Rijksvastgoedbedrijf (was: Rijksgebouwendienst, Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf en Dienst Vastgoed Defensie)
Inleiding
Met het instellingsbesluit baten-lastenagenschap Rijksvastgoedbedrijf (Stc. 5 februari 2016 nr. 5345) heeft het Rijksvastgoedbedrijf met ingang van 1 januari 2016 de agentschapstatus. Met de mutaties in de 1e suppletoire begroting 2016 wordt invulling gegeven aan de overgang van de agentschappen Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB), de Rijksgebouwendienst (RGD) en de Dienst Vastgoed Defensie (DVD) naar het agentschap Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Na de voorgeschreven voorhangprocedure is de fusie nu werkelijkheid.
De vastgoedportefeuille die door de fusie is ontstaan, is de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland en bestaat uit (landbouw)gronden, gevangenissen, rechtbanken, kazernes, vliegvelden, oefenterreinen, ministeries, havens, (belasting)kantoren, monumenten zonder huisvestingsfunctie, musea en paleizen. Het gaat in totaal om ruim 12 miljoen vierkante meters aan gebouwen en circa 94.000 hectare aan grond.
Het Rijksvastgoedbedrijf zet dit vastgoed in voor de realisatie van rijksoverheiddoelen, in samenwerking met, en met het oog voor de omgeving. De opdracht is het effectief en efficiënt inzetten van het rijksvastgoed, het financieel en maatschappelijk rendement uit vastgoed optimaliseren en het verlagen van kosten voor het Rijk.
Het Rijksvastgoedbedrijf verzorgt o.a.:
-
• de rijkshuisvesting voor kantoren en specialties;
-
• de huisvesting van de Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken, de huisvesting van het Koninklijk Huis voor zover vallend onder de verantwoordelijkheid van de Staat en de instandhouding van monumenten in beheer van het Rijksvastgoedbedrijf;
-
• de doelmatige verkoop van overtollig rijksvastgoed en geeft dit waar mogelijk in gebruik;
-
• uitgifte in pacht van gronden;
-
• de vertegenwoordiging namens het Rijk bij gebiedsontwikkelingsprojecten waarbij meervoudige rijksdoelstellingen aanwezig zijn;
-
• onderhoud aan en beheer van defensiegebouwen en terreinen;
-
• projectontwikkeling voor Defensie.
Exploitatie
Omschrijving | Stand 1e sup. begroting 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||
Omzet moederdepartement | 35.166 | 30.822 | 30.267 | 29.832 | 29.652 |
Omzet overige departementen | 1.063.378 | 1.065.841 | 1.075.725 | 1.101.988 | 1.098.777 |
Omzet derden | 81.105 | 71.409 | 95.730 | 108.211 | 108.211 |
Rentebaten | 0 | 124 | 124 | 124 | 124 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 37.665 | 33.794 | 30.524 | 28.402 | 28.271 |
Totaal baten | 1.217.314 | 1.201.990 | 1.232.370 | 1.268.557 | 1.265.035 |
Lasten | |||||
Apparaatskosten | |||||
– personele kosten | 159.466 | 140.239 | 135.219 | 126.870 | 125.768 |
– Waarvan eigen personeel | 130.969 | 126.446 | 121.998 | 119.765 | 118.721 |
– Waarvan externe inhuur | 21.750 | 8.550 | 8.100 | 2.100 | 2.100 |
– Waarvan overige personele kosten | 6.748 | 5.243 | 5.121 | 5.005 | 4.947 |
Materiële kosten | 52.026 | 103.916 | 128.584 | 139.867 | 140.314 |
– Waarvan apparaat ICT | 24.247 | 21.089 | 21.239 | 21.390 | 21.390 |
– Waarvan bijdrage SSO's | 0 | 750 | 750 | 750 | 750 |
– Waarvan overige materiële kosten | 27.779 | 82.077 | 106.595 | 117.727 | 118.174 |
Rentelasten | 32.641 | 54.404 | 63.605 | 72.973 | 78.839 |
Afschrijvingskosten | 238.477 | 283.180 | 296.484 | 311.227 | 323.429 |
– Materieel | 238.477 | 283.165 | 296.469 | 311.212 | 323.414 |
– Waarvan apparaat ICT | 0 | 40 | 40 | 40 | 40 |
– Immaterieel | 0 | 15 | 15 | 15 | 15 |
Overige lasten | |||||
– Dotaties voorzieningen | 12.000 | 11.000 | 11.000 | 11.000 | 11.000 |
– Bijzondere lasten | 722.704 | 609.249 | 597.510 | 606.583 | 585.759 |
Totaal lasten | 1.217.314 | 1.201.989 | 1.232.402 | 1.268.520 | 1.265.109 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 1 | – 32 | 37 | – 74 |
Toelichting
De stand 1e suppletoire begroting 2016 betreft recente inzichten in de baten en lasten van het nieuwe agentschap Rijksvastgoedbedrijf. De cijfers over 2017 en later betreffen de technische optelling van de begrotingen van de 3 agentschappen die in het Rijksvastgoedbedrijf zijn ondergebracht en aansluiten bij het resultaat zoals gepresenteerd op Prinsjesdag. Het meerjarige beeld vanaf 2017 wordt geactualiseerd in de Ontwerpbegroting 2017.
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van het Rijksvastgoedbedrijf is een kostendekkende op output gebaseerde exploitatie. De eigenaar heeft de tarieven 2016 voor rijkshuisvesting en de overige dienstverlening vastgesteld.
In de hierna volgende tabel zijn de bijzondere lasten gespecificeerd.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|
Markthuren | 203.169 | 205.000 | 198.000 | 187.000 | 170.200 |
DBFMO-lasten | 83.785 | 93.310 | 107.662 | 118.988 | 118.988 |
Onderhoud | 273.738 | 238.306 | 228.615 | 239.195 | 234.773 |
Belastingen en heffingen | 23.665 | 20.000 | 19.900 | 19.900 | 19.900 |
Energielasten | 35.052 | ||||
Ontwikkeling en verkoop onroerend goed | 73.241 | ||||
Overige lasten | 30.054 | 52.634 | 43.334 | 41.499 | 41.899 |
Totaal | 722.704 | 609.250 | 597.511 | 606.582 | 585.760 |
Kasstroomoverzicht
Kasstroomoverzicht baten-lastenagentschap RVB | ||
---|---|---|
(Bedragen x € 1.000) | Stand 1e sup. begroting | |
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2016 | 661.883 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 1.179.649 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | 981.563 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 198.086 |
Totaal investeringen (-/-) | – 520.000 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 30.000 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 490.000 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | – 161.108 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | – 388.039 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 520.000 | |
Totaal financieringskasstroom | – 29.147 | |
4. | Rekening-courant RHB 31 december 2016 (=1+2+3+4) | 340.822 |
Toelichting
De afdracht aan het moederdepartement betreft het surplus op het eigen vermogen. De investeringen en het beroep op de leenfaciliteit zijn met name gebaseerd op lopende en voorgenomen huisvestings-, en ontwikkelprojecten ingevolge het Kader Overname Rijksvastgoed (KORV).
Openingsbalans
1-1-2016 | |
---|---|
Activa | |
Vaste activa | |
Materiële vaste activa | |
Grond en gebouwen | 4.456.690 |
Installaties en inventarissen | 779.497 |
Projecten in uitvoering | 255.093 |
Overige materiële vaste activa | 19 |
Vlottende activa | |
Voorraden | 414.329 |
Onderhanden projecten | 23.399 |
Debiteuren | 34.965 |
Vordering moederdepartement | 88.789 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 402.788 |
Liquide middelen | 661.883 |
Totaal activa | 7.117.452 |
Passiva | |
Eigen vermogen | |
Exploitatiereserve | 58.982 |
Surplus exploitatiereserve | 161.108 |
Voorzieningen | 123.194 |
Langlopende schulden | 5.682.322 |
Kortlopende schulden | |
Crediteuren | 23.831 |
Schulden moederdepartement | 3.191 |
Overige schulden en overlopende passiva | 1.064.824 |
Totaal passiva | 7.117.452 |
Toelichting
De openingsbalans is samengesteld uit de vermogensbestanddelen van de drie in het agentschap Rijksvastgoedbedrijf samengevoegde organisaties, te weten voormalige agentschappen Rijksgebouwendienst, Dienst Vastgoed Defensie en Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf.
Het surplus op de exploitatiereserve betreft de overschrijding van de maximaal toegestane exploitatiereserve van € 59 mln. Dit maximum is berekend op grond van het daarover bepaalde in de Regeling Agentschappen. Het surplus zal worden afgedragen aan het moederdepartement.
Doelmatigheid
2016 | |
---|---|
Omzet per product * € 1.000 | |
Verkoop vastgoed | 84.264 |
Verkoop grondstoffen | 233 |
T.b.s. kantoren en specialties | 866.569 |
Externe ingebruikgeving | 8.889 |
Aanvullende dienstverlening | 0 |
Gebiedsontwikkeling | 1.603 |
Projectontwikkeling | 24.400 |
Verwerving | 75 |
Beheren gebouwen niet in eigendom | 171.868 |
Expertise en advies | 9.150 |
Strat. advisering | 11.145 |
Overige producten | 1.454 |
saldo baten en lasten | 0 |
in % | 0,0% |
| |
Huisvestingsvoorraad * 1.000 m2 BVO | 6.077 |
waarvan verhuurd | 5.415 |
waarvan eigendom | 4.780 |
waarvan huur | 1.297 |
Gemiddelde leegstand rijkshuisvesting voor rekening RVB 6,7% | |
ITK rijkshuisvesting | 2,1–2,8 |
Voorraad beheerde Defensieobjecten | |
Gebouwen * 1.000m2 BVO | 5.742 |
Terreinen * 1.000m2 BVO | 342.117 |
Doelmatigheid verkoop vastgoed | >0 |
Bezetting ambtelijke fte's ultimo | 1.840 |
Apparaat-omzetindicator | 17,4% |
Directe uren per directe fte | 1.355 |
Toelichting
Het Rijksvastgoedbedrijf is een vraaggestuurde dienst. Afhankelijk van de vraag van departementen naar producten en diensten kan de omzet fluctueren. Hieraan gerelateerd zal ook de bezetting van personeel fluctueren.
Dienst van de Huurcommissie (DHC)
Inleiding
De ontwerpbegroting 2016 van de Dienst van de Huurcommissie (DHC) is opgesteld in de zomer van 2015. Op dat moment bestond er nog geen volledig inzicht in de werklast van DHC en de daaraan verbonden kosten in samenhang met de aard en omvang van de verzoeken om
geschilbeslechting in 2016, dat de basis vormt voor de offerte aan en de opdracht van de opdrachtgevende beleidsdirectie Woningmarkt. Inmiddels heeft die opdrachtverlening plaatsgevonden, en is mede op basis daarvan de raming van baten en lasten geactualiseerd. Daarbij is het voornemen om het huidige workflowsysteem en de kantoorautomatisering van DHC in 2016 te vervangen. De voorbereiding van de Europese aanbesteding daarvoor is inmiddels gestart. In het kader van deze vervanging zullen eenmalige transitiekosten gemaakt worden (inregeling, data-migratie, interfaces met andere systemen). Deze kosten leiden tot een verhoging van de materiële kosten. Wegens de voorwaarden die door de accountants gesteld worden aan het treffen van voorzieningen, kon voor deze kosten in 2015 geen voorziening getroffen worden. Als gevolg hiervan steeg het eigen vermogen van DHC per ultimo 2015 tot € 0,735 mln. Door de mutaties zoals voorgesteld in deze 1ste suppletoire begroting, zal het saldo van baten en lasten – € 0,710 worden. Dit negatief saldo kan derhalve gedekt worden door een intering op het eigen vermogen zonder dat dit negatief wordt.
Exploitatie
(1) | (2) | (3)=(1)+(2) | |
---|---|---|---|
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Mutaties 1e suppletoire begroting | Totaal geraamd |
Baten | |||
Omzet moederdepartement | 12.102 | 513 | 12.615 |
Omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 |
Omzet derden | 1.136 | – 143 | 993 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 870 | 870 |
Totaal baten | 13.238 | 1.240 | 14.478 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 12.250 | 1.080 | 13.330 |
– personele kosten | 6.529 | 350 | 6.879 |
– Waarvan eigen personeel | 5.859 | 0 | 5.859 |
– Waarvan externe inhuur | 670 | 350 | 1.020 |
– Waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 |
Materiële kosten | 5.721 | 730 | 6.451 |
– Waarvan apparaat ICT | 2.825 | 730 | 3.555 |
– Waarvan bijdrage SSO's | 0 | 0 | 0 |
– Waarvan overige materiële kosten | 2.896 | 0 | 2.896 |
Rentelasten | 0 | ||
Afschrijvingskosten | 988 | 0 | 988 |
– Materieel | 24 | 0 | 24 |
– Waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
– Immaterieel | 964 | 0 | 964 |
Overige lasten | 0 | 870 | 870 |
– Dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 |
– Bijzondere lasten | 0 | 870 | 870 |
Totaal lasten | 13.238 | 1.950 | 15.188 |
Saldo van baten en lasten | 0 | – 710 | – 710 |
Toelichting
Baten
Omzet moederdepartement
De omzetverhoging vloeit voort uit de begin 2016 verstrekte opdracht aan DHC voor de in 2016 uit te voeren werkzaamheden inzake de geschilbeslechting op basis van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.
Omzet derden
De verwachte opbrengst uit leges is verlaagd op grond van het aantal verwachte leges-veroordelingen in 2016 en het (op basis van ervaringscijfers) verwachte gemiddelde bedrag per legesveroordeling.
Bijzondere baten
Ten behoeve van een aantal specifieke projecten heeft het moederdepartement in eerdere jaren specifieke bijdragen toegezegd en bij wijze van voorschot betaald. Jaarlijks wordt de definitieve hoogte van deze bijdragen bepaald op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten (zie verder onder bijzondere lasten).
Lasten
Apparaatskosten
Op grond van de verwachte werklast in 2016, is de omvang en samenstelling van de personele inzet bepaald. Deze bestaat naast de vaste medewerkers van DHC uit de inhuur van extern personeel, met name om de piekbelasting rond de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli op te kunnen vangen. De raming van de materiële kosten is verhoogd met het oog op de in de Inleiding vermelde vervanging van het workflowsysteem van DHC dat het proces van geschilbeslechting ondersteunt, alsmede de kantoorautomatisering.
Bijzondere lasten
Deze lasten hebben betrekking op werkzaamheden en kosten voor specifieke projecten die niet in de 2016-kostprijzen en tarieven voor de opdrachtgever verwerkt zijn, maar waarvoor een aparte vergoeding van de opdrachtgever wordt verkregen op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten. Het gaat daarbij om het project «Verbetering van de digitale dienstverlening» en het project «Behandeling van inkomensafhankelijke huurverhogingsgeschillen». Op grond van de realisatie in 2015 en de verwachtingen met betrekking tot de 2016-activiteiten, is een raming van de hiermee gemoeide kosten gemaakt; deze kosten worden gedekt door de hierboven genoemde «bijzondere baten».
Saldo van baten en lasten
Naar verwachting zal het exploitatieresultaat – € 0,71 mln. bedragen als gevolg van de vermelde vervanging van het workflowsysteem en de kantoorautomatisering. Dit zal ten laste van het eigen vermogen gebracht worden, dat naar verwachting niettemin per ultimo 2016 positief zal zijn.
Kasstroomoverzicht
(1) | (2) | (3)=(1)+(2) | ||
---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting | Mutaties 1esuppletoire begroting | Stand 1e suppletoire begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2016 | 4.918 | – 636 | 4.282 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 13.238 | 1.240 | 14.478 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | 12.250 | 1.950 | 14.200 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 988 | – 710 | 278 |
Totaal investeringen (-/-) | – 988 | 0 | – 988 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 988 | 0 | – 988 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | – 2.400 | 0 | – 2.400 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 2.400 | 0 | – 2.400 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2016 (=1+2+3+4) | 2.518 | – 1.346 | 1.172 |
Toelichting
De verlaging van het tegoed bij de Rijksboekhouding per 1 januari 2016 is gebaseerd op het desbetreffend bedrag zoals opgenomen in de Jaarrekening 2015 van DHC. De verlaging van het (per saldo) totaal van de operationele kasstroom hangt samen met de hiervoor vermelde verhoging van materiële kosten die naar verwachting geheel in 2016 tot hogere uitgaven zal leiden.