Base description which applies to whole site

3.5 Artikel 5 Werkloosheid

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid begrotingsgefinancierd artikel 5 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2023 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2023 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

          

Verplichtingen

234.511

0

234.511

‒ 44.364

190.147

32.535

‒ 48.094

‒ 27.627

9.861

          

Uitgaven

237.578

0

237.578

‒ 47.752

189.826

35.923

‒ 48.094

‒ 27.627

9.861

          

Inkomensoverdrachten

         

Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW)

125.469

0

125.469

‒ 25.499

99.970

‒ 30.460

‒ 34.928

‒ 14.461

23.027

Cessantiawet (Caribisch Nederland)

111

0

111

‒ 65

46

‒ 65

‒ 66

‒ 66

‒ 66

Tijdelijke regeling tegemoetkoming Westhaven

250

0

250

0

250

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

         

Overige subsidies algemeen

505

0

505

0

505

0

0

0

0

Coordinatie arbeidsmarktdienstverlening

8.189

0

8.189

‒ 3.205

4.984

10.888

0

0

0

Werkgeverssubsidie praktijkleren

16.500

0

16.500

‒ 7.500

9.000

4.000

0

0

0

Opdrachten

         

Opdrachten algemeen

0

0

0

‒ 27

‒ 27

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Scholing WW

13.100

0

13.100

‒ 13.100

0

‒ 13.100

‒ 13.100

‒ 13.100

‒ 13.100

Arbeidsmarktdienstverlening

71.479

0

71.479

1.644

73.123

64.160

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

         

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

1.975

0

1.975

0

1.975

500

0

0

0

          

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 47,7 miljoen bij de uitgaven en ‒ € 44,3 bij de verplichtingen. Hieronder worden de mutaties toegelicht.

Juridisch verplichte uitgaven

De juridisch verplichte uitgaven zijn bij stand 1e suppletoire begroting 2023 99,49%.

Inkomensoverdrachten

1. Wet Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW)

  • De verwerking van de uitvoeringsinformatie leidt tot een meevaller op de IOW. Dit is voor het merendeel het gevolg van een lager volume vanwege een lagere instroom in de IOW in 2022. We verwachten namelijk dat er minder 60-plussers de WW uitstromen. Verder is de prijs licht naar beneden bijgesteld, dit draagt ook bij aan de meevaller.

  • Als onderdeel van het arbeidsmarktpakket is besloten de IOW met 4 jaren te verlengen tot 2028. IOW-gerechtigden hebben voordat zij de IOW instromen recht op een WW-uitkering, hierdoor is er sprake van een vertraging in de toename van het volume van de IOW. Binnen de (huidige) begrotingshorizon leidt de verlenging van de IOW naar verwachting tot een toename van de uitkeringslasten van circa € 15 miljoen in 2026 en circa € 40 miljoen in 2027.

2. Cessantiawet (Caribisch Nederland)

Op basis van de realisatie van de uitkeringslasten 2022, de bijstelling van de CBS-bevolkingsprognose en een nieuwe wisselkoersvoorspelling worden de uitkeringslasten van de Cessantia meerjarig bijgesteld bij de Voorjaarsnotaraming 2023 ( ‒ € 0,1 miljoen).

Subsidies, opdrachten en bijdragen aan ZBO's/RWT's

  • Om beter bij het verwachte kasritme aan te sluiten zijn er budgettair neutrale kasschuiven van 2023 (- € 14,3 miljoen) naar 2024 gedaan. Dit is voor de coördinatie arbeidsmarktdienstverlening (€ 3,4 miljoen) en arbeidsmarktdienstverlening (€ 10,9 miljoen).

  • Vanuit de lagere uitputting van 2022 wordt € 9,8 miljoen toegevoegd aan de begroting van 2023. Deze middelen zijn noodzakelijk om de ingekochte aanvullende dienstverlening te betalen die de jaargrens overschrijdt.

  • Het budget in 2023 voor arbeidsmarktdienstverlening wordt met € 2,9 miljoen verhoogd om extra inkoop van aanvullende dienstverlening mogelijk te maken. Dit is bovenop de toegevoegde € 9,8 miljoen om al eerder ingekochte dienstverlening in 2022 te kunnen betalen.

  • Er is sprake van een budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting (€ 7,5 miljoen) vanuit de beschikbare middelen voor extra werkgeversubsidie MBO-praktijkleren. De behoefte aan deze subsidie lijkt lager uit te vallen dan eerder verwacht. Dit bedrag wordt ingezet voor ontwikkeling van loopbaanpaden (artikel 2), het budget voor regionale mobiliteitsteams (artikel 5) en hervorming arbeidsmarktinfrastructuur.

  • Vanaf 2023 wordt het scholingsbudget WW structureel overgeheveld van het begrotingsbudget naar het premiegefinancierde budget.

  • SZW ontvangt van de Aanvullende Post middelen voor 2024 voor de uitvoering van de coalitieakkoord maatregel hervorming arbeidsmarktinfrastructuur. In totaal ontvangt SZW hiervoor € 79,5 miljoen op begrotingsartikel 5. De middelen voor arbeidsmarktdienstverlening zijn bestemd voor de regionale mobiliteitsteams (RMT's), waarbij € 32,3 miljoen is voor personele inzet en € 21 miljoen is budget voor aanvullende dienstverlening.

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid premiegefinancierd artikel 5 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Ontwerpbegroting 2023 (1)

Mutaties via NvW, ISB, moties en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2023 (3)=(1)+(2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3)+(4)

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Mutatie 2027

          

Verplichtingen

3.339.009

0

3.339.009

‒ 401.490

2.937.519

‒ 313.513

‒ 192.554

‒ 65.295

73.550

          

Uitgaven

3.339.009

0

3.339.009

‒ 401.490

2.937.519

‒ 313.513

‒ 192.554

‒ 65.295

73.550

          

Inkomensoverdrachten

         

WW

3.073.114

0

3.073.114

‒ 318.764

2.754.350

‒ 363.878

‒ 319.703

‒ 256.274

‒ 169.264

WW nominaal

265.895

0

265.895

‒ 95.826

170.069

37.265

114.049

177.879

229.714

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

         

Scholing WW

0

0

0

13.100

13.100

13.100

13.100

13.100

13.100

          

Ontvangsten

233.665

0

233.665

‒ 36.197

197.468

‒ 19.514

‒ 307

27.124

49.244

          

Ontvangsten

         

Ufo

223.370

0

223.370

‒ 37.370

186.000

‒ 23.370

‒ 8.641

11.700

27.709

Ufo nominaal

10.295

0

10.295

1.173

11.468

3.856

8.334

15.424

21.535

Toelichting

Het totaal van de mutaties 1e suppletoire begroting bedraagt ‒ € 401,5 miljoen bij de uitgaven en verplichtingen. Bij de ontvangsten is de mutatie ‒ € 36,2 miljoen. Hieronder worden de mutaties toegelicht.

Inkomensoverdachten

1. WW uitkeringslasten

  • De raming voor de WW-uitgaven wordt per saldo naar beneden bijgesteld in verband met verwachte lagere WW-uitgaven. De lagere uitgaven zijn hoofdzakelijk het gevolg van een volume-effect. Op basis van de WW-instroom eind 2022 worden ook minder WW’ers in latere jaren verwacht. Wel valt de WW-uitkeringshoogte naar verwachting de komende jaren iets hoger uit.

  • De verwerking van de nieuwe raming van het CPB bij het Centraal Economisch Plan (CEP) 2023 leidt in de eerste jaren tot een lichte neerwaartse bijstelling op de WW die vanaf 2027 omslaat in een opwaartse bijstelling.

  • Om de mismatch bij sociaal medisch beoordelen te verkleinen is het streven om in 2024 de vereenvoudigde claimbeoordeling voor 60-plussers voort te zetten. Dit heeft als gevolg dat er tijdelijk meer en hogere WIA-uitkeringen worden verstrekt (zie art. 3). Dit leidt tot inverdieneffecten op de WW van naar verwachting ‒ € 19,0 miljoen in 2024 , ‒ € 37,0 miljoen in 2025 en ‒ € 18,0 miljoen in 2026.

  • Met betrekking tot de WIA-claimbeoordeling wordt de tijdelijke maatregel «beoordelen op verdiensten» op korte termijn nader uitgewerkt en in 2024 ingevoerd. Dit heeft als gevolg dat bij invoering van de maatregel er tijdelijk meer en hogere WIA-uitkeringen worden verstrekt (zie art. 3). Dit leidt tot inverdieneffecten op de WW van naar verwachting ‒ € 0,4 miljoen in 2025, ‒ €1,1 miljoen in 2026 en ‒ € 1,1 miljoen in 2027.

  • Als onderdeel van het arbeidsmarktpakket werkt het kabinet aan de invoering van de Crisisregeling Personeelsbehoud (CP) per 2025. Naar verwachting bedragen de uitgaven aan de CP circa € 1,25 miljoen per jaar. Tegelijkertijd met de invoering van de CP wordt de regeling werktijdverkorting (Wtv) afgeschaft. Hierdoor treedt een besparing van circa € 1 miljoen per jaar op. Daarmee komen de per saldo meeruitgaven uit op circa € 0,25 miljoen.

  • Het effect van de minimumloonsverhoging per 1 januari 2023 op de WW is herijkt en overgeboekt van het nominaalartikel van de WW naar het beleidsartikel. Dit zorgt voor een opwaartse mutatie op het beleidsartikel van € 108,0 miljoen in 2023 en € 25,4 miljoen in 2024. Gelijktijdig wordt dezelfde reeks afgeboekt van het nominaalartikel.

2. Nominaal

  • Het effect van de minimumloonsverhoging per 1 januari 2023 op de WW is herijkt en overgeboekt van het nominaalartikel van de WW naar het beleidsartikel. Dit zorgt voor een neerwaartse mutatie op het nominaalartikel van € 108,0 in 2023 en € 25,4 miljoen in 2024. Gelijktijdig wordt dezelfde reeks opgeboekt op het beleidsartikel.

  • Dit betreft nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitgaven (grondslag) en als gevolg van aanpassing van de indexatiepercentages van lonen en prijzen.

  • De per saldo neerwaartse bijstelling van de nominale ontwikkeling bedraagt € 77,3 miljoen in 2023.

3. Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Vanaf 2023 wordt het scholingsbudget WW structureel overgeheveld van het begrotingsbudget naar het premiegefinancierde budget.

Ontvangsten

1. UFO

Overheidswerkgevers zijn eigenrisicodragers voor de WW. De WW-uitgaven worden door het UWV verhaald op deze werkgevers. De raming van de ontvangsten uit verhaal is voor 2023 naar beneden bijgesteld op grond van uitvoeringsinformatie van het UWV (- € 37,4 miljoen). Naar verwachting nemen de ontvangsten vanaf 2026 weer toe.

2. Nominaal

Als gevolg van bovenstaande mutaties van de UFO-ontvangsten (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers, valt de nominale ontwikkeling in 2023 € 10,3 miljoen hoger uit dan verwacht.

Licence