Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag (2) | Stand suppletoire begroting Prinsjesdag (3) = (1) + (2) | ||
---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 181.396 | ‒ 4.042 | 177.354 |
Uitgaven | 181.396 | ‒ 4.042 | 177.354 | |
3.0 | Wetgeving en controle Tweede Kamer | 181.396 | ‒ 4.042 | 177.354 |
Institutionele inrichting | 128.718 | ‒ 3.997 | 124.721 | |
Apparaat Tweede Kamer | 127.410 | ‒ 3.994 | 123.416 | |
Onderzoeksbudget | 1.308 | ‒ 3 | 1.305 | |
Materiële uitgaven | 52.678 | ‒ 45 | 52.633 | |
Drukwerk | 2.126 | 0 | 2.126 | |
Fractiekosten | 43.101 | 0 | 43.101 | |
Uitzending leden | 517 | 0 | 517 | |
Parlementaire enquêtes | 4.553 | ‒ 45 | 4.508 | |
Bijdrage ProDemos | 2.381 | 0 | 2.381 | |
Ontvangsten | 8.339 | 0 | 8.339 | |
Toelichting mutaties suppletoire begroting Prinsjesdag
Institutionele inrichting
CAO-middelen
De kabinetsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling 2023 is hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de premielasten gedaald. Het incidentele verschil ten opzichte van CEP 2022 blijft, voor zover nog niet in nieuwe arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen, beschikbaar voor arbeidsvoorwaarden door middel van een kasschuif naar 2024. (circa € 1,3 mln.)
Kasschuif Tweede Kamer
Door een vertraging in de aanbesteding van het nieuwe informatiesysteem zullen de uitgaven niet in 2023 maar in 2024 plaats gaan vinden. Daarnaast is voor het uitvoeren van de motie vergaderen in crisistijd (Kamerstukken II, 2022/23, 35322, nr. 43) nader onderzoek nodig. Ook hiervoor schuiven de kosten (circa € 2,8 mln.) door naar 2024.