De overheid voorziet de uitvoeringsorganisaties van financiële middelen voor een rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering van socialezekerheidsregelingen, binnen de kaders die de overheid stelt.
De uitvoering van de socialezekerheidswetten vindt mede plaats door ZBO’s en RWT’s. De Minister van SZW bepaalt de kaders waarbinnen de uitvoering tot stand komt en stelt uitvoeringsbudget ter beschikking aan Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) inclusief het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Inlichtingenbureau (IB). Hij maakt daarbij prestatieafspraken en stuurt op rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering. Hiertoe is een planning- en controlcyclus ingericht tussen de uitvoeringsorganen en het ministerie.
De Minister is verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van de sociale‐ zekerheidswetgeving door de uitvoeringsorganen en draagt zorg voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving (wet SUWI) waarbinnen de uitvoeringsorganen opereren;
– de vormgeving van het stelsel van socialezekerheidswetten die UWV en de SVB uitvoeren;
– de vaststelling van de budgetten die aan UWV, de SVB en het IB beschikbaar worden gesteld met daarbij passende prestatieafspraken;
– de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering door UWV, de SVB en het IB en de verantwoording daarover;
– de vaststelling van de omvang van de middelen die aan de Landelijke Cliëntenraad (LCR) beschikbaar worden gesteld.
– de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
Prestatie-indicatoren UWV en SVB
In onderstaande tabellen zijn indicatoren voor UWV en de SVB weergegeven die de doelmatigheid, rechtmatigheid en klantgerichtheid van de uitvoering weergeven.
Norm was 1,5% efficiency-groei (kostenbesparing los van volume- en beleidswijzigingen) voor de grote wetten, uitzonderingen op specifieke wetten. Op dit moment wordt in samenwerking met de SVB gesproken over een aangepaste set indicatoren. Dit traject loopt nog en voor 2023 wordt gewerkt aan een nieuwe indicator voor doelmatigheid. Voor 2022 is afgesproken dat de SVB rapporteert over efficiency, maar er is geen norm afgesproken.
Stand van de uitvoering sociale zekerheid
In de Stand van de uitvoering is veel aandacht voor de extra waarborgen die nodig zijn voor een toekomstbestendige dienstverlening van UWV en SVB. Diverse rapporten hebben laten zien dat er verbeteringen nodig zijn om te komen tot passende overheidsdienstverlening met meer oog voor menselijke maat, zodat burgers niet meer in de knel komen en de dienstverlening krijgen die ze mogen verwachten. De gewenste verbeteringen vergen nieuwe aanpakken en vragen om veel capaciteit van de uitvoeringsorganisaties, het kabinet investeert hierin.
Intensivering uitvoering Sociale Zekerheid
De coronacrisis heeft nogmaals duidelijk gemaakt hoe cruciaal een wendbare uitvoering in de publieke sector is. In de SZW-begroting voor 2021 is vanaf 2022 structureel € 100 miljoen beschikbaar gemaakt om een aantal waarborgen van de continuïteit op orde te brengen. Deze middelen worden ingezet voor financiering van kerntaken zoals artsencapaciteit voor sociaal-medische beoordelingen en de dienstverlening aan gedeeltelijk arbeidsgeschikten en voor het onderhoud en modernisering van de ICT. Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het parlementair onderzoek naar de kinderopvangtoeslag heeft het kabinet nog eens € 110 miljoen in 2022 en € 150 miljoen vanaf 2023 beschikbaar gesteld voor de benodigde kwaliteitsimpuls in de dienstverlening en informatiehuishouding van UWV en SVB. Hiermee komt meer ruimte voor persoonlijk contact en maatwerk. Dit leidt tot een hogere kwaliteit van dienstverlening over de volle breedte maar zal ook gebruikt worden om concrete knelpunten op te lossen, bijvoorbeeld voor mensen die werken naast een uitkering en te maken hebben met een ingewikkelde verrekeningssystematiek.4
Re-integratie dienstverlening
De activerende dienstverlening door UWV wordt al enkele jaren grondig onderzocht. Begin 2022 zal naar verwachting zowel het eindrapport van de effectmeting op de WW-dienstverlening als de tussenrapportage van het effect-onderzoek op de WGA-dienstverlening aan de Kamer worden aangeboden. Deze rapportages zullen belangrijke informatiebronnen zijn om de dienstverlening aan werkzoekenden met een WW-uitkering of WGA-uitkering verder door te ontwikkelen.
Sociaal-medische beoordelingen
Op 9 april jl. heeft de Minister van SZW de Tweede Kamer geïnformeerd over de uitkomsten van het goede en intensieve overleg dat met name met UWV en de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) is gevoerd over de toekomst van het sociaal-medisch beoordelen (Kamerstukken II 2020/21, 26 448, nr. 645). Het overleg heeft ertoe geleid dat UWV zo snel mogelijk de implementatie zal starten van twee maatregelen:
• Omslag naar een regiemodel voor sociaal-medische dienstverlening;
• Effectievere inzet van de verzekeringsarts in de Ziektewet.
In 2021 wordt het regiemodel door UWV verder ontwikkeld door een jaar lang deze nieuwe werkwijzen te gebruiken in twee districten. Op basis van monitoring en evaluatie werkt UWV toe naar gefaseerde landelijke invoering vanaf 2022.
Naar verwachting zal de invoering van een regiemodel en effectievere inzet van de verzekeringsarts in de Ziektewet leiden tot een vermindering van de mismatch tussen het aanbod van en de vraag naar sociaal-medische dienstverlening. Daarnaast wordt de functie van verzekeringsarts hiermee naar verwachting aantrekkelijker en zal UWV met deze veranderingen beter in staat zijn om bij te dragen aan arbeidsparticipatie waar mogelijk en inkomensondersteuning waar nodig.
Handhaving
Het verbeteren van de handhaving bij UWV blijft ook de komende jaren een belangrijk thema. Er is extra budget beschikbaar gesteld om de handhaving verder te versterken. Dit budget zal onder meer worden gebruikt voor de structurele borging van de nieuwe werkwijze inzake risicomanagement, te weten de (her)ijking van misbruikrisico’s en het afwegingskader bij UWV.
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 589.863 | 661.860 | 660.321 | 586.126 | 593.747 | 587.350 | 586.805 |
Uitgaven | 589.977 | 661.860 | 661.821 | 586.126 | 593.747 | 587.350 | 586.805 |
Subsidies (regelingen) | |||||||
Subsidies | 0 | 0 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | |||||||
Handhaving en gegevensuitwisseling | 0 | 0 | 3.173 | 3.320 | 3.320 | 3.320 | 3.320 |
Bekostiging | |||||||
Uitvoeringskosten CN | 0 | 0 | 7.067 | 5.447 | 5.464 | 5.464 | 5.464 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||||
Uitvoeringskosten UWV | 434.577 | 495.901 | 469.786 | 393.125 | 391.812 | 388.705 | 386.486 |
Uitvoeringskosten SVB | 139.415 | 147.226 | 166.944 | 172.515 | 181.432 | 178.142 | 179.816 |
Uitvoeringskosten IB | 15.279 | 17.883 | 12.541 | 10.909 | 10.909 | 10.909 | 10.909 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | |||||||
Landelijk Clientenraad | 706 | 850 | 810 | 810 | 810 | 810 | 810 |
Ontvangsten | 173 | 66.221 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | |||||||
Algemeen | 173 | 66.221 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
De uitgaven op artikel 11 Uitvoering zijn voor 99,5% juridisch verplicht voor het jaar 2022. Per financieel instrument wordt de budgetflexibiliteit onderstaand toegelicht.
Subsidies
Het budget voor subsidies is 100% juridisch verplicht. Het betreft een reservering voor de eindafrekening van een subsidie aan de VNG voor de bijdrage aan de infrastructuur Landelijke Interventieteams in de periode 2019-2021.
Opdrachten
Het budget voor activiteiten op het gebied van handhaving en gegevensuitwisseling is voor circa 6% juridisch verplicht.
Bekostiging
Het budget voor bekostiging is 100% juridisch verplicht. Het betreft het uitvoeringsbudget voor de RCN-unit SZW.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
De bijdragen aan ZBO’s zijn 100% juridisch verplicht. Het betreft de uitvoeringsbudgetten van UWV, de SVB en het IB. Deze budgetten worden bij de goedkeuring van de jaarplannen vastgesteld.
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
De bijdrage aan nationale organisaties is 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan de LCR. Het budget wordt bij goedkeuring van het jaarplan vastgesteld.
Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.782.864 | 1.924.095 | 2.069.926 | 2.157.072 | 2.246.790 | 2.328.348 | 2.393.007 |
Uitgaven | 1.782.864 | 1.924.095 | 2.069.926 | 2.157.072 | 2.246.790 | 2.328.348 | 2.393.007 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | |||||||
Uitvoeringskosten UWV | 1.629.664 | 1.785.413 | 1.858.966 | 1.903.201 | 1.935.446 | 1.959.416 | 1.966.039 |
Uitvoeringskosten SVB | 153.200 | 138.682 | 158.833 | 149.167 | 150.694 | 150.345 | 151.364 |
Uitvoeringskosten UWV nominaal | 0 | 0 | 48.047 | 97.147 | 149.131 | 203.131 | 256.058 |
Uitvoeringskosten SVB nominaal | 0 | 0 | 4.080 | 7.557 | 11.519 | 15.456 | 19.546 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies
Deze post op de begroting betreft een reservering voor de eindafrekening van een subsidie aan de VNG voor de bijdrage aan de infrastructuur Landelijke Interventieteams in de periode 2019–2021.
Opdrachten
Het beleidsbudget voor handhaving en gegevensuitwisseling bedraagt in 2022 € 3,173 miljoen en € 3,320 miljoen in volgende jaren. Het budget wordt besteed aan diverse activiteiten op het gebied van handhaving, gegevensuitwisseling en ondermijning.
Bekostiging
De RCN-unit SZW is een bij de Rijksdienst Caribisch Nederland gepositioneerd onderdeel van het departement dat namens de minister is belast met uitkeringsverstrekking, vergunningverlening en arbeidsinspectie in Caribisch Nederland. Het budget voor de uitvoeringskosten van de RCN-unit SZW bedraagt in 2022 € 7,1 miljoen. Er zijn in 2022 incidenteel extra middelen ten behoeve van de sociaal-economische agenda op Caribisch Nederland. Vanwege de incidentele extra middelen in 2022 is vanaf 2023 het budget structureel lager.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor UWV, de SVB en het Inlichtingenbureau, waarbinnen deze organisaties hun jaarplannen dienen op te stellen. Deze financiële kaders hebben alleen betrekking op de uitvoering van SZW-taken door genoemde ZBO’s. In de jaarplannen nemen UWV en de SVB een verdeling van de uitvoeringskosten naar wet en/of fonds op. De Minister stuurt in eerste aanleg op het totaalbudget per organisatie. Uitgangspunt daarbij is dat de organisaties zelfstandig de uitvoering organiseren en over de realisatie via het jaarverslag verantwoording afleggen aan de Minister van SZW.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitvoeringskosten van UWV en de SVB wijzigen gedurende de jaren als gevolg van beleidswijzigingen en van volumeontwikkelingen in de onderscheiden wetten.
Per saldo stijgen de uitvoeringskosten (begrotings- en premiegefinancieerd) van UWV in 2022 met circa € 47 miljoen. Deze ontwikkeling is grotendeels het gevolg van de middelen naar aanleiding van het parlementair onderzoek naar de kinderopvangtoeslag die worden ingezet ten behoeve van de dienstverlening en informatiehuishouding, de subsidieregeling STAP-budget en de neerwaarts bijgestelde volumeontwikkelingen WW.
Per saldo stijgen de uitvoeringskosten (begrotings- en premiegefinancieerd) van de SVB in 2022 met circa € 40 miljoen. Deze stijging is voor een groot deel het gevolg van de kosten die gemaakt worden ter versterking van de ICT en de middelen naar aanleiding van het parlementair onderzoek naar de kinderopvangtoeslag die worden ingezet ten behoeve van de dienstverlening en de informatiehuishouding.
In de tabellen 100 en 101 zijn de uitvoeringskosten van UWV en de SVB toegedeeld aan de onderscheiden wetten en regelingen. Dit is een ex-ante raming op basis waarvan de bekostiging van ZBO’s plaatsvindt. De toedeling is extracomptabel. Hier is de loon- en prijsbijstelling nog niet aan toebedeeld.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
UWV (incl. BKWI) | 2.064.241 | 2.281.314 | 2.328.752 | 2.296.326 | 2.327.258 | 2.348.121 | 2.352.525 |
Begrotingsgefinancierd | 434.577 | 495.901 | 469.786 | 393.125 | 391.812 | 388.705 | 386.486 |
IOW | 2.547 | 2.576 | 2.815 | 2.962 | 3.081 | 3.193 | 2.039 |
Wajong | 165.237 | 180.091 | 153.408 | 151.622 | 151.818 | 148.937 | 148.118 |
Re-integratie Wajong1 | 110.340 | 94.117 | 96.905 | 97.122 | 97.413 | 97.675 | 97.474 |
Basisdienstverlening | 83.050 | 106.761 | 108.881 | 103.259 | 102.445 | 102.875 | 102.867 |
Beoordeling gemeentelijke doelgroep | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 |
Wsw indicatiestelling | 2.065 | 1.332 | 1.288 | 1.243 | 1.200 | 1.157 | 1.120 |
Scholingsbudget WW | 780 | 6.280 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Scholingsexperiment WGA | 500 | 390 | 595 | 440 | 355 | 0 | 0 |
NOW 1.0 | 19.200 | 22.600 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NOW 2.0 | 8.200 | 10.000 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NOW 3.0 | 5.800 | 18.000 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NOW 4.0 | 0 | 9.400 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
TOFA | 3.100 | 200 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
MCKW | 763 | 337 | 291 | 209 | 132 | 0 | 0 |
Uitvoering kassierstaak | 0 | 3.300 | 3.300 | 1.400 | 500 | 0 | 0 |
Centrale uitvoering landelijke ondersteuning | 0 | 3.000 | 3.100 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Skills en mogelijkheden | 0 | 1.498 | 235 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inzet doelgroep banenafspraak | 0 | 3.100 | 4.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
BKWI | 12.908 | 12.919 | 14.868 | 14.868 | 14.868 | 14.868 | 14.868 |
Premiegefinancierd | 1.629.664 | 1.785.413 | 1.858.966 | 1.903.201 | 1.935.446 | 1.959.416 | 1.966.039 |
WW | 626.189 | 886.081 | 883.443 | 914.445 | 934.409 | 945.553 | 943.784 |
ZW | 373.890 | 327.851 | 349.306 | 351.701 | 353.259 | 365.164 | 366.304 |
WAZO | 10.521 | 7.560 | 7.560 | 7.560 | 7.560 | 7.560 | 7.560 |
WAO | 68.185 | 48.525 | 47.378 | 45.877 | 43.977 | 42.385 | 40.475 |
Re-integratie WAZ/WAO/WIA/ZW1 | 106.626 | 112.202 | 113.750 | 115.910 | 118.623 | 121.571 | 124.266 |
WGA | 335.363 | 349.841 | 328.813 | 333.184 | 336.509 | 333.404 | 336.498 |
IVA | 64.926 | 51.129 | 126.593 | 132.518 | 139.232 | 142.027 | 145.505 |
WAZ | 3.070 | 2.224 | 2.123 | 2.006 | 1.877 | 1.752 | 1.647 |
Toevoeging aan bestemmingsfonds/egalisatiereserve | 40.981 |
Bron: SZW-administratie.
Dit zijn uitvoeringskosten. Re-integratie in de vorm van voorzieningen en/of trajecten staan weergegeven op beleidsartikel 3. De uitvoeringskosten re-integratie hebben betrekking op de werkzaamheden die UWV verricht ten behoeve van de inkoop van externe re-integratiediensten en de re-integratiedienstverlening voor werkzoekenden in de WIA, WAO en Wajong die UWV zelf aanbiedt.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
SVB | 292.615 | 285.908 | 325.777 | 321.682 | 332.126 | 328.487 | 331.180 |
Begrotingsgefinancierd | 139.415 | 147.226 | 166.944 | 172.515 | 181.432 | 178.142 | 179.816 |
AKW | 97.305 | 101.885 | 119.555 | 126.148 | 134.318 | 129.920 | 130.137 |
TAS | 2.980 | 2.349 | 1.635 | 1.562 | 1.535 | 1.533 | 1.533 |
KOT/WKB | 5.634 | 6.871 | 5.634 | 5.634 | 5.634 | 5.634 | 5.634 |
AIO | 30.937 | 33.600 | 38.120 | 37.187 | 37.979 | 39.111 | 40.593 |
Bijstand buitenland | 224 | 224 | 224 | 224 | 223 | 224 | 223 |
OBR | 503 | 489 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Remigratiewet | 1.832 | 1.808 | 1.776 | 1.761 | 1.743 | 1.720 | 1.697 |
Premiegefinancierd | 153.200 | 138.682 | 158.833 | 149.167 | 150.694 | 150.345 | 151.364 |
AOW | 144.278 | 130.213 | 150.048 | 140.537 | 142.065 | 141.768 | 142.923 |
Anw | 8.922 | 8.469 | 8.785 | 8.630 | 8.629 | 8.577 | 8.441 |
Bron: SZW-administratie.
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
De Landelijke Cliëntenraad (LCR) is een overlegorgaan ingesteld bij Wet SUWI, waarin landelijke cliëntenorganisaties, vertegenwoordigers van gemeentelijke cliëntenraden en vertegenwoordigers van de centrale cliëntenraden van de SVB en UWV zitting hebben. De LCR heeft tot taak periodiek te overleggen met UWV, de SVB, de gemeenten en de Minister van SZW over onderwerpen op het terrein van werk en inkomen. De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor de LCR, waarbinnen de LCR een jaarplan dient op te stellen.