Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
Voor 2022 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 904 | 1.535 | 1.535 | 1.535 | 1.535 | 1.535 | 1.535 |
Uitgaven | 904 | 1.535 | 1.535 | 1.535 | 1.535 | 1.535 | 1.535 |
Materiële uitgaven | |||||||
Interparlementaire betrekkingen | 904 | 1.535 | 1.535 | 1.535 | 1.535 | 1.535 | 1.535 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Materiële uitgaven
Interparlementaire betrekkingen
Het betreft de volgende uitgavenposten:
– uitzending van Kamerleden naar internationale organisaties;
– aandeel van Nederland in de kosten van interparlementaire organen;
– contacten tussen de (voormalige) parlementen van het Koninkrijk;
– ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organisaties;
– de activiteiten van de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie (IPU).
Kengetallen
In onderstaand overzicht zijn, als kengetallen, in meerjarig perspectief (2016-2020) de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan, gemiddelden per Kamerzetel (van Eerste en Tweede Kamer) opgenomen.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Interparlementaire betrekkingen | 1.357 | 1.070 | 1.007 | 1.171 | 1.180 | 904 |
Gemiddeld per lid | 6 | 5 | 4 | 5 | 5 | 4 |