Base description which applies to whole site

2.2 Indicatoren en streefwaarden Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Bij de vormgeving van beleidsinstrumenten en activiteiten wordt standaard aandacht besteed aan doelmatigheid en doeltreffendheid. Bij de identificatie en beoordeling van activiteiten, zorgt een toets op beleidsrelevantie en kwaliteit, en de afweging van alternatieven (zgn. «Quality at Entry») voor borging van kwaliteit en het verkrijgen van beter inzicht in de realisatie van de beleidsprioriteiten. Daarnaast vindt periodiek een analyse plaats van de samenhang en kwaliteit van het activiteitenportfolio per thema of land (de portfolioschouw). Bij de portfolioschouw van alle hoofdthema’s van ontwikkelingssamenwerking ligt de focus op behaalde resultaten en onderliggende analyses, mede op basis van indicatoren en streefwaarden.

Indicatoren maken het effect van interventies meetbaar en drukken dit uit in te bereiken en bereikte streefwaarden op diverse niveaus: impact, outcome, output en input. De indicatoren en streefwaarden in deze begroting liggen voornamelijk op outcome niveau, en zijn SMART geformuleerd (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden). Voor het meten van de doelen op het gebied van voedselzekerheid worden geen outcome maar output indicatoren gebruikt, die zorgen voor preciezere en meer betrouwbare gegevens.

De streefwaarden en indicatoren zijn afgeleid van de Sustainable Development Goals (SDG’s), die internationaal zijn afgesproken tijdens de VN-top daarover in september 2015. Deze goals worden zowel nationaal als internationaal gemonitord. In de indicatorentabel is een verwijzing opgenomen naar de corresponderende SDG.

Naast de SDG’s vormen de Theories of Change een belangrijke basis. Deze geven aan hoe en waarom de door Nederland gesteunde interventies en activiteiten worden verondersteld bij te dragen aan de gewenste maatschappelijke en economische veranderingen en resultaten. De Theories of Change zijn aangepast op basis van de meest recente BHOS-nota.

Doelen en ambities strekken zich uit over een langere termijn. Inspanningen in ontwikkelingssamenwerking zullen in veel gevallen pas na een aantal jaar vruchten afwerpen en niet lineair verlopen. Voor de lange termijn wordt de horizon van 2030 van de SDG’s gehanteerd. Deze termijn wordt voor de BHOS-begroting opgesplitst in drie overzienbare periodes van eerst vier en dan twee keer vijf jaar. De indicatoren en eventueel bijbehorende streefwaarden zullen daarom periodiek worden bijgesteld (eerste periode van 2017 tot en met 2020; tweede van 2021–2025 en derde van 2026–2030). Uitzonderingen zijn water, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne, en klimaat waarvoor per indicator reeds streefwaarden zijn vastgelegd voor 2030, het eindjaar van de SDG’s.

De werkelijk behaalde resultaten worden gerapporteerd in het Jaarverslag met een toelichting op de succes- en faalfactoren. De realisaties voor de indicatoren in het jaar 2019 worden gehanteerd als referentiewaarden. De meeste streefwaarden zijn uitgedrukt in absolute getallen die in een jaar worden bereikt (aantal personen, organisaties). In een aantal gevallen betreffen de streefwaarden cumulatieve waarden (dus een optelsom van de bereikte resultaten in alle jaren binnen de meetperiode).

Omdat niet alle resultaten kwantitatief meetbaar en aggregeerbaar zijn, dienen deze indicatoren en streefwaarden in samenhang te worden bezien met de overige in deze begroting geformuleerde (kwalitatieve) doelen en resultaten. Aanvullende resultaten en nadere toelichting op ontwikkelingssamenwerking zijn terug te vinden op www.osresultaten.nl.

Het CBS brengt op verzoek van het kabinet vanaf 2019 elk jaar in september een publicatie uit waarin nader wordt ingegaan op de internationalisering van de Nederlandse economie en de effecten daarvan op onder andere economische groei, werkgelegenheid en productiviteit.

Tabel 3 Indicatoren en streefwaarden Buitenlandse Handel

Thema

Resultaatgebied

Indicator

Referentiewaarde 2019

Streefwaarde

SDG

Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Bevorderen van MVO onder het Nederlands bedrijfsleven

Het aandeel grote bedrijven in Nederland dat de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen expliciet onderschrijft als referentiekader voor hun internationale activiteiten

35%

Streefwaarde 90% in 2023

SDG 8 Inclusieve en duurzame groei, SDG 12 Duurzame consumptie en productie

 

Bevorderen van internationaal ondernemerschap

Het aantal door RVO voor internationalisering ondersteunde ondernemingen, dat in de 3 jaar na de beleidsinterventie meer heeft geëxporteerd naar de doelmarkt

415 van de 1.660

n.v.t.

SDG 8 Inclusieve en duurzame groei, SDG 9 Innovatie en duurzame infrastructuur

  

De cumulatieve exporttoename van de betreffende bedrijven

EUR 166,8 miljoen

n.v.t.

 
Tabel 4 Indicatoren en streefwaarden Ontwikkelingssamenwerking

Thema

Resultaatgebied

Indicator

Realisatie1

Streefwaarde 2021

Streefwaarde 2021-20252

SDG

2016-2020

Private sector ontwikkeling (PSD)

Bedrijfsontwikkeling

Aantal banen ondersteund door PSD-programma’s (direct jobs supported naar internationaal geharmoniseerde definitie)

2019: 180.000

150.000

300.000

SDG 8 Inclusieve en duurzame groei

   

2018: 255.000

 

(streefwaarde in 2025, wordt nog aangepast met insluiting van 2021-2024)

 
   

2017: 217.000

   
  

Aantal bedrijven (Nederlandse en lokale ondernemingen) met een ondersteund plan voor investering, handel of dienstverlening

2019: 12.660

10.000

24.000

 
   

2018: 8.800

 

(streefwaarde in 2025, wordt nog aangepast met insluiting van 2021-2024)

 
   

2017: 5.576

   

Voedsel-zekerheid3

Uitbannen van de huidige honger en ondervoeding

Aantal mensen bereikt met activiteiten gericht op  verbetering van de  inname van voedsel

2019: 15.300.000

20.000.000 per jaar

20.000.000 per jaar

SDG 2 Einde maken aan honger

   

2018: 11.400.000

   
   

2017: 15.500.000

   
 

Stimuleren van duurzame en inclusieve groei van de landbouwsector

Aantal boeren bereikt met activiteiten gericht op toename van productiviteit en/of inkomen

2019: 6.600.000

10.000.000 per jaar

10.000.000

 
   

2018: 1.200.000

 

per jaar

 
   

2017: 1.950.000

   
 

Creëren van ecologisch duurzame voedselsystemen

Aantal hectare landbouwgrond bereikt met activiteiten gericht op eco-efficiënter gebruik

2019: 612.000

1.000.000

5.000.000

 
   

2018: 635.000

   
   

2017: 370.000

   

Water

Drinkwater, sanitaire voorzieningen en hygiëne

Het aantal mensen met toegang tot een verbeterde waterbron

2019: 2.900.000

2.200.000

9.500.000

SDG 6 Toegang tot een duurzaam beheer van water

   

2018: 2.200.000

   
   

2017: 2.504.187

 

(30 miljoen cumulatief in 2030)

 
   

2016:1.330.000

   
  

Het aantal mensen met toegang tot verbeterde sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiënische leefomstandigheden

2019: 5.300.000

3.800.000

17.000.000

 
   

2018: 3.600.000

   
   

2017: 2.440.175

 

(50 miljoen cumulatief in 2030)

 
   

2016:1.270.000

   
 

Verbeterd stroomgebied beheer en veilige delta’s

Het aantal mensen dat voordeel ondervindt van verbeterd stroomgebied beheer en veiligere delta’s

2019: 670.000

3.000.000

12.500.000

 
   

2018: 2.400.000

   
   

2017: 10.200.000

   
   

2016:3.110.000

   

Klimaat

Hernieuwbare energie

Aantal mensen met toegang tot hernieuwbare energie

2019: 2.500.000

2.800.000

16.100.000

SDG 7 Toegang tot duurzame en moderne energie

   

2018: 2.600.000

   
   

2017: 2.700.000

 

(50 miljoen, cumulatief in 2030)

 
   

2016:1.900.000

   

Vrouwen-rechten en gender-gelijkheid

Verbeterde randvoorwaarden voor vrouwen-rechten en gender gelijkheid

Aantal individuen (vrouwen, mannen, meisjes en jongens) met versterkte capaciteit voor de bevordering van vrouwenrechten en gendergelijkheid4

2019:  68,749

40

250

SDG 5 Sekse-gelijkheid en zelfontplooiing van vrouwen

  

Indicator 2016-2020: Aantal aantoonbare bijdragen door publieke instanties en bedrijven aan betere randvoorwaarden voor vrouwenrechten en gendergelijkheid (outcome)

2018:  39,611

   
       
 

Versterkte capaciteit van maatschappelijke organisaties

Aantal maatschappelijke organisaties met versterkte capaciteit voor de bevordering van vrouwenrechten en gendergelijkheid

2019: 230

300

1,5

 
   

2018: 820

   
   

2017: 113

   

Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR) en HIV

Toegang tot family planning

Toename in vrouwen en meisjes met toegang tot moderne anticonceptie in 69 FamilyPlanning2020 focuslanden (t.o.v. basisjaar 2012)

2019: 2.750.000

3.500.000

5.100.000

SDG 3 Goede gezondheid en welzijn

   

2018: 2.499.288

 

Cumulatief sinds de baseline in 2012

SDG 5 Sekse-gelijkheid en zelfontplooiing van vrouwen

   

2017: 2.420.560

   
   

2016:1.800.000

   
 

Rechten

Percentage tevredenheid in focuslanden van SRGR partners over de mate waarin barrières in SRGR voor gediscrimineerde en kwetsbare groepen zijn afgenomen5

2019: 54%

Nog vast te stellen

Nog vast te stellen

 
   

2018: 53%

   
   

2017: 4,7%

   

Veiligheid & Rechtsorde

Rechtstaat ontwikkeling

Aantal mensen (man/vrouw) dat toegang heeft tot recht via een juridische instelling (formeel of informeel), om zo hun grondrechten te beschermen, strafbare feiten te laten berechten en geschillen te beslechten,

2019: 286.086, waarvan 63.860 vrouwen (22%)

300.000, waarvan 50% vrouwen

1.500.000

SDG 16 Vreedzame en inclusieve samenleving

   

2018: 136.912, waarvan 42.939 vrouwen (32%)

 

cumulatief

 
   

2017: 147.000, waarvan 56.000 vrouwen (38%)

   
   

2016:22.607, waarvan 5.578 vrouwen (25%)

   
 

Menselijke Veiligheid

Aantal m2 land dat is vrijgegeven als gevolg van humanitaire ontmijningswerkzaamheden

2019: 10.800.000

12.000.000 m2

60.000.000 m2

SDG 16 Vreedzame en inclusieve samenleving

   

2018: 15.000.000

   
   

2017: 18.000.000

   

Migratie en Ontwikkeling

Opvang en bescherming in de regio

Aantal mensen dat formeel/ informeel onderwijs en trainingen volgt

2019: 240.000

125.000 personen

625.000 personen

SDG 4 Kwaliteitsonderwijs

  

Aantal mensen ondersteund in het ontwikkelen van inkomsten genererende activiteiten

2019: 30.000

30.000 personen

150.000 personen

SDG 8 Inclusieve en duurzame groei

   

2018: 4.000

   
1

In deze kolom zijn waar van toepassing de cumulatieve realisaties opgenomen van 2016 t/m 2019 (2016 is het eerste jaar van de implementatie van de SDG's), met uitzondering van de indicator voor Familyplanning die vanaf 2012 wordt gemeten.

2

Streefwaarden in deze kolom zijn de optelsom over de komende vijfjaar periode voor rapportage met betrekking tot de SDG's. Voor indicatoren waar cumulatieve waarden worden gemeten is dit vermeld. Impact van de Corona pandemie op resultaten zijn lastig in te schatten. Om die reden zullen streefwaardes mogelijk worden aangepast in de loop van deze vijf jaar periode.

3

De formulering van de indicatoren op dit beleidsartikel zijn licht aangepast en reflecteren nu juister dat wat er wordt gemeten.

4

Voor de nieuwe rapportageperiode is gekozen voor deze sleutelindicator, omdat die meer inzicht geeft in de resultaten op dit beleidsterrein dan die gebruikt in de voorgaande periode. De streefwaarden zullen definitief worden gemaakt wanneer de partnerschappen onder het nieuwe subsidiekader zijn gevormd (medio 2020).

5

Deze indicator zal worden aangepast in de loop van 2020. De indicator wordt verbreed van de tevredenheid van partners naar een indicator die voortgang meet. De precieze indicator wordt nader vormgegeven en vastgesteld wanneer de partnerschappen onder het nieuwe subsidiekader zijn gevormd (medio 2020).

Licence