de OCW-begroting. Per saldo zijn deze mutaties daardoor niet zichtbaar.

  • Ook is de eindejaarsmarge 2015/2016 van € 325,9 miljoen aan dit artikel toegevoegd en vervolgens direct ingezet ter dekking van:

    • overlopende verplichtingen die niet in 2015 tot betaling zijn gekomen, maar pas in 2016 (totaal € 128,1 miljoen);

    • de helft van de eenmalige extra loonbijstelling in 2016 voor het werkgeversdeel van de herstelopslag voor pensioenpremies (€ 36,4 miljoen);

    • de digitale taken rijksarchieven van het Nationaal Archief (€ 43,6 miljoen); en

    • OCW-brede uitvoeringsproblematiek voor 2016 (€ 117,9 miljoen).

Artikel 95. Apparaatskosten

Budgettaire gevolgen van beleid

Budgettaire gevolgen van beleid, Niet-beleidsartikel 95 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
     

Ontwerpbegroting 2016

Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Stand 1e suppletoire begroting 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

Mutatie 2020

Verplichtingen

239.161

0

239.161

9.821

248.982

– 5.373

– 4.779

– 4.766

– 4.759

Uitgaven

239.161

0

239.161

9.821

248.982

– 5.373

– 4.779

– 4.766

– 4.759

                       

Personele uitgaven

166.545

0

166.545

6.389

172.934

– 93

– 87

– 366

– 366

Waarvan

                 
 

– 

eigen personeel

155.495

 

155.495

5.699

161.194

– 93

– 87

– 366

– 366

 

– 

externe inhuur

7.846

 

7.846

690

8.536

0

0

0

0

 

– 

overige personele uitgaven

3.204

 

3.204

0

3.204

0

0

0

0

                       

Materiële uitgaven

72.616

0

72.616

3.432

76.048

– 5.280

– 4.692

– 4.400

– 4.393

Waarvan

                 
 

– 

ICT

27.427

 

27.427

8.215

35.642

0

0

0

0

 

– 

bijdrage aan SSO's

28.404

 

28.404

– 5.794

22.610

– 5.053

– 4.464

– 4.201

– 4.194

 

– 

overige materiële uitgaven

16.785

 

16.785

1.011

17.796

– 227

– 228

– 199

– 199

                       

Begrotingsreserve schatkistbankieren

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

567

0

567

 

567

0

0

0

0

Toelichting mutaties:

Uitgaven

Toelichting per instrument:

Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 6,4 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • Diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 1,2 miljoen. Onder andere als gevolg van een vertraging in de realisatie van het project «Rijk aan informatie» en het project «OCW naar 3F» in 2015, totaal € 1,1 miljoen;

  • Teruggave van het aandeel van het surplus op het eigen vermogen van FMH en de voormalige RGD, totaal € 5,3 miljoen. Deze apparaatsmiddelen waren al van OCW, maar zijn nu overgeboekt naar de begroting van OCW.

Materiële uitgaven

Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 3,4 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  • diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 7,1 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:

    • als gevolg van een vertraging in de oplevering van de nieuwe ICT-werkplek in 2015 wordt € 5,9 miljoen pas in 2016 uitgegeven;

    • door vertraagde interdepartementale besluitvorming is in 2015 niet gestart met de voorziene herinrichting van de Hoftoren. De projectkosten ad € 1,2 miljoen zijn daarmee verschoven naar 2016;

  • Teruggave van het aandeel van het surplus op het eigen vermogen van FMHaaglanden en de voormalige RGD, totaal € 2,3 miljoen. Deze apparaatsmiddelen waren al van OCW, maar zijn nu overgeboekt naar de begroting van OCW;

  • Diverse interdepartementale overboekingen hebben geleid tot een verlaging van het budget van € 6,3 miljoen:

    • Een overboeking naar BZK als gevolg van de centrale bekostiging van FMHaaglanden ad € 5,2 miljoen;

    • Overboekingen naar SZW ten behoeve van de exploitatiekosten FDC, team beheer 2016 en exploitatiekosten Leer & Ontwikkelplein 2016, totaal € 1,1 miljoen;

    • Een overboeking naar Financiën zijnde een bijdrage voor de kosten van abonnementen ICBR 2016 € 0,2 miljoen;

    • Een bijdrage van EZ ad € 0,2 miljoen ten behoeve van de kosten van de AWTi 2016.

Ontvangsten

Het ontvangstenbudget blijft ongewijzigd.

BATEN-LASTENAGENTSCHAP DIENST UITVOERING ONDERWIJS (DUO)

In deze paragraaf is de 1e suppletoire begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.

Tabel Staat van baten-lastenagentschap DUO (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting 2016

Mutaties 1e suppletoire begroting 2016

Totaal geraamd

Baten

     

Omzet moederdepartement

227.015

24.922

251.937

Omzet overige departementen

23.107

0

23.107

Omzet derden

10.745

0

10.745

Rentebaten

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

Totaal baten

260.867

24.922

285.789

       

Lasten

     

Apparaatskosten

253.852

24.922

278.774

– personele kosten

144.433

4.691

149.124

– waarvan eigen personeel

119.163

188

119.351

– waarvan externe inhuur

18.270

4.503

22.773

– waarvan overige personele kosten

7.000

0

7.000

– materiële kosten

109.419

20.231

129.650

– waarvan apparaat ICT

20.000

0

20.000

– waarvan bijdrage aan SSO's

12.500

0

12.500

Rentelasten

15

0

15

Afschrijvingskosten

7.000

0

7.000

– materieel

7.000

0

7.000

– waarvan apparaat ICT

5.500

0

5.500

– immaterieel

0

0

0

Overige kosten

0

0

0

– dotaties voorzieningen

0

0

0

– bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

260.867

24.922

285.789

Saldo van baten en lasten

0

0

0

Toelichting:

De baten van de 1e suppletoire begroting laten een stijging zien van € 24,9 miljoen ten opzichte van oorspronkelijk vastgestelde begroting 2016 (€ 260,9 miljoen).

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is € 24,9 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De stijging heeft grotendeels betrekking op incidentele financiering zijnde geen onderdeel makend van de begroting, voor onder andere de werkzaamheden voor de uitvoering van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (€ 14,2 miljoen), doorontwikkeling BRON (€ 5,0 miljoen). Daarnaast betreft het bijstellingen in de (basis)dienstverlening (€ 5,7 miljoen), zoals intensivering handhaving (€ 2,0 miljoen), afnemen centrale- en staatsexamens (KOMEX) (€ 1,0 miljoen) en overige diverse bijstellingen optellend naar € 2,7 miljoen).

Lasten

Apparaatskosten

De personele begroting laat een stijging zien van € 4,7 miljoen, benodigd voor de additionele inzet op de (basis)dienstverlening. De materiële kosten laten een stijging zien van € 20,2 miljoen samenhangend met de eerder genoemde additionele werkzaamheden op (basis)dienstverlening en de uitvoering van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering en doorontwikkeling BRON.

Kasstroomoverzicht

Suppletoire begroting 2016 (Eerste suppletoire begroting), Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap (Bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1)

Vastgestelde begroting

(2)

Mutaties 1e

suppletoire

begroting

(3)=(1)+(2)

Stand

1e suppletoire

begroting

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2016

46.755

0

46.755

 

Totaal ontvangen operationele kasstroom (+)

260.867

24.922

285.789

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 253.867

– 24.922

– 278.789

2.

Totaal operationele kasstroom

7.000

0

7.000

 

Totaal investeringen (-/-)

– 7.000

0

– 7.000

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

– 7.000

0

– 7.000

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalig storting van moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

– 315

0

– 315

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

– 315

0

– 315

5.

Rekening courant RHB 31 december 2016 (=1+2+3+4)

46.440

0

46.440

Het kasstroomoverzicht is niet aangepast ten opzichte van de vastgestelde begroting.

Licence