Introductie
Rijkswaterstaat (RWS) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. RWS beheert en ontwikkelt de rijkswegen, -vaarwegen en -wateren en zet in op een duurzame leefomgeving.
Samen met anderen werkt RWS aan een land dat beschermd is tegen overstromingen, waar voldoende groen is, waar voldoende en schoon water is en waar je vlot en veilig van A naar B kunt. Samenwerken aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Dat is Rijkswaterstaat.
Het Ministerie van IenW kent een scheiding tussen beleid, toezicht en uitvoering. RWS fungeert hierbij als uitvoeringsorganisatie van het ministerie. Het formuleren van beleid is belegd bij de beleidsdirectoraten-generaal. Dit betekent dat de doelstellingen van het agentschap afhankelijk zijn van de (veelal lange termijn-) beleidsdoelstellingen en kaders die door IenW worden aangegeven. Deze beleidsdoelen zijn geformuleerd in de beleidsartikelen van de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.
Producten en diensten
RWS treedt op als manager van het gebruik van een aantal hoofdinfrastructuurnetwerken (hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersystemen), als beheerder van die netwerken, als realisator van uitbreidingen van deze netwerken en als adviseur voor het ten aanzien hiervan te voeren beleid. RWS voert deze taken uit vanuit een netwerkbenadering. Belangrijkste producten zijn:
– Verkeersmanagement: het inzetten van instrumenten en hulpmiddelen om vraag en aanbod op elk moment zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en om het verkeersaanbod zo goed mogelijk af te wikkelen. Het betreft vooral bediening van objecten als bruggen en sluizen, verstrekken van route-informatie en incidentmanagement.
– Watermanagement: reguleren van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en van de kwaliteit daarvan, door het hanteren van de te onderscheiden categorieën «vasthouden/bergen/afvoeren» en «schoonhouden/scheiden/zuiveren».
– Beheer, onderhoud en vervanging: instandhouding van objecten en areaal op een vooruitstrevende, toekomstgerichte manier, gericht op het ook in technische zin steeds verder ontwikkelen van het netwerk of systeem.
– Aanleg: dit betreft investeringen om de functionaliteit van het netwerk te vergroten. Nieuwe verbindingen of verbreding van bestaande.
– Beleidsondersteuning en –advisering: het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.
– Leveren van kennis, expertise en materieel: ten behoeve van beleidsondersteuning en -advisering, milieu en leefomgeving, grote (aanleg)projecten en aansturing projecten en uitvoeringsorganisaties, het verstrekken van subsidies en basisinformatie.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 2.973.006 | 3.454.190 | 3.381.355 | 3.288.688 | 2.574.216 | 2.645.709 | 2.167.446 |
waarvan omzet moederdepartement | 2.700.645 | 2.816.590 | 2.949.658 | 3.017.514 | 2.306.861 | 2.378.354 | 1.900.091 |
waarvan omzet overige departementen | 77.097 | 76.581 | 76.581 | 72.762 | 68.943 | 68.943 | 68.943 |
waarvan omzet derden | 197.844 | 198.412 | 198.412 | 198.412 | 198.412 | 198.412 | 198.412 |
waarvan omzet nog uit te voeren werkzaamheden | ‒ 2.580 | 362.607 | 156.704 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 1.656 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 1.507 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
Totaal baten | 2.976.169 | 3.457.190 | 3.384.355 | 3.291.688 | 2.577.216 | 2.648.709 | 2.170.446 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 1.253.522 | 1.317.791 | 1.283.292 | 1.267.175 | 1.258.608 | 1.259.707 | 1.153.714 |
- Personele kosten | 993.447 | 1.050.139 | 1.025.540 | 1.015.963 | 1.010.528 | 1.010.162 | 910.180 |
waarvan eigen personeel | 899.985 | 960.735 | 940.862 | 936.371 | 935.674 | 935.335 | 842.759 |
waarvan inhuur externen | 93.462 | 89.404 | 84.678 | 79.592 | 74.854 | 74.827 | 67.421 |
waarvan overige personele kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
- Materiële kosten | 260.075 | 267.652 | 257.752 | 251.212 | 248.080 | 249.545 | 243.534 |
waarvan apparaat ICT | 35.938 | 36.330 | 35.645 | 35.495 | 35.495 | 35.482 | 31.814 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 66.615 | 69.480 | 68.171 | 67.883 | 67.883 | 67.858 | 60.843 |
waarvan overige materiële kosten | 157.522 | 161.842 | 153.936 | 147.834 | 144.702 | 146.205 | 150.877 |
Externe productkosten | 1.691.572 | 2.110.883 | 2.071.619 | 1.993.934 | 1.288.125 | 1.358.731 | 986.017 |
Rentelasten | 740 | 739 | 846 | 981 | 1.000 | 1.006 | 986 |
Afschrijvingskosten | 21.694 | 18.871 | 19.692 | 20.692 | 20.577 | 20.359 | 20.823 |
- Materieel | 21.094 | 18.359 | 18.499 | 19.690 | 19.896 | 20.359 | 20.823 |
waarvan apparaat ICT | 5.586 | 4.437 | 5.252 | 5.164 | 5.167 | 4.228 | 4.572 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 15.508 | 13.922 | 13.247 | 14.526 | 14.729 | 16.131 | 16.251 |
- Immaterieel | 600 | 512 | 1.193 | 1.002 | 681 | 0 | 0 |
Overige lasten | 6.614 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 3.800 |
waarvan dotaties voorzieningen | 6.095 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 3.800 |
waarvan bijzondere lasten | 519 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 2.974.142 | 3.452.084 | 3.379.249 | 3.286.582 | 2.572.110 | 2.643.603 | 2.165.340 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 2.027 | 5.106 | 5.106 | 5.106 | 5.106 | 5.106 | 5.106 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 142 | 130 | 130 | 130 | 130 | 130 | 130 |
Saldo van baten en lasten | 1.885 | 4.976 | 4.976 | 4.976 | 4.976 | 4.976 | 4.976 |
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement bestaat uit een apparaatsdeel en een programmadeel. Het apparaatsdeel dient ter dekking van de interne kosten van RWS (apparaatskosten inclusief rente- en afschrijvingskosten) die verband houden met verkeers- en watermanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg en beleidsondersteuning en –advisering. Het programmadeel dient ter dekking van de externe productkosten voor verkeers- en watermanagement, beheer en onderhoud, verkenningen en planuitwerkingen, servicepakketten, landelijke taken, Caribisch Nederland en Omgevingswet.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Agentschapsbijdrage Deltafonds | 515.535 | 532.873 | 542.815 | 461.429 | 518.548 | 430.654 |
Artikel 1 Investeren in waterveiligheid | 559 | 437 | 437 | 437 | 437 | 437 |
Artikel 3 Beheer Onderhoud en Vervanging | 166.904 | 213.190 | 234.456 | 148.151 | 199.450 | 116.869 |
Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overig | 342.502 | 316.861 | 306.090 | 311.945 | 317.915 | 312.939 |
Artikel 7 Waterkwaliteit | 5.570 | 2.385 | 1.832 | 896 | 746 | 409 |
Agentschapsbijdrage Mobiliteitsfonds | 2.208.886 | 2.341.323 | 2.103.537 | 1.790.768 | 1.809.423 | 1.419.054 |
Artikel 12 Hoofdwegennet | 1.478.753 | 1.590.082 | 1.407.393 | 1.185.398 | 1.216.706 | 933.708 |
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet | 730.133 | 751.241 | 696.144 | 605.370 | 592.717 | 485.346 |
Agentschapsbijdrage Hoofdstuk XII | 57.312 | 51.591 | 44.812 | 44.903 | 44.383 | 44.383 |
Artikel 11 Waterkwaliteit | 14.272 | 14.273 | 14.183 | 14.273 | 14.183 | 14.183 |
Artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling | 5.823 | 5.666 | 3.826 | 3.826 | 3.826 | 3.826 |
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid | 8.432 | 7.203 | 7.198 | 7.198 | 7.198 | 7.198 |
Artikel 16 Spoor | 823 | 826 | 830 | 830 | 830 | 830 |
Artikel 17 Luchtvaart | 5.789 | 5.420 | 53 | 53 | 53 | 53 |
Artikel 18 Scheepvaart en Havens | 1.392 | 1.489 | 1.995 | 1.995 | 1.566 | 1.566 |
Artikel 19 Klimaat | 401 | 398 | 398 | 398 | 398 | 398 |
Artikel 20 Lucht en geluid | 2.491 | 1.636 | 1.647 | 1.647 | 1.647 | 1.647 |
Artikel 21 Duurzaamheid | 9.361 | 7.671 | 7.671 | 7.671 | 7.671 | 7.671 |
Artikel 22 Externe veiligheid en risico's | 5.654 | 4.133 | 4.133 | 4.133 | 4.133 | 4.133 |
Artikel 97 Algemeen departement | 2.874 | 2.876 | 2.878 | 2.879 | 2.878 | 2.878 |
Overige omzet IenW | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 |
Totaal | 2.787.733 | 2.931.787 | 2.697.164 | 2.303.100 | 2.378.354 | 1.900.091 |
Van totaal omzet IenW | ||||||
*apparaat (interne kosten) | 1.214.625 | 1.183.225 | 1.170.491 | 1.164.079 | 1.164.965 | 1.059.416 |
*programma (externe productkosten) | 1.573.108 | 1.748.562 | 1.526.673 | 1.139.021 | 1.213.389 | 840.675 |
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft met name betrekking op:
– Vergoedingen van het ministerie van Defensie, het ministerie van Financiën en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor het gebruik van de vaartuigen van de Rijksrederij.
– Vergoedingen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties voor de capaciteit die RWS levert in het kader van de Omgevingswet en de bijbehorende externe productkosten.
– Vergoedingen van diverse ministeries voor het door RWS ter beschikking stellen van kennis, expertise en materieel in het kader van Werken voor en met Partners.
– Vergoedingen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties voor de capaciteit die RWS levert in het kader van beleidsondersteuning en advisering en de bijbehorende externe productkosten.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Rijksrederij | 36.057 | 36.057 | 36.057 | 36.057 | 36.057 | 36.057 |
Omgevingswet | 23.147 | 23.147 | 19.328 | 15.509 | 15.509 | 15.509 |
Werken voor en met Partners | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Beleidsadvisering en ondersteuning (BOA) | 6.877 | 6.877 | 6.877 | 6.877 | 6.877 | 6.877 |
Overig | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
Totaal | 76.581 | 76.581 | 72.762 | 68.943 | 68.943 | 68.943 |
Omzet derden
De omzet derden heeft met name betrekking op:
– Vergoedingen van o.a. provincies, gemeenten en de Europese Unie in het kader van het beheer en onderhoud van de infrastructuur.
– Uitkeringen van verzekeraars in het kader van Schaderijden en Schadevaren ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden.
– Ontvangsten uit de pacht van benzinestations, de ingebruikgeving van RWS areaal (huur, pacht) en incidentele verloop van RWS areaal. Deze ontvangsten worden via het Rijkvastgoedbedrijf (RVB) ontvangen.
– Opbrengsten voor de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBD) en de Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW).
– Vergoedingen van o.a. provincies, gemeenten, waterschappen, kennisinstellingen en bedrijven voor het door RWS ter beschikking stellen van kennis, expertise en materieel in het kader van Werken voor en met Partners.
– Opbrengsten uit vergunningverlening in het kader van de Waterwet.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Beheer en Onderhoud | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 |
Schaderijden en Schadevaren | 31.900 | 31.900 | 31.900 | 31.900 | 31.900 | 31.900 |
Rijksvastgoedbedrijf (RVB) | 58.200 | 58.200 | 58.200 | 58.200 | 58.200 | 58.200 |
Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBD) | 22.200 | 22.200 | 22.200 | 22.200 | 22.200 | 22.200 |
Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW) | 4.712 | 4.712 | 4.712 | 4.712 | 4.712 | 4.712 |
Werken voor en met Partners | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 | 12.500 |
Waterwet | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 |
Overig | 10.900 | 10.900 | 10.900 | 10.900 | 10.900 | 10.900 |
Totaal | 198.412 | 198.412 | 198.412 | 198.412 | 198.412 | 198.412 |
Omzet nog uit te voeren werkzaamheden
RWS is een agentschap met een baten-lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar over zijn of tekort worden gekomen, worden op de balans van RWS verantwoord onder de benaming Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en hetMobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de omzet af te trekken. De balanspost wordt in volgende jaren weer aan de omzet toegevoegd. De NUTW per ultimo 2020 bedraagt per saldo € 519,3 miljoen. In de bijlage «Instandhouding» van de jaarverslagen 2020 van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds is de opbouw van de NUTW per ultimo 2020 weergegeven.
Bijzondere baten
De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal fte | 9.563 | 9.297 | 9.258 | 9.258 | 9.255 | 8.298 |
Eigen Personele kosten (x € 1.000) | 960.735 | 940.862 | 936.371 | 935.674 | 935.335 | 842.759 |
Inhuur (x € 1.000) | 89.404 | 84.678 | 79.592 | 74.854 | 74.827 | 67.421 |
In 2019 is besloten de RWS formatie te verhogen tot 9250 fte. Deze ophoging is toentertijd gefinancierd tot en met 2025. Hierdoor is in 2026 een daling te zien. Besluitvorming over hoe om te gaan met 2026 wordt voorbereid voor het volgende begrotingsmoment.
Het aantal FTE is ten opzichte van de begroting 2021 met name gewijzigd als gevolg van onderstaande ontwikkelingen:
Diverse tijdelijke opdrachten
– IenW heeft RWS de opdracht gegeven voor de uitvoering van het kennisprogramma zeespiegelstijging, de programmatische aanpak Grote Wateren, het maatregelpakket scheepvaartveiligheid windenergie, het programma vrachtwagenheffing, het vervolgonderzoek bereikbaarheid Ameland en het programma Talking Traffic. Voor de uitvoering van deze tijdelijke opdrachten zijn 33,5 FTE in 2021 en 4 tot 8 FTE per jaar in de periode 2022-2026 aan RWS toegekend.
Banenafspraak arbeidsbeperkten
– De formatie in 2021 is met 87,5 FTE opgehoogd voor de instroom van arbeidsbeperkten in het kader van de banenafspraak.
Eigen personeel
De kracht van Rijkswaterstaat ligt in de zakelijke en professionele wijze waarop het zijn kerntaken uitvoert. Om daarop te kunnen sturen is gedefinieerd welke taken RWS met eigen mensen uitvoert (de kerntaken) en welke taken aan de markt worden overgelaten (de niet-kerntaken).
De kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS van de markt betrekt (niet-kerntaken).
Inhuur apparaat (kerntaken)
RWS streeft ernaar om de inhuur van externen op kerntaken zoveel mogelijk te beperken vanuit het basisprincipe dat Rijkswaterstaat op kerntaken eigen mensen inzet, ter vermindering van de kwetsbaarheid en het verkleinen van de afhankelijkheid van externen. Inhuur op kerntaken vindt in beginsel alleen plaats als er sprake is van piekbelasting in de directe productie of in geval van onderbezetting, ziekte of vervanging. Inhuur op kerntaken kan ook een keuze zijn als vanuit de arbeidsmarkt hele specifieke kennis/specialisme niet kan worden aangetrokken. Door een aantal maatregelen daalt de inhuur op kerntaken de komende jaren:
– Extra inzet op het werven van voldoende gekwalificeerd eigen personeel en versnelling van het wervingsproces om vacatures zo snel mogelijk in te vullen;
– Een flexibele interne pool om snel interne inzet te kunnen organiseren;
– Versterking van cruciale kennis binnen de organisatie is geborgd met interne loopbaanontwikkeling.
Inhuur programma (niet-kerntaken)
Gelet op de omvang van de productieopgave van RWS blijft de inhuur op taken die bij de markt zijn belegd (de niet-kerntaken) substantieel. Voor het betrekken van externe capaciteit op niet-kerntaken geldt dat deze zoveel mogelijk op basis van op productafspraken gebaseerde contracten zal worden gedaan, tenzij dat om inhoudelijke of aansturingsredenen niet doelmatig is.
De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name verantwoord op de post beheer en onderhoud in deze agentschapsbegroting en de artikelonderdelen aanleg en vervanging en renovatie in de begrotingen van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds.
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Apparaat (kerntaken) | 89.404 | 84.678 | 79.592 | 74.854 | 74.827 | 67.421 |
Programma (niet-kerntaken) | 126.245 | 120.133 | 114.340 | 111.715 | 111.669 | 99.040 |
Totaal | 215.649 | 204.811 | 193.932 | 186.569 | 186.496 | 166.461 |
Materiële kosten
De materiele kosten bestaan uit bezetting gerelateerde materiele kosten (o.a. ICT, huisvesting en diensten en middelen, zoals catering, schoonmaak en beveiliging) en areaal gerelateerde materiele kosten (o.a. auto’s weginspecteurs).
Externe productkosten
Op deze post worden de externe productkosten voor verkeers- en watermanagement, beheer en onderhoud, servicepakketten, verkenningen en planuitwerkingen, landelijke taken, waterkwaliteitsprojecten, Caribisch Nederland, Omgevingswet en beleidsondersteuning- en advisering verantwoord. Onder de post externe productkosten valt ook de post B&O. Voor 2022 betreft de omvang hiervan 1,7 mld.
Rentelasten
Dit betreft de kosten van rentedragende leningen die bij het Ministerie van Financiën zijn afgesloten.
Afschrijvingskosten
Dit betreft de reguliere afschrijvingskosten van zowel materiële als immateriële vaste activa.
Overige lasten
Dit betreft de dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 758.654 | 739.161 | 394.798 | 255.766 | 274.476 | 284.704 | 295.037 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 2.987.163 | 3.094.583 | 3.227.651 | 3.291.688 | 2.577.216 | 2.648.709 | 2.170.446 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 2.968.840 | ‒ 3.429.543 | ‒ 3.355.887 | ‒ 3.262.220 | ‒ 2.547.863 | ‒ 2.619.574 | ‒ 2.140.847 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 18.323 | ‒ 334.960 | ‒ 128.236 | 29.468 | 29.353 | 29.135 | 29.599 |
-/- totaal investeringen | ‒ 21.249 | ‒ 40.230 | ‒ 50.473 | ‒ 21.147 | ‒ 32.068 | ‒ 18.136 | ‒ 18.136 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 1.934 | |||||||
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 19.315 | ‒ 40.230 | ‒ 50.473 | ‒ 21.147 | ‒ 32.068 | ‒ 18.136 | ‒ 18.136 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | ‒ 25.941 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 8.600 | 8.600 | 8.500 | 8.500 | ||||
-/- aflossingen op leningen | ‒ 16.645 | ‒ 15.992 | ‒ 16.773 | ‒ 18.201 | ‒ 17.521 | ‒ 17.895 | ‒ 18.700 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 15.485 | 38.219 | 47.950 | 20.090 | 30.464 | 17.229 | 17.229 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | ‒ 18.501 | 30.827 | 39.677 | 10.389 | 12.943 | ‒ 666 | ‒ 1.471 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 739.161 | 394.798 | 255.766 | 274.476 | 284.704 | 295.037 | 305.029 |
Toelichting
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. De nieuwe investeringen hebben betrekking op het in stand houden van de activa van RWS. De hogere investeringen in 2021 en 2022 worden met name veroorzaakt door de investeringen in de steunpunten van RWS.
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die gerelateerd zijn aan de financiering van het agentschap. RWS doet een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën ter financiering van de investeringen. Daarnaast wordt in de begroting van het agentschap rekening gehouden met de aflossing op deze leenfaciliteit. De storting door moederdepartement betreft de aflossing van de langlopende vordering die RWS heeft op het moederdepartement.
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Apparaatskosten per eenheid areaal (bedragen x € 1) | |||||||
Hoofdwatersystemen | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,4 | 1,3 |
Hoofdwegennet | 28,5 | 29,5 | 29,3 | 29,5 | 29,7 | 29,8 | 27,5 |
Hoofdvaarwegennet | 28,3 | 29,3 | 28,8 | 28,9 | 28,9 | 28,9 | 28,2 |
% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet | |||||||
% Apparaatskosten ten opzichte van de omzet | 26% | 21% | 23% | 22% | 24% | 25% | 27% |
Tarief per FTE (bedragen x € 1) | |||||||
Tarief per FTE | 134.128 | 133.728 | 133.198 | 132.386 | 131.694 | 131.839 | 134.319 |
Omzet agentschap per productgroep (bedragen x € 1.000) | |||||||
Hoofdwatersystemen | 523.199 | 704.226 | 614.224 | 542.815 | 461.429 | 518.548 | 430.654 |
Hoofdwegennet | 1.428.581 | 1.533.183 | 1.613.549 | 1.407.393 | 1.185.398 | 1.216.706 | 933.708 |
Hoofdvaarwegennet | 684.498 | 824.478 | 791.916 | 696.144 | 605.370 | 592.717 | 485.346 |
Overig | 61.837 | 88.713 | 68.542 | 50.812 | 50.903 | 50.383 | 50.383 |
TOTAAL | 2.698.065 | 3.150.600 | 3.088.231 | 2.697.164 | 2.303.100 | 2.378.354 | 1.900.091 |
Bezetting | |||||||
FTE formatie* | 9.915 | 9.563 | 9.297 | 9.258 | 9.258 | 9.255 | 8.298 |
% overhead | 13,80% | 13% | 13% | 13% | 13% | 13% | 13% |
Exploitatiesaldo (% van de omzet) | |||||||
Exploitatiesaldo (% van de omzet) | 0,10% | 0,10% | 0,10% | 0,20% | 0,20% | 0,20% | 0,20% |
Gebruikerstevredenheid | |||||||
Publieksgerichtheid | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% | |
Gebruikerstevredenheid HWS | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% | |
Gebruikerstevredenheid HWN | 83% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% |
Gebruikerstevredenheid HVWN | 74% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% |
Ontwikkeling PIN-waarden | |||||||
Hoofdwatersystemen | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Hoofdwegennet | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Hoofdvaarwegennet | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Apparaatskosten per eenheid areaal
Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van RWS maakt voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal.
Percentage apparaatskosten ten opzichte van de omzet
Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (zowel BLS als GVKA) van RWS.
Tarief per FTE
Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (personele kosten, materiele kosten, afschrijvingskosten en rentelasten) per formatieve ambtelijke FTE.
Omzet agentschap per productgroep
In de tabel is de omzet moederdepartement (inclusief de omzet nog uit te voeren werkzaamheden) uitgesplitst naar de verschillende netwerken.
Bezetting
FTE formatie: deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van RWS zich ontwikkelt.
Percentage overhead: deze indicator geeft aan welk deel van het ambtelijke personeel (in FTE) binnen RWS zich bezig houdt met de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering bevat alle processen die ondersteunend zijn aan de organisatie. Het streven is daarbij voortdurend een optimale kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de bedrijfsvoering.
Exploitatiesaldo (% van de baten)
Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het saldo van baten en lasten als percentage van de totale baten.
Gebruikerstevredenheid
Publieksgerichtheid: deze indicator geeft aan hoe tevreden onze gebruikers en partners over RWS zijn als publieke dienstverlenende organisatie. Dan gaat het over zaken als «luisteren; verwachtingenmanagement; aanspreekbaarheid; houding en gedrag en de wijze waarop wij communiceren».
Gebruikerstevredenheid (per netwerk): deze indicator geeft aan hoe tevreden onze gebruikers over de kwaliteit van de drie netwerken zijn. Denk daarbij aan veiligheid, doorstroming; kwaliteit infrastructuur en tijdige en betrouwbare informatievoorziening (gekoppeld aan de netwerken).
Ontwikkeling PIN-waarden
De ontwikkeling van de PIN-waarden (prestatie-indicatorwaarden) geeft een beeld hoe de ontwikkeling is in de toestand van het door RWS beheerde areaal. Het weergegeven cijfer betreft een index ten opzichte van het jaar 2018. De bijlage instandhouding bij de begrotingen van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds biedt inzicht in instandhouding en de gehanteerde PIN-waarden.