Inleiding
FMHaaglanden (FMH) is de professionele facilitair dienstverlener voor Rijksorganisaties in de Haagse regio. FMH levert werkplekken met faciliteiten die het mogelijk maken dat mensen comfortabel kunnen werken, met aandacht voor service in nabijheid, klanttevredenheid en eenvoud in bekostiging en aansturing. Alle dienstverlening wordt gecontracteerd en geregisseerd en in samenhang op en rond de werkomgeving aangeboden.
In 2021 levert FMH dienstverlening voor de kerndepartementen (uitgezonderd het Ministerie van Algemene Zaken) en diverse Rijksorganisaties in de regio Den Haag. Voor Financiën levert FMH alleen personenvervoer en voor Defensie alleen het Rijksbedrijvencentrum Rijswijk. Daarnaast voert FMH DBFMO (Design, Build, Finance, Maintain, Operate)-contractmanagement uit voor de panden Bezuidenhoutseweg 30 en Rijnstraat 8.
De komende jaren staan voor FMH in het teken van nieuwe aansluitingen, het masterplan Rijkskantoorhuisvesting en verdere kwaliteitsverbetering.
FMH zoekt de verdere kwaliteitsverbetering in vernieuwende en duurzame dienstverlening, betere aansluiting op klantprocessen en intensivering van de samenwerking met onder andere de Rijkspartners binnen het Directoraat Generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk (DGVBR) en de facilitaire concerndienstverleners.
Staat van baten en lasten
Stand Slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet | 135.286 | 137.321 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | 143.273 |
waarvan omzet moederdepartement | 86.815 | 96.318 | 120.400 | 120.400 | 120.400 | 120.400 | 120.400 |
waarvan omzet overige departementen | 44.920 | 38.097 | 19.729 | 19.729 | 19.729 | 19.729 | 19.729 |
waarvan omzet derden | 3.551 | 2.906 | 3.144 | 3.144 | 3.144 | 3.144 | 3.144 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 135.286 | 137.321 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | 143.273 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 128.643 | 130.471 | 138.228 | 138.228 | 138.228 | 138.228 | 138.228 |
- Personele kosten | 40.469 | 44.947 | 49.036 | 49.036 | 49.036 | 49.036 | 49.036 |
waarvan eigen personeel | 35.592 | 39.651 | 44.132 | 44.132 | 44.132 | 44.132 | 44.132 |
waarvan inhuur externen | 4.877 | 5.296 | 4.904 | 4.904 | 4.904 | 4.904 | 4.904 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 88.174 | 85.524 | 89.192 | 89.192 | 89.192 | 89.192 | 89.192 |
waarvan apparaat ICT | 45 | 61 | 41 | 41 | 41 | 41 | 41 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 60.831 | 52.052 | 61.042 | 61.042 | 61.042 | 61.042 | 61.042 |
waarvan overige materiële kosten | 27.298 | 33.411 | 28.109 | 28.109 | 28.109 | 28.109 | 28.109 |
Afschrijvingskosten | 5.840 | 6.592 | 4.892 | 4.892 | 4.892 | 4.892 | 4.892 |
- Materieel | 5.840 | 6.592 | 4.892 | 4.892 | 4.892 | 4.892 | 4.892 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentelasten | 242 | 258 | 153 | 153 | 153 | 153 | 153 |
Totaal lasten | 134.725 | 137.321 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | 143.273 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 561 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 561 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet moeder departement
De omzet moederdepartement heeft met name betrekking op de generieke facilitaire dienstverlening binnen het verzorgingsgebied. De budgetten van de departementen voor de facilitaire dienstverlening (het generieke pakket) zijn overgeheveld naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). De toename betreft enerzijds een verschuiving van de omzet overige departementen naar het moederdepartement en anderzijds meer afname van generieke dienstverlening.
De verschuiving van overige departementen naar het moederdepartement is het gevolg van de overheveling van de budgetten voor de generieke dienstverlening van onder andere de departementen Buitenlandse Zaken (BZ) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) naar BZK.
De toename in de generieke dienstverlening heeft betrekking op uitbreiding van het verzorgingsgebied met de locaties Prinses Beatrixlaan 2, Schedeldoekshaven 131 en extra afname van vervoer
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op de generieke dienstverlening van de nog niet centraal bekostigde departementen/organisatieonderdelen en de specifieke dienstverlening die geleverd wordt aan de overige departementen. De daling is het gevolg van de overgang van de budgetten voor de generieke dienstverlening van onder andere de departementen Buitenlandse Zaken (BZ) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) naar BZK.
Omzet derden
De omzet derden betreft de facilitaire dienstverlening die geleverd wordt aan de Kansspelautoriteit, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, Autoriteit Persoonsgevens en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten omvatten alle personele uitgaven van de ambtenaren in dienst, gedetacheerde ambtenaren en kosten van uitzendkrachten en inhuur van externen. De toename van de personele kosten is enerzijds een verschuiving van de materiële kosten naar personele kosten. De dienst vervoer wordt grotendeels uitgevoerd door inzet van eigen personeel in plaats van de inkoop van vervoersdiensten bij een externe leverancier. Anderzijds kan de toename worden gerelateerd aan de extra dienstverlening die wordt geleverd.
Materiële kosten
De materiële kosten bestaan voor een belangrijk deel uit directe inkoopkosten van de dienstverlening (circa 89% van de materiële kosten). De inkoopkosten zijn opgenomen onder de posten bijdrage SSO’s en overige materiële kosten. De toename is het directe gevolg van de extra dienstverlening die wordt geleverd.
In de bijdrage aan SSO’s hebben de kosten voor Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) een groot aandeel. Dit betreft bijvoorbeeld de kosten voor de Rijksbeveiligersorganisatie in de panden waar FMH de dienstverlening verzorgt. Daarnaast zijn de kosten voor onder andere Rijnstraat 8 door het consortium DBFMO hier opgenomen, aangezien deze kosten via het RVB bij FMH in rekening worden gebracht. De toename van de bijdrage aan SSO’s is het gevolg van de overgang van een aantal schoonmaakcontracten van een externe leverancier naar de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) en de uitbreiding van de dienstverlening.
Afschrijvingskosten
De overgenomen activa (met name meubilair) van de departementen zijn geactiveerd en worden conform de betreffende regelgeving afgeschreven. Voor nieuwe investeringen is dit eveneens van toepassing. De hoogte van de investeringen en daarmee de afschrijvingslasten zijn afhankelijk van het masterplan Rijkskantoorhuisvesting. Dit kan mogelijk leiden tot hogere afschrijvingslasten dan nu is verwerkt in de begroting.
De daling van de afschrijvingskosten is het gevolg van de overdracht van de audiovisuele dienstverlening aan SSC-ICT.
Rentelasten
Onder deze post zijn alle rentelasten opgenomen die verband houden met de financiering van materiële vaste activa vanuit het Ministerie van Financiën.
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 12.598 | 11.334 | 12.812 | 13.089 | 14.805 | 15.402 | 17.171 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 150.844 | 137.321 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 132.129 | ‒ 130.729 | ‒ 138.381 | ‒ 138.381 | ‒ 138.381 | ‒ 138.381 | ‒ 138.381 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 18.715 | 6.592 | 4.892 | 4.892 | 4.892 | 4.892 | 4.892 |
-/- totaal investeringen | ‒ 4.625 | ‒ 4.088 | ‒ 2.115 | ‒ 1.179 | ‒ 630 | ‒ 630 | ‒ 1.000 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 12 | 0 | 878 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 4.613 | ‒ 4.088 | ‒ 1.238 | ‒ 1.179 | ‒ 630 | ‒ 630 | ‒ 1.000 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 3.619 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 4.868 | ‒ 5.114 | ‒ 5.493 | ‒ 3.176 | ‒ 4.294 | ‒ 3.124 | ‒ 2.557 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 4.357 | 4.088 | 2.115 | 1.179 | 630 | 630 | 1.000 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 4.130 | ‒ 1.026 | ‒ 3.378 | ‒ 1.997 | ‒ 3.664 | ‒ 2.494 | ‒ 1.557 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 22.570 | 12.812 | 13.089 | 14.805 | 15.402 | 17.171 | 19.505 |
Toelichting
Investeringskasstroom
FMH investeert in voornamelijk meubilair. De investeringen hebben met name betrekking op vervanging van activa in het verzorgingsgebied.
De desinvestering heeft betrekking op audiovisuele middelen. Deze dienstverlening wordt overgedragen aan SSC-ICT.
Financieringskasstroom
De relatief hogere aflossing in 2021 is mede het gevolg van de overdracht van de audiovisuele middelen aan SSC-ICT.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren
Stand slotwet 2019 | Vastgestelde begroting 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Omschrijving Generiek Deel | |||||||
Omzet per productgroep (PxQ) | 135.286 | 137.321 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | 143.273 | 143.273 |
Generiek | 108.986 | 119.602 | 127.874 | 127.874 | 127.874 | 127.874 | 127.874 |
Specifiek | 26.206 | 17.719 | 15.399 | 15.399 | 15.399 | 15.399 | 15.399 |
Overig | 94 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 451 | 531 | 571 | 571 | 571 | 571 | 571 |
Saldo van baten en lasten (%) | 1,2% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||||
Verhouding generiek vs specifieke dienstverlening | 81:19 | 87:13 | 89:11 | 89:11 | 89:11 | 89:11 | 89:11 |
Personele kosten als % van totale kosten | 30,0% | 32,7% | 34,2% | 34,2% | 34,2% | 34,2% | 34,2% |
Materiële kosten als % van totale kosten | 70,0% | 67,3% | 65,8% | 65,8% | 65,8% | 65,8% | 65,8% |
Apparaatskosten (in €) | 45.077 | 55.210 | 58.537 | 58.537 | 58.537 | 58.537 | 58.537 |
Tarieven | |||||||
Regiotarief (facilitair) | 203 | 203 | 203 | 203 | 203 | ||
Tevredenheid | |||||||
Klanttevredenheid | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. |
Tevredenheid specifieke dienstverlening | 7,7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 |
Medewerkerstevredenheid | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. | Tevreden | n.v.t. |
Toelichting
Omzet per productgroep
De productgroep Generiek is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast.
De productgroep Specifiek heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid een prijs per product/dienst betaalt (vb. catering, extra beveiliging, overig vervoer) en/of producten en diensten waarover tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aparte afspraken worden gemaakt (vb. uitvoering van maatwerkprojecten).
Fte-totaal
De toename van het aantal fte’s is enerzijds een verschuiving van inkoop naar inzet van eigen personeel. De dienst vervoer wordt grotendeels uitgevoerd door inzet van eigen personeel in plaats van de inkoop van vervoersdiensten bij een externe leverancier. Anderzijds kan de toename worden gerelateerd aan de extra dienstverlening die wordt geleverd.
Saldo van baten en lasten (%)
Het saldo baten en lasten van 0% geeft een sluitende begroting weer.
Verhouding generiek versus specifieke dienstverlening
Dit is het aandeel van de omzet van de generieke dienstverlening op de totale omzet versus het aandeel van de omzet van de specifieke dienstverlening in de totale omzet.
Het aandeel van de generieke dienstverlening neemt verder toe.
Personele- en materiële kosten als % van de totale kosten
Dit betreft de procentuele verhouding van de respectievelijk de personele en materiële kosten in de totale lasten. Het aandeel van de personele kosten in de totale kosten laat een lichte toename zien. Dit komt met name doordat de dienst vervoer met name wordt uitgevoerd met eigen personeel en de uitbreiding van de dienstverlening verhoudingsgewijs een grotere personele inzet kent.
Apparaatskosten
De apparaatskosten hebben betrekking op de personele kosten en de materiële kosten exclusief de inkoopkosten voor de dienstverlening. De toename is ook het gevolg van inzet van eigen personeel voor de dienst vervoer en de extra dienstverlening die wordt geleverd.
Regiotarief (facilitair)
De verrekeningsystematiek voor de generieke dienstverlening is aangepast naar een tarief per m2 BVO. Het regiotarief heeft betrekking op de generieke dienstverlening voor kantoorpanden in het verzorgingsgebied van FMH. Specialty panden (waaronden dienstwoningen) en panden waar FMH beperkte dienstverlening levert zijn uitgesloten. De kosten van het generieke vervoer, de landelijke dienstverlening Kunst die het verzorgingsgebied FMH overstijgt en de kosten van de specialty panden en de panden met beperkte dienstverlening zijn niet opgenomen in het regiotarief.
Ondanks jaarlijkse kostenstijgingen weet FMH het regiotarief op hetzelfde niveau te houden door efficiency.