Vastgestelde begroting (1) | Stand 1e suppletoire begroting (2) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | ||||||
Verplichtingen | 5.583.226 | 5.547.695 | ‒ 58 | ‒ 148.000 | 5.399.637 | ||
Uitgaven | 5.583.226 | 5.547.695 | ‒ 58 | ‒ 148.000 | 5.399.637 | ||
Waarvan juridisch verplicht | 100% | 100% | 100% | ||||
Inkomensoverdrachten | 2.201.267 | 2.171.481 | 0 | 2.000 | 2.173.481 | ||
Basisbeurs | 380.511 | 291.878 | 0 | ‒ 3.000 | 288.878 | ||
Gift ( R) | 1.085.819 | 1.084.608 | 0 | ‒ 3.000 | 1.081.608 | ||
Prestatiebeurs (NR) | ‒ 705.308 | ‒ 792.730 | 0 | 0 | ‒ 792.730 | ||
Aanvullende beurs | 834.064 | 810.499 | 0 | 4.000 | 814.499 | ||
Gift ( R) | 661.126 | 664.582 | 0 | 4.000 | 668.582 | ||
Prestatiebeurs (NR) | 172.938 | 145.917 | 0 | 0 | 145.917 | ||
Reisvoorziening | 957.621 | 932.202 | 0 | 17.000 | 949.202 | ||
Gift ( R) | 741.716 | 733.083 | 0 | 8.000 | 741.083 | ||
Prestatiebeurs (NR) | 150.076 | 118.446 | 0 | 8.000 | 126.446 | ||
Bijdrage studerenden aan OV-contract ( R) | ‒ 866.639 | ‒ 876.723 | 0 | 0 | ‒ 876.723 | ||
Kosten contract OV-bedrijven ( R) | 932.468 | 957.396 | 0 | 1.000 | 958.396 | ||
Overige uitgaven | 29.071 | 136.902 | 0 | ‒ 16.000 | 120.902 | ||
Overige uitgaven relevant ( R) | 90.082 | 98.151 | 0 | ‒ 30.000 | 68.151 | ||
Caribisch Nederland ( R) | 3.860 | 3.210 | 0 | 0 | 3.210 | ||
Overige uitgaven niet-relevant (NR) | ‒ 64.871 | 35.541 | 0 | 14.000 | 49.541 | ||
Leningen | 3.284.173 | 3.254.429 | 0 | ‒ 150.000 | 3.104.429 | ||
Rentedragende lening (NR) | 2.900.819 | 2.891.066 | 0 | ‒ 130.000 | 2.761.066 | ||
Collegegeldkrediet (NR) | 383.354 | 363.363 | 0 | ‒ 20.000 | 343.363 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 97.786 | 121.785 | ‒ 58 | 0 | 121.727 | ||
Dienst Uitvoering Onderwijs ( R) | 97.786 | 121.785 | ‒ 58 | 0 | 121.727 | ||
Ontvangsten | 893.224 | 885.248 | 0 | 0 | 885.248 | ||
Ontvangen rente en relevant hoofdsom ( R) | 91.550 | 88.927 | 0 | ‒ 10.000 | 78.927 | ||
Kortlopende vorderingen ( R) | 81.045 | 54.096 | 0 | ‒ 20.000 | 34.096 | ||
Terugontvangen hoofdsom (NR) | 720.629 | 742.225 | 0 | 30.000 | 772.225 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2019» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2019» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 148,0 miljoen verlaagd. Dit bestaat uit een verhoging van de inkomensoverdrachten met € 2,0 miljoen, en een verlaging van de leningen met € 150,0 miljoen. Bij artikel 11 (Studiefinanciering) zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven. De onderstaande toelichting bij de uitgaven geldt dus ook voor de verplichtingen.
Uitgaven
De uitgaven worden overeenkomstig met de verplichtingen met €148,0 miljoen verlaagd.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten:
• Het budget voor de basisbeurs gift wordt per saldo met € 3,0 miljoen verlaagd op basis van reeds bekende realisaties. Het gaat hier om basisbeursbedragen die als gift worden toegekend aan bolstudenten in niveau 1 en 2.
• Het budget voor de aanvullende beurs gift wordt met € 4,0 miljoen verhoogd op basis van reeds bekende realisatiegegevens.
• Het budget voor de reisvoorziening wordt per saldo met € 17,0 miljoen verhoogd. Hieraan liggen verschillende mutaties ten grondslag:
• De bijdrage aan vervoersbedrijven wordt met € 1,0 miljoen verhoogd door o.a. de implementatiekosten van de boete-maatregelen.
• De reeds gerealiseerde uitgaven aan de reisvoorziening gift zijn iets hoger waardoor er een tegenvaller van € 8,0 miljoen resteert.
• De uitgaven aan de reisvoorziening (niet relevant) worden met € 8,0 miljoen verhoogd op basis van de reeds bekende realisatie.
• De overige uitgaven worden per saldo met € 16,0 miljoen verlaagd. Hieraan liggen twee mutaties ten grondslag:
• De relevante overige uitgaven worden met € 30,0 miljoen verlaagd. Dit is nog een indirect gevolg van wijzigingen in de uitvoeringspraktijk en de bijbehorende boekingsgang doordat in mei 2018 het nieuwe PVS systeem in werking trad. Hierdoor is er in 2018 een stuk minder achterstallig lager recht (ALR) geboekt. Deze daling heeft zich verder doorgezet in 2019. Doordat er minder ALR is, zijn er ook minder kortlopende vorderingen die als relevante uitgaven worden geboekt. Dit zorgt ook voor lagere ontvangsten zoals onder de ontvangsten-mutatie is beschreven.
• De niet relevante overige uitgaven worden met € 14,0 miljoen verhoogd op basis van de reeds bekende realisatie.
Leningen:
• De rentedragende lening wordt naar beneden bijgesteld met € 130,0 miljoen. Uit de realisatiegegevens tot en met juli 2019 blijkt dat de stijgende trend in de leenbedragen van de afgelopen jaren dit jaar kleiner is.
• De uitgaven aan het collegegeldkrediet worden met € 20,0 miljoen naar beneden bijgesteld op basis van reeds bekende realisatiegegevens.
Ontvangsten
Het budget blijft per saldo gelijk. De relevante ontvangsten worden met 30,0 miljoen verlaagd, de niet relevante ontvangsten met 30,0 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
• Ontvangen rente: de ontvangen rente wordt met € 10,0 miljoen naar beneden bijgesteld. Uit de reeds bekende realisatie van DUO blijkt dat de renteontvangsten lager zijn dan geraamd.
• Kortlopende vorderingen: de kortlopende vorderingen zijn naar beneden bijgesteld met € 20,0 miljoen. Zoals bij de mutatie van de overige relevante uitgaven is beschreven, ontstaat er door het nieuwe PVS systeem minder achterstallig lager recht en daardoor minder kortlopende vorderingen. Dat betekent ook minder relevante ontvangsten op kortlopende vorderingen.
• Terugontvangen hoofdsom: de niet-relevante ontvangsten op de terugontvangen hoofdsom zijn met € 30,0 miljoen naar boven bijgesteld. Uit de realisatiegegevens van DUO tot en met juli 2019 blijkt dat er een iets hoger bedrag is terugbetaald.