Base description which applies to whole site

3.6 Artikel 6 Ziekte en verlofregelingen

De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van ziekte en stimuleert hen het werk te hervatten. De overheid beschermt werknemers tegen de financiële gevolgen van zwangerschap en bevalling en komt tegemoet bij verlofopname wegens geboorte van een kind, adoptie of opname van een pleegkind en vanaf 2 augstus 2022 ook wegens verlofopname voor verzorging en opvoeding van het kind.

De overheid vindt dat mensen die ziek worden en waarbij de loonbetalingsverplichting bij ziekte voor de werkgever niet van toepassing is, ook verzekerd moeten zijn van een tijdelijk loonvervangend inkomen. Zij kunnen het verlies aan inkomen daarom voor een periode van twee jaar, gelijk aan de periode van de loonbetalingsverplichting, opvangen met een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Door middel van verzuimbegeleiding en re-integratie stimuleert de overheid deze (gewezen) werknemers om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan.

Ook tijdens de periode van zwangerschaps- en bevallingsverlof voorziet de overheid in een tijdelijk loonvervangend inkomen. Op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO) komen zwangere werknemers en zelfstandigen in aanmerking voor een uitkering. Ook andere verlofvormen geven recht op een uitkering, namelijk: adoptie- en pleegzorgverlof en aanvullend geboorteverlof. Vanaf 2 augustus 2022 komen werknemers ook in aanmerking voor een uitkering wegens ouderschapsverlof.

Mensen die lijden aan de ziekte maligne mesothelioom of asbestose door blootstelling aan asbest, kunnen van de overheid een tegemoetkoming of een voorschot op een schadevergoeding ontvangen op grond van de Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS).

Slachtoffers van het organo psycho syndroom (OPS), ook wel «schildersziekte» genoemd, kunnen in aanmerking komen voor een eenmalige financiële tegemoetkoming.

Werknemers in Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap met loonderving geconfronteerd worden, ontvangen een uitkering op grond van de Ziekteverzekering (ZV).

De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Hij is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;

  • de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV en de SVB;

  • de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).

Wet arbeid en zorg

Vanaf 2 augustus 2022 krijgen werknemers recht op een uitkering gedurende 9 weken bij opname van ouderschapsverlof. Deze beleidswijziging dient ter implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1158. Hiermee wordt beoogd het evenwicht tussen werk en privéleven en de gelijke behandeling van vrouwen en mannen te helpen verwezenlijken, door de arbeidsparticipatie van vrouwen te bevorderen en het verschil tussen vrouwen en mannen met betrekking tot inkomsten en loon weg te nemen.

TSB (Regeling Commissie Heerts)

Door het overnemen van de aanbevelingen van de Commissie Heerts door het kabinet, zal in 2022 een tegemoetkomingsregeling voor slachtoffers van ernstige stoffengerelateerde beroepsziekten in werking treden. Het streven is dat de regeling 1 juli 2022 van start gaat. Het doel van de regeling is een maatschappelijke erkenning van (ex-)werkenden die ziek zijn geworden door hun werk als gevolg van blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

SEA 2022

Voor 2022 stond de beleidsdoorlichting van artikel 6 op de planning. Deze zal echter niet uitgevoerd worden, maar er zal in plaats daarvan een kennisonderzoek plaatsvinden. Dit kennisonderzoek zal onderzoeken in hoeverre het voor eigen rekening nemen van het Ziektewet-risico voor zieke ex-werknemers (ZW-eigenrisicodragerschap) doeltreffend en doelmatig is. De uitkomsten van dit kennisonderzoek worden meegenomen bij de eerstvolgende beleidsdoorlichting die vooralsnog gepland staat voor oplevering in 2024.

Tabel 61 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

13.108

12.209

36.626

63.469

63.207

63.047

62.882

        

Uitgaven

13.350

12.209

36.626

63.469

63.207

63.047

62.882

        

Inkomensoverdrachten

       

TAS

5.520

5.217

5.090

5.090

5.090

5.090

5.090

Ziekteverzekering (Caribisch Nederland)

2.963

2.842

2.927

3.011

3.099

3.139

3.174

CSE

4.700

4.150

1.300

750

400

200

0

TSB

0

0

27.309

54.618

54.618

54.618

54.618

Kanker en werken

167

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

De uitgaven op artikel 6 Ziekte en verlofregelingen zijn voor 100% juridisch verplicht voor het jaar 2022. Per financieel instrument wordt de budgetflexibiliteit onderstaand toegelicht.

Inkomensoverdrachten

De inkomensoverdrachten zijn gebaseerd op wet- en regelgeving en derhalve voor 100% juridisch verplicht. Het betreft uitkeringslasten TAS, Ziekteverzekering Caribisch Nederland, CSE (OPS-voorzieningenfonds), en Tegemoetkomingsregeling stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB).

Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd

Tabel 62 Premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 6 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Verplichtingen

3.281.109

3.565.375

3.726.793

4.115.057

4.296.580

4.474.585

4.652.946

        

Uitgaven

3.281.109

3.565.375

3.726.793

4.115.057

4.296.580

4.474.585

4.652.946

        

Inkomensoverdrachten

       

ZW

1.939.940

2.031.303

1.957.771

1.980.609

2.006.443

2.031.015

2.049.308

WAZO

1.285.497

1.337.073

1.345.320

1.379.719

1.412.260

1.438.886

1.466.231

WAZO aanvullend geboorteverlof partners

55.672

196.999

204.111

209.334

214.266

218.307

222.457

Uitkeringslasten ouderschapsverlof

0

0

129.455

351.446

359.727

366.513

373.477

ZW nominaal

0

0

48.944

100.268

156.385

215.222

276.089

WAZO nominaal

0

0

33.585

69.506

109.436

151.560

196.303

WAZO aanvullend geboorteverlof partners nominaal

0

0

5.102

10.598

16.699

23.133

29.970

Uitkeringslasten ouderschapsverlof nominaal

0

0

2.505

13.577

21.364

29.949

39.111

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Inkomensoverdrachten
Tegemoetkoming asbestslachtoffers (TAS)

Mensen die lijden aan de ziekte maligne mesothelioom of asbestose als gevolg van arbeidsgerelateerde blootstelling aan asbest kunnen een tegemoetkoming ontvangen op grond van de TAS. Indien zij de ziekte maligne mesothelioom of asbestose hebben gekregen door te werken met asbest (in dienst van een werkgever) of maligne mesothelioom hebben opgelopen via werkkleding van een huisgenoot, dan is de (voormalige) werkgever hiervoor aansprakelijk en kunnen zij een schadevergoeding bij de werkgever eisen. Dit kan echter lang duren. Tegelijkertijd is de levensverwachting van mensen met de ziekte maligne mesothelioom vaak erg kort. De TAS heeft tot doel asbestslachtoffers bij leven maatschappelijke erkenning te bieden in de vorm van een tegemoetkoming. Deze wordt uitgekeerd in de vorm van een voorschot op de schadevergoeding van de werkgever. Als de (voormalige) werkgever later alsnog een schadevergoeding betaalt, wordt het voorschot hiermee verrekend. Indien de werknemer geen schadevergoeding ontvangt, wordt het voorschot omgezet in een tegemoetkoming. De TAS wordt uitgevoerd door de SVB.

Wie komt er voor in aanmerking?

Mensen die ziek zijn geworden door het werken met asbest, krijgen een voorschot als:

  • Bij hen maligne mesothelioom of asbestose is vastgesteld;

  • Zij, of in het geval van maligne mesothelioom ook een huisgenoot, in loondienst bij een werkgever in Nederland werkten;

  • Zij, of in het geval van maligne mesothelioom ook een huisgenoot, op het werk zijn blootgesteld aan asbest;

  • Zij nog geen schadevergoeding hebben gekregen of een schadevergoeding hebben ontvangen die lager is dan € 21.847 (prijspeil 2021, dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd).

Hoe hoog is de TAS?

Zowel het voorschot als de tegemoetkoming is in 2021 € 21.847, waarop reeds van de werkgever ontvangen bedragen in mindering worden gebracht. Dit is een eenmalige uitkering. De hoogte van de TAS volgt de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten van de TAS worden vanaf 2022 geraamd op circa € 5,09 miljoen per jaar. De uitgaven vallen vanaf 2022 € 0,12 miljoen lager uit dan in 2021. Dit komt door een nabetaling in 2021 aan de SVB over 2020.

Beleidsrelevante kerncijfers

Naar verwachting blijft het aantal TAS aanvragen de komende jaren stabiel, ondanks dat het werken met asbest al in 1993 is verboden. Dit wordt veroorzaakt doordat mensen tot tientallen jaren na blootstelling aan asbest ziek kunnen worden.

Tabel 63 Kerncijfers TAS
 

Realisatie 20201

Raming 2021

Raming 2022

Aantal toekenningen voorschot TAS (x 1.000 uitkeringen)

0,4

0,4

0,4

 

waarvan toekenning i.v.m. maligne mesothelioom

0,3

0,3

0,3

 

waarvan toekenning i.v.m. asbestose

<0,1

<0,1

<0,1

Aantal terugontvangen voorschotten TAS (x 1.000 uitkeringen)

0,1

0,1

0,1

Aantal toekenningen maligne mesothelioom bij leven ten opzichte van totaal aantal toekenningen (%)

80

2

2

1

SVB, jaarverslag.

2

Dit cijfer wordt niet geraamd.

Ziekteverzekering (ZV) (Caribisch Nederland)

Werknemers in de private sector van Caribisch Nederland die door ziekte of zwangerschap met loonderving geconfronteerd worden, ontvangen een uitkering (ziekengeld) op grond van de Ziekteverzekering. De uitkering is gerelateerd aan het laatstverdiende loon van de werknemer.

Budgettaire ontwikkelingen

Als gevolg van demografische ontwikkelingen stijgen de uitgaven voor de Ziekteverzekering in 2022 en latere jaren in lichte mate.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 64 Kerncijfers Ziekteverzekering Caribisch Nederland
 

Realisatie 20201

Raming 2021

Raming 2022

Volume Ziekteverzekering CN (x 1.000 uitbetaalde ziektedagen)

64

65

67

1

RCN-unit SZW.

OPS-fonds

De OPS problematiek is het gevolg van blootstellingen aan vluchtige oplosmiddelen in het werk die hoger waren dan volgens de destijds geldende wettelijke voorschriften waren toegestaan. De regeling is in maart 2020 in werking getreden. Bij de opzet van de regeling is zoveel mogelijk aangesloten bij regelingen voor asbestslachtoffers. De regeling wordt uitgevoerd door de SVB.

Wie komt er voor in aanmerking?

De tijdelijke en eenmalige regeling voor een financiële tegemoetkoming aan OPS-slachtoffers is toegankelijk voor personen die aan drie voorwaarden voldoen:

  • Het slachtoffer beschikt over een officiële diagnose Chronische Toxische Encephalopathie (CTE) van een van de Solvent Teams aan de universiteiten van Amsterdam en Twente. Slachtoffers die bij inwerkingtreding van de regeling nog niet beschikken over zo’n diagnose kunnen deze tot een half jaar na de inwerkingtreding van de regeling alsnog aanvragen bij het Solvent Team van de universiteit van Amsterdam. De diagnose levert een bevestiging van zowel de gezondheidsschade als van het feit dat deze arbeidsgerelateerd is;

  • Het slachtoffer heeft geen enkele vorm van een financiële tegemoetkoming gehad voor de schade als gevolg van zijn OPS aandoening, of een bedrag dat lager is dan het normbedrag voor de financiële tegemoetkoming;

  • Er moet sprake zijn van een blootstelling die in Nederland in loondienst heeft plaatsgevonden.

Hoe hoog is de tegemoetkoming?

Zowel het voorschot als de tegemoetkoming is gelijk aan de tegemoetkoming bij de TAS (in 2021 bedraagt deze € 21.847). Dit is een eenmalige uitkering.

Budgettaire ontwikkelingen

De CSE-regeling is een tijdelijke regeling voor OPS-slachtoffers. Naar verwachting liggen de meeste aanvragen in de jaren 2020 en 2021. Daarom nemen de geraamde uitgaven vanaf 2022 gestaag af.

Tegemoetkomingsregeling stoffengerelateerde beroepsziekten (TSB)

Doordat de juridische afwikkeling van een schadeclaim bij stoffengerelateerde beroepsziekten vaak leidt tot jarenlange en kostbare procedures, krijgen veel slachtoffers hiervoor geen financiële compensatie en daarmee ook geen erkenning van hun leed. De commissie Vergemakkelijking Schadeafhandeling Beroepsziekten (commissie-Heerts) is gevraagd aanbevelingen op te stellen voor een betere organisatie van het proces van werkgerelateerde schadeafhandeling. Omdat binnen het huidige aansprakelijkheidsrecht, geen mogelijkheid werd gevonden voor aanpassingen van de verhaalsprocedure bij schadeclaims voor beroepsziekten, heeft het kabinet besloten tot de introductie van een tegemoetkomingsregeling. Deze regeling maakt het mogelijk om (ex-)werkenden met een ernstige stoffengerelateerde beroepsziekte een algemene financiële tegemoetkoming toe te kennen. De tegemoetkoming is geen schadevergoeding maar vormt een erkenning van het feit dat men door participatie aan het arbeidsproces ziek is geworden.

Wie komt ervoor in aanmerking?

De doelgroep betreft (ex-)werkenden met ernstige beroepsziekten door blootstelling aan gevaarlijke stoffen op het werk.

Hoe hoog is de tegemoetkoming?

Het betreft een eenmalige tegemoetkoming van € 21.847 (prijsniveau 2021). Indien de (ex-)werkende naast de tegemoetkoming ook een schadevergoeding van de ex-werkgever/opdrachtgever (heeft) ontvang(t)(en), moet bij een gehonoreerde schadeclaim de tegemoetkoming worden terugbetaald tot het bedrag van de gehonoreerde schadeclaim.3

Budgettaire ontwikkelingen

Er wordt uitgegaan van 2.500 toegekende tegemoetkomingen per jaar. Deze inschatting is gebaseerd op cijfers van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCVB) over het aantal en het type beroepsziekten waar melding van is gemaakt. De uitkeringslasten van de TSB worden voor 2022 geraamd op circa € 27,3 miljoen en de jaren erna circa € 54,6 miljoen per jaar. Het streven is dat de regeling 1 juli 2022 van start gaat. Voor 2022 zijn de geraamde uitgaven daarom de helft van de geraamde uitgaven voor de daaropvolgende jaren.

Ziektewet (ZW)

De ZW geeft zieke werknemers het recht op een uitkering als zij geen werkgever meer hebben die in geval van ziekte loon moet doorbetalen. De ZW bevat minimumnormen voor re-integratie. De ZW geldt ook voor een beperkte groep werknemers die wel in dienst zijn van een werkgever, namelijk werknemers die tijdelijk ongeschikt zijn voor het verrichten van hun werk wegens arbeidsongeschiktheid als gevolg van zwangerschap en orgaandonatie en werknemers met een zogenaamde no-riskpolis. De werkgever mag de ZW-uitkering dan verrekenen met het loon dat hij moet doorbetalen. De ZW wordt uitgevoerd door UWV of door werkgevers zelf wanneer zij ervoor gekozen hebben om eigenrisicodrager te zijn voor de ZW-uitkeringslasten.

Wie komt er voor in aanmerking?

In aanmerking voor een ZW-uitkering komen:

  • Uitzendkrachten (zonder vast contract met het uitzendbureau);

  • Oproepkrachten (afhankelijk van het soort oproepcontract);

  • Personen met een arbeidscontract dat afloopt tijdens de ziekte;

  • Personen die een WW-uitkering ontvangen en langer dan dertien weken ziek zijn;

  • Vrouwen die ziek worden als gevolg van zwangerschap of bevalling. Wanneer vrouwen in loondienst werken hebben zij tijdens hun zwangerschapsverlof recht op een uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg. Als deze vrouwen door de zwangerschap vóór of na de bevalling ziek worden, ontvangen zij een ZW-uitkering;

  • Orgaandonoren die door hun donatie tijdelijk niet kunnen werken;

  • Personen met een no-riskpolis die gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn en die binnen vijf jaar nadat ze in dienst zijn gekomen van een werkgever ziek worden;

  • Ondernemers en directeuren-grootaandeelhouders kunnen alleen een beroep doen op de ZW als zij hiervoor een vrijwillige verzekering hebben.

Hoe hoog is de ZW-uitkering?

De ZW-uitkering bedraagt meestal 70% van het loon dat de betrokkene gemiddeld per dag verdiende in het jaar voordat hij ziek werd. De hoogte van het dagloon is per 1 januari 2021 gemaximeerd op € 223,40 bruto per dag. Hierdoor bedraagt de uitkering maximaal € 3401,27 bruto per maand inclusief vakantiegeld. De uitkering duurt maximaal twee jaar. Er zijn enkele uitzonderingen. Orgaandonoren en werkneemsters die arbeidsongeschikt zijn als gevolg van de zwangerschap of bevalling hebben recht op een ZW-uitkering van 100% van het dagloon, wat neerkomt op een uitkering van maximaal € 4.858,95 bruto per maand inclusief vakantiegeld. Op verzoek van de werkgever kan UWV de ZW-uitkering van personen die onder de no-riskpolis vallen het eerste jaar op 100% van het dagloon vaststellen.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten ZW nemen in 2022 met circa €74 miljoen af ten opzichte van 2021, omdat het aantal ZW-uitkeringen afneemt. Dat komt vooral doordat verwacht wordt dat de impact van de coronacrisis grotendeels voorbij zal zijn in 2022, waardoor het beroep op een ZW-uitkering zal afnemen. Het hogere beroep in 2021 kwam voornamelijk voort uit meergebruik door meer ziekte en meergebruik door een regeling waarbij enkele doelgroepen ook bij quarantaine een beroep op de ZW konden doen (Kamerstukken II 2020/21, 35 570 XV, nr. 13). Vanaf 2023 nemen de uitkeringslasten weer toe. Allereerst omdat de demografische ontwikkeling en ontwikkeling in werkzame beroepsbevolking naar verwachting leidt tot een hoger gebruik vanwege ziekte bij zwangerschap. Daarnaast zal, door ingroei van de gemeentelijke doelgroep, het beroep op de no-riskpolis toenemen.

Beleidsrelevante kerncijfers

Naar verwachting neemt het aantal uitkeringsjaren met circa 2.800 af in 2022 ten opzichte van 2021. Deze daling komt doordat het gebruik in alle doelgroepen vanwege corona afneemt.

Tabel 65 Kerncijfers ZW
 

Realisatie 20201

Raming 2021

Raming 2022

Volume ZW (x 1.000 uitkeringen, gemiddelde)

107

110

107

Instroom ZW (x 1.000 uitkeringen)

325

2

2

Uitstroom ZW (x 1.000 uitkeringen)

365

2

2

1

UWV, jaarverslag.

2

In- en uitstroom worden niet geraamd.

Handhaving

Sinds 2019 worden door middel van een extern onderzoek de misbruikrisico’s van regelingen die UWV uitvoert in kaart gebracht. Dit heeft inmiddels plaatsgevonden voor de WW. Eind 2021 wordt naar verwachting het onderzoek naar de ZW en de WIA afgerond. Hierna volgen onderzoeken naar de Toeslagenwet (TW), WAZO en WAO. Ook voor de Wajong zullen de misbruikrisico's in kaart worden gebracht.

Tabel 66 Kerncijfers ZW (fraude en handhaving)
  

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Preventie1

Gepercipieerde detectiekans (%)

77

77

572

Kennis van de verplichtingen (%)

93

93

872

Opsporing3

Aantal onderzochte fraudesignalen (x 1.000)

3,5

3,9

3,3

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)4

2,6

2,6

2,0

Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln)

2,9

3,5

2,9

Sanctionering3

Aantal waarschuwingen (x 1.000)

1,4

2,1

1,9

Aantal boetes (x 1.000)

1,4

1,1

0,8

Totaal boetebedrag (x € 1 mln)

0,8

0,7

0,6

  

Ontstaansjaar vordering

  

2018

2019

2020

Terugvordering3

Incassoratio fraudevorderingen (boete + benadelingsbedrag) ultimo 2020 (%)

51

43

21

1

Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans».

2

I&O Research «Kennis der verplichtingen in de coronacrisis». Als gevolg van een andere insteek van het onderzoek is sprake van een trendbreuk.

3

UWV, jaarverslag.

4

Cijfers betreffen alle overtredingen van de inlichtingenplicht met financiële benadeling.

Wet arbeid en zorg (WAZO)

De WAZO bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, aanvullend geboorteverlof, adoptie- en pleegzorgverlof, ouderschapsverlof en kort- en langdurend zorgverlof. Vaak bestaat er recht op (gedeeltelijke) loondoorbetaling of op een uitkering: zwangerschaps- en bevallingsuitkering, adoptie- en pleegzorguitkering, geboorteverlofuitkering en vanaf 2 augstus 2022 ook een ouderschapsverlofuitkering. Deze uitkeringen op grond van de WAZO worden uitgevoerd door UWV.

Wie komt er voor in aanmerking?

In aanmerking voor een zwangerschaps- en bevallingsuitkering komen:

  • Vrouwelijke werknemers;

  • Andere vrouwelijke verzekerden voor de ZW (onder andere thuiswerksters en vrouwen die een ZW-, WW- of loongerelateerde WGA-uitkering ontvangen);

  • Vrouwelijke vrijwillig verzekerden voor de ZW;

  • Vrouwen van wie de vermoedelijke bevallingsdatum binnen 10 weken na het einde van de verplichte ZW-verzekering ligt, evenals vrouwen die later uitgerekend zijn, maar die toch binnen 10 weken na het einde van de verplichte verzekering bevallen.

In aanmerking voor adoptie- en pleegzorgverlof komt de werknemer die een kind heeft geadopteerd dan wel als pleegkind in zijn gezin heeft opgenomen. Er is een afzonderlijke uitkeringsregeling voor zwangere zelfstandigen, de regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ). Vrouwelijke zelfstandigen, directeuren-grootaandeelhouders, meewerkende echtgenoten en beroepsbeoefenaars op arbeidsovereenkomst (hulpen in de huishouding voor minder dan vier dagen per week) hebben gedurende ten minste 16 weken recht op een uitkering. Zie ook beleidsartikel 12.

Hoe hoog is de WAZO-uitkering?

De zwangerschaps- en bevallingsuitkering en de adoptie- en pleegzorguitkering bedraagt 100% van het laatstverdiende loon, tot een maximum van 100% van het maximumdagloon. Dit is per 1 januari 2021 gelijk aan € 4.858,95 bruto per maand inclusief vakantiegeld. De hoogte van de uitkering voor zelfstandigen is maximaal het wettelijk minimumloon (per 1 januari 2021 € 1.684,80 bruto per maand exclusief vakantiegeld).

Budgettaire ontwikkelingen

Als gevolg van een verwachte toename van het aantal geboorten nemen de uitgaven voor zwangerschaps- en bevallingsverlof de komende jaren toe.

Beleidsrelevante kerncijfers

Tabel 67 laat zien dat het verwachte aantal toekenningen in de WAZO de komende jaren toeneemt. Dit hangt samen met de verwachte toename van het aantal geboorten.

Tabel 67 Kerncijfers WAZO
 

Realisatie 20201

Raming 2021

Raming 2022

Totaal aantal toekenningen zwangerschaps- en bevallingsverlofuitkering (x 1.000 uitkeringen)

142

143

144

Aantal toekenningen werknemers (x 1.000 uitkeringen)

130

130

131

Aantal toekenningen zelfstandigen (x 1.000 uitkeringen)

12

13

13

1

SZW, berekening.

WAZO aanvullend geboorteverlof partners

Het aanvullend geboorteverlof duurt maximaal 5 weken. Het verlof dient binnen 6 maanden na de geboorte te worden opgenomen. Ook deze regeling wordt door UWV uitgevoerd.

Wie komt er voor in aanmerking?

In aanmerking voor een aanvullend geboorteverlof uitkering komt de werknemer die echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner van de moeder van het kind is, met de moeder ongehuwd samenwoont of haar kind erkent.

Hoe hoog is de uitkering?

De hoogte van de uitkering voor aanvullend geboorteverlof bedraagt 70% van het laatstverdiende loon, tot een maximum van 70% van het maximumdagloon.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven stijgen de komende jaren als gevolg van een verwachte toename van het aantal geboorten.

Beleidsrelevante kerncijfers

Het aantal toekenningen neemt de komende jaren toe. De sterke toename in 2021 wordt verklaard doordat het aanvullend geboorteverlof in 2020 halverwege het jaar (per 1 juli) is ingegaan.

Tabel 68 Kerncijfers aanvullend geboorteverlof
 

Realisatie 20201

Raming 2021

Raming 2022

Totaal aantal toekenningen aanvullend geboorteverlof (x 1.000 uitkeringen)

22

76

79

Gemiddeld aantal opgenomen dagen

22

22

22

1

SZW, berekening op basis van UWV Juninota.

WAZO betaald ouderschapsverlof

Vanaf 2 augustus 2022 wordt een uitkering verstrekt aan werknemers bij opname van ouderschapsverlof. De uitkeringsduur is maximaal 9 weken. De uitkering wordt alleen verstrekt indien het verlof in het eerste levensjaar van het kind wordt opgenomen. Bij adoptie of pleegzorg kan het verlof worden opgenomen gedurende het eerste jaar na opname van het kind in het gezin.

Wie komt er voor in aanmerking?

Rechthebbend is de werknemer die als ouder in familierechtelijke betrekking staat tot het kind.

Hoe hoog is de uitkering?

De uitkering bedraagt 50% van het dagloon, met als maximum 50% van het maximum dagloon.

Budgettaire ontwikkelingen

Doordat de regeling gaandeweg 2022 ingaat (2 augustus) zijn de uitgaven in 2022 incidenteel lager dan in de daarop volgende jaren. De uitgaven nemen in latere jaren toe vanwege de verwachte toename van het aantal geboorten.

3

Deze bepaling is ook opgenomen in de OPS-regeling (zie artikel 3, lid 1, d, e, f, g en h, artikel 5, artikel 6, lid 2 en artikel 11, 1a).

Licence