Base description which applies to whole site

4.2 Art.nr. 95 Apparaat Kerndepartement

Op dit artikel worden de personele en materiële uitgaven van het kerndepartement, de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, de inspecties en adviesraden geraamd.

D. Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 95.1 Budgettaire gevolgen (Bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Verplichtingen

234.043

254.123

259.975

271.517

271.370

269.068

270.223

Uitgaven

234.542

254.123

259.975

271.517

271.370

269.068

270.223

               

Personele uitgaven

189.432

187.791

192.869

204.771

205.535

203.525

204.205

Waarvan

             

eigen personeel

180.150

178.444

183.336

195.025

195.772

193.746

194.426

externe inhuur

4.884

5.602

5.751

5.749

5.757

5.767

5.767

overige personele uitgaven

4.398

3.745

3.782

3.997

4.006

4.012

4.012

               

Materiële uitgaven

43.979

66.332

67.106

66.746

65.835

65.543

66.018

Waarvan

             

ICT

17.833

24.046

24.198

25.264

25.352

25.399

25.399

bijdrage aan SSO's

14.687

17.349

25.385

23.123

22.041

22.078

22.079

overige materiële uitgaven

11.459

24.937

17.523

18.359

18.442

18.066

18.540

                 

Begrotingsreserve schatkistbankieren

1.131

0

0

0

0

0

0

Ontvangsten

3.000

567

567

567

567

567

567

E. Toelichting op de instrumenten

Op het artikel Apparaatsuitgaven staan de apparaatsuitgaven van de directies van het kerndepartement, zowel die van de beleidsdirecties als die van de niet-beleidsdirecties, de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, de inspecties en de adviesraden van het ministerie. Daarnaast worden hier de centrale uitgaven voor onder andere huisvesting, automatisering en bijdragen aan SSO’s geraamd.

Op dit artikel worden tevens de mutaties op de begrotingsreserve schatkistbankieren geraamd. OCW staat garant voor het in gebreke blijven van aan OCW verbonden instellingen die gebruik maken van de regeling schatkistbankieren. Gegeven de omvang van het budget is er om doelmatigheidsredenen voor gekozen om niet per relevant beleidsartikel een reeks op te nemen, maar dit te doen op het artikel 95 Apparaatsuitgaven Kerndepartement. De ontvangen premies van aan OCW verbonden instellingen worden jaarlijks via het Ministerie van Financiën aan OCW overgemaakt en via de slotwet en de saldibalans (toevoeging premie aan gegroeide reserve) in het jaarverslag verwerkt. De geraamde uitgaven vanuit deze reserve zijn als onderdeel van de materiële uitgaven gespecificeerd in tabel 95.1.

In onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven OCW onderverdeeld naar kerndepartement, Rijksdienst Cultureel Erfgoed, Inspectie van het Onderwijs, Erfgoedinspectie, Onderwijsraad, Raad voor Cultuur en de Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie. Daarnaast zijn de apparaatskosten van de baten-lastenagentschappen en ZBO’s weergegeven.

Tabel 95.2 Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/-kosten inclusief agentschappen en ZBO’s/RWT’s (Bedragen x € 1 miljoen)
 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Totaal apparaatsuitgaven ministerie

234,5

254,1

260,0

271,5

271,4

269,1

270,2

Kerndepartement

131,8

143,7

158,0

170,0

169,9

168,3

169,4

Rijksdienst Cultureel Erfgoed

32,9

34,6

32,6

32,6

32,6

31,9

31,9

Inspectie van het Onderwijs

61,5

68,0

62,3

61,9

61,9

61,9

61,9

Erfgoedinspectie

2,4

2,3

2,3

2,3

2,3

2,3

2,3

Onderwijsraad

2,3

2,3

2,3

2,3

2,3

2,3

2,3

Raad voor Cultuur

2,5

2,0

2,0

1,9

1,9

1,9

1,9

Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie

1,1

1,2

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

               

Totaal apparaatskosten agentschappen

351,3

307,4

308,6

301,7

292,7

292,7

292,8

Dienst Uitvoering Onderwijs

314,0

270,6

271,6

266,8

258,8

258,8

258,9

Nationaal Archief

37,3

36,8

37,0

34,9

33,9

33,9

33,9

               

Totaal apparaatskosten ZBO’s

201,1

204,0

202,5

202,9

202,5

203,1

203,7

Stichting fonds voor de Podiumkunsten

6,1

6,3

6,3

6,3

6,3

6,3

6,3

Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

2,6

3,1

3,1

3,1

3,1

3,1

3,1

Stichting Mondriaanfonds

2,9

3,7

3,7

3,6

3,6

3,6

3,6

Stichting Nederlands Filmfonds

3,9

3,5

3,5

3,5

3,5

3,5

3,5

Stichting Stimuleringsfonds Creatieve Industrie

1,9

1,9

1,9

2,0

2,0

2,0

2,0

Stichting Nederlands Letterenfonds

2,7

2,6

2,6

2,6

2,6

2,6

2,6

Bureau Architectenregister

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

0,0

Commissariaat voor de Media (CvdM)

5,0

5,2

4,6

4,6

4,6

4,6

4,6

Nederlandse Publieke Omroep (NPO)

2,0

2,0

2,0

2,0

2,0

2,0

2,0

Stichting Regionale Publieke Omroep

0,8

0,8

0,8

0,8

0,8

0,8

0,8

Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

3,6

3,7

3,6

3,6

3,4

3,4

3,4

Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW)

13,6

13,6

13,6

13,6

13,6

13,6

13,6

Koninklijke Bibliotheek (KB)

58,5

58,5

58,6

59,2

59,7

60,3

60,9

Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

40,2

37,6

37,0

36,9

36,7

36,7

36,7

Stichting Participatiefonds

2,1

2,0

2,0

2,0

2,0

2,0

2,0

Stichting Vervangingsfonds

2,8

2,7

2,7

2,7

2,7

2,7

2,7

Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)

51,9

56,3

56,0

55,9

55,4

55,4

55,4

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

0,5

De cijfers in bovenstaande tabel zijn niet met elkaar te consolideren aangezien het zowel uitgaven als kosten betreft.

De apparaatskosten bij de baten-lastendiensten betreffen naast de apparaatskosten in verband met werkzaamheden voor OCW ook de kosten die verband houden met werkzaamheden die voor tweeden en derden worden uitgevoerd.

Het personeel van het CvTE bestaat uit Rijksambtenaren, de apparaatskosten van het CvTE zijn dan ook opgenomen in de apparaatsuitgaven van het kerndepartement.

Het bedrag (exclusief inkomsten uit inschrijving), dat is geraamd voor het Bureau Architectenregister valt weg in de afronding.

Toelichting:

In bovenstaande tabel zijn RWT’s waarbij een individuele uitvraag in het veld nodig is niet opgenomen. Dit betreft ondermeer alle onderwijsinstellingen, academische ziekenhuizen en musea. ZBO’s waarbij de gegevens met betrekking tot de apparaatsuitgaven uit hoofde van reguliere bestaande informatiestromen beschikbaar zijn, zijn wel opgenomen.

In onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven van het kerndepartement weergegeven zoals deze direct toe te rekenen zijn aan de verschillende beleidsterreinen.

Tabel 95.3 Apparaatsuitgaven per beleidsartikel in 2019 (Bedragen x € 1 miljoen)

Beleidsartikel

Bedrag

Totaal apparaat

42,3

Primair onderwijs

6,2

Voortgezet onderwijs

7,4

Middelbaar Beroepsonderwijs

6,0

Hoger onderwijs en Studiefinanciering

6,2

Internationaal beleid

2,6

Cultuur

8,6

Onderzoek en wetenschapsbeleid

3,0

Emancipatie

2,3

Licence