Base description which applies to whole site

5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Introductie

Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) adviseert en waarschuwt de samenleving om risico’s met een atmosferische of seismische oorsprong terug te dringen. Het KNMI ontwikkelt daartoe hoogwaardige kennis, verricht waarnemingen, en zet die om in producten en diensten die de veiligheidsrisico’s verminderen, bij­dragen aan een duurzame samenleving en economische mogelijkheden bevorderen.

Per 1 januari 2016 is de Wet taken meteorologie en seismologie in werking getreden.

Producten en diensten

De samenleving wordt steeds gevoeliger voor extreem weer, klimaatverandering, luchtkwaliteit, vulkaanuitbarstingen en aardbevingen. Om deze toegenomen risico’s zoveel mogelijk te helpen beperken past het KNMI het concept van de risico-reductie-cyclus toe.

We bewaken en waarschuwen, maar we geven ook adviezen en handelingsperspectieven voor zowel acute als toekomstige gevaren. Daarbij trekken we actief lessen uit gebeurtenissen om toekomstige adviezen nog beter te maken en zo tot risicoreductie te komen. Dit doen we samen met onze omgeving: het algemene publiek, overheden en (weer)bedrijven. We innoveren permanent onze dienstverlening en creëren daarbij (duurzame) economische kansen voor het bedrijfsleven terwijl we bijdragen aan een veilig, bereikbaar en leefbaar Nederland.

Het KNMI heeft zijn producten en diensten ingedeeld in de productgroepen Meteorologie en Seismologie. Daarnaast wordt EUTMETSAT/Aardobservatie als product onderscheiden. Meetbare gegevens voor deze productgroepen zijn opgenomen in beleidsartikel 23.

Tabel 88 Begroting van baten-lastenagentschap voor het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Baten

       

- Omzet

88.483

96.326

94.761

88.588

84.848

76.601

82.675

waarvan omzet moederdepartement

57.356

64.364

63.499

56.959

53.219

44.972

51.046

waarvan omzet overige departementen

3.093

2.935

2.935

3.302

3.302

3.302

3.302

waarvan omzet derden

28.034

29.027

28.327

28.327

28.327

28.327

28.327

Rentebaten

4

      

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

0

0

0

Bijzondere baten

2

0

0

0

0

0

0

Totaal baten

88.489

96.326

94.761

88.588

84.848

76.601

82.675

        

Lasten

       

Apparaatskosten

65.615

72.741

71.461

70.509

71.478

67.169

66.243

- personele kosten

39.588

41.820

43.609

43.217

41.594

39.514

38.498

* waarvan eigen personeel

34.885

38.652

39.051

39.122

38.002

36.062

35.187

* waarvan externe inhuur

4.551

2.986

4.374

3.902

3.341

3.174

3.093

* waarvan overige personele kosten

152

182

184

193

251

277

218

- materiële kosten

26.027

30.921

27.852

27.291

29.884

27.655

27.745

* waarvan apparaat ICT

4.660

9.237

9.237

9.237

9.237

9.237

9.237

* waarvan bijdrage aan SSO's

4.764

4.554

4.554

3.769

3.769

3.769

2.654

* waarvan overige materiele kosten

16.603

17.130

14.061

14.285

16.878

14.649

15.854

Afschrijvingskosten

2.882

2.550

2.550

1.450

1.450

1.450

1.450

- Materieel

2.413

2.165

2.165

1.065

1.065

1.065

1.065

* waarvan ICT

0

871

871

171

171

171

171

- Immaterieel

469

385

385

385

385

385

385

Dotaties voorzieningen

       

Overige kosten

19.614

21.009

20.724

14.803

11.894

7.956

14.956

- Aardobservatie

19.614

21.009

20.724

14.803

11.894

7.956

14.956

Bijzondere lasten

1

  

1.800

   

Rentelasten

17

0

0

0

0

0

0

Totaal lasten

88.129

96.301

94.735

88.562

84.822

76.575

82.649

        

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

360

25

25

25

25

25

25

Agentschapsdeel Vpb-lasten

27

25

25

25

25

25

25

        

Saldo van baten en lasten

333

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement betreft een vergoeding voor de producten op het gebied van meteorologie, seismologie en aardobservatie. Het betreft zowel een vergoeding voor wettelijke taken als de vergoeding van RWS, ANVS en beleids-DG’s voor maatwerk. De fluctuatie in de opbrengsten moederdepartement wordt vooral veroorzaakt door fluctuatie in de bijdrage in het kader van EUMETSAT (aardobservatie).

Daarnaast is sprake van een stijging door de toekenning van extra middelen in het kader van het ontwikkelen naar een Early Warning Centre (EWC). Medio 2025 is de ontwikkeling afgerond en neemt de omzet weer af.

Hieronder volgt een nadere specificatie van de omzet moederdepartement en van de omzet per productgroep.

Tabel 89 Specificatie omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Hoofdstuk XII

       

Artikel 11 Integraal Waterbeleid

612

1.395

394

394

394

394

394

Artikel 16 Openbaar vervoer en Spoor

46

47

47

47

47

47

47

Artikel 17 Luchtvaart

14

14

14

14

14

0

0

Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

0

10

10

10

10

0

0

Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

56.180

56.549

59.131

52.541

48.877

40.630

46.704

Bijdrage RWS

2.390

2.390

2.390

2.390

2.390

2.390

2.390

ANVS

218

223

223

223

223

223

223

Overige omzet IenW

‒ 2.105

3.736

1.290

1.340

1.264

1.288

1.288

* waarvan nog uit te voeren werkzaamheden

‒ 2.723

3.048

379

379

379

403

403

* waarvan gefactureerde omzet

618

688

911

961

885

885

885

Totaal

57.355

64.364

63.499

56.959

53.219

44.972

51.046

Van totale omzet IenW

       

* apparaats- en afschrijvingskosten en rentelasten

36.157

47.317

42.775

42.156

41.325

37.016

36.090

* programma

21.198

17.047

20.724

14.803

11.894

7.956

14.956

Tabel 90 Specificatie omzet moederdepartement per product (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Meteorologie

36.559

45.823

41.750

41.130

39.999

35.690

34.764

Seismologie

1.183

1.493

1.024

1.025

1.025

1.025

1.025

Aardobservatie

19.614

17.047

20.724

14.803

11.894

7.956

14.956

Totaal

57.356

64.364

63.499

56.959

52.919

44.672

50.746

Omzet overige departementen

De opbrengst overige departementen heeft betrekking op van andere ministeries ontvangen vergoedingen voor de inzet van KNMI-capaciteit voor het door hen verzochte maatwerk.

Tabel 91 Specificatie omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

90

87

87

87

87

87

87

Ministerie van Defensie

1.307

1.265

1.265

1.265

1.265

1.265

1.265

Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

1.641

1.553

1.553

1.920

1.920

1.920

1.920

Ministerie van Buitenlandse Zaken

26

30

30

30

30

30

30

Overig

29

      

Totaal

3.093

2.935

2.935

3.302

3.302

3.302

3.302

Omzet derden

  • Het KNMI ontvangt een vergoeding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voor de levering van luchtkwaliteitsverwachtingen.

  • De bijdrage van het Ministerie van Defensie is vooral voor onderhoud en beheer van de meetinfrastructuur.

  • De bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat betreft dienstverlening op seismologisch en klimatologisch gebied. Vanaf 2023 komt daar dienstverlening op het gebied van Space Weather (€ 0,4 miljoen) bij.

Tabel 92 Specificatie omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Opbrengsten luchtvaart

12.379

14.682

13.982

13.982

13.982

13.982

13.982

Projecten extern gefinancierd

13.235

11.132

11.132

11.132

11.132

11.132

11.132

Dataverstrekkingen en licenties

710

606

606

606

606

606

606

Overige opbrengsten

1.710

2.607

2.607

2.607

2.607

2.607

2.607

Totaal

28.034

29.027

28.327

28.327

28.327

28.327

28.327

Lasten

Personele kosten

De specificatie van de personele kosten is als volgt:

Tabel 93 Specificatie personele kosten (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Gem. aantal fte's

370

418

423

423

412

392

382

Eigen personeelskosten

34.885

38.652

39.051

39.122

38.002

36.062

35.187

Inhuur

4.551

2.986

4.374

3.902

3.341

3.174

3.093

overige personele kosten

152

182

184

193

251

277

218

Zowel de stijging van het aantal fte’s als de stijging van de inhuur wordt veroorzaakt door extra kosten in het kader van het verder uitvoeren van de projecten I-strategie en EWC en extra taken voor de luchtvaart voortvloeiend uit het nieuwe contract per 1 januari 2020. Na afloop van het EWC project (2024/2025) nemen de kosten en het aantal fte’s weer af.

Materiële kosten

Apparaat ICT.

De kosten apparaat ICT hebben vooral betrekking op uitbestede ICT dienstverlening, onderhoud en exploitatie software en datacommunicatie. De stijging van de kosten ten opzichte van 2020 wordt vooral veroorzaakt door een technische wijziging. Alle kosten voor beheer van de ICT en datacommunicatie worden nu als apparaat ICT gezien. Daardoor stijgen de kosten met € 4,6 miljoen. De overige materiele kosten dalen daarmee.

Bijdrage aan SSO’s.

Voor het KNMI gaat het om kosten voor de huur RVB en inhuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Rijk.

Overige materiele kosten.

Dit betreft alle overige materiele kosten. Deze dalen door de technische wijziging zoals toegelicht bij apparaat ICT. Dit wordt echter gecompenseerd door stijgende kosten voor diverse projecten en activiteiten.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten betreffen voornamelijk de afschrijvingskosten voor ICT-apparatuur (Rekenserver en Massa-opslagsysteem) en waarneemapparatuur (regenradars, wolkenradars en een veelheid aan sensoren). De afschrijvingskosten nemen vanaf 2023 af door het in gebruik nemen van een gezamenlijke rekenfaciliteit door een aantal nationale weerinstituten. KNMI is dan geen eigenaar van de apparatuur, maar betaalt een jaarlijkse bijdrage in de kosten.

Buitengewone lasten

De buitengewone lasten betreffen de afwaardering van de computerruimte in de Bilt welke niet meer in gebruik is na ingebruikname van de gezamenlijke rekenfaciliteit (zie ook toelichting afschrijvingskosten).

Tabel 94 Kasstroomoverzicht over het jaar 2021 (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

14.112

10.539

6.143

7.310

10.274

11.380

10.197

 

+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom

7.300

5.404

5.226

4.376

3.201

1.451

1.691

 

-/- totaal uitgaven operationele kasstroom

‒ 9.353

‒ 8.041

‒ 2.104

‒ 92

‒ 713

‒ 1.071

‒ 403

2.

Totaal operationele kasstroom

‒ 2.053

‒ 2.637

3.122

4.284

2.488

380

1.288

 

-/- totaal investeringen

‒ 1.490

‒ 3.430

‒ 1.450

‒ 1.450

‒ 1.450

‒ 1.450

‒ 1.450

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

34

0

0

0

0

0

 

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 1.456

‒ 3.430

‒ 1.450

‒ 1.450

‒ 1.450

‒ 1.450

‒ 1.450

 

-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement

       
 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

300

300

300

300

   
 

-/- aflossingen op leningen

‒ 1.817

‒ 2.059

‒ 2.254

‒ 1.620

‒ 1.382

‒ 1.563

‒ 1.564

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

1.453

3.430

1.450

1.450

1.450

1.450

1.450

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 64

1.671

‒ 504

130

68

‒ 113

‒ 114

         

5.

Rekening courant RHB 31 december + stand  depositorekeningen (=1+2+3+4)

10.539

6.143

7.310

10.274

11.380

10.197

9.921

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen, mutaties in de voorzieningen en vooruit ontvangen bedragen. De uitgaven operationele kasstroom in 2021 worden vooral veroorzaakt door vertraagde en lagere ontvangsten van de luchtvaartsector als gevolg van de corona pandemie (€ 2,3 miljoen), door afname vooruitontvangen bedragen (EUMETSAT, € 4,0 miljoen) en afname nog te betalen bedragen (€ 1,8 miljoen). De ontvangsten operationele kasstroom in de periode 2022-2024 betreffen vooral de uitgestelde betalingen luchtvaart als gevolg van de Corona pandemie. Als gevolg van de doorwerking van de Corona pandemie op de luchtvaartbranche is een reductie van 5% op de ontvangsten ingecalculeerd.

Investeringskasstroom

Investeringen vinden vooral plaats in waarneemapparatuur.

Financieringskasstroom

Het beroep op de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën betreft investeringen met een afschrijvingstermijn van 3 jaar of langer. Voor 2021 en latere jaren betreft het vooral investeringen in waarneemapparatuur. De aflossingen betreffen de reguliere aflossingen op de reeds afgesloten leningen en de aflossingen op nog af te sluiten leningen.

Tabel 95 Overzicht doelmatigheidsindicatoren
 

Realisatie 2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Omschrijving Generiek Deel

       

Kostprijzen per product (groep)

       

- percentage overhead (*)

100

85

85

85

85

85

85

- fte's overhead/indirect (*)

103

127

128

130

128

120

109

Tarieven/uur (*)

115

111

111

111

111

111

111

Omzet per produktgroep

       

- Meteorologie

66.051

76.382

71.609

71.356

70.525

66.216

65.290

- Seismologie

2.824

2.896

2.427

2.428

2.428

2.428

2.428

- Aardobservatie

19.614

17.047

20.724

14.803

11.894

7.956

14.956

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

370

418

423

423

412

392

382

Saldo van baten en lasten (%)

0%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

* Geindexeerd: 2015 = 100

       

Toelichting

  • De omzet voor de productgroep Meteorologie stijgt enerzijds door toevoegen van extra middelen voor EWC. Zie ook de toelichting bij de omzet moederdepartement.

  • Ook het aantal fte’s stijgt vanaf 2020 vooral door uitvoeren van de projecten I-strategie en EWC en door de extra taken voor de luchtvaart. Zie ook de toelichting bij de personeelskosten.

  • De tarieven per uur dalen ondanks een stijging van de salariskosten vooral door lagere overheadkosten per uur. Dit is een gevolg van het nieuwe kostprijsmodel.

  • Door het nieuwe kostprijsmodel dalen de overheadkosten omdat meer kosten direct aan de (indirecte) producten worden toegerekend.

  • Het aantal fte’s overhead/indirect stijgt door extra ICT gerelateerde inzet.

Licence