Base description which applies to whole site

5.5 FMHaaglanden (FMH)

Inleiding

FMHaaglanden (FMH) is de professionele facilitair dienstverlener voor Rijksorganisaties in de Haagse regio. FMH levert werkplekken met faciliteiten die het mogelijk maken dat mensen comfortabel kunnen werken, met aandacht voor service in nabijheid, klanttevredenheid en eenvoud in bekostiging en aansturing. Alle dienstverlening wordt gecontracteerd en geregisseerd en in samenhang op en rond de werkomgeving aangeboden.

In 2021 levert FMH dienstverlening voor de kerndepartementen (uitgezonderd het Ministerie van Algemene Zaken) en diverse Rijksorganisaties in de regio Den Haag. Voor Financiën levert FMH alleen personenvervoer en voor Defensie alleen het Rijksbedrijvencentrum Rijswijk. Daarnaast voert FMH DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate)-contractmanagement uit voor de panden Bezuidenhoutseweg 30 en Rijnstraat 8.

De komende jaren staan voor FMH in het teken van nieuwe aansluitingen, het masterplan Rijkskantoorhuisvesting en verdere kwaliteitsverbetering.

FMH zoekt de verdere kwaliteitsverbetering in vernieuwende en duurzame dienstverlening, betere aansluiting op klantprocessen en intensivering van de samenwerking met onder andere de Rijkspartners binnen het Directoraat Generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR) en de facilitaire concerndienstverleners.

Staat van baten en lasten

Tabel 44 Begroting van baten-lastenagentschap FMH voor het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)
 

Stand Slotwet 2019

Vastgestelde begroting 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Baten

             

Omzet

135.286

137.321

143.273

143.273

143.273

143.273

143.273

waarvan omzet moederdepartement

86.815

96.318

120.400

120.400

120.400

120.400

120.400

waarvan omzet overige departementen

44.920

38.097

19.729

19.729

19.729

19.729

19.729

waarvan omzet derden

3.551

2.906

3.144

3.144

3.144

3.144

3.144

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

0

0

0

Rentebaten

0

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

135.286

137.321

143.273

143.273

143.273

143.273

143.273

               

Lasten

             

Apparaatskosten

128.643

130.471

138.228

138.228

138.228

138.228

138.228

- Personele kosten

40.469

44.947

49.036

49.036

49.036

49.036

49.036

waarvan eigen personeel

35.592

39.651

44.132

44.132

44.132

44.132

44.132

waarvan inhuur externen

4.877

5.296

4.904

4.904

4.904

4.904

4.904

waarvan overige personele kosten

0

0

0

0

0

0

0

- Materiële kosten

88.174

85.524

89.192

89.192

89.192

89.192

89.192

waarvan apparaat ICT

45

61

41

41

41

41

41

waarvan bijdrage aan SSO's

60.831

52.052

61.042

61.042

61.042

61.042

61.042

waarvan overige materiële kosten

27.298

33.411

28.109

28.109

28.109

28.109

28.109

Afschrijvingskosten

5.840

6.592

4.892

4.892

4.892

4.892

4.892

- Materieel

5.840

6.592

4.892

4.892

4.892

4.892

4.892

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

0

0

0

- Immaterieel

0

0

0

0

0

0

0

Dotaties voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Overige kosten

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere lasten

0

0

0

0

0

0

0

Rentelasten

242

258

153

153

153

153

153

Totaal lasten

134.725

137.321

143.273

143.273

143.273

143.273

143.273

               

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

561

0

0

0

0

0

0

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

0

0

0

               

Saldo van baten en lasten

561

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet moeder departement

De omzet moederdepartement heeft met name betrekking op de generieke facilitaire dienstverlening binnen het verzorgingsgebied. De budgetten van de departementen voor de facilitaire dienstverlening (het generieke pakket) zijn overgeheveld naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De toename betreft enerzijds een verschuiving van de omzet overige departementen naar het moederdepartement en anderzijds meer afname van generieke dienstverlening.

De verschuiving van overige departementen naar het moederdepartement is het gevolg van de overheveling van de budgetten voor de generieke dienstverlening van onder andere de departementen Buitenlandse Zaken (BZ) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) naar BZK.

De toename in de generieke dienstverlening heeft betrekking op uitbreiding van het verzorgingsgebied met de locaties Prinses Beatrixlaan 2, Schedeldoekshaven 131 en extra afname van vervoer

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen heeft betrekking op de generieke dienstverlening van de nog niet centraal bekostigde departementen/organisatieonderdelen en de specifieke dienstverlening die geleverd wordt aan de overige departementen. De daling is het gevolg van de overgang van de budgetten voor de generieke dienstverlening van onder andere de departementen Buitenlandse Zaken (BZ) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) naar BZK.

Omzet derden

De omzet derden betreft de facilitaire dienstverlening die geleverd wordt aan de Kansspelautoriteit, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, Autoriteit Persoonsgevens en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

Lasten

Personele kosten

De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. De toename van de personele kosten is enerzijds een verschuiving van de materiële kosten naar personele kosten. De dienst vervoer wordt grotendeels uitgevoerd door inzet van eigen personeel in plaats van de inkoop van vervoersdiensten bij een externe leverancier. Anderzijds kan de toename worden gerelateerd aan de extra dienstverlening die wordt geleverd.

Materiële kosten

De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit directe inkoopkosten van de dienstverlening (circa 89% van de materiële kosten). De inkoopkosten zijn opgenomen onder de posten bijdrage SSO’s en overige materiële kosten. De toename is het directe gevolg van de extra dienstverlening die wordt geleverd.

In de bijdrage aan SSO’s hebben de kosten voor Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) een groot aandeel. Dit betreft bijvoorbeeld de kosten voor de Rijksbeveiligersorganisatie in de panden waar FMH de dienstverlening verzorgt. Daarnaast zijn de kosten voor onder andere Rijnstraat 8 door het consortium DBFMO hier opgenomen, aangezien deze kosten via het RVB bij FMH in rekening worden gebracht. De toename van de bijdrage aan SSO’s is het gevolg van de overgang van een aantal schoonmaakcontracten van een externe leverancier naar de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) en de uitbreiding van de dienstverlening.

Afschrijvingskosten

De overgenomen activa (met name meubilair) van de departementen zijn geactiveerd en worden conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing. De hoogte van de investeringen en daarmee de afschrijvingslasten zijn afhankelijk van het masterplan Rijkskantoorhuisvesting. Dit kan mogelijk leiden tot hogere afschrijvingslasten dan nu is verwerkt in de begroting.

De daling van de afschrijvingskosten is het gevolg van de overdracht van de audiovisuele dienstverlening aan SSC-ICT.

Rentelasten

Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële vaste activa vanuit het Ministerie van Financiën.

Kasstroomoverzicht

Tabel 45 Kasstroomoverzicht van baten-lastenagentschap FMH over het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)
   

Stand slotwet 2019

Vastgestelde begroting 2020

2021

2022

2023

2024

2025

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

12.598

11.334

12.812

13.089

14.805

15.402

17.171

 

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

150.844

137.321

143.273

143.273

143.273

143.273

143.273

 

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 132.129

‒ 130.729

‒ 138.381

‒ 138.381

‒ 138.381

‒ 138.381

‒ 138.381

2.

Totaal operationele kasstroom

18.715

6.592

4.892

4.892

4.892

4.892

4.892

 

-/- totaal investeringen

‒ 4.625

‒ 4.088

‒ 2.115

‒ 1.179

‒ 630

‒ 630

‒ 1.000

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

12

0

878

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 4.613

‒ 4.088

‒ 1.238

‒ 1.179

‒ 630

‒ 630

‒ 1.000

 

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

‒ 3.619

0

0

0

0

0

0

 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

0

0

0

0

0

0

0

 

-/- aflossingen op leningen

‒ 4.868

‒ 5.114

‒ 5.493

‒ 3.176

‒ 4.294

‒ 3.124

‒ 2.557

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

4.357

4.088

2.115

1.179

630

630

1.000

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 4.130

‒ 1.026

‒ 3.378

‒ 1.997

‒ 3.664

‒ 2.494

‒ 1.557

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

22.570

12.812

13.089

14.805

15.402

17.171

19.505

Toelichting

Investeringskasstroom

FMH investeert in voornamelijk meubilair. De investeringen hebben met name betrekking op vervanging van activa in het verzorgingsgebied.

De desinvestering heeft betrekking op audiovisuele middelen. Deze dienstverlening wordt overgedragen aan SSC-ICT.

Financieringskasstroom

De relatief hogere aflossing in 2021 is mede het gevolg van de overdracht van de audiovisuele middelen aan SSC-ICT.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

Tabel 46 Overzicht doelmatigheidsindicatoren FMH
 

Stand slotwet 2019

Vastgestelde begroting 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Omschrijving Generiek Deel

             
               

Omzet per productgroep (PxQ)

135.286

137.321

143.273

143.273

143.273

143.273

143.273

Generiek

108.986

119.602

127.874

127.874

127.874

127.874

127.874

Specifiek

26.206

17.719

15.399

15.399

15.399

15.399

15.399

Overig

94

0

0

0

0

0

0

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

451

531

571

571

571

571

571

Saldo van baten en lasten (%)

1,2%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

0,0%

               

Omschrijving Specifiek Deel

             

Verhouding generiek vs specifieke dienstverlening

81:19

87:13

89:11

89:11

89:11

89:11

89:11

Personele kosten als % van totale kosten

30,0%

32,7%

34,2%

34,2%

34,2%

34,2%

34,2%

Materiële kosten als % van totale kosten

70,0%

67,3%

65,8%

65,8%

65,8%

65,8%

65,8%

Apparaatskosten (in €)

45.077

55.210

58.537

58.537

58.537

58.537

58.537

               

Tarieven

             

Regiotarief (facilitair)

   

203

203

203

203

203

               

Tevredenheid

             

Klanttevredenheid

n.v.t.

Tevreden

n.v.t.

Tevreden

n.v.t.

Tevreden

n.v.t.

Tevredenheid specifieke dienstverlening

7,7

7

7

7

7

7

7

Medewerkerstevredenheid

n.v.t.

Tevreden

n.v.t.

Tevreden

n.v.t.

Tevreden

n.v.t.

Toelichting

Omzet per productgroep

De productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast.

De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid een prijs per product/dienst betaalt (vb. catering, extra beveiliging, overig vervoer) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (vb. uitvoering van maatwerkprojecten).

Fte-totaal

De toename van het aantal fte’s is enerzijds een verschuiving van inkoop naar inzet van eigen personeel. De dienst vervoer wordt grotendeels uitgevoerd door inzet van eigen personeel in plaats van de inkoop van vervoersdiensten bij een externe leverancier. Anderzijds kan de toename worden gerelateerd aan de extra dienstverlening die wordt geleverd.

Saldo van baten en lasten (%)

Het saldo baten en lasten van 0% geeft een sluitende begroting weer.

Verhouding generiek versus specifieke dienstverlening

Dit is het aandeel van de omzet van de generieke dienstverlening op de totale omzet versus het aandeel van de omzet van de specifieke dienstverlening in de totale omzet.

Het aandeel van de generieke dienstverlening neemt verder toe.

Personele- en materiële kosten als % van de totale kosten

Dit betreft de procentuele verhouding van de respectievelijk de personele en materiële kosten in de totale lasten. Het aandeel van de personele kosten in de totale kosten laat een lichte toename zien. Dit komt met name doordat de dienst vervoer met name wordt uitgevoerd met eigen personeel en de uitbreiding van de dienstverlening verhoudingsgewijs een grotere personele inzet kent.

Apparaatskosten

De apparaatskosten hebben betrekking op de personele kosten en de materiële kosten exclusief de inkoopkosten voor de dienstverlening. De toename is ook het gevolg van inzet van eigen personeel voor de dienst vervoer en de extra dienstverlening die wordt geleverd.

Regiotarief (facilitair)

De verrekeningsystematiek voor de generieke dienstverlening is aangepast naar een tarief per m2 BVO. Het regiotarief heeft betrekking op de generieke dienstverlening voor kantoorpanden in het verzorgingsgebied van FMH. Specialty panden (waaronden dienstwoningen) en panden waar FMH beperkte dienstverlening levert zijn uitgesloten. De kosten van het generieke vervoer, de landelijke dienstverlening Kunst die het verzorgingsgebied FMH overstijgt en de kosten van de specialty panden en de panden met beperkte dienstverlening zijn niet opgenomen in het regiotarief.

Ondanks jaarlijkse kostenstijgingen weet FMH het regiotarief op hetzelfde niveau te houden door efficiency.

Licence