Inleiding
Als Rijksbrede dienstverlener werkt UBR elke dag aan het beter, sterker en slimmer maken van het Rijk. UBR doet dit door (kennisintensieve) dienstverlening te leveren op het gebied van ICT, personeel, organisatie, inkoop, overheidspublicaties, beveiliging en logistiek. Zo levert UBR op de verschillende terreinen advies-, transitie-, innovatiediensten en is UBR expert in (rijks)beveiliging en in het afhandelen van koeriers- en transportdiensten. UBR biedt dienstverlening aan op bedrijfsvoeringsdomeinen waar ook andere SSO’s van het Directoraat-Generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR) diensten leveren. Komend jaar wordt de samenwerking met de andere SSO’s geintensiveerd om meer samenhang in de dienstverlening te organiseren.
UBR focust op het exploitabel maken van technologische ontwikkelingen, innovatieve dienstverleningsconcepten en nieuwe manieren van werken. Daarmee draagt UBR bij aan het invullen van politiek-bestuurlijke ambities en Rijksbrede prioriteiten. Zo helpt UBR het Rijk bij haar ICT opgaven door tijdelijke expertise te leveren en kennis uit te wisselen. Niet alleen levert UBR interim capaciteit, ook zoeken wij een duurzame oplossing voor het groeiend tekort aan ICT-personeel met de opbouw van het RijksICTGilde voor schaarse hoogwaardig technische ICT-capaciteit van de Rijksoverheid en het programma Rijksaanpak HR-ICT. Belangrijk onderdeel van het HR-ICT programma is het organiseren van traineeships.
Daarnaast draagt UBR bij aan de arbeidsmarktopgaven van de maatschappij en het Rijk voor mensen met een arbeidsbeperking. Zo organiseert UBR de programmaorganisatie Binnenwerk. Deze organisatie creëert banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Voor rijksonderdelen verzorgt Binnenwerk het werven, begeleiden en organiseren van banen. Het programma Binnenwerk geeft invulling aan de Wet stimulering arbeidsparticipatie (Stap) en het Bestuurlijk akkoord en Werkagenda Rijk Banenafspraak (Kamerstukken II, 2018/19, 34352, nr. 165 )
. Het programma wordt gefinancierd vanuit deelnemende organisaties.
De activiteiten van UBR worden bekostigd uit de omzet gebaseerd op aan afnemers geleverde producten en diensten tegen jaarlijks vastgestelde tarieven (veelal p x q). Het onderdeel Personeel i.o. heeft een belangrijk deel van haar dienstverlening budgetgefinancierd op basis van het doorberekenen van de jaarlijkse kosten naar rato van het aantal individuele arbeidsrelaties (IAR) bij de betreffende departementen.
Staat van baten en lasten
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet | 279.900 | 266.379 | 286.529 | 286.529 | 286.529 | 286.529 | 286.529 |
waarvan omzet moederdepartement | 104.528 | 75.608 | 93.756 | 93.756 | 93.756 | 93.756 | 93.756 |
waarvan omzet overige departementen | 166.979 | 183.586 | 182.073 | 182.073 | 182.073 | 182.073 | 182.073 |
waarvan omzet derden | 8.393 | 7.185 | 10.700 | 10.700 | 10.700 | 10.700 | 10.700 |
Vrijval voorzieningen | 924 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 280.824 | 266.379 | 286.529 | 286.529 | 286.529 | 286.529 | 286.529 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 271.502 | 264.841 | 285.108 | 285.108 | 285.108 | 285.108 | 285.108 |
- Personele kosten | 169.368 | 172.935 | 191.164 | 191.164 | 191.164 | 191.164 | 191.164 |
waarvan eigen personeel | 136.577 | 147.774 | 161.684 | 161.684 | 161.684 | 161.684 | 161.684 |
waarvan inhuur externen | 27.776 | 15.483 | 21.900 | 21.900 | 21.900 | 21.900 | 21.900 |
waarvan overige personele kosten | 5.015 | 9.678 | 7.580 | 7.580 | 7.580 | 7.580 | 7.580 |
- Materiële kosten | 102.134 | 91.906 | 93.944 | 93.944 | 93.944 | 93.944 | 93.944 |
waarvan apparaat ICT | 10.928 | 3.641 | 4.510 | 4.510 | 4.510 | 4.510 | 4.510 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 18.940 | 19.724 | 19.979 | 19.979 | 19.979 | 19.979 | 19.979 |
waarvan overige materiële kosten | 72.266 | 68.541 | 69.455 | 69.455 | 69.455 | 69.455 | 69.455 |
Afschrijvingskosten | 1.430 | 1.536 | 1.419 | 1.419 | 1.419 | 1.419 | 1.419 |
- Materieel | 411 | 307 | 324 | 324 | 324 | 324 | 324 |
waarvan apparaat ICT | 39 | 67 | 23 | 23 | 23 | 23 | 23 |
- Immaterieel | 1.019 | 1.229 | 1.096 | 1.096 | 1.096 | 1.096 | 1.096 |
Dotaties voorzieningen | 579 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 |
Totaal lasten | 273.511 | 266.379 | 286.529 | 286.529 | 286.529 | 286.529 | 286.529 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 7.313 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 13 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 7.300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Uitgangspunt voor de begroting van baten en lasten van UBR is een kostendekkende exploitatie. Bij het opstellen van de begroting 2021 is uitgegaan van de 2020 tarieven, geïndexeerd met een gewogen loon- en prijsbijstelling. In de jaren vanaf 2022 is geen rekening gehouden met een indexatie voor loon- en prijsbijstelling. Ingeval van (momenteel nog onvoorziene) grote structurele prijsstijgingen van toeleveranciers berekent UBR dit door in de betreffende tarieven.
Omzet
Hieronder zijn de begrote omzetcijfers voor 2021 per organisatieonderdeel weergegeven:
UBR|Rijks Beveiligings Organisatie (RBO) | € 84 mln. |
---|---|
UBR|Interdepartementale Post en Koeriersdienst (IPKD) | € 16 mln. |
UBR|Haagse Inkoop Samenwerking (HIS) | € 16 mln. |
UBR|Kennis- en exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties (KOOP) | € 21 mln. |
UBR|I-Interim Rijk (IIR) | € 35 mln. |
UBR|Organisatie i.o. | € 14 mln. |
UBR|Personeel i.o. | € 59 mln. |
UBR|Ontwikkelbedrijf (OW) | € 38 mln. |
UBR|Bedrijfsvoering & Financiën/Concernstaf (Bv&F/CS) | € 4 mln. |
Totaal | € 287 mln. |
De omzetstijging wordt met name gerealiseerd bij UBR|OW als gevolg van de verdere uitrol van het ICT-traineeship. Daarnaast is de verwachting dat conform de trend van de afgelopen jaren de activiteiten van UBR|RBO en UBR|Personeel i.o. licht zullen groeien.
Kosten
De ontwikkeling van de lasten is gerelateerd aan de omzetontwikkelingen bij de organisatieonderdelen van UBR.
Personele kosten
De ontwikkeling van de kosten eigen personeel is met name een gevolg van de ontwikkeling in de groei van de activiteiten bij UBR|OW door de verdere uitrol van het ICT-traineeship. De externe inhuur voor UBR komt naar verwachting uit op € 21,6 mln. in 2021. Om de flexibiliteit in de vraag te kunnen opvangen huurt UBR|Personeel i.o. arbeidsjuristen in en UBR|HIS inkoopdeskundigen. De overige externe inhuur bij UBR|Personeel i.o hangt samen met het business model bij het onderdeel Workflow en de dienstverlening op gebied van recruitment, waarbij gewerkt wordt met een kleine vaste bezetting en aangevuld met een grote flexibele schil van zzp-ers conform afspraken in de Interdepartementale Commissie Organisatie en Personeel.
Materiële kosten
Er worden geen grote ontwikkelingen op het gebied van de materiële kosten verwacht, vanwaar de verwachte materiële kosten in lijn zijn met de vastgestelde ontwerpbegroting 2020 . Dit bestaat voor het grootste gedeelte uit inkoopkosten voor de dienstverlening waarin de uitbestedingskosten bij UBR|RBO een groot aandeel hebben. Daarnaast valt hieronder de bijdrage aan andere SSO’s voor onder andere de huisvestingskosten en de ICT middelen.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten zijn met name immaterieel en betreffen de geactiveerde investeringen in het klantvolgsysteem InBeeld van UBR|Personeel i.o. en de geactiveerde investeringen in het financiële systeem voor UBR en een aantal collega-SSO’s.
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 35.022 | 36.252 | 47.890 | 48.310 | 48.730 | 49.150 | 49.570 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 327.472 | 272.322 | 286.529 | 286.529 | 286.529 | 286.529 | 286.529 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 314.276 | ‒ 270.365 | ‒ 285.109 | ‒ 285.109 | ‒ 285.109 | ‒ 285.109 | ‒ 285.109 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 13.196 | 1.957 | 1.420 | 1.420 | 1.420 | 1.420 | 1.420 |
-/- totaal investeringen | ‒ 1.077 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 318 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 759 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 | ‒ 1.000 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 526 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 526 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 46.933 | 37.209 | 48.310 | 48.730 | 49.150 | 49.570 | 49.990 |
Toelichting
Het rekening-courantsaldo ultimo 2021 is een resultante van de ontwikkeling van de operationele kasstroom. De investering in de jaren 2021 t/m 2025 betreft voor € 1 mln. overige materiële vaste activa bij organisatieonderdelen van UBR, waaronder reguliere vervanging van bedrijfsmiddelen en vervoersmiddelen voor UBR|IPKD en UBR|Personeel i.o. (bedrijfsmaatschappelijk werk). Voor de financiering van de investeringen zal naar verwachting geen beroep worden gedaan op de leenfaciliteit.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Saldo van baten en lasten (%) | 2,6% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 1.495 | 1.796 | 1.984 | 1.984 | 1.984 | 1.984 | 1.984 |
Kwaliteitsindicator 1 - MTO | 2020 | 7,5 | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
UBR | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | 110,1 | 117,0 | |||||
Tarieven/uur (indexcijfer) | 110,2 | 117,0 | |||||
Omzet per fte | 159.773 | 148.000 | |||||
Tevredenheid dienstverlening | n.v.t. | 7,0 | |||||
UBR|Personeel i.o. | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 |
Omzet per fte | n.v.t. | n.v.t. | 175.955 | 175.955 | 175.955 | 175.955 | 175.955 |
Tevredenheid dienstverlening | n.v.t. | n.v.t. | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
UBR|HIS | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 122,0 | 122,0 | 122,0 | 122,0 | 122,0 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 122,0 | 122,0 | 122,0 | 122,0 | 122,0 |
Omzet per fte | n.v.t. | n.v.t. | 146.961 | 146.961 | 146.961 | 146.961 | 146.961 |
Tevredenheid dienstverlening | n.v.t. | n.v.t. | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
UBR|Organisatie i.o. | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 |
Omzet per fte | n.v.t. | n.v.t. | 168.331 | 168.331 | 168.331 | 168.331 | 168.331 |
Tevredenheid dienstverlening | n.v.t. | n.v.t. | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
UBR|IIR | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 120,5 | 120,5 | 120,5 | 120,5 | 120,5 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 120,5 | 120,5 | 120,5 | 120,5 | 120,5 |
Omzet per fte | n.v.t. | n.v.t. | 159.334 | 159.334 | 159.334 | 159.334 | 159.334 |
Tevredenheid dienstverlening | n.v.t. | n.v.t. | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
UBR|KOOP | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 | 118,6 |
Omzet per fte | n.v.t. | n.v.t. | 188.400 | 188.400 | 188.400 | 188.400 | 188.400 |
Tevredenheid dienstverlening | n.v.t. | n.v.t. | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Beschikbaarheid over alle diensten (url's) | n.v.t. | nvt | 99,90% | 99,90% | 99,90% | 99,90% | 99,90% |
UBR|IPKD | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 122,0 | 122,0 | 122,0 | 122,0 | 122,0 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 122,0 | 122,0 | 122,0 | 122,0 | 122,0 |
Omzet per fte | n.v.t. | n.v.t. | 146.961 | 146.961 | 146.961 | 146.961 | 146.961 |
Tevredenheid dienstverlening | n.v.t. | n.v.t. | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
UBR|RBO | |||||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 119,6 | 119,6 | 119,6 | 119,6 | 119,6 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.v.t. | n.v.t. | 119,6 | 119,6 | 119,6 | 119,6 | 119,6 |
Omzet per fte | n.v.t. | n.v.t. | 87.721 | 87.721 | 87.721 | 87.721 | 87.721 |
Tevredenheid dienstverlening | n.v.t. | n.v.t. | >7 | >7 | >7 | >7 | >7 |
Toelichting
Fte totaal
De toename van het aantal fte’s in 2021 t.o.v. 2020 is vooral een gevolg van de uitbreiding van de dienstverlening bij UBR|OW.
Groei van UBR is geen doel op zich, UBR zal organisch groeien als gevolg van het vollediger aansluiten van departementen. Hierdoor hoeven de departementen minder in eigen beheer uit te voeren dan wel uit te besteden in de markt.
Klanttevredenheid
Als belangrijke graadmeter voor de kwaliteit hanteert UBR de indicator klanttevredenheid over de dienstverlening per organisatieonderdeel. De onderliggende methodiek bij het vaststellen van dit cijfer en de periodiciteit 6 van afname verschilt vanwege de verschillen in dienstverlening per organisatie-onderdeel. UBR streeft minimaal hoger dan een 7 te scoren.
MTO, werkplezier en werkdruk
In 2020 wordt het medewerkerstevredenheidonderzoek (MTO) weer uitgevoerd. UBR stelt zich ten doel om voor het gehele MTO een gemiddelde score van 7,5 te realiseren.
Indexcijfer kostprijzen en tarieven
Bij de vastgestelde begroting voor 2020 is uitgegaan van UBR-brede indexcijfers voor de tarieven en kostprijzen. De afgelopen jaren hebben enkele organisatieonderdelen soms afgeweken van de UBR-brede indexatie. Vandaar dat nu gekozen is om de indexcijfers per organisatieonderdeel te presenteren, waarbij in de gepresenteerde indexcijfers per organisatieonderdeel al rekening is gehouden met deze afwijkingen.
UBR stuurt op haar kostprijs- en omzetontwikkeling door als organisatie mee te bewegen met de vraag naar dienstverlening vanuit alle verschillende afnemers binnen het Rijk. Tegenover de prijscomponent (voornamelijk capaciteitsplanning) gaat het daarbij ook om de veranderende kwaliteit van dienstverlening die gevraagd wordt.